20.09.2013 Views

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Met de overgang in de jaren zeventig en tachtig naar kleine kampjes werd het beleid om wonen en werken te<br />

scheiden. Er mochten alleen nog aparte sloopterreinen worden aangelegd.<br />

Tot in de jaren tachtig was de helft van het aantal autosloperijen in handen van woonwagenbewoners. Daarna<br />

is die tak van handel drastisch gekelderd door de invoering van de Afvalstoffenwet. Die wet verplichtte<br />

provincies een meerjarig autowrakkenplan op te stellen. De sloperijen die wilden blijven voortbestaan, moesten<br />

voortaan voldoen aan strenge economische en milieuhygiënische eisen. Een sloper kan tegenwoordig niet<br />

meer zonder een verantwoorde boekhouding. Op zijn terrein moet hij voorzieningen aanbrengen als een<br />

lekvrije vloer en opvangputten voor olie, benzine en zuren. Alleen als een bedrijf aan deze voorschriften<br />

voldoet, krijgt het een Afvalstoffenwetvergunning.<br />

Om aan de strenge eisen te kunnen voldoen, moeten zelfstandige slopers dusdanig veel kosten maken, dat<br />

veel bedrijven niet langer rendabel zijn. <strong>In</strong> 1992 werden in <strong>Nederland</strong> 1300 sloperijen geteld, waarvan er op dat<br />

moment slechts driehonderd een Afvalstoffenwetvergunning hadden.<br />

3.3 Amusement<br />

Handelaren in vermaak<br />

Ook toen de moderne media doordrongen in alle uithoeken van de aarde, bleven de ‘handelaren in vermaak’<br />

aantrekkingskracht uitoefenen op de bevolking. De behoefte aan amusement, het tot leven brengen van<br />

wetenschappelijke uitvindingen en het zich vergapen aan abnormaliteiten is van alle tijden en windstreken.<br />

Dat geldt ook voor <strong>Nederland</strong>, waar muzikanten, kunstenmakers en kermisklanten altijd moesten opdraven bij<br />

bruiloften, besloten partijtjes en massale festiviteiten als de kermis, het carnaval of de ‘oranjefeesten’, die aan<br />

het einde van de negentiende eeuw populair werden.<br />

Met beesten langs de deur<br />

Oudere woonwagenbewoners weten nog hoe ze in<br />

hun kinderjaren probeerden een paar grijpstuivers<br />

te verdienen door met een marmotje langs de deur<br />

te gaan. De marmot deed geen kunstjes. Het kind<br />

kreeg meestal al een centje los door het beest<br />

voorzichtig te voorschijn te toveren en een lief<br />

gezichtje te trekken. Reizigers die met afgerichte<br />

dieren rondtrokken, konden altijd rekenen op een<br />

enthousiast publiek. Ze voerden honden, geiten<br />

en paarden mee, maar ook exotische beesten<br />

als beren en kamelen. De verschijning van een<br />

beer was op zich voldoende om opzien te baren.<br />

Om de aandacht nog wat langer vast te houden,<br />

leerden veel beestenleiders hun dieren kunstjes. Op<br />

jaarmarkten en kermissen, maar op doordeweekse<br />

dagen ook in kleinere plaatsen, daagden entertainers<br />

de toeschouwers bijvoorbeeld uit om hun krachten<br />

met een beer te meten.<br />

“Wilt u mijn marmotje zien,<br />

het is zo’n aardig beestje”.<br />

(Katholieke Illustratie 1949)<br />

I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 1 8<br />

▼<br />

<strong>In</strong>dex

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!