Nummer 180 - juni 2002 - Nederlandse Vereniging van Toerzeilers
Nummer 180 - juni 2002 - Nederlandse Vereniging van Toerzeilers
Nummer 180 - juni 2002 - Nederlandse Vereniging van Toerzeilers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
pen en plaatsen of huurden we fietsen voor<br />
een tocht over het mooie Goeree.<br />
In de loop der jaren hebben we het drukker<br />
zien worden, werden de boten groter en<br />
witter en werd het water minder helder.<br />
Inmiddels zijn er jachthavens bijgekomen<br />
en bestaan er plannen voor een forse uitbreiding<br />
<strong>van</strong> het aantal ligplaatsen. Daarnaast<br />
wordt er gesproken <strong>van</strong> een vaarverbinding<br />
tussen het Haringvliet en het<br />
Grevelingen en over een mogelijk herstel<br />
<strong>van</strong> een geringe getijbeweging. Nu ja, we<br />
zien wel.<br />
Vanuit onze ligplaats vormt een 1500<br />
meter lange doorvaart de toegang tot De<br />
Geul <strong>van</strong> Herkingen. De doorvaart moet op<br />
diepte worden gehouden want in het<br />
gebied rondom staat slechts zo’n halve tot<br />
een hele meter water. Bij het uitvaren worden<br />
we dan ook meestal begeleid door een<br />
veelheid <strong>van</strong> Optimisten en Splashes waarin<br />
de jeugd kennismaakt met het wedstrijdzeilen<br />
en leert omgaan met het op de<br />
motor varend verkeer in de doorvaart.<br />
Aan de westzijde ligt een dam <strong>van</strong> steenstort<br />
die de geul tegen verzanding bij westenwind<br />
moet beschermen. Het einde <strong>van</strong><br />
de doorvaart wordt gemarkeerd door een<br />
tweetal onverlichte bakens met vlak daarbij<br />
de gerafelde vlaggen <strong>van</strong> de WSV en de<br />
Marina.<br />
Het water op.<br />
Eenmaal losgelaten op het water <strong>van</strong> de<br />
Geul <strong>van</strong> Herkingen kunnen de zeilen worden<br />
gezet en de motor gestopt. De overgang<br />
geeft meteen een weldadige rust als<br />
ons schip met lichte helling naar het WZW<br />
wordt gestuurd. Dit gedeelte <strong>van</strong> het<br />
Grevelingenmeer is met zo’n 3 meter niet<br />
echt diep en de snelheid komt hier dan ook<br />
nauwelijks boven de 6 knopen, hoe hard<br />
het ook waait. Hier kun je nauwelijks buiten<br />
de betonning varen en buiten de paaltjes<br />
<strong>van</strong> 1,50 meter diepte wordt je ogenblikkelijk<br />
gestraft met een streling door het<br />
Zeeuwse zand.<br />
Er staat een harde zuidenwind en hoog aan<br />
de wind varend steken we een rif. Als beloning<br />
krijgen een prettiger sturend schip.<br />
We moeten hoog aanhouden om niet op<br />
de Plaat <strong>van</strong> Herkingen verzeild te raken,<br />
maar dat is geen kunst voor een Victoire<br />
933 met diepe kiel.<br />
Als snel komt de betonning <strong>van</strong> de afslag<br />
naar de Hals inzicht, waarna we wat ruimer<br />
16<br />
kunnen varen. De snelheid loopt op, geholpen<br />
door de toegenomen diepte en we<br />
spuiten letterlijk door het water. De wijzer<br />
<strong>van</strong> het log beweegt zenuwachtig tussen<br />
de 7 en 8 knopen en het zog gorgelt achter<br />
het schip. Aan lij bruist het water langs het<br />
berghout, diep in de midscheeps, weer<br />
aansluitend bij het achterschip. Ondanks<br />
de harde wind en de afwezigheid <strong>van</strong> een<br />
buiskap komt er geen water over dek. En<br />
da’s nou typisch Het Grevelingen, veel<br />
wind, maar geen golven. Nu de wind nog<br />
weinig hindernissen ontmoet en er <strong>van</strong><br />
echte vlagen nog geen sprake is, ligt de<br />
boot als een huis in het water. Een scheef<br />
huis wel te verstaan want met zo’n dikke 6<br />
gaat de helling af en toe naar de 25 graden.<br />
Een sporadische zonnestraal doet het<br />
schuim zo nu en dan extra wit oplichten en<br />
geeft het water een diepe, bijna zwarte<br />
kleur. Een verdwaalde spetter helpt me<br />
herinneren aan het zoute milieu waarin we<br />
varen.<br />
Windmolens.<br />
We zetten koers naar de G17, een groene,<br />
waar het vaarwater afbuigt naar het<br />
noordwesten. Voordat we er zijn wordt de<br />
bakboordoever gevormd door de aangelegde<br />
dijk <strong>van</strong> Schouwen Duiveland. Minuscule<br />
zwarte puntjes in het water aan de<br />
voet <strong>van</strong> de dijk worden gevormd door vrijetijdsduikers<br />
die gebruik maken <strong>van</strong> het op<br />
deze plek glasheldere water, de grote diepte<br />
en de prachtige onderwater vegetatie<br />
(heb ik mij laten vertellen). Bovenop de dijk<br />
zijn een viertal kolossale windmolens druk<br />
doende met het stroom leveren aan het<br />
Zeeuwse elektriciteitsnet.<br />
Ze vormen voor de minder bekend zijnde<br />
watersporter een prachtig baken, maar<br />
eigenlijk ontsieren ze het landschap behoorlijk<br />
met hun silhouet en herrie. We<br />
varen inmiddels halve wind en hebben er<br />
flink de gang in, met de overloop maximaal<br />
aan lij, neerhouder doorgezet en het blok<br />
op de genuarail wat naar voren gezet om<br />
bovenin uitwaaien <strong>van</strong> het achterlijk tegen<br />
te gaan. Sommige schippers, kennelijk<br />
er<strong>van</strong> uitgaande dat je op binnenwater<br />
niet zo gauw hoeft te reven, varen nog met<br />
vol tuig. Met dit weer zijn ze over-tuigd en<br />
we kijken met enig leedvermaak toe hoe er<br />
een aantal uit het roer loopt. Met ons vlak<br />
getrimde en gereefde grootzeil hebben we<br />
geen enkel probleem en we stuiven ze<br />
voorbij.