06.09.2013 Views

^1 1

^1 1

^1 1

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ir VI<br />

Ai/M<br />

Denis Moore, een bekend Engelsch beeldhouwer, woonachtig in Parijs, krijgt,<br />

kort voor hij naar Indo-China zal vertrekken om daar voor den keizer van<br />

Annam een beeldhouwwerk te vervaardigen, bezoek van zijn nichtje Julie, voor<br />

wie hij altijd een heel erg zwak heeft gehad. Julie is getrouwd met een der<br />

rijkste Engelsche peers, Lord Tamorley. Haar man is met een zending naar<br />

Nieuw-Zeeland en Julie vertoefde met haar moeder aan de Riviera, waar zij<br />

kennis had gemaakt met baron De Grignon. Op zekeren dag worden de zeer<br />

kostbare familiesmaragden, die Julie gedragen had, gestolen, terwijl tegelijkertijd<br />

de baron spoorloos verdwijnt.<br />

Julie' begeeft zich naar Denis om zijn hulp in te roepen. Zij heeft voor de<br />

vaste waarheid gehoord, dat de baron met de boot naar Saigon is vertrokken.<br />

Ze wil nu tegelijk met Denis naar Indo-China gaan om zelf een onderzoek naai<br />

de smaragden in te stellen.<br />

Na Julies vertrek krijgt de jonge beeldhouwer bezoek van een in Parijs studee-<br />

rend en An nam iet. Mr. Nygugen, die hem de vriendschap van een in Annam<br />

bestaande tang — een soort vereeniging, die zeer krachtig voor haar leden opkomt<br />

en degeen doodt, die haar wetten overtreedt " komt aanbieden, mits hij Julie<br />

belet om naar Annam te gaan. Denis weigert hierop In te gaan.<br />

Een arm tooneelspcelstertje, Ninon, maakt in een café kennis met Nygugen.<br />

Deze biedt haar een contract aan bij het theater te Saigon, mits zij hem een<br />

kleinen dienst bewijst.<br />

Zij moet dan aan boord van het schip, dat haar naar Saigon brengt, een heer<br />

zooveel mogelijk uit het gezelschap houden van de dame, die hem vergezelt.<br />

Deze heer is Denis Moore. Ninon accepteert het aanbod en ontvangt dan<br />

van Nygugen een juwcelen spin als amulet, die zij onder haar kleeren moet<br />

dragen.<br />

Aan boord kan zij direct kennis maken met Denis. Vlak voor het vertrek ont-<br />

vangt hij een dreigbrief, waarin medegedeeld wordt, dat hij zich nu in het web<br />

van de spin bevindt. In Port Said zal de spin naar hem komen kijken, in<br />

Colombo zal zij hem aanraken en in Singapore voor den eersten keer van zijn<br />

bloed proeven.<br />

In Port Said toont een Arabische straat goochelaar Denis plotseling een metalen<br />

spin om dan snel en spoorloos te verdwijnen.<br />

In Colombo ziet hij tijdens het dansen de Juweelen spin tusschen Ninons kleeren.<br />

Hij is eerst pijnlijk verbaasd, doch als zij elkaar alles vertellen, blijkt, dat het<br />

meisje geheel te goeder trouw is. Zij wil nu niets meer yet Nygugen te maken<br />

hebben; ze denkt, dat hij wel meer van de smaragden afweet en ze wil Denis<br />

helpen.<br />

In Singapore wordt Denis, zonder dat hij begrijpt hoe het gebeuren kon. in<br />

het donker in zijn hals door een kris gewond.<br />

In Saigon vertelt Denis Julie alles. Zij wil echter toch doorzetten. Denis heeft<br />

ontdekt, dat De Grignon bestuursambtenaar is in Hué, waar hij voor den keizer<br />

het beeldbouwwerk moet maken. Hij wil er den volgenden dag heen gaan.<br />

Julie moet verder reizen naar Tonking, en daarvandaan ongemerkt ook in Hué<br />

trachten te komen.<br />

's Avonds wordt Denis door Ninon naar Cholon gebracht om er kennis te<br />

maken met het bestuur van de tang. Dit zijn drie mannen, die hem nogmaals<br />

onder bedreiging raden Lady Tamorley terug te zenden. In hetzelfde restaurant<br />

