24.09.2013 Views

2007-09-10, verzoekschrift

2007-09-10, verzoekschrift

2007-09-10, verzoekschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

schending is te vinden in het arrest Broniowski van 22 juni 2004 (app.nr. 31443/96)<br />

inzake artikel 1 Eerste Protocol (recht op eigendom). Daarin kiest het EHRM ervoor de<br />

wetgeving, het beleid en allerlei ander doen of nalaten als één geheel aan te merken en dat<br />

algehele gedrag “regardless of whether that conduct may be characterised as an<br />

interference or as a failure to act, or a combination of both” aan een toets te<br />

onderwerpen.<br />

Juridisch kader<br />

15.2 Ten aanzien van het toelaten van leerlingen tot het regulier voortgezet onderwijs geldt –<br />

na de uitspraak van de Raad van State van 16 mei <strong>2007</strong> - het volgend juridisch kader:<br />

In artikel 27 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) is bepaald dat bij of krachtens<br />

algemene maatregel van bestuur voor elke soort van scholen voorwaarden voor de<br />

toelating worden vastgesteld. Deze voorwaarden zijn opgenomen in het Inrichtingsbesluit<br />

WVO, een algemene maatregel van bestuur. In het Inrichtingsbesluit zijn de toelatingsvoorwaarden<br />

voor het eerste leerjaar uitgewerkt in artikel 3 tot en met <strong>10</strong>. Op basis van<br />

artikel 4, lid 5, van het Inrichtingsbesluit mogen voor toelating op het Calandlyceum (en<br />

andere scholen met een gemeenschappelijk eerste leerjaar op v.m.b.o.-b of k-niveau of<br />

gemengde leerweg) geen andere criteria gelden dan neergelegd in artikel 3 van het<br />

Inrichtingsbesluit. Die criteria houden in: a. afkomstig van een school voor basisonderwijs<br />

en b. aan het einde van het schooljaar de leeftijd van 14 jaar bereikt. Ingevolge<br />

artikel 2, lid 1, Inrichtingsbesluit beslist het bevoegd gezag over toelating van leerlingen.<br />

Het bevoegd gezag dient ingevolge artikel 3, lid 2, Inrichtingsbesluit bij zijn beslissingen<br />

over toelating een onderwijskundig rapport te betrekken. Onder bevoegd gezag moet<br />

worden verstaan het schoolbestuur van de betreffende school (Rechtbank Amsterdam 23<br />

februari 2005, AWB 04/65<strong>09</strong> BESLU).<br />

Per 1 augustus 2003 is de Regeling leergebonden financiering (Regeling LGF) in werking<br />

getreden. De doelstelling van de wet is de bevordering van de emancipatie en integratie<br />

van leerlingen met een handicap in het reguliere (voortgezet) onderwijs. De inwerkingtreding<br />

van de Regeling LGF laat de wettelijke toelatingsvoorwaarden onverlet. Uit de<br />

wetsgeschiedenis van de Regeling LGF blijkt dat de integratie van gehandicapte leerlingen<br />

binnen de schoolsoorten alleen mogelijk is voorzover deze leerlingen voldoen aan de<br />

wettelijke toelatingsvoorwaarden (Kamerstukken II 200/01, 27 728, nr. 3), aldus het<br />

ACTB-advies van 8 juli 2005 ov. 6, p 6.<br />

Met een beroep op de parlementaire geschiedenis van de Regeling LGF (Kamerstukken<br />

II, 2000/01, 27 728, nr. 3, blz. 9 en nr. 7, blz. 24-29) en de jurisprudentie van de Afdeling<br />

bestuursrechtspraak Raad van State (16 november 2005, LJN: AU 6238 en 26 juli 1999,<br />

nr. H01.98.1591) wordt in het ACTB-advies van 8 juli 2005 alsmede in de aangevallen<br />

uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 16 mei <strong>2007</strong> aangenomen dat er geen<br />

toelatingsrecht tot een reguliere school bestaat. Ook als aan de wettelijke toelatingscriteria<br />

Ploeger en Brouwers - Staat der Nederlanden blz 21 / 478

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!