20.09.2013 Views

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Die vanzelfsprekendheid is in de loop der jaren gegroeid. Vroeger zagen veel woonwagenbewoners weinig<br />

perspectief in het volgen van onderwijs; hun kinderen werden door hen zelf opgeleid en groeiden zo de<br />

arbeidsmarkt of het huishouden in. De woonwagenscholen brachten vaak de eerste continuïteit in onderwijs<br />

en omdat ze op het centrum stonden hoefden de kinderen niet de ‘gevaarlijke burgerwereld’ in. Sommige<br />

ouders en kinderen waren dan ook niet blij met het sluiten van de woonwagenscholen en de overgang naar<br />

reguliere scholen. Daar stonden andere ouders tegenover die de centrumscholen een belediging voor de<br />

woonwagenbevolking vonden vanwege het bijzondere karakter en het lage niveau.<br />

Het groeien van de vanzelfsprekendheid van onderwijs had natuurlijk ook te maken met het ontstaan van<br />

een nieuwe generatie ouders, die zelf ook al onderwijservaring had, en met de ontwikkelingen rond de<br />

werkgelegenheid.<br />

5. WERK EN INKOMEN<br />

Rondtrekken, venten, met muziek of beesten langs de deuren zijn voor woonwagenbewoners beelden uit het<br />

verleden geworden. Dat geldt inmiddels bijna ook voor de seizoenarbeid en de autosloperij: zij bestaan nog<br />

wel en woonwagenbewoners zijn daar ook nog steeds mee bezig, maar bij lange na niet meer zo exclusief als<br />

voorheen.<br />

De vroegere, vaak marginale werkzaamheden waren gebaseerd op soms tijdelijke gaten in de markt; in veel<br />

gevallen werk, dat burgers niet konden of wilden verrichten. <strong>In</strong> de jaren 60 begon de autosloperij op te komen,<br />

een verschijnsel dat nog werd versterkt doordat op de nieuwe regionale centra ook sloopterreinen werden<br />

aangelegd.<br />

Al snel daarna, in de jaren 70 kwamen de eerste alarmerende signalen dat de werkgelegenheid van<br />

woonwagenbewoners onder druk stond. Aan de goederen waarmee woonwagenbewoners ventten was<br />

geen behoefte meer en door de komst van de auto konden steeds meer mensen zelf over een grotere<br />

afstand boodschappen doen. <strong>In</strong> de seizoenarbeid kregen woonwagenbewoners concurrentie van jonge<br />

vakantiewerkers en uitzendbureaus. Belangrijke activiteiten van woonwagenbewoners, de autosloperij en de<br />

handel in oud ijzer kregen te maken met de toenemende aandacht voor het milieu en de milieumaatregelen, de<br />

deconcentratie en het aanleggen van nieuwe centra in woonwijken waar geen autosloperij of opslag meer was<br />

toegestaan. Daarnaast ontdekten de eerste burgers de markt van de recycling en zij konden met gemakkelijker<br />

verkrijgbare kredieten grotere investeringen doen om een renderend bedrijf op te zetten en aan de regels te<br />

voldoen. Voor een groot deel hebben burgers deze branche overgenomen.<br />

De meeste woonwagenbewoners konden geen alternatieven vinden voor het wegvallen van hun traditionele<br />

werkzaamheden. <strong>In</strong> de jaren 70, 80 en 90 ging de meeste aandacht van alle betrokkenen uit naar de<br />

huisvestingssituatie. Ook de meeste woonwagenbewoners zelf waren niet meer in staat nieuwe gaten in de<br />

markt te vinden. Hun lage opleidingsniveau en de vanzelfsprekendheid van uitkeringen wonnen het van hun<br />

vroegere flexibiliteit.<br />

Wat overbleef was de herinnering aan vroeger, die vaak de vorm aannam van een romantische verheerlijking<br />

van het trekken, van het leven op de grote centra met de grote bedrijvigheid en van het zelfstandig<br />

ondernemerschap. Zo ontstond ook de mythe dat woonwagenbewoners niet in loondienst konden werken of<br />

binnen vier muren, dat zij vrijheid nodig hadden en niet afhankelijk konden zijn. <strong>In</strong>middels was het grootste deel<br />

van de woonwagenbewoners al geheel of gedeeltelijk afhankelijk geworden van een uitkering.<br />

En die uitkeringen werden, bij gebrek aan alternatieven, ruimhartig ter beschikking gesteld. <strong>In</strong> veel gemeenten<br />

werd decennialang nauwelijks controle uitgeoefend op de woonwagencentra. Geen enkele groep in <strong>Nederland</strong><br />

kende zo’n hoog percentage uitkeringen als woonwagenbewoners.<br />

Hoewel landelijke cijfers over de uitkeringen aan woonwagenbewoners ontbreken, gaan de meeste<br />

betrokkenen nu nog steeds uit van een bovengemiddeld percentage. <strong>In</strong> 2003 onderzocht de <strong>In</strong>spectie Werk<br />

en <strong>In</strong>komen 29 gemeenten; in deze gemeenten varieerde het aandeel woonwagenbewoners met een uitkering<br />

tussen de 10% en 80%. De meeste gemeenten hadden bovendien problemen bij de uitvoering van de<br />

I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 5 3<br />

▼<br />

<strong>In</strong>dex

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!