ontmoet hij baron De Grignon. Hij brengt hem in kennis met Julie, doch hij<br />

weet zich bewonderenswaardig te beheerschen en noodigt haar zelfs uit naar<br />

Hué te gaan, welk voorstel ze in overleg met Denis aanneemt.<br />

Baron De Grignon blijkt een grootc macht in Hué te bezitten. Hij stelt Denis<br />

aan den keizer voor en brengt hem dan naar den tempel, waar hij uit een<br />

klomp goud het bestelde beeld moet maken. De Grignon brengt Julie weer naar<br />

haar hotel terug. Onderweg maakt hij haar zelfs een weinig het hof. en hij<br />

vertelt haar, da» zij bij de inwijdingsfeesten van het beeld, volgens de gods-<br />

dienstige gewoonten der Annamieten, weer uit Hué weg moet.<br />

k heb altijd wel vermoed, dat er zich complicaties zouden<br />

oordoen," zei Denis, toen Julie hem haar gesprek met<br />

)e Grignon vertelde. „Ik ben er steeds van overtuigd geweest,<br />

dat hij het nooit goed zou vinden dat je hier kwam, wanneer<br />

hij niet een of ander middel achter de hand had om je kwijt te<br />

raken als hem dat gewenscht leek. Ze houden mij ook danig in<br />

het oog." Hij vertelde haar toen van den in het geel gekleeden<br />

priester, dien hij in den tempel had aangetroffen, en dien hij al<br />

eerder had ontmoet toen hij voor den raad van den tang w r as<br />

verschenen. „We hebben echter één kaart in handen, die alle<br />

andere uit het spel overtreft."<br />

„Wat bedoel je?"<br />

„Het schandaal, dat er in Engeland en Frankrijk zou worden<br />

ontketend indien mij iets overkwam na al de ruchtbaarheid die<br />

er is gegeven aan het feit, dat ik op speciaal verzoek van den<br />

keizer hier gekomen ben."<br />

„Dat is w f "<br />

aar wat jou betreft, maar niet wat mij aangaat. Niemand<br />

heeft mij gevraagd hier te komen." '<br />

„Je hebt gelijk, maar je bent er nu eenmaal en nu is het aan<br />

hen om te probeeren je kwijt te raken. Maar dat zullen ze niet<br />

doen zoolang ik hier ben, want als iemand je ook maar iets in<br />

den weg legt, weiger ik eenvoudig mijn werk af te maken."<br />

Julie keek Denis over de tafel heen aan. „ïk heb je in een moeilijke<br />

positie gebracht, Denis!"<br />

„Het is jouw schuld niet, mijn waarde! Ik had mij niet met het<br />

geval hoeven te bemoeien, als ik het niet zelf gewild had. Ik ben<br />

echter oud genoeg, dat ik weten kon wat ik deed. En je hebt mij<br />

vooraf alles eerlijk verteld."<br />

Julie knikte peinzend. ... Ze dacht er aan, dat het toch verbazend<br />

aardig en behulpzaam van hem was geweest, om zich al die moeite<br />

voor haar te geven. ,<br />

„Ik zag daarnet in de hal een biljet hangen," zei Denis na eenige<br />

oogenblikken. „Er komt een tooneelgezelschap uit Saigon om een<br />

galavoorstelling te geven in het paleis, en wie denk je, dat er bij is?<br />

Dat kleine Fransche meisje!"<br />

Julie keek hem glimlachend aan.<br />

„Dat zul je wel prettig vinden!" zei ze. „Wanneer komt ze?"<br />

A D<br />

— 6 -<br />

„De volgende week; de eigenaar van het hotel vertelde het mij.'<br />

Dus hy was reeds gaan informeeren, hoe lang het nog duurde eer<br />

Ninon kwam....!<br />

„Ik ben blij, dat zy komt; het is een handig meisje, en ze merkt<br />

dikwijls dingen op, die mij ontgaan. Het eenige wat ik niet begrijp,<br />

is de houding van den tang. Want de tang weet heel goed, dat zy<br />

met ons sympathiseert, ze heeft het hun zelf verteld."<br />

„Met jou,-bedoel je. Ik geloof niet, dat zij my zoo erg mag."<br />

