Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Amsterdamse scharenslijper<br />
Kwarten luncht op zijn kar.<br />
De foto is in maart 1953<br />
genomen. (Spaarnestad-<br />
Archief Haarlem)<br />
Een scharensliep hield zich<br />
echter niet alleen bezig met<br />
slijpen en een stoelenmatter<br />
deed meer dan stoelen matten.<br />
<strong>Woonwagenbewoners</strong> stonden<br />
er juist om bekend dat ze allerlei<br />
werkzaamheden combineerden.<br />
Ze zetten de tering naar de nering<br />
en legden zich toe op het soort<br />
werk waaraan op een bepaald<br />
moment behoefte was. Kwamen<br />
ze bij een boerderij waar een<br />
gat in de wasketel of in de melkbus zat, dan werd die gelapt. Een andere keer repareerden ze de kapotte<br />
manden of matten ze stoelen die nodig aan een opknapbeurt toe waren. En als er behoefte was aan vrolijkheid,<br />
ontpopte menig woonwagenbewoner zich als een verdienstelijk orgeldraaier of harmonicaspeler.<br />
Scharenslijpers, stoelenmatters en ketellappers beoefenden uit de aard der zaak een ambulant beroep. Om<br />
aan nieuwe klanten te komen, moesten ze zich immers voortdurend verplaatsen. Een scharensliep die ergens<br />
in een dorp de scharen en messen had gescherpt, wist dat hij daar de eerste tijd geen werk meer hoefde te<br />
verwachten, dus trok hij verder naar de volgende plaats. Meestal volgde hij jaar in, jaar uit dezelfde route. <strong>In</strong><br />
de steden was meestal zoveel klandizie, dat een scharenslijper er voor een langere periode werk vond, en<br />
in de grote steden zelfs het hele jaar door. Een prettige bijkomstigheid was dat ze beter bekend raakten bij<br />
de bevolking. Een minderheid binnen de woonwagenbevolking beperkte haar activiteiten niet tot één of twee<br />
provincies, maar trok het hele land door.<br />
Dat had alles te maken met de aard<br />
van iemands specialisatie. Waren er<br />
veel kapers op de kust, dan ontstonden<br />
er vanzelf duidelijk afgebakende<br />
trekgebieden. Het had immers geen<br />
enkele zin om in het spoor van een<br />
ander te reizen. Zo hadden een paar<br />
borstelmakers uit Drenthe en Groningen<br />
vaste klanten in de Randstad, die ze elk<br />
jaar in het trekseizoen bezochten. Pas<br />
ná de winter keerden ze naar het oosten<br />
terug.<br />
Stoelenmatter in het Brabantse<br />
Haarsteeg omstreeks 1930.<br />
(Spaarnestad-Archief Haarlem)<br />
I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 1 4<br />
▼<br />
<strong>In</strong>dex