Toetscommissie interventies jeugd - Thuis Op Straat
Toetscommissie interventies jeugd - Thuis Op Straat
Toetscommissie interventies jeugd - Thuis Op Straat
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
40<br />
e e r s t e t i j-r a p p o r ta g e<br />
t o e t s i n g j u n i 2012<br />
In de handleiding en het werkboek van de JPP-methode (Van Montfoort, 2001) is de<br />
methodiek voor de uitvoering van Pak Je Kans uitvoerig beschreven. Deze handboeken<br />
stammen uit 2001. Medeauteur is het in 2007 opgeheven Nederlands Instituut voor Zorg<br />
en Welzijn (NIZW). Het NIZW is deels opgegaan in het Nederlands Jeugd Instituut (NJI).<br />
Het proefschrift van Domburgh (2009) beschrijft Pak je kans als veelbelovend.<br />
2. Degelijkheid van de methodiek<br />
Jongeren die een eerste (licht) strafbaar feit hebben begaan, komen onder invloed<br />
van Pak Je Kans vroegtijdig in beeld en in aanmerking voor hulpverlening. Dit<br />
geldt ook specifiek voor de groep van twaalfminners. Pak Je Kans is een vorm van<br />
vroegsignalering van signaal/probleemgedrag. Doordat politie met ouder(s)/verzorgers in<br />
gesprek gaat en op korte termijn hulp wordt geboden, is het aannemelijk dat ernstigere<br />
vormen van mogelijk crimineel gedrag worden voorkomen. Deze lik op stuk-aanpak is<br />
een belangrijk effectief element in de benadering.<br />
Bij het kind en/of ouders wordt er op gewezen dat bepaald gedrag niet zonder<br />
consequenties blijft. Dat is duidelijk in lijn met het onderdeel van het kennsifundament<br />
met betrekking tot grenzen stellen. Daarnaast kan door de aangeboden hulp<br />
aandacht komen voor beschermende factoren of voor gewetensvorming (bijv. via<br />
opvoedingsonder steuning of agressietraining). Het is echter onvoldoende duidelijk wat er<br />
precies gebeurt in de fase van deze hulpverlening. Het is niet duidelijk welke modellen<br />
worden gebruikt (bijvoorbeeld systeem-benadering) al is er wel .<br />
3. Uitvoeringsintegriteit<br />
De hulpverlening wordt door de professionals uitgevoerd volgens een vaste methodiek.<br />
Er vindt doorverwijzing plaats naar hulp- en/of zorginstellingen wanneer sprake is van<br />
zwaardere problematiek.<br />
4. Resultaten<br />
<strong>Op</strong> basis van een vergelijking van de kwantitatieve resultaten en doelen van 2010 blijkt<br />
dat aan de gestelde subsidiedoelstellingen – hetzij in mindere mate door FlexusJeugdplein<br />
– wordt voldaan. Aangezien na beëindiging van de hulptrajecten geen vervolgonderzoek<br />
wordt gedaan, is niet aan te tonen of de doelstelling (voorkomen van afglijden<br />
naar crimineel gedrag) behaald wordt. Domburgh (2009) waarschuwt er wel voor dat de<br />
voorspelling van toekomstig delictgedrag moeilijk is bij kinderen die al een delict hebben<br />
begaan.<br />
5. Oordeel: Kansarm, kansrijk, project ter verbetering<br />
Pak Je Kans is een project ter verbetering.<br />
TIJ komt tot haar oordeel, omdat niet kan worden aangetoond dat met deze interventie<br />
afglijden naar crimineel gedrag wordt voorkomen, of dat een determinant van crimineel<br />
gedrag wordt veranderd. Wel is aannemelijk gemaakt dat deze interventie op een<br />
professionele wijze wordt uitgevoerd en een positieve bijdrage aan de gestelde doelen<br />
kan leveren.<br />
6. Aanbevelingen<br />
Uit het onderzoek van TIJ blijkt dat er – met name bij de politie – onvoldoende gegevens<br />
voor handen zijn ten behoeve van de monitoring van de uiteindelijke effecten. De GGD<br />
wordt aanbevolen om onderzoek naar de effecten van Pak Je Kans op te starten c.q.<br />
monitoring na afloop van de interventie op te starten.<br />
Daarnaast wijzen we op een van de punten die van Domburg aanroert: “Echter, de aanwezigheid<br />
van een gedragsstoornis (OD en/of CD) bleek voorspellend voor persistentie van<br />
delictgedrag. Aangezien er over 12-minners die voor het eerst met de politie in aanraking komen<br />
geen delictgeschiedenis en dus geen frequentie of diversiteit van delictgedrag bekend<br />
is, lijkt het van belang dergelijke informatie van kinderen en ouders zelf te verzamelen wil<br />
men, na verloop van tijd, hoog risico- van laag risicokinderen kunnen onderscheiden.”