Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Genen, hygiëne en andere verklaringen<br />
Het merendeel <strong>van</strong> alle allergenen komt voor in onze<br />
dagelijkse omgeving. Om herkend te kunnen worden door<br />
het immuunsysteem moeten ze uiteraard door de natuurlijke<br />
barrières heen, en opgenomen kunnen worden in het<br />
lichaam. Toch is het niet zo dat allergieverwekkers bijzondere<br />
fysisch-chemische eigenschappen hebben, maar ze<br />
bezitten meestal wel een aantal kenmerken. Zoals dat ze<br />
een laag molecuulgewicht hebben. Daardoor kunnen ze<br />
relatief makkelijk door de bovenste huidlaag heen. Ook<br />
zijn ze dikwijls goed oplosbaar in een waterig milieu, wat<br />
vooral voordelig is voor allergenen die ingeademd worden.<br />
En met name bij contactallergieën zijn het stoffen die<br />
in staat zijn zich aan lichaamseiwitten te binden,<br />
waardoor ze de lichaamseigen eiwitten kunnen veranderen.<br />
Daardoor ziet het immuunsysteem zulke eiwitten ten<br />
onrechte aan voor ‘vreemd’.<br />
In hoeverre de gevoeligheid voor allergieën erfelijk<br />
bepaald is, is vooral onderzocht voor het eerste type, dat<br />
gepaard gaat met een overproductie aan IgE-antistoffen.<br />
Het vermogen die te produceren, blijkt in belangrijke mate<br />
genetisch bepaald te zijn. Van een hele reeks genen is<br />
inmiddels aannemelijk gemaakt dat ze erbij betrokken<br />
zijn. In welke mate verschijnselen zich voordoen, hangt<br />
ook sterk af <strong>van</strong> omgevingsfactoren.<br />
De omgeving lijkt ook op een andere manier een belangrijke<br />
rol te spelen bij het ontstaan <strong>van</strong> allergische reacties.<br />
Een immuunsysteem dat in grote mate afhankelijk is <strong>van</strong><br />
‘leren’, moet voldoende leerstof aangeboden krijgen.<br />
Daar ontbreekt het in de Westerse wereld steeds meer<br />
aan. Dat is althans de recente en drukbediscussieerde<br />
hygiëne-hypothese, die moet verklaren waarom allergieën<br />
steeds vaker voorkomen in de Westerse wereld, terwijl<br />
dat in minder ontwikkelde landen niet het geval is. Ook is<br />
er een groot verschil tussen stad en platteland: stadsbewoners<br />
lijden veel vaker aan allergische ziekten. Dat zou<br />
kunnen berusten op verschillen in hygiëne.<br />
In elk geval heeft recent epidemiologisch onderzoek aangetoond<br />
dat het doormaken <strong>van</strong> infecties op jonge leeftijd<br />
<strong>van</strong> met name parasieten (zoals bij toxoplasmose), wormen,<br />
maar ook hepatitis A (geelzucht), en helicobacter<br />
(maagwandontsteking) bescherming biedt tegen het ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> atopie. Wie met meer ziekteverwekkers in<br />
aanraking komt, heeft minder kans op allergie.<br />
Parasieten stimuleren waarschijnlijk ook de aanmaak <strong>van</strong><br />
de ontstekingsremmende cellen en stoffen. Bij kinderen<br />
die dankzij goede hygiëne, vaccinaties en antibiotica zelden<br />
ziek zijn, heeft het immuunsysteem niet goed geleerd<br />
34<br />
zijn eigen reacties af te remmen. Het systeem <strong>van</strong> ontstekingsremming<br />
is dan juist zwak ontwikkeld met meer<br />
kans op allergie als gevolg.<br />
Nieuwe inzichten leiden ook tot nieuwe behandelingen.<br />
Voor veel allergieën geldt natuurlijk dat het vermijden <strong>van</strong><br />
de allergene stof de beste remedie is, al kan dat erg lastig<br />
zijn. Gaat het om chronisch (atopisch) eczeem dan is het<br />
meestal uitgesloten. De standaard behandeling daar<strong>van</strong><br />
bestaat uit crèmes en zalven op basis <strong>van</strong> teer of corticosteroïden<br />
(bijnierschorshormoon), eventueel in combinatie<br />
met tabletten (antihistaminica) tegen de jeuk. Maar<br />
sinds kort zijn er enkele nieuwe geneesmiddelen beschikbaar<br />
die geen corticosteroïden bevatten. Die nieuwe<br />
middelen onderdrukken selectief de grootste boosdoener<br />
in atopisch eczeemplekken, namelijk de T-lymfocyten die<br />
ten onrechte in de aanval gaan, terwijl de rest <strong>van</strong> het<br />
huidimmuunsysteem niet wordt geremd in zijn functie.<br />
Belangrijk voordeel is dat de bindweefselaanmaak niet<br />
geremd wordt, waardoor er geen risico’s ontstaan op verdunning<br />
<strong>van</strong> de huid.<br />
Dat de huid <strong>van</strong> mensen met atopisch eczeem extra<br />
gevoelig is voor infecties – vooral met de stafylokokbacterie<br />
en door het herpesvirus dat een koortslip veroorzaakt<br />
– valt te verklaren uit het recent aangetoonde feit<br />
dat eczeemplekken aanzienlijk minder anti-virale en antibacteriële<br />
moleculen aanmaken dan gezonde huid, en<br />
ook dan de huid <strong>van</strong> psoriasispatiënten, die chronisch<br />
ontstoken is.<br />
Een blijvend glinsterend pantser<br />
Een niet goed functionerend huidimmuunsysteem is ook<br />
de oorzaak achter huidontstekingen die niet over willen<br />
gaan. Psoriasis is daar een voorbeeld bij uitstek <strong>van</strong>.<br />
Psoriasis (klemtoon op de eerste i) werd vroeger ook wel<br />
‘vissenhuid’ genoemd. Wie eraan lijdt, heeft op zijn huid<br />
scherp begrensde, witschilferende plekken op een rode<br />
ondergrond. De schrijver Simon Vestdijk noemde het ‘het<br />
glinsterend pantser’ in zijn gelijknamige roman over een<br />
dirigent die psoriasis heeft. Soms is er sprake <strong>van</strong> jeuk,<br />
ook gaan de plekken wel eens met pijn gepaard. De voorkeursplaatsen<br />
voor deze plekken zijn de strekzijde <strong>van</strong> de<br />
ellebogen, de knieën, de rug, de hoofdhuid en boven de<br />
billen. Ook de nagels doen vaak mee: putjes, geelbruine<br />
verkleuring en loslating met verdikking <strong>van</strong> de nagel zelf.<br />
Bij tien tot dertig procent <strong>van</strong> de psoriasispatiënten<br />
gaan de huidafwijkingen soms samen met gewrichtsontstekingen.<br />
De erfelijke aanleg speelt een belangrijke rol. Een kind