STC Turnhout, Spoorwegstraat 7, 2300 Turnhout ... - Expertisepunt
STC Turnhout, Spoorwegstraat 7, 2300 Turnhout ... - Expertisepunt
STC Turnhout, Spoorwegstraat 7, 2300 Turnhout ... - Expertisepunt
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SWOT mesoniveau - SWOT project en<br />
Buiten Categorie-concept<br />
>> TEKST<br />
Bij een pilootproject springt het voordeel in het<br />
oog om op basis van trial en error als laboratorium<br />
een aantal interessante experimenten uit te voeren<br />
(S). Anderzijds leidt dit eveneens tot situaties waarin<br />
je een aantal keer dient op te botsen tegen dezelfde<br />
muur vooraleer er overheen te kunnen klimmen (Z).<br />
Typisch voor een experimentfase is dat het vraagt om<br />
veel inhoudelijke brainstorming en continue analyse<br />
op diepteniveau (O), wat echter noch op bedrijfsniveau<br />
(B) noch op <strong>STC</strong>-niveau (Z) altijd mogelijk is.<br />
Eén van de nadelen van nieuwe materie is ook de<br />
conceptuele verwarring die er vaak rond zulke thema’s<br />
bestaat (Z). Daar het een redelijk populair thema<br />
is (O), ontbreekt het dan wel niet aan literatuur<br />
(O), ware het niet dat deze vaak blijft steken op zeer<br />
abstract niveau, deel uitmaakt van een zeer verspreide<br />
en versnipperde kennis en vaak niet toepasbaar is<br />
op lagere functies (Z). Een uitdaging bestaat er dan<br />
ook in om te komen tot een eenduidig conceptueel<br />
kader, concreet geuit in een ABC rond het onderwerp<br />
competentiemanagement voor lagere functies<br />
binnen het project (O) (zie deel 1 ABC pagina 14).<br />
Dezelfde verwarring kan teruggevonden bij het<br />
tweede grote luik van een pilootproject, namelijk<br />
dat van het instrumentarium. Ook hier wordt globaal<br />
gesproken over een ruim aanbod dat vrij overweldigend<br />
overkomt, maar bij diepere analyse niet<br />
tegemoet komt aan de eisen die er in het kader van<br />
lagere functies voor worden gesteld (B). Dit leidt dan<br />
snel tot de gevaarlijke opinie dat er vaak wordt gedacht<br />
er mee bezig te zijn, terwijl dat in feite niet<br />
zo is (B). Hierop inspelend zal een overzicht van dit<br />
aanbod met een verduidelijking naar concrete toepassing<br />
in het werkdomein van het project een belangrijk<br />
objectief worden (S) (zie deel 4, instrumentariumboek<br />
externe aanbieders, pagina 92).<br />
Subsidiëring kan een extra motivatie betekenen en<br />
een push om bedrijven ertoe aan te zetten te werken<br />
rond iets vernieuwend (O). Hierbij dient wel gesteld<br />
te worden dat de impact van subsidies nogal eens<br />
zwaar wordt overschat door de publieke opinie (B).<br />
Het pure geldelijke nut weegt immers over het algemeen<br />
niet op tegen de zowel materiële als niet materiële<br />
inspanning die een bedrijf moet leveren om<br />
over te gaan tot een fundamentele omvorming van<br />
haar organisatie volgens de doelstellingen van het<br />
project (B en O). Wanneer subsidies echter de enige<br />
stimulans gaan uitmaken, betekent dit uiteraard een<br />
negatief engagement voor het project (B). De neutrale<br />
ondersteuning van het <strong>STC</strong> als paritair comité<br />
is dan niet langer een extra troef (S), maar wordt<br />
beschouwd als een soort van gratis coaching (Z). Dit<br />
valt echter te overbruggen door het blijvend in het<br />
oog houden van de koppeling aan de conceptnota<br />
en onszelf niet te verliezen in de noden van de pure<br />
bedrijfsgang (S).<br />
Hoewel de aandacht voor competentiemanagement<br />
haar ontstaansreden vond ten tijde van hoogconjunctuur<br />
is het onderwerp idealiter niet conjunctureel<br />
gebonden en staan de twee termen wanneer ze<br />
voldoende ruim en open worden bekeken niet in relatie<br />
tot elkaar (S). De laagconjuncturele timing leek<br />
bij de prospectie ons niet meteen parten te spelen,<br />
waarschijnlijk ook omdat het thema momenteel zeer<br />
populair is en de noodzaak ervan wordt ingezien<br />
(O). Het omvormen van een bedrijf naar een lerende<br />
organisatie verstevigt immers haar concurrentiepositie<br />
waardoor het conjuncturele aspect kan worden<br />
omzeild (S). Daar in de huidige kennismaatschappij<br />
het managen van de talenten en competenties van<br />
je medewerkers in principe nog de enige echte differentiële<br />
meerwaarde betekent op de markt kan de<br />
lerende organisatie dan ook worden beschouwd als<br />
de meest concurrentiële organisatie (S). Anderzijds<br />
kan bij verder verloop worden gesteld dat consequenties<br />
van de conjunctuur (zoals afvloeiingen) ons<br />
ook op negatieve wijze parten zullen spelen (B), hoe- ><br />
61