Montageanlöeitung/Bedienungsanleitung / Assembly instruction ...
Montageanlöeitung/Bedienungsanleitung / Assembly instruction ...
Montageanlöeitung/Bedienungsanleitung / Assembly instruction ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.2.3 Stoormeldinrichting<br />
Alle storingen in het aggregaat worden geregistreerd<br />
en door H1 als storingsnummers aangegeven.<br />
Het linker cijfer geeft de storing aan.<br />
Achtereenvolgens worden de interieurtemperatuur<br />
van de schakelkast, alsmede alle aanwezige<br />
stoormeldingen aangegeven, steeds met een<br />
duur van 2 sekonden.<br />
De volgende storingen worden door H1 als<br />
storingsnummers aangegeven:<br />
1 = temperatuur in schakelkast te hoog<br />
(5 K boven de nominale waarde)<br />
2 = stroombewaking kompressor<br />
3 = verdamper (geen algemene storing)<br />
4 = hogedruk pressostaat<br />
5 = beveiliging kondensor-ventilator<br />
6 = beveiliging verdamper-ventilator<br />
7 = filtermat verontreinigd<br />
8 = temperatuursensor-kabelbreuk, kortsluiting<br />
5.2.3.1 Storingen meldkontakt<br />
(K1, potentiaalvrij)<br />
Het storingen meldrelais is in normale situaties<br />
aangetrokken. Alle storingen leiden tot afvallen<br />
van relais (behalve ijsvorming foutnr. 3). Ook het<br />
uitvallen van de regelspanning leidt tot afvallen<br />
van het relais en kan derhalve worden geregistreerd.<br />
De aansluiting vindt plaats op de klemmenstrook<br />
X10. Kontaktgegevens en -bezetting:<br />
zie aansluitschema (pag. 35).<br />
5.2.3.2 Filterbewaking<br />
De optionele filtermat heeft grote poriën en filtert<br />
grove stofdeeltjes resp. pluizen uit de lucht. Oliekondensaat<br />
wordt gedeeltelijk afgescheiden.<br />
Fijne stofdeeltjes worden, door de grote aanzuigkracht<br />
van de ventilator, door de filtermat en het<br />
uitwendige circuit van het apparaat geblazen.<br />
Deze deeltjes beïnvloeden de werking van het<br />
apparaat niet.<br />
Afb. 5.3 Filtermat vervangen<br />
1<br />
°C TEST ENTER<br />
°F<br />
32<br />
SK 3395.... SK 3255....<br />
2<br />
5.2.3.3 Deurschakelaar S2<br />
(door klant te plaatsen)<br />
Wanneer een deurschakelaar wordt gebruikt en<br />
de deur van de schakelkast staat open (kontakt<br />
bij geopende deur gesloten) wordt het koelaggregaat<br />
(ventilatoren en kompressor) na ca.<br />
10 sekonden uitgeschakeld. Hierdoor wordt voorkomen<br />
dat bij geopende deur meer kondens<br />
ontstaat. Om snel en vaak in- en uitschakelen te<br />
voorkomen, wordt het opnieuw inschakelen van<br />
kompressor en buitenventilator na het sluiten van<br />
de deur met ca. 3 minuten vertraagd.<br />
De binnenventilator start direkt na het sluiten van<br />
de deur. De eindschakelaar wordt aangesloten op<br />
klem 1 en 2 van klemmenstrook X10. De elektrische<br />
voeding vindt plaats via het interne netdeel,<br />
stroom ca. 30 mA DC. De deureindschakelaar<br />
uitsluitend potentiaalvrij aansluiten, geen externe<br />
spanning! Tijdens de deurvertragingstijd knippert<br />
het display. Via de (PLC) interface wordt als<br />
systeemmelding „1010” doorgegeven.<br />
5.2.3.4 PLC-interface X2<br />
Met de interface kan de aktuele interne temperatuur<br />
van de schakelkast alsmede eventuele<br />
systeemmeldingen van het koelaggregaat met<br />
een programmeerbare besturing (PLC) verbonden<br />
worden. De doorgezonden gegevens<br />
kunnen via de op de PLC aangesloten<br />
randapparatuur (bijv. een beeldscherm) worden<br />
weergegeven of via de seriële interface naar een<br />
komputer worden gezonden.<br />
Uitvoering van de PLC-interface:<br />
De uitvoering vindt potentiaalgescheiden<br />
plaats via opto-koppeling (schakelschema<br />
afb. 5.4). Het aansluiten van de 15-polige bus op<br />
de stuurprint (afb. 5.4) naar de PLC-ingangskaart<br />
wordt door de klant uitgevoerd.<br />
Attentie!<br />
