20.09.2013 Views

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.2 Handel<br />

Marskramers langs de weg<br />

Veel van de producten die woonwagenbewoners vervaardigden, ventten ze zelf uit. Die ambulante handel is<br />

altijd hun belangrijkste economische activiteit geweest. Er was dan ook niet veel startkapitaal voor nodig. De<br />

marskramer was bovendien van oudsher een bekende en graag geziene verschijning, vooral in de dorpen.<br />

Tot diep in de negentiende eeuw waren daar nauwelijks winkels. Toch hadden de bewoners een paar keer per<br />

jaar spullen nodig die ze zelf niet konden maken: knopen, garen, veters, zwavelstokken, tandpoeder, textiel,<br />

geneesmiddelen en snuisterijen. Duizenden kramers uit binnen- en buitenland voorzagen in die behoefte.<br />

Naast <strong>Nederland</strong>se Teuten uit de Kempen en joodse marskramers, stonden vooral de beeldjes verkopers<br />

uit het Italiaanse Lucca, de handelaren in geneeskrachtige oliën uit Hongarije en de verkopers van textiel uit<br />

Westfalen goed bekend. Sommigen stonden aan de basis van grote winkelketens, zoals Vroom & Dreesmann,<br />

Peek & Cloppenburg, Lampe, Voss en Brenninkmeijer. Voor de meesten was zo’n carrière niet weggelegd. Zij<br />

verdienden hooguit een aardige boterham. Menigeen was allang blij als de kinderen ‘s avonds te eten hadden.<br />

Deze vorm van dienstverlening beperkte zich niet tot het platteland. De vraag naar goedkope producten nam<br />

sinds de industrialisering in de negentiende eeuw enorm toe. Door de groeiende bevolking en stijgende lonen<br />

kwamen er ook in de steden veel nieuwe consumenten bij. Ze beschikten niet over de tijd en de mogelijkheden<br />

om allerlei producten zelf te maken en raakten daarom aangewezen op handelaren. Zelfs als er winkels in de<br />

buurt waren, gaven veel mensen, vooral uit de lagere klassen, de voorkeur aan venters. Niet alleen omdat ze<br />

goedkoper waren, ook omdat ze niet neerkeken op hun klanten. Sommige winkeliers deden dat wel en waren<br />

daarom in arbeiderswijken niet altijd even populair.<br />

De venters verdienden eveneens geld door producten te verkopen in opdracht van de groothandel of van<br />

fabrieken. De industrialisatie en de groei van de steden hebben het venten dus zeker niet overbodig gemaakt.<br />

Eerder was het tegendeel het geval. Venters zijn er vaak van beschuldigd dat ze werkschuw waren, alleen<br />

producten van een slechte kwaliteit verkochten en daarmee de eenvoudige plattelandsbevolking oplichtten. Die<br />

verhalen kwamen vooral uit de koker van winkeliers, bang als zij waren voor concurrentie. Wie beter kijkt, ziet<br />

dat de beeldvorming en de praktijk nogal uiteenliepen.<br />

Venters verkochten ook zelfgemaakte producten. Van ‘zigeuners’ en woonwagenbewoners in <strong>Nederland</strong> en<br />

andere West-Europese landen is bijvoorbeeld bekend dat ze kunstbloemen, wasknijpers, bezems, manden en<br />

zeven maakten. Het hele gezin deed eraan mee, met een vaste taakverdeling tussen man, vrouw en kinderen.<br />

Venten vanuit de kofferbak op<br />

het woonwagenkamp de<br />

Rolleman in Amsterdam<br />

maart 1982.<br />

(Gemeentearchief)<br />

I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 1 6<br />

▼<br />

<strong>In</strong>dex

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!