m 2 geworden. Dus niet echt fors, maar voor mij voorlopig groot genoeg, indien ik mezelf wat beperkingen opleg. Het kasje wordt verwarmd via een tweede circuit op de cv-ketel van het huis, met aparte thermostaat en dat werkt tot op heden zeer nauwkeurig. Ik ben na onze verhuizing ook lid geworden van de afdeling Haarlem en van de landelijke vereniging Succulenta. Van dat lidmaatschap heb ik nooit spijt gehad. Op de bijeenkomsten van de afdeling kon ik met mijn vragen terecht en in het blad Succulenta las ik interessante artikelen over mijn hobby. Wat ik wel vaak miste in het tijdschrift was dat bij de beschrijving van planten eigenlijk nooit de hoogte, waarop de planten groeien, vermeld wordt evenals de klimatologische omstandigheden, zoals zomer- en wintertemperaturen, op de vindplaats. Vanuit de beginjaren had ik inmiddels nogal wat grote planten, vaak hoe groter hoe mooier. Maar daar ben ik helemaal van afgestapt, omdat het toch teveel ruimte in beslag ging nemen, dus de meeste daarvan hebben inmiddels een andere bestemming gekregen. Sinds 2003 ben ik mij gaan “specialiseren” op het zaaien en opkweken van twee cactusgeslachten. namelijk Astrophytum en Gymnocalycium. De planten uit deze geslachten worden over het algemeen, op een paar uitzonderingen na, niet zo heel groot en er passen er dus heel wat in mijn (kleine) kasje. De verzameling breidt zich langzaam maar gestaag uit. Het is voor mij een proces van vallen en opstaan en luisteren naar “wijze” raad van anderen, onder andere op de afdelingsvergaderingen, alhoewel dat ook lang niet altijd voor mij van toepassing was. Het pakte ook wel eens radicaal verkeerd uit. Je leert van vallen en opstaan, vooral van het laatste. Een van de mooiste aspecten van de hobby vind ik het zaaien en opkweken van een eigen verzameling, hoewel dat laatste wel een heel aantal jaren in beslag neemt. Het zaaien en de opkomst 222 van het zaad, als het tenminste kiemkrachtig genoeg is, is over het algemeen geen probleem. Mijn ervaring is wel dat eigen zaad vele malen beter kiemt dan gekocht zaad, sorry voor de leveranciers. Maar ik koop elk jaar ook zaad elders, om te proberen de verzameling uit te breiden. Mijn probleem begint steevast als de zaailingen ca. 2 tot 3 maanden oud zijn. Er treedt dan vaak een proces op dat de zaailingen gaan “verslijmen”. Goede raad is duur zegt men, dus zoek ik naar de juiste methode om dit probleem te verhelpen. De plantjes die deze periode overleven, soms maar heel weinig, geven verder geen problemen meer. Inmiddels bestaat mijn verzameling uit circa 250 gymnocalyciums, waarvan ongeveer 100 verschillende soorten, veel van eigen kweek en circa 10 soorten astrophytums, in totaal plusminus 70 plant(en)(jes). Totaal heb ik ongeveer 350 plant(en)(jes) in mijn kasje en heb nog wat ruimte over, dus….. u begrijpt het, we gaan rustig door. Over het algemeen groeit en bloeit het goed, hoewel ik toch wel elke winterperiode wat planten verspeel. Tot 2 jaar terug waren die kleine wit/grijze beestjes, wie kent ze niet, soms een grote plaag. Alle dagen je planten nalopen en besproeien met “een anti-luis”-middel en na een week zag je ze weer. Begin vorig jaar (2008) ben ik voor de bestrijding daarvan, na informatie over mijn probleem, met een andere methode, een systeemgif, begonnen en dat bleek voor mijn planten zeer effectief. Ik heb in 2008 nog geen 3 luizen gezien, hopelijk dit jaar een zelfde resultaat. Een ander probleem doet zich voor als je op een plantenbeurs komt. Op zoek naar “iets” nieuws, iets wat in je verzameling past. De handelaren komen er de laatste jaren achter dat er toch wel een “naam” bij het aangeboden product moet staan, want dat verkoopt beter. Nu, Op de volgende pagina Afb. 1,2,3,4, Detailopnames van de tuin ©Succulenta jaargang 88 (5) <strong>2009</strong>
22 4 3 5 ©Succulenta jaargang 88 (5) <strong>2009</strong> 223