Bij elektrische signalen aan de interface gaat het<br />
om data signaler (niet om veiligheidsspanningen<br />
volgens EN 60 335).<br />
Afb. 5.4 Impuls-tijd diagram<br />
Regelprintplaat besturing koelaggregaat<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
9<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
15-pol. Sub-D<br />
Door klant te monteren<br />
bijv.<br />
+ 24 V<br />
E x.0<br />
E x.1<br />
E x.2<br />
E x.3<br />
E x.4<br />
E x.5<br />
E x.6<br />
E x.7<br />
Het is mogelijk om het formaat van het interfacesignaal<br />
te kiezen (nivo 8, tab. 5.1 of diagram).<br />
a) Standaardinstelling (nivo 8 = „0”)<br />
De interne temperatuur van de schakelkast en de<br />
stoormeldingen worden na elkaar in stappen van<br />
2 sekonden overgezonden. Omdat het hier een<br />
8-bits parallelle overdracht betreft, worden de<br />
ingangssignalen in de PLC pas als geldig herkend<br />
wanneer zij 0,5 sek. aanwezig zijn. Hierdoor<br />
is gewaarborgd dat er geen angeldige informatie<br />
wordt verwerkt als de signalen aan de ingang<br />
worden verwerkt.<br />
Afb. 5.5 PLC-interface X2<br />
impuls-tijd-diagram (voorbeeld)<br />
0,5 0,5 0,5 0,5 X2<br />
Sub-D konnektor<br />
Bit 2 sek. 2 2 2 2<br />
Pin<br />
7<br />
8<br />
6<br />
7<br />
Temperatuur<br />
32 °C 33 °C<br />
5 Fout 6<br />
opslaan wissen<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
PLC-ingangskaart<br />
Temperatuur<br />
34 °C<br />
Temperatuur in de schakelkast:<br />
Overdracht met 2 cijfers in BCD-formaat<br />
Bit 7<br />
0<br />
ZZZZ EEEE<br />
Systeemmeldingen:<br />
De systeemmeldingen worden via een identifikatie<br />
(4 bits) en een storingsnummer (1 cijfer<br />
BCD) overgedragen. De identifikatie van een<br />
systeemmelding is als volgt opgebouwd:<br />
Bit 7<br />
0<br />
XXXX 1010<br />
Eenheden<br />
Tientallen<br />
foutnummer<br />
1 tot 8<br />
(s. lijst)<br />
De identifikatie wordt bij storingen XXXX (BCD)<br />
cyclus verzonden. De stoormelding kan met<br />
deze informatie in de PLC worden opgeslagen.<br />
Bit 7<br />
0<br />
XXXX 1011<br />
Indikatie<br />
„stoormelding<br />
opslaan”<br />
Indikatie<br />
„stoormelding<br />
wissen”<br />
foutnummer<br />
1 tot 8<br />
(s. lijst)<br />
Deze identifikatie wordt verzonden zodra de<br />
storing met he nummer XXXX (BCD) is verholpen.<br />
De stoormelding in de PLC kan met deze<br />
informatie worden gewist.<br />
De interfacesignalen in de PLC bewerken:<br />
Meldingen:<br />
Zijn bit 1 en 3 van de ingangsbyte een 1, dan<br />
betreft het bij de verzonden informatie een systeemmelding.<br />
De beteken is van bit 0 is in dit<br />
geval de melding, „Stoormelding opslaan”<br />
(bit 0 = 0) of, „Stoormelding wissen” (bit 0 = 1).<br />
Bit 4 t /m 7 geven het betreffende meldnummer<br />
(BCD) aan.<br />
Temperatuur:<br />
Wanneer de „AND”-verbinding van bit 1 en 3<br />
niet tot stand is gebracht, geeft de ingangsinformatie<br />
de op dat moment heersende interne temperatuur<br />
van de schakelkast aan. In dit geval<br />
hebben beide BCD-cijfers geldige waarden<br />
(< = 9).<br />
b) Parallelle foutkodering (nivo 8 = „1”)<br />
De acht uitgangen ontvangen parallel de systeeminformatie.<br />
Het weergeven van de schakelkastbinnentemperatuur<br />
is daarbij niet mogelijk.<br />
De toewijzing van de uitgangen is als volgt:<br />
Uitgang/ systeeminformatie<br />
Bit<br />
0 Max. schakelkast-binnentemperatuur<br />
1 Filtermat verontreinigd<br />
2 Schakelkastdeur open, deurvertraging<br />
aktief (alleen bij geïnstalleerde<br />
deurschakelaar)<br />
3 Hoogedrukpressostaat<br />
4 Verdamper<br />
5 Beveiliging kompressor<br />
6 Beveiliging verdamperventilator<br />
7 Beveiliging kondensorventilator<br />
Omdat het uitgangen van een opto-koppelaar<br />
gaat, is het mogelijk de uitgangen parallel te<br />
schakelen (bijv. uitgang 5, 6 en 7 parallel of een<br />
ingang van de PLC).<br />
15