aan gene zijde van de mensenrechten - Les Amis d'Alain de Benoist
aan gene zijde van de mensenrechten - Les Amis d'Alain de Benoist
aan gene zijde van de mensenrechten - Les Amis d'Alain de Benoist
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
AAN GENE ZIJDE VAN DE MENSENRECHTEN<br />
overeenkomt met het verlaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘natuurtoestand’, hoe er dan rekenschap <strong>van</strong><br />
geven op een manier die compatibel blijft met <strong>de</strong> theorie <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechten, met een<br />
theorie dus die gericht is op het individu?<br />
Sommige auteurs, zoals James Watson, menen dat men er beter <strong>aan</strong> zou doen op te<br />
hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>nken in termen <strong>van</strong> ‘rechten’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens en zich te beperken tot<br />
het spreken over ‘no<strong>de</strong>n’ of over ‘menselijke belangen’. Maar <strong>de</strong>ze opvatting, die<br />
een utilitaristische of consequentialistische bena<strong>de</strong>ring in <strong>de</strong> plaats zou stellen <strong>van</strong><br />
een morele bena<strong>de</strong>ring, komt in conflict met het feit dat geen consensus mogelijk is<br />
over <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> die ‘belangen’ of over <strong>de</strong> hiërarchie <strong>van</strong> die ‘no<strong>de</strong>n’ , rekening<br />
hou<strong>de</strong>nd met het uitermate subjectieve, en intrinsiek conflictueuze karakter <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong>ze begrippen. Bovendien zijn belangen steeds per <strong>de</strong>finitie on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lbaar,<br />
terwijl waar<strong>de</strong>n en rechten dat niet zijn (het recht op vrijheid kan niet herleid wor<strong>de</strong>n<br />
tot het belang dat een individu er bij kan hebben vrij te zijn). Tenslotte kan geen<br />
utilitarisme <strong>mensenrechten</strong> gron<strong>de</strong>n, vermits het als principe stelt dat het altijd<br />
gewettigd is bepaal<strong>de</strong> mensen op te offeren als dit offer er toe leidt dat <strong>de</strong><br />
‘hoeveelheid geluk’ <strong>van</strong> een belangrijker <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> mensen daardoor vergroot 50 .<br />
Een ambitieuzer alternatief is dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> kanti<strong>aan</strong>se filosofie, die een moraal predikt<br />
gegrond op <strong>de</strong> onafhankelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> wil. De echte morele keuze, zegt Kant,<br />
impliceert wilsvrijheid, dat wil zeggen, een vrij willen dat zichzelf bepaalt door zich te<br />
ontdoen <strong>van</strong> elke natuurlijke oorzakelijkheid. Door als rechtvaardig in strikte zin<br />
ie<strong>de</strong>re han<strong>de</strong>ling te <strong>de</strong>finiëren “die <strong>de</strong> wilsvrijheid <strong>van</strong> elkeen kan doen samenvallen<br />
met <strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> elk an<strong>de</strong>re volgens een universele wet” 51 , maakt Kant <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
vrijheid “het enige oorspronkelijke recht dat <strong>aan</strong> <strong>de</strong> mens toekomt krachtens zijn<br />
menszijn”. In <strong>de</strong>ze optiek bestaat <strong>de</strong> zuivere essentie <strong>van</strong> het recht in <strong>de</strong><br />
<strong>mensenrechten</strong>, maar <strong>de</strong>ze steunen niet meer op <strong>de</strong> menselijke natuur, maar op <strong>de</strong><br />
waardigheid (Wür<strong>de</strong>). De waardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens respecteren, is <strong>de</strong> morele wet<br />
respecteren die hij in zich draagt. “De menselijkheid zelf is een waardigheid, zegt<br />
Kant, want <strong>de</strong> mens mag niet door enig an<strong>de</strong>r mens (noch door an<strong>de</strong>ren, noch door<br />
zichzelf) als mid<strong>de</strong>l wor<strong>de</strong>n gebruikt, maar wel als doel en daarin bestaat precies zijn<br />
waardigheid, dankzij welke hij verheven is boven alle an<strong>de</strong>re wezens in <strong>de</strong> wereld die<br />
geen mensen zijn, en die hoe dan ook mogen gebruikt wor<strong>de</strong>n; hij is dus boven alle<br />
dingen verheven” 52 .<br />
In vergelijking met <strong>de</strong> voorg<strong>aan</strong><strong>de</strong> theoretici <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>mensenrechten</strong>, is hier wel<br />
sprake <strong>van</strong> een radicale perspectiefwijziging. “Oorspronkelijk, zegt Pierre Manent,<br />
waren <strong>de</strong> <strong>mensenrechten</strong> <strong>de</strong> natuurlijke rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens, rechten die waren<br />
ingeschreven in zijn elementaire natuur [...] De menselijke waardigheid daarentegen<br />
ontstaat, volgens Kant, door het nemen <strong>van</strong> een radicale of essentiële afstand <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> no<strong>de</strong>n en verlangens <strong>van</strong> zijn natuur” 53 . De morele theorie <strong>van</strong> Kant is in<strong>de</strong>rdaad<br />
een <strong>de</strong>ontologische theorie, dit wil zeggen dat ze <strong>van</strong> geen substantiële propositie<br />
over <strong>de</strong> menselijke natuur of daaruit voortvloeien<strong>de</strong> menselijke doelein<strong>de</strong>n<br />
afhankelijk is. De re<strong>de</strong> zelf krijgt bij hem geen substantiële <strong>de</strong>finitie meer, maar een<br />
zuiver procedurele <strong>de</strong>finitie, wat wil zeggen dat het rationeel karakter <strong>van</strong> een agens<br />
getoetst wordt <strong>aan</strong> zijn wijze <strong>van</strong> re<strong>de</strong>neren, zijn wijze <strong>van</strong> een resultaat te bereiken,<br />
50 voor <strong>de</strong> kritiek op <strong>de</strong> <strong>mensenrechten</strong> <strong>van</strong> Jeremy Bentham, <strong>de</strong> grondlegger <strong>van</strong> het utilitarisme, zie o.m.<br />
Jeremy Waldron (ed.): “Nonsense Upon Stilts”.Bentham, Burke and Marx on the Rights of Man. London,<br />
Methuen, 1987; Hugo Adam Bedau: “Anarchical Fallacies”: Bentham’s Attack on Human Rights in:<br />
Human Rights Quarterly, febr. 2000, blzz.261-279.<br />
51 Metaphysik <strong>de</strong>r Sitten. Rechtslehre”, blz.45.<br />
52 ibid.<br />
53 L’Empire <strong>de</strong> la morale, in : Commentaire(Paris), hefst 2001, blz.506.<br />
20