You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Een pijnlijk afgelopen dagje strand.<br />
effecten er<strong>van</strong>. Een zomerse overdosis zonlicht en je huid<br />
kleurt rood, gaat vervelend kriebelen of zelfs pijn doen. Je<br />
bent verbrand. Maar niet alleen de huid kan verbranden,<br />
ook de oogbol. Gewoonlijk is de kans daarop niet groot,<br />
omdat de ogen goed beschermd worden door de oogleden<br />
en door de schaduw die de wenkbrauwen bieden.<br />
Maar een verblijf in sterk weerkaatsende sneeuw of kijken<br />
in het UV-rijke licht <strong>van</strong> een lasboog kan respectievelijk<br />
sneeuwblindheid en lasogen veroorzaken, ogen die aanvoelen<br />
alsof er een kruiwagen zand in is leeggestort.<br />
Verbranden is maar een <strong>van</strong> een heleboel gevolgen, soms<br />
gunstig maar meestal schadelijk, <strong>van</strong> blootstelling <strong>van</strong> de<br />
huid aan UV-licht. En ook heeft niet alle UV-licht dezelfde<br />
uitwerking. In het algemeen geldt: hoe korter de golflengte,<br />
hoe schadelijker. Voor het gemak is het hele UV-spectrum<br />
in drie ‘kleuren’ ingedeeld: UVA, UVB en UVC. Het<br />
agressiefst is UVC straling, die golflengten heeft tussen<br />
tweehonderd en 280 nanometer. Op aarde hebben we er<br />
gelukkig geen last <strong>van</strong>, UVC wordt al boven de stratosfeer<br />
helemaal tegengehouden. Wel <strong>van</strong> betekenis is UVB, met<br />
golflengten <strong>van</strong> 280 tot 315 nanometer. Hoewel de ozonlaag<br />
zo veel UVB absorbeert, dat het minder dan vijf procent<br />
uitmaakt <strong>van</strong> de UV-straling op een zomerse dag, is<br />
het toch voor tachtig procent verantwoordelijk voor zonnebrandverschijnselen.<br />
We zijn veel gevoeliger voor UVB<br />
dan voor de derde ‘kleur’, het UVA (315 tot vierhonderd<br />
nanometer), dat vrijwel ongehinderd door de dampkring<br />
heendringt.<br />
Leven onder de zon dankzij ozon<br />
Hoe korter de golflengte <strong>van</strong> lichtdeeltjes, ofwel fotonen,<br />
hoe meer energie ze bij een botsing met een of<br />
ander molecuul aan dat molecuul overdragen. Deeltjes<br />
met een lange golflengte, zoals infrarode straling, zijn<br />
als lui deinende zondagszeilers die bij een botsing netjes<br />
‘o, pardon’ mompelen. UV-fotonen met hun korte<br />
golflengte <strong>van</strong> minder dan ongeveer driehonderd nanometer<br />
zijn daarentegen driftige, springerige types die er<br />
bij een botsing meteen op los timmeren, oftewel allerlei<br />
fotochemische reacties teweeg kunnen brengen.<br />
Organische moleculen die belangrijk zijn voor het<br />
leven, met name eiwitten en DNA-moleculen, die zo’n<br />
kortaangebonden type absorberen kunnen daardoor<br />
gemakkelijk veranderingen ondergaan of beschadigd<br />
raken. De cellen waarin ze dienst doen raken daardoor<br />
verstoord, en kunnen zelfs doodgaan.<br />
Toen de aarde nog jong was, meer dan 2,5 miljard jaar<br />
geleden, kon de schadelijke UV-straling die de zon uitzendt<br />
ongehinderd het aardoppervlak bereiken. Leven<br />
was daar dan ook niet mogelijk. Alleen op plaatsen<br />
waar het UV-licht niet kon komen, zoals in de oer-oceanen<br />
onder deklagen <strong>van</strong> organisch materiaal, konden<br />
de eerste primitieve organismen zich ontwikkelen en<br />
handhaven.<br />
Die organismen leefden op basis <strong>van</strong> fotosynthese, het<br />
met behulp <strong>van</strong> licht omzetten <strong>van</strong> water en koolzuur in<br />
suikers en zuurstof, en daarmee begonnen ze de aarde<br />
bewoonbaar te maken. De zuurstof die ze produceerden<br />
hoopte zich op in de atmosfeer, en begon hoog<br />
boven de aarde UV-straling met hele korte golflengten<br />
<strong>van</strong> minder dan 220 nanometer te absorberen.<br />
Getroffen zuurstofmoleculen (O2), die elk uit twee zuurstofatomen<br />
bestonden, vielen uiteen in losse atomen,<br />
die met andere O2 moleculen vervolgens weer moleculen<br />
<strong>van</strong> drie zuurstofatomen vormden: ozon (O3).<br />
Die ozon in de stratosfeer heeft als gelukkige eigenschap<br />
dat hij al de UV-C straling en een groot deel <strong>van</strong><br />
de zeer schadelijke UV-B straling weg<strong>van</strong>gt. Het was<br />
dus de ozonlaag, in feite maar een heel ijl waasje op<br />
grote hoogte in de stratosfeer, die het mogelijk maakte<br />
dat het leven zo’n vijfhonderd miljoen jaar geleden<br />
het land opkroop. En nog altijd zorgt de ozonlaag dat<br />
wij in het aanschijn <strong>van</strong> de zon kunnen overleven.<br />
45