20.09.2013 Views

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

uit de Tachtigjarige Oorlog, van ‘het zigeunervolk’ of van buitenlandse marskramers. Nog niet eens zo lang<br />

geleden is er zelfs een verband gelegd met Aramese nomaden van 4000 jaar voor Christus. Onnavolgbare<br />

wegen zijn bewandeld om tot de ‘afwijkende oorsprong’ van woonwagenbewoners door te dringen.<br />

Het is niet makkelijk om te achterhalen hoe de woonwagenbevolking zich werkelijk heeft ontwikkeld en wat er<br />

waar is van alle verhalen over hun ‘zwerversbloed’. Dit is alleen mogelijk door hen terug te volgen in de tijd.<br />

Er is een onderzoek geweest bij families die tussen de twee wereldoorlogen een woonwagen bewoonden<br />

in Overijssel en Den Haag. <strong>In</strong> het noordoosten van <strong>Nederland</strong> bleken ze sterk aan hun streek van herkomst<br />

gebonden. Tot diep in de 19e eeuw waren de bewoners geboren in die regio of in het nabijgelegen deel van<br />

Duitsland. Ze bleven er het grootste deel van hun leven wonen en werken.<br />

Uit de familiegeschiedenis van Haagse woonwagenbewoners van voor de Tweede Wereldoorlog viel<br />

daarentegen op te maken dat ze pas één generatie eerder definitief de stap naar de grote stad hadden gezet.<br />

De meesten kwamen niet uit de regio Den Haag, maar uit het zuiden en het noordoosten van <strong>Nederland</strong>.<br />

Zij reisden in het voetspoor van andere plattelanders naar het westen, op zoek naar werk. Voordat ze een<br />

woonwagen gingen bewonen, leidden zij en hun voorouders meestal een sedentair (gevestigd) bestaan, als<br />

boeren en (land)arbeiders.<br />

<strong>In</strong> hun eigen gemeenschap namen ze zelden een aparte plaats in. De ouders en grootouders van een<br />

aantal families trokken ook al rond om in hun levensonderhoud te voorzien, bijvoorbeeld als scharenslijper of<br />

stoelenmatter. <strong>In</strong> de 20e eeuw week hun levenspatroon niet zichtbaar af van dat van de woonwagenbewoners<br />

die tussen 1900 en 1940 voor het eerst de weg op gingen. Het is juist zo opvallend, dat elk tijdperk reizigers<br />

heeft voortgebracht.<br />

Er is dus voortdurend sprake geweest van een overgang van het sedentaire naar het ambulante<br />

(rondtrekkende) bestaan. Dat verklaart ook de verschillende achtergrond van groepen woonwagenbewoners.<br />

Velen konden bijvoorbeeld in de landbouw of de nijverheid niet meer genoeg verdienen om van te leven. Zo<br />

trok een deel van de bewoners van Loon op Zand om die reden in een woonwagen. Deze Brabantse gemeente<br />

lag in een weinig vruchtbare omgeving van bossen, woeste gronden, zandverstuivingen en landbouwgrond.<br />

Tot de 17e eeuw was de turfontginning in de veengebieden de voornaamste bron van inkomsten. <strong>In</strong> de periode<br />

daarna sloeg de armoede toe en moesten de bewoners naar andere middelen van bestaan zoeken. De boeren<br />

vulden hun inkomen uit de landbouw en veeteelt aan met wolspinnen en weven. Andere inwoners legden zich<br />

toe op het maken van matten, manden en zwavel stokken en op het fabriceren van schoenen en muilen. Die<br />

brachten ze in de wijde omtrek aan de man. Pas in het laatste kwart van de 19e eeuw trok een aantal van hen<br />

verder weg om hun producten en diensten te gelde te maken. De overgang naar een woonwagen lag toen voor<br />

de hand. Daardoor werd de band met Loon op Zand voorgoed verbroken.<br />

<strong>In</strong> de 19e eeuw werden mensen die rondtrokken meestal reizigers en zwervers genoemd. Pas in de 20e eeuw<br />

duikt een groepsnaam op die is afgeleid van de woonvorm waarvan een deel van hen gebruik ging maken:<br />

woonwagenbewoners. De woonwagen en zijn voorlopers (de tent-, kermis- en reiswagen) hadden al in de<br />

tweede helft van de 19e eeuw hun intrede gedaan. Het aantal bewoners nam pas in de vorige eeuw explosief<br />

toe. Wie in een woonwagen ging wonen, deed dat overigens niet altijd voorgoed. Sommigen woonden er<br />

slechts één jaar in, anderen hun hele leven. Veel mensen wisselden het bewonen van een huis en een wagen<br />

verscheidene malen af. Zij die tussen de twee wereldoorlogen het langst in een woonwagen woonden, kwamen<br />

meestal uit een familie met veel ambulante beroepsbeoefenaren.<br />

De woonwagenbevolking vormde lange tijd een vlottende groep: er kwamen steeds mensen bij, maar er vielen<br />

ook mensen af die in huizen gingen wonen. Dat veranderde in de jaren zestig door ingrijpende verschuivingen<br />

in het overheidsbeleid. Het begon ermee dat alle woonwagenbewoners op een groot kamp moesten komen te<br />

staan. Deze concentratie leidde tot een sterkere groepsvorming. Die ontwikkeling werd nog versterkt door het in<br />

I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 7<br />

▼<br />

<strong>In</strong>dex

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!