22.08.2013 Views

aan gene zijde van de mensenrechten - Les Amis d'Alain de Benoist

aan gene zijde van de mensenrechten - Les Amis d'Alain de Benoist

aan gene zijde van de mensenrechten - Les Amis d'Alain de Benoist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

AAN GENE ZIJDE VAN DE MENSENRECHTEN<br />

Een goe<strong>de</strong> illustratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> bevestiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> soevereiniteit <strong>van</strong><br />

het individu noodzakelijkerwijs <strong>de</strong> politieke organisatie <strong>van</strong> een samenleving<br />

dwarsboomt, levert <strong>de</strong> manier waarop <strong>de</strong> Franse revolutie geprobeerd heeft <strong>de</strong><br />

<strong>mensenrechten</strong> te verzoenen met <strong>de</strong> burgerrechten, kwestie die in meer dan een<br />

opzicht herinnert <strong>aan</strong> het ou<strong>de</strong> probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> eenheid <strong>van</strong> lichaam en ziel.<br />

Art. 2 <strong>van</strong> <strong>de</strong> verklaring <strong>van</strong> 1791 bevestigt dat <strong>de</strong> burgerrechten als uitsluitend doel<br />

hebben <strong>de</strong> <strong>mensenrechten</strong> te handhaven. Deze bevestiging wordt herhaald in art.1<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> verklaring <strong>van</strong> 1793. Daarmee wil het revolutionair recht dui<strong>de</strong>lijk het<br />

subjectief en het objectief recht verzoenen, het natuurrecht en het positief recht,<br />

een band bevestigen tussen het burger zijn en het mens zijn. Maar tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse revolutie blijkt <strong>de</strong> ‘natuurlijke’ mens slechts te begrijpen in <strong>de</strong><br />

ged<strong>aan</strong>te <strong>van</strong> burger. Een <strong>van</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen daar<strong>van</strong> is waarschijnlijk dat <strong>de</strong><br />

revolutionaire macht op een al best<strong>aan</strong><strong>de</strong> staatsmacht volg<strong>de</strong>, terwijl <strong>de</strong><br />

Amerik<strong>aan</strong>se verklaring <strong>van</strong> rechten in een totaal verschillen<strong>de</strong> context zocht naar<br />

<strong>de</strong> opbouw <strong>van</strong> een totaal nieuwe politieke entiteit 141 . Rousseau <strong>van</strong> zijn kant had<br />

zich in een beken<strong>de</strong> passage al uitgesproken voor het primaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> burger: “men<br />

moet kiezen tussen het vormen <strong>van</strong> een mens of <strong>van</strong> een burger; want men kan niet<br />

tegelijk bei<strong>de</strong> samen vormen” 142 . De opstellers <strong>van</strong> <strong>de</strong> revolutionaire teksten hangen<br />

zelf een burgerlijke opvatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> rechten <strong>aan</strong>, die parallel loopt met een<br />

uitgesproken legicentrisme, en <strong>de</strong>ze strekking wordt nog versterkt door hun wens <strong>de</strong><br />

rechten <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat als prioritair te <strong>de</strong>finiëren. Het principe <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

staatssoevereiniteit haal<strong>de</strong> het heel snel op dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> universele rechten <strong>van</strong> het<br />

individu. “De natie, schreef Mona Ozouf, wordt niet gezien als een sameng<strong>aan</strong> <strong>van</strong><br />

vrije en gelijke individuen, maar als begiftigd met een absolute voorrang, en dat<br />

<strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> revolutie” 143 . De <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> <strong>de</strong> mens als natuurlijk subject,<br />

die het nodig heeft object <strong>van</strong> een positieve wetgeving te wor<strong>de</strong>n om erkend te<br />

wor<strong>de</strong>n als rechtssubject, heeft dus het primaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> burgerrechten geheiligd –<br />

hetgeen <strong>de</strong> revolutionaire machthebbers toeliet <strong>de</strong> politieke inlijving <strong>van</strong> individuen<br />

te rechtvaardigen.<br />

In zijn on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> theorie <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>mensenrechten</strong> en <strong>de</strong> burgerrechten in <strong>de</strong><br />

verklaring <strong>van</strong> 1789, merkte Karl Marx op dat in het liberale bourgeoisrecht <strong>de</strong><br />

gelijktijdige ontwikkeling <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> sferen retorisch mogelijk is, maar concreet<br />

tegenstrijdig in <strong>de</strong> mate dat het <strong>de</strong> mens in twee <strong>de</strong>elt en hem, binnen elke sfeer,<br />

doelstellingen toedicht die on<strong>de</strong>rling onverzoenbaar en onverenigbaar zijn.<br />

Net zoals hij heel goed inzag dat achter het recht op arbeid in <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong><br />

macht <strong>van</strong> het kapitaal schuil ging, zo zag Marx ook heel juist dat achter <strong>de</strong><br />

abstracte algemeenheid ‘mens’ waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> rechten wer<strong>de</strong>n geproclameerd, in <strong>de</strong><br />

eerste plaats een spel <strong>van</strong> privé belangen zat. Dat is <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n dat hij het formalisme<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>mensenrechten</strong> <strong>aan</strong>klaagt en hun instrumentatie ten bate <strong>van</strong> <strong>de</strong> bezitten<strong>de</strong><br />

klasse, die alleen in staat is door haar wetten <strong>de</strong> grenzen te bepalen binnen welke<br />

<strong>de</strong> vrijheid <strong>van</strong> elkeen geldt. De rechten wor<strong>de</strong>n geacht voor ie<strong>de</strong>reen te gel<strong>de</strong>n,<br />

maar ze zijn in feite in hoofdzaak gemaakt voor <strong>de</strong> bourgeoisie. “<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

141 Vgl. Marcel Gauchet: La révolution <strong>de</strong>s droits <strong>de</strong> l’homme. Paris, Gallimard, 1988 ; Stéphane Rials<br />

(éd.) : La Déclaration <strong>de</strong>s droits <strong>de</strong> l’homme et du citoyen. Paris, Hachette, 1989.<br />

142 Emile ou l’éducation.Paris, Garnier, 1964, livre I, blz. 9.<br />

143 voorwoord tot Ladan Boroumand: La guerre <strong>de</strong>s principes. <strong>Les</strong> assemblées révolutionnaires face aux<br />

droits <strong>de</strong> l’homme et à la souverainité <strong>de</strong> la nation, mai 1789-juillet 1794 ; Paris, Editions <strong>de</strong> l’Ecole <strong>de</strong>s<br />

hautes étu<strong>de</strong>s en sciences sociales, 1999, blz. 8. Vgl ook : Elisabeth Guibert-Sledziewski : L’invention<br />

<strong>de</strong> l’individu dans le droit révolutionnaire, in : La Révolution et l’ordre juridique privé. Rationalité ou<br />

scandale ? Actes du colloque d’Orléans. Paris, CNRS-Université d’Orléans en PUF, 1988, blzz. 141-149.<br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!