„Zooals je wilt; laat ik dan zeggen dat zy met onze plannen sym-<br />

pathiseert. In ieder geval begrijp ik niet, waarom de tang haar niet<br />

beleT ons te helpen. Maar ze heeft niet eens een waarschuwing<br />

gehad."<br />

„Ze geven haar misschien net genoeg vrijheid om haar in de val<br />

te kunnen lokken, denk ik."<br />

„Dat zou afschuwelijk zyn," viel Denis byna driftig uit. Hy mocht<br />

de onverschillige manier niet, waarop Julie die woorden had ge-<br />

sproken. „Ik zou voor niets ter wereld willen, dat haar iets ernstigs<br />

overkwam."<br />

„Ik geloof, dat zij best in staat is voor zichzelf te zorgen," zei Julie<br />

onverschillig.<br />

„Best mogelyk, maar ik mag er haar toch niet minder graag om.<br />

Als er meer vrouwen zoo goed op zichzelf konden passen als dat<br />

Fransche meisje, dan zou het voor iedereen veel beter zijn."<br />

„En zouden er minder vrouwen zijn die niet eens op hun eigen<br />

juweelen kunnen passen," voegde Julie er aan toe.<br />

„Kom, laten we niet twisten," zei Denis. „Dat heeft geen zin. Maar<br />

wel verwacht ik van je, dat je aardig tegen Ninon zult zijn, en haar<br />

niet als een soort verworpeling zult behandelen."<br />

„Dat heb ik nooit gedaan."<br />

„Neen, maar je hebt haar wel laten voelen, dat zy.... enfin, dat<br />

zij anders is dan jy, en ze is juist-erg gevoelig in dat opzicht. Het<br />

arme kind heeft eigenlyk nooit een goede opvoeding of behoorlijk<br />

onderwys gehad."<br />

„Je zou haar best naar een herhalingsschool kunnen sturen, voor-<br />

dat je met haar trouwde." Julie was nog steeds een tikje jaloersch,<br />

omdat Denis Ninon zoo prees en het zoo prettig vond, dat zy naar<br />

Hué kwam.<br />

Denis kreeg een kleur, maar hy zweeg. Het zou dwaas geweest zyn,<br />

om op een dergelijk gezegde in te gaan, en nóg dwazer om er onaan-<br />

genaamheden over te maken.<br />

Zoodra hy zijn koffie uitgedronken had, stond hij op. „Ik wil je<br />

goedennacht wenschen," zei hy.<br />

„Nu al?"<br />

„Ik ga nog niet naar bed, maar ik wil wel graag wat alleen zijn. Ik<br />

heb heel wat om over na te denken. Vind je het goed, dat ik je alleen<br />

Iaat? Ik heb een boek boven, dat ik je graag wil leenen."<br />

„Neen, dank je wel. Ik heb geen zin om te lezen. Ik heb zelf ook<br />

heel wat om over te denken, wat dat betreft "<br />

„En het zal haar geen kwaad doen, als zy eens wat leert naden-<br />

ken," dacht Denis, terwyl hy naar zyn kamer ging.<br />

Een week lang werkte Denis onafgebroken aan zyn beeld; lederen<br />

ochtend na het ontbijt begaf hij zich naar den tempel, om pas terug<br />

te keeren wanneer het donker werd. Tegen het eind van dien tyd<br />

had hij een levensgroot beeld van Thyn vervaardigd, en hy was er<br />

voor zichzelf van overtuigd, dat hy nog nooit zoo'n goed stuk werk<br />

had gemaakt. Hy had zyn oorspronkelijke inspiratie gevolgd, die hy<br />

gekregen had toen hy in de Zaal der Audiënties den tegenwoordigen<br />

Keizer had zien zitten.<br />

Eindelijk was het werk geheel gereed. Denis begaf zich naar den<br />

ingang van den tempel; onder aan de trap zag hij de motorboot<br />

liggen, die hem kwam halen. Hij wendde zich om en wierp een blik<br />

in de zaal. De lange schaduwen der pilaren schenen den tempel<br />

binnen te glyden, als reusachtige vingers wijzend naar het beeld van<br />

Thyn, die op zyn troon zat in eenzame, indrukwekkende majesteit.<br />

Dus hier zouden nu, in de jaren die komen gingen, de volken van<br />

