RUP Borgloon centrum Verzoek tot raadpleging - LNE.be

5 Potentiële milieueffecten van het plan
5.1 Bodem
5.1.1 Referentiesituatie
Quasi de volledige oppervlakte van het plangebied is ingekleurd als bodem van
antropogene aard (OB: bebouwd en OT: opgehoogd). In het uiterste zuidwesten is nog een
zone met droge leemgrond aangeduid (Aba) Daarnaast komen er in de buurt voornamelijk
droge tot natte leembodems voor (Figuur 5-1).
De meeste percelen zijn reeds bebouwd/verhard, waardoor het bodemprofiel reeds
grotendeels is vernietigd en er geen kwetsbare bodems naar verdichting toe voorkomen.
Bovendien is de zone waar de bodemkaart Aba aangeeft eveneens bebouwd.
Figuur 5-1 Bodemkaart van het studiegebied
De Tertiaire Formatie van Bilzen overlapt met het centrum tot noorden van het plangebied
en het zuiden overlapt met de Formatie van Borgloon. De dikte van de Quartaire laag
varieert van 0 tot ca. 6m. De Formatie van Borgloon is heteregeen van samenstelling: van
zandige lagen tot kleiige lagen. De Formatie van Bilzen bestaat uit een zandige
basiseenheid met daarboven een zandige kleilaag en een fijnkorrelige zandlaag.
Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen blijkt
dat binnen het plangebied enkele bodemonderzoek zijn uitgevoerd, waarvoor op twee
locaties een beschrijvend onderzoek dient te worden opgesteld. Het betreft bebouwde
locaties waar geen gewijzigde projectontwikkeling zal plaats kan vinden naar aanleiding
van het RUP.
1
1282103000/nve 28 van 54
RUP Borgloon centrum – Verzoek tot raadpleging