Ondernemen in familiebedrijven - Windesheim
Ondernemen in familiebedrijven - Windesheim
Ondernemen in familiebedrijven - Windesheim
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
22<br />
<strong>Ondernemen</strong> <strong>in</strong> <strong>familiebedrijven</strong><br />
Ook bij het schrijven van deze lectorale rede en bij het bedenken van de titel ben ik me<br />
er bewust van het waardeoordeel dat er aan de term ‘professioneel’ kleeft. Zodra je<br />
stelt dat professioneel management belangrijk is, lijkt het of je zegt dat de ‘gewone’<br />
ondernemers niet professioneel zouden zijn. Die <strong>in</strong>druk wil ik niet wekken. Maar wel<br />
durf ik te stellen dat er <strong>in</strong> veel <strong>familiebedrijven</strong> op dit gebied het één en ander te verbeteren<br />
valt en dat veel directeuren hier gelukkig ook voor openstaan. We moeten<br />
alleen op zoek naar een aanpak die recht doet aan de specifieke eigenschappen van<br />
een familiebedrijf.<br />
De uitgangspunten die Hall en Nordqvist schetsen, zijn heel <strong>in</strong>teressant om vast te<br />
stellen wat professioneel management <strong>in</strong> het familiebedrijf zou moeten <strong>in</strong>houden.<br />
Zij richten zich op de competenties van de manager van een familiebedrijf, ongeacht<br />
of die wel of geen familielid is. Zoals gezegd legt de traditionele benader<strong>in</strong>g van professioneel<br />
management de nadruk op de managementopleid<strong>in</strong>g, branche-ervar<strong>in</strong>g en<br />
de capaciteit om op een objectieve en rationele wijze besluiten te nemen. Het grootste<br />
probleem met deze optiek is volgens Hall en Nordqvist echter dat de sociale, relationele<br />
en culturele bijzonderheden van een specifieke ondernem<strong>in</strong>g niet <strong>in</strong> de besluitvorm<strong>in</strong>g<br />
wordt betrokken. In de alternatieve benader<strong>in</strong>g van Hall en Nordqvist worden<br />
deze factoren wel <strong>in</strong> het managementproces meegenomen. Daarbij komt dat de sociale<br />
en culturele context <strong>in</strong> <strong>familiebedrijven</strong> vaak relatief sterk ontwikkeld is en een<br />
bepalend <strong>in</strong>vloed heeft op de concurrentiekracht van de ondernem<strong>in</strong>g. Dit sluit naadloos<br />
aan bij het drie-cirkelmodel. Het kenmerkende van <strong>familiebedrijven</strong> komt voort<br />
uit de overlap tussen de verschillende subsystemen: eigendom, familie en bedrijf. Die<br />
vormen de specifieke sociaal-culturele context. De aanname is nu: als deze sociaalculturele<br />
context <strong>in</strong>derdaad een centrale plaats <strong>in</strong> het bedrijf heeft, dan zal het management<br />
daar op een effectieve manier mee moeten omgaan.<br />
Wat is nu precies de sociaal-culturele context van <strong>familiebedrijven</strong>?<br />
Denison, Lief en Ward (2004) hebben getoetst of de cultuur van <strong>familiebedrijven</strong><br />
afwijkt van niet- <strong>familiebedrijven</strong>. Ze hebben daartoe de Denison-schaal ontworpen<br />
als <strong>in</strong>strument om de cultuur <strong>in</strong> een organisatie te meten. Onderzoek met deze schaal<br />
heeft de kennis opgeleverd dat een positieve cultuur een positief effect heeft op de<br />
prestatie van <strong>familiebedrijven</strong>. Om vast te stellen wat de cultuur van een bedrijf is,<br />
worden vier componenten gemeten: consistentie, missie, aanpass<strong>in</strong>gsvermogen en<br />
betrokkenheid. Aanpass<strong>in</strong>gsvermogen betreft de cont<strong>in</strong>ue afweg<strong>in</strong>g tussen eigen identiteit<br />
en de noodzaak om te reageren op externe ontwikkel<strong>in</strong>gen. Bij missie gaat het om<br />
de aanwezigheid van een duidelijke visie, gekoppeld aan meetbare doelstell<strong>in</strong>gen.