Annam tezamen komen en zich op hun knieën werpen voor het beeld<br />

dat hij had gemaakt, hun hoofden buigend tot op den grond....<br />

Deze gedachte streelde zyn ijdelheid als kunstenaar, maar opeens<br />

drong er ook een andere gedachte tot hem door. Door dat beeld te<br />

maken, had hy den tang, die hem vervolgde, eigenlijk een dienst<br />

bewezen. In zekeren zin zelfs had hy voor den tang gewerkt. Dat<br />

dit zoo was, daaraan behoefde hy niet te twijfelen, gezien het feil,<br />

dat de priester in het geel naar zijn werk was komen kijken, en de<br />

inwyding van de tombe een religieuze handeling was<br />

Hoe had hij in 's hemelsnaam daar niet eerder aan gedacht, maar<br />

integendeel met zooye.el toewijding en ernst aan het beeld kunnen<br />

werken....<br />

Plotseling welde er een hevig verlangen in hem op om het beeld<br />

aan splinters te slaan, ten einde zich op den tang te kunnen<br />

wreken....<br />

De voldoening, die hy als kunstenaar had gesmaakt terwyl hy aan<br />

door ARWUP n/LLS<br />

(jeauforiseera/e verra/inq<br />

het beeld arbeidde, werd op dit oogenblik geheel verdrongen door<br />

zijn wraakgevoelens, die met geweld op hem aan schenen te<br />

dringen....<br />

Op den grond, vlak bij hem, lag een hamer met een langen steel.<br />

Hij ging er heen, raapte hem op en naderde er het beeld mee. Met<br />

een paar slagen zou hy het beeld in een vormelooze massa kunnen<br />

veranderen. Maar toen nam de kunstenaar opnieuw bezit van hem.<br />

Hoe mooi en sereen leek het gezicht van den reeds sinds lang over-<br />

leden Keizer! Zijn werk was dat....! Hij vergat alle andere over-<br />

wegingen door de extase, die de aanschouwing van het beeld hem<br />

gaf<br />

Maar toch.... Neen, hij kon zich niet vernederen door voor zijn<br />

vijanden te gaan werken....<br />

Hy greep den ijzeren hamer en hief hem boven het hoofd; in de<br />

volgende seconde zou hij hem op het beeld hebben doen neerkomen,<br />

maar toen stond er onverwachts een gedaante voor hem die een<br />

arm ophief.... Denis keek verbaasd op, en herkende den priester<br />

in het gele kleed.<br />

Hy had den man niet meer gezien sinds dien keer, dat hy den<br />

eersten ruwen vorm uit klei geboetseerd had, maar dat hij steeds<br />

ergens in de nabijheid was geweest, daar had Denis niet aan ge-<br />

twijfeld. Hij had er zich echter niet veel om bekommerd, daar hij<br />

vastbesloten was geweest toch geen enkele inmenging in zyn<br />

werk van den priester te dulden.<br />

„Wat wilt u?" vroeg hy kort.<br />

De priester keek hem aan; in de vale schemering leken zyn oogen<br />

kleine vurige ballen. Hy beduidde Denis met zyn hand den hamer<br />

neer te leggen. Denis had het zonderlinge gevoel alsof hy werd ge-<br />

hypnotiseerd. Hy wilde den priester eigenlijk niet gehoorzamen, maar<br />

toch moest hij het doen. Hy liet zijn arm zakken en legde den hamer<br />

op den grond. De priester stak zyn andere hand uit, waarin Denis<br />

een stuk papier ontdekte. Hy nam het aan, ging er mee naar een<br />

plek waar het nog wat lichter was, en las:<br />

„U hebt uw werk beëindigd. U moet Hué binnen vier en twintig<br />

uur verlaten en de Engelsche dame met u meenemen. Dit zijn de be-<br />

velen van den tang."<br />

Onderaan stond het teeken, dat Denis thans zoo goed kende: een<br />

teekening van een spin in den hoek van haar web.<br />

Hij vouwde het papier op en stak het in zyn zak. Hij had er alles<br />

