Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos? - Cultuurnetwerk.nl
Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos? - Cultuurnetwerk.nl
Cultureel erfgoed: waardevol of waardeloos? - Cultuurnetwerk.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
_______________________________________________________________________________________________________________ <strong>Cultureel</strong> <strong>erfgoed</strong>: <strong>waardevol</strong> <strong>of</strong> <strong>waardeloos</strong>? <br />
<br />
Wetenschappen bij het ministerie van Binne<strong>nl</strong>andse Zaken werd aangesteld. 36 Deze aanstelling had <br />
De Stuers grotendeels te danken aan zijn artikel ‘Holland op zijn smalst’ dat november 1873 in het <br />
tijdschrift De Gids verscheen. Hierin bekritiseerde hij op een felle toon en goed gedocumenteerd de <br />
verwaarlozing van het nationale culturele <strong>erfgoed</strong>. Deze verwaarlozing was volgens hem ontstaan <br />
door de houding van de overheid dat kunst niet tot het takenpakket van hen zou behoren. Omdat De <br />
Stuers van mening was dat cultuur niet alleen aan particulieren overgelaten kon worden, wenste hij <br />
dan ook een actievere rol van de overheid wat betreft de bescherming van kunsten en <br />
wetenschappen. 37 Uiteindelijk heeft deze oproep zich in maart 1874 vertaald in de vorming van het <br />
College van Rijksadviseurs voor monumenten van Geschiedenis en Kunst. Het negenkoppige College <br />
bestond onder andere uit Cornelis Fock (toenmalig burgemeester van Amsterdam en oud‐minister <br />
van Binne<strong>nl</strong>andse Zaken), Conrad Leemans (destijds directeur van het Rijksmuseum van Oudheden), <br />
Pierre H.J. Cuypers (neogotisch architect van onder andere het Rijksmuseum en Centraal Station in <br />
Amsterdam) en De Stuers zelf. De voorzitter van het College kreeg de taak te “waken voor de <br />
belangen der schatkist, welke oudheidkundigen en kunstminnaars ligt geneigd zijn uit het oog te <br />
verliezen”. 38 Na het ontstaan bleek al snel dat er zodanig veel werk was dat een reorganisatie <br />
noodzakelijk was. Dit resulteerde, zoals hierboven genoemd, in 1875 in de Afdeling voor Kunsten en <br />
Wetenschappen, waar De Stuers gedurende een periode van 26 jaar op bijzondere wijze het <br />
cultuurbeleid op een statelijke en institutionele wijze intensiveerde. 39 <br />
<br />
Hoewel uit het bovenstaande duidelijk naar voren komt hoe Duparc aan zijn beginpunt van <br />
de strijd is gekomen, is er geen evidente reden waarom hij heeft gekozen voor het begrippenpaar. <br />
Waarschij<strong>nl</strong>ijk heeft hij zich laten inspireren door de Engelse benaming (cultural) heritage <strong>of</strong> de <br />
Franse benaming patrimoine (artistique). 40 Daarentegen geeft het overzichtswerk wel een uitvoerige <br />
omschrijving van datgeen wat hij onder materieel cultureel <strong>erfgoed</strong> verstaat, namelijk; <br />
<br />
“al wat het verleden, ook het allerjongste verleden, aan culturele goederen aan ons, het nageslacht, <br />
heeft overgebracht. Het beperkt zich volstrekt niet tot voorwerpen van kunst en kunstnijverheid, hoe een <br />
essentieel element deze er ook van uitmaken. Evenmin beperkt het zich tot hetgeen in eigen land <strong>of</strong> door <br />
landgenoten is gemaakt; juist tegenwoordig nu de bewoonde wereld steeds meer één geheel aan het <br />
worden is, dient men onder cultureel <strong>erfgoed</strong> te verstaan wat de mensheid in haar geheel heeft <br />
voortgebracht en aan ons, mensen van thans, heeft nagelaten.” 41 <br />
<br />
Wanneer we kijken naar de definitie die Duparc hier heeft gehanteerd, kan gesteld worden dat deze <br />
zeer modern en vooruitstrevend is voor een op dat moment vrijwel nieuw begrip. Aspecten als <br />
globalisering en multiculturaliteit zijn namelijk al herkenbaar. Hoewel de omschrijving van Duparc <br />
vernieuwend was, werd hij wel al snel geaccepteerd en geïntegreerd. 42 Een voorbeeld hiervan is de <br />
Directie <strong>Cultureel</strong> Erfgoed (voorheen Directie Beleidszaken Cultuurbeheer) binnen het ministerie <br />
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Maar ook bij talloze andere instellingen en <br />
organisaties is het begrip in de naam geïntegreerd, denk bijvoorbeeld maar aan de <strong>erfgoed</strong>huizen en <br />
de Rijksdienst voor het <strong>Cultureel</strong> Erfgoed (voorheen Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap <br />
en Monumenten). Zoals de oude naam van de Rijksdienst voor het <strong>Cultureel</strong> Erfgoed al aangaf richt <br />
14