Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Welkome muzikanten<br />
Een beroep dat bij uitstek met ‘zigeuners’ wordt geassocieerd, is dat van muzikant. <strong>In</strong> de beeldvorming heeft<br />
dat tot nogal overdreven voorstellingen geleid. Zo zouden het felle temperament van ‘zigeuners’ en hun<br />
muzikale virtuositeit de uitingsvorm zijn van een bandeloos karakter. De neiging bestaat ook om hen als unieke<br />
musici voor te stellen, met een zeldzaam muzikaal gevoel. Nogal wat ‘zigeuners’ kunnen zich trouwens vinden<br />
in dat beeld. De gedachte dat ze zich door hun bezielende en intense manier van spelen muzikaal van anderen<br />
onderscheiden, is springlevend. Ze groeiden van kindsbeen af met muziek op, in de regel zonder notenschrift<br />
te leren lezen. Dat wakkerde hun improvisatietalent aan. Maar in de uitoefening van hun beroep verschilden<br />
zigeunermuzikanten doorgaans niet zo sterk van andere uitvoerende musici.<br />
Sinds de jaren tachtig is er een soort revival van ‘zigeunermuziek’ gaande en hebben velen een eigen plek op<br />
de markt veroverd. Die oriëntatie komt niet uit de lucht vallen, maar sluit aan bij een traditie die in <strong>Nederland</strong><br />
in de eerste helft van de vorige eeuw begon. ‘Zigeuners’ die vóór de Eerste Wereldoorlog als straatmuzikant<br />
hadden gewerkt, gingen daarna met orkesten de cafés, restaurants en theaters in het westen en midden van<br />
<strong>Nederland</strong> af.<br />
Sommige orkesten bouwden al snel een reputatie op en kregen vaste arrangementen aangeboden. <strong>In</strong>middels<br />
zijn het Rosenberg Trio en Tata Mirando bekende namen.<br />
Kunstenmakers<br />
Nu nog vertonen acrobaten, muzikanten en levende standbeelden hun kunsten op pleinen en in winkelstraten.<br />
Dat was vroeger niet anders. Het bieden van vermaak is altijd een belangrijke functie geweest van ambulante<br />
groepen. Kermisattracties en circussen mochten zich tot ver na de Tweede Wereldoorlog in een grote<br />
belangstelling van het publiek verheugen. Die grootschalige vormen van amusement, die pas in de twintigste<br />
eeuw tot volle wasdom zijn gekomen, vormden slechts één onderdeel van wat rondtrekkende artiesten te<br />
bieden hadden: acrobatiek, evenwichtskunsten, theater en exotische dieren. <strong>In</strong> de negentiende eeuw werden<br />
ze algemeen als kunstenmakers aangeduid, al combineerden ze dat vaak met handelen het maken van<br />
muziek.<br />
Onder ‘zigeuners’ en woonwagenbewoners bevond zich een bonte stoet van hardlopers, straatacrobaten,<br />
vuurvreters, buiksprekers, toneelspelers, degenslikkers, goochelaars, boeienkoningen, poppenkastspelers<br />
en waarzeggers. Evenals andere ambulante beroepsbeoefenaren volgden ze het jaarlijkse ritme van de<br />
jaarmarkten en kermissen in <strong>Nederland</strong> en omringende landen. Maar ze gingen ook dorpen en steden<br />
af om hun kunsten op straat te vertonen. Vrouwen speelden daarin een opvallend zelfstandige rol als<br />
‘kunstenmaaksters’, ‘harpspeelsters’ of ‘acrobates’.<br />
Andere rondreizende families verdienden de kost met uitvoeringen van toneelstukken en met marionettentheater.<br />
Toneelspelers traden in de negentiende eeuw op in herbergen en cafés, en met goed weer in de open<br />
lucht. Later staken ze hun geld wel in een reizend theater en legden ze zich toe op populaire en melodramatische<br />
stukken. Het marionettentheater – beter bekend als poppenkast – was deels in handen van Duitse en Franse<br />
‘zigeuners’ die vanaf de jaren dertig van de negentiende eeuw regelmatig door <strong>Nederland</strong> trokken.<br />
I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 1 9<br />
▼<br />
<strong>In</strong>dex