Ondernemen in familiebedrijven - Windesheim
Ondernemen in familiebedrijven - Windesheim
Ondernemen in familiebedrijven - Windesheim
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.2 Functies van goed bestuur: controle, advies en risicomanagement<br />
In deze paragraaf worden de drie belangrijkste functies van goed bestuur uitgewerkt:<br />
controle, advies en risicomanagement.<br />
Controle<br />
Vertrouwen is goed, controle is beter is een gezegde dat toepasbaar is op de huidige praktijk<br />
van corporate governance. In <strong>familiebedrijven</strong> geldt wellicht het tegenovergestelde:<br />
controle is goed, vertrouwen is beter. In de vorige paragraaf is geconstateerd dat vertrouwen<br />
vanuit de stewardshiptheorie een essentieel element is <strong>in</strong> de relaties tussen<br />
actoren <strong>in</strong> <strong>familiebedrijven</strong>. Wat verstaan we onder vertrouwen en wanneer wordt<br />
controle belangrijk <strong>in</strong> het familiebedrijf?<br />
Eerst een def<strong>in</strong>itie: vertrouwen is de bereidheid om je kwetsbaar op te stellen ten<br />
opzichte van de activiteiten van een andere partij, gebaseerd op de positieve verwacht<strong>in</strong>g<br />
dat deze partij de activiteit zal uitvoeren. Dit vertrouwen staat los van eventuele<br />
controlemogelijkheden (Mayer, Davis en Schoorman, 1995). Vertrouwen resulteert <strong>in</strong><br />
lagere transactiekosten en lagere agencykosten. In een ondernem<strong>in</strong>g zorgt vertrouwen<br />
voor een effectief stur<strong>in</strong>gsmechanisme en stimuleert het onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g<br />
(Deyer, 1994).<br />
Met het doorlopen van de levenscyclus van een familiebedrijf zal de vertrouwensbasis<br />
veranderen. In de eerste generatie is er vanzelfsprekend veel vertrouwen aanwezig.<br />
Er is een beperkt aantal familieleden dat samen een bedrijf beg<strong>in</strong>t, nauw samenwerkt<br />
en een gezamenlijk belang heeft bij het succes van de ondernem<strong>in</strong>g. Onderl<strong>in</strong>g<br />
vertrouwen kan <strong>in</strong> deze startsituatie een belangrijk concurrentievoordeel opleveren<br />
(Steier, 2001). Als <strong>in</strong> de tweede generatie meer k<strong>in</strong>deren tot het bedrijf toetreden en <strong>in</strong><br />
de derde generatie het bedrijf zich verder tot een neven -en nichtenconsortium ontwikkelt,<br />
zal het vertouwen niet automatisch standhouden. Er zijn meer familieleden<br />
bij de ondernem<strong>in</strong>g betrokken en er komen via relaties ‘externe’ familieleden bij. De<br />
onderl<strong>in</strong>ge band zal m<strong>in</strong>der hecht worden naarmate er meer gez<strong>in</strong>nen betrokken<br />
zijn. De belangen zullen niet altijd gelijk lopen. Als het onderl<strong>in</strong>ge vertrouwen<br />
afneemt, zijn er twee alternatieven: óf de familieondernem<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vesteert <strong>in</strong> activiteiten<br />
die het onderl<strong>in</strong>ge vertrouwen consolideren of herstellen, óf er wordt overgegaan<br />
tot de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van formelere controlemechanismen.<br />
Er kunnen ook externe redenen zijn die het doorvoeren van meer controle noodzakelijk<br />
maken. Als een ondernem<strong>in</strong>g extern vermogen aantrekt, gebeurt het nogal eens<br />
dat de vermogensverschaffer via een governance-structuur controle wenst uit te oefe-<br />
31<br />
Goed bestuur <strong>in</strong> <strong>familiebedrijven</strong>