RUP Borgloon centrum Verzoek tot raadpleging - LNE.be

Het plangebied is grotendeels bebouwd. Er blijven buiten de tuinen, openbare pleinen,
wegen en paden ook nog enkele onbebouwde zones over. Er wordt verwezen naar
bovenstaande figuur.
5.1.2 Mogelijk effecten
Het RUP laat bijkomende bebouwing toe in het plangebied. Daar de bodemkaart aangeeft
dat de bodem reeds is verstoord, zijn in principe geen effecten te verwachten op het
bodemprofiel (bovenste laag) of effecten van verdichting. De bodemkaart is in
centrumgebied mogelijks niet heel gedetailleerd opgesteld. Er kan verondersteld worden
dat de onbebouwde en onverstoorde zones (zie kaart) waarschijnlijk van hetzelfde
bodemtype zijn als de omliggende zones, nl. droge leemgronden. Effecten van verdichting
worden hierop niet verwacht. Er kunnen binnen enkele projectzones volgens het RUP
ondergrondse parkings worden voorzien. Effecten van profielvernietiging zijn beperkt
negatief: het betreft geen kwetsbaar bodemprofiel.
Binnen het plangebied komen geen nieuwe bestemmingen voor die aanleiding kunnen zijn
voor (grootschalige) bodemverontreiniging. De bijkomende activiteiten hebben vnl.
betrekking op wonen, horeca, zorgfuncties. Bij calamiteiten zullen de nodige acties volgens
het bodemsaneringsdecreet worden ondernomen.
Er wordt van uitgegaan dat vooraf aan de graafwerken een milieuhygiënisch onderzoek
plaatsvindt. In het bodembeheerrapport staan indien nodig maatregelen vermeld om de
bodem te beschermen (bijvoorbeeld voor het tijdelijk stapelen van verontreinigde gronden)
en welke strikt dienen te worden nageleefd. Theoretisch dient er dan ook te worden
verondersteld dat het grondverzet geen invloed uitoefent op de bodemkwaliteit elders.
Ook de eventuele aanvoer van grond dient gevrijwaard te zijn van verontreiniging. Volgens
de geldende regelgeving dient de aangevoerde grond voorzien te zijn van een certificaat
van de Grondbank, waarin de herkomst, kwaliteit en gebruiksvormen staan vermeld.
5.1.3 Toetsing ten aanzien van het nulalternatief/autonome
ontwikkeling
Wanneer het plangebied niet herbestemd wordt, zal de bestemming wonen volgens het
gewestplan blijven alsook de gerelateerde functies. Het komt er op neer dat de effecten
van het nulalternatief dezelfde zijn dan deze van het plan, nl. geen significante effecten op
bodemprofiel of –structuur.
5.1.4 Milderende maatregelen
Vanuit de discipline bodem worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld.
De maatregelen m.b.t. bodemkwaliteitsaspecten zijn geregeld via het
Bodemsaneringsdecreet.
5.1.5 Conclusie
5.2 Water
Vanuit de discipline bodem zijn geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten, noch
worden milderende maatregelen voorgesteld.
5.2.1 Referentiesituatie
5.2.1.1 Algemeen
Het plangebied bevindt zich in het Demerbekken. Er zijn geen polders of wateringen
aanwezig. Er zijn geen beschermde grondwaterwinningen, bevaarbare of onbevaarbare
waterlopen opgenomen in de hydrografische atlas aanwezig in het plangebied. Ten zuiden
van het studiegebied stroomt de Motbeek, een onbevaarbare waterloop van 2 de categorie.
De Motbeek watert via de Herkebeek af in de Herk.
1
1282103000/nve 29 van 54
RUP Borgloon centrum – Verzoek tot raadpleging