Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3 BEROEPEN VAN<br />
WOONWAGENBEWONERS<br />
De functionele ambulant<br />
Wie in het verleden oog had voor het nijvere karakter van woonwagenbewoners wees er meestal in één moeite<br />
door op dat ze curieuze beroepen uitoefenden. Het gunstigste beeld was er een van reizigers die tegen beter<br />
weten in vasthielden aan beroepen die hun beste tijd hadden gehad. De beeldvorming beperkte zich niet tot<br />
mensen in een woonwagen, maar had ook betrekking op ‘huisbewoners’ met ambulante beroepen. Venters,<br />
colporteurs en straatmuzikanten stonden zelden in hoog aanzien. De overheersende gedachte was dat ze in de<br />
marge van de economie rommelden en eerder arbeidsschuw waren dan gedreven door ware werklust.<br />
<strong>Woonwagenbewoners</strong> en ‘zigeuners’ waren met te weinigen om onmisbaar te zijn voor de <strong>Nederland</strong>se<br />
economie. En natuurlijk bedelden ze wel eens en maakten ook zij zich wel eens schuldig aan diefstal. Maar<br />
door de bank genomen probeerden ze net als andere <strong>Nederland</strong>ers met hard werken een boterham te<br />
verdienen en hun gezin te onderhouden. Dat ging de een gemakkelijker af dan de ander, maar de meesten<br />
werkten om zich staande te houden en wisten zich soms zelfs van een goed bestaan te verzekeren. Tot in<br />
de jaren zeventig, toen het tij echt begon te keren. Maatschappelijke vooroordelen en een niet erg welwillend<br />
overheidsbeleid zijn daar mede debet aan.<br />
Het is ronduit misleidend om bij woonwagenbewoners van nomaden en zwervers te spreken. Die termen<br />
roepen het beeld op van mensen die vanwege hun cultuur van de hand in de tand leven en zelden verder kijken<br />
dan de dag van vandaag. Hun levenswijze is vaak getypeerd als dolce farniente, het zalige niets doen. Hun<br />
beroepen zijn afgeschilderd als ‘dekmantel’, ‘traditioneel’, ‘overbodig’ of ‘curieus’. <strong>In</strong> werkelijkheid vereisten hun<br />
werkzaamheden wel degelijk inspanning en waren ze minder afwijkend dan vaak wordt gedacht. Kenmerken<br />
die als typisch voor woonwagenbewoners worden voorgesteld, zijn dat op de keper beschouwd zelden. Het<br />
werken in gezinsverband, de gewenste zelfstandigheid en de geografische mobiliteit waren ook belangrijk voor<br />
de rest van de <strong>Nederland</strong>se beroepsbevolking.<br />
Het mobiele gezinsverband<br />
Tot voor kort was het in West-Europa normaal dat mensen in gezinsverband werkten en dat iedereen een<br />
bijdrage leverde aan het gezamenlijke gezinsinkomen. Het principe van de (meestal mannelijke) kostwinner<br />
is pas in de vorige eeuw gaan domineren. Toch zijn nog altijd genoeg gezinnen in <strong>Nederland</strong> afhankelijk van<br />
de inbreng van meerdere familieleden. Een gerichtheid op zelfstandige beroepen beperkt zich al evenmin<br />
tot woonwagenbewoners en ‘zigeuners’. <strong>In</strong> hun eigen beleving en die van anderen behoort dat weliswaar tot<br />
de woonwagencultuur, maar het gaat feitelijk om een algemeen kenmerk van middenstanders. Bij andere<br />
<strong>Nederland</strong>ers getuigt een ‘eigen zaak’ van ondernemingszin, bij woonwagenbewoners heet het ineens dat<br />
zij door hun cultuur niet voor loondienst in de wieg zijn gelegd. Een deel van hen heeft trouwens wel degelijk<br />
in loondienst gewerkt. Tijdens de seizoenarbeid in de landbouw waren ze gewilde krachten, en ook vastere<br />
betrekkingen kwamen voor.<br />
De <strong>Nederland</strong>se economie is altijd afhankelijk geweest van de bereidheid van mensen om zich regelmatig te<br />
verplaatsen. <strong>In</strong> vroeger eeuwen trokken uit het westen van Duitsland jaarlijks tienduizenden Hannekemaaiers<br />
naar <strong>Nederland</strong> om er een aantal maanden te werken. Die seizoenarbeid bestaat ook nu nog, getuige de Polen<br />
op de Limburgse aspergegronden en de Ieren in de Noord-Hollandse bollenvelden. Er zijn ook altijd venters,<br />
marskramers, muzikanten en ambachtslui geweest die een deel van het jaar ‘op reis’ waren en hun gezin<br />
I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 1 2<br />
▼<br />
<strong>In</strong>dex