voor over gehad om den priester te kunnen vertellen wat hy van<br />

plan was te doen, maar woorden die geen beteekenis voor deu man<br />

konden hebben, zouden slechts verspild zyn, dus daarom keek Denis<br />

hem alleen maar aan, en verliet toen den tempel.<br />

Bij de motorboot gekomen, beval hy den kapitein niet naar het<br />

hotel, maar naar het paleis te gaart. Hij wilde onmiddellijk een<br />

audiëntie by den Keizer aanvragen, hem de waarschuwing laten<br />

zien die hij had gekregen, hem alles vertellen van hetgeen hy van<br />

de zijde van den tang had ondervonden, en hem vragen er een eind<br />

aan te maken. Het was ondenkbaar, dat hij, een blanke, die als gast<br />

op verzoek van den Keizer in een ander land vertoefde, op een der-<br />

gelijke wijze door een aantal inwoners aldus behandeld werd. Een<br />

bevel om Hué binnen vier en twintig uur te verlaten! Hy was inte-<br />

gendeel van plan zoo lang in Hué te blijven als het hem zélf be-<br />

liefde!<br />

De motorboot legde aan by den steiger van het paleis. Denis<br />

stuurde iemand naar den kapitein van de wacht, gaf dezen officieel<br />

zijn kaartje en vroeg hem, het direct naar den Keizer te willen<br />

brengen. Na een oogenblikje keerde de kapitein terug; hij gaf Denis<br />

zyn kaartje terug. Hij betreurde het, dat de Keizer dien avond<br />

niemand ontvangen kon; de plechtigheid der inwyding van zijn<br />

graftombe zou binnenkort plaats vinden en de Keizer was met de<br />

priesters bezig zich op zyn taak voor te bereiden. Voordat de plech-<br />

tigheid voorbij was, mocht hy geen enkelen blanke ontvangen of<br />

zien; zelfs de Administrateur-Generaal kon thans niet door den<br />

Keizer worden ontvangen.<br />

Er zat niets anders op dan terug te keeren naar het hotel. Denis<br />

was echter in een allesbehalve prettige stemming terwijl hij er heen<br />

voer.<br />

Toen hij bijna aan den overkant was, zag hij op den anderen<br />

oever een gedaante staan, die onafgebroken naar de boot tuurde. De<br />

gedaante was hem bekend: het slanke figuurtje, de lenige houding.<br />

Ze wuifde met haar hand Het kon maar één persoon zyn....<br />

Denis stond op en wuifde terug! Dus Ninon was gekomen! Hij<br />

vond het prettig haar weer terug te zien. Hy had iemand noodig<br />

waar hij eens degelyk mee kon praten en waar hy op kon vertrou-<br />

wen. En Ninon was een wérkelijke bondgenoot.<br />

„Ik ben zoonet aangekomen," vertelde ze hem. „Ik had alleen maar<br />

even tyd om me te verkleeden en een bad te nemen.... Ze vertelden<br />

my, dat je altijd zoowat om dezen tyd terugkeerde en daarom ben<br />

ik je tegemoet gegaan. — Wat een prachtige stad is Hué!"<br />

„Laten we ergens gaan zitten; ik heb een heeleboel met je te be-<br />

pralca."<br />

Ze vonden een rustig plekje op de veranda. Denis liet Ninon eerst<br />

- 7 -<br />

MET EEN PAAR SLAGEN ZOU HU IIEÏ HEELD IN EEN VORMELOOZE MASSA<br />

KUNNEN VERANDEREN ....<br />

over haar eigen wedervaren vertellen. Er was niets bijzonders ge-<br />

beurd sinds hij Saigon verlaten had. Ninon was, met een volledig<br />

gezelschap, op speciaal verzoek van den Keizer naar Hué gekomen.<br />

Ze bleven slechts twee dagen. Na de voorstelling, die zij den vol-<br />

genden avond zouden geven, zouden zy weer naar Saigon terug-<br />

keeren. Voor zoover zij het had begrepen, zou de voorstelling in het<br />

paleis worden gegeven.<br />

Hierna vertelde Denis haar zijn nieuws. Hy deelde haar mede,<br />

dat het beeld gereed was, sprak haar van het bezoek van den priester<br />

aan den tempel en het schriftelijk bevel van den tang om met Julie<br />

Hué binnen vier en twintig uur te verlaten.<br />

„Ik heb zoojuist geprobeerd den Keizer te spreken te krijgen, maar<br />

hij wilde me niet ontvangen. Hij is zichzelf aan het voorbereiden<br />

voor de plechtigheid der inwijding van zijn graftombe."<br />

„Dat zal overmorgen plaats vinden," zei Ninon.<br />

„Hoe weet je dat?"<br />

„Omdat dit de reden is, die men ons opgaf waarom wy ook niet<br />

langer in Hué konden blijven. Het blijkt dat er niemand, die niet<br />

hun godsdienst belijdt, gedurende de heilige ceremonie in de stad<br />

mag vertoeven."<br />

Denis herinnerde zich dat ook De Grignon iels dergelijks had ge-<br />

zegd: hij en Julie zouden de stad moeien verlaten, terwijl De Grig-<br />

non zelf, hoewel hij Administrateur-Generaal was, loch die dagen in<br />

zyn woning bleef tot alles achter den rug was.<br />

„We kunnen nu nog niet vertrekken," zei Denis, terwyl hij voor<br />

zich uit, over de rivier staarde.<br />

Ze zag de vastberaden uitdrukking in zijn oogen en venjjoedde<br />

de reden èr van.<br />

„Die smaragden.... Kun je heelemaal niet te weten komen waar<br />

ze zyn?" vroeg zij.<br />

„Neen, absoluut niet! We kunnen zelfs niet eens het bewijs krijgen,<br />

dat het De Grignon was, die ze heeft gestolen."<br />

„En tóch ben je er zeker van, dat hy de dief is."<br />

„Wie zou hel anders geweest kunnen zijn? Als ik hem maar aan<br />

hel praten kon krijgen! Maar hij weet waarom wij hier zijn; in ieder<br />

geval weet hij, waarom Lady Tamorley hier vertoeft. Hij heeft er<br />

nog wel niets over gezegd, maar toch ben ik zeker, dat hij het weet.<br />

Hij is haar deze heele week uit den weg gebleven, en hij had haar<br />

gemakkelijk zoo vaak kunnen zien als hij zelf wilde, want ik heb<br />

lederen dag in den tempel gewerkt, zoodat Lady Tamorley genoeg<br />

tijd voor hem. had. Als hij werkelijk onschuldig aan den diefstal was,<br />

waarom heeft hij haar dan gemeden?"<br />

„Hij heeft ze natuurlijk gestolen. Ik ben er zeker van, en ook dat<br />

hij ze hier ergens heeft verborgen."<br />

„Waarom ben je daar zoo zeker van?" Denis voelde zich geïmpo-<br />

neerd door de stelligheid waarmee Ninon sprak. „Hij zou ze best<br />

aan iemand in bewaring hebben kunnen geven voordat hy uit Cannes<br />

vertrok. Hy kan ze zelfs onderweg hierheen van de hand hebben<br />

gedaan...."<br />

„Neen. Als hy dat werkelijk had gedaan, waarom zou de tang er<br />

zich dan tegen verzetten, dat jij en Lady Tamorley hier blijven?<br />

Herinner je je niet, wat ze zeiden toen je voor hun raad verscheen —<br />

dat je moest vertrekken zoodra je je beeld klaar had! En nu heb<br />

je vandaag een tweede bevel in dien zin gekregen. Al dien tijd is<br />

Hué de plaats geweest, die zy als het ware om zoo te zeggen angst-<br />

vallig hebben bewaakt, en daarom ben ik er zeker van, dat de sma-<br />

ragden hier verborgen zyn."<br />

Denis zei niets; hij dacht na. Veronderstel, dat Ninon gelijk had,<br />

dan zouden zy daar nog geen voordeel van hebben. Het maakte<br />

weinig verschil, of zy er al van overtuigd konden zijn, dat de smarag-<br />

den in Hué waren — waar het op aan kwam was te ontdekken, waar<br />

zy precies verborgen waren. Dan, en dan alleen, zou het mogelijk<br />

zijn De Grignon tot een bekentenis te dwingen.<br />

(Wordt i'ervolgd)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!