26.09.2013 Views

Beleggen in parkeergarages: hoe bepaal ik de waarde? - parkeer24

Beleggen in parkeergarages: hoe bepaal ik de waarde? - parkeer24

Beleggen in parkeergarages: hoe bepaal ik de waarde? - parkeer24

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong><br />

Master Thesis MSRE Opleid<strong>in</strong>g<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r<br />

Amsterdam, februari 2009<br />

Hoe <strong>bepaal</strong> <strong>ik</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>?<br />

betalen<br />

waar<strong>de</strong><br />

parkeren


<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong><br />

Master Thesis MSRE Opleid<strong>in</strong>g<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r<br />

Amsterdam, februari 2009<br />

Begelei<strong>de</strong>r extern Drs. Gerjan Vos<br />

Hoe <strong>bepaal</strong> <strong>ik</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>?<br />

Begelei<strong>de</strong>r <strong>in</strong>tern Ir. Thomas Pohle


Voorwoord<br />

II<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Deze Master Thesis is geschreven <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> studie Master of Science <strong>in</strong> Real Estate<br />

aan <strong>de</strong> Amsterdam School of Real Estate te Amsterdam. Aan dit on<strong>de</strong>rzoek liggen diverse<br />

on<strong>de</strong>rzoeken van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n ten grondslag welke <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n<br />

toelichten. Dit on<strong>de</strong>rzoek spitst zich toe op <strong>de</strong> toepasbaarheid van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n<br />

voor het waar<strong>de</strong>ren van <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Voor het tot stand komen van dit on<strong>de</strong>rzoek wil <strong>ik</strong> <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

personen bedanken. Als eerste dank <strong>ik</strong> alle docenten, hoogleraren en fellows van wie <strong>ik</strong><br />

an<strong>de</strong>rhalf jaar zeer waar<strong>de</strong>volle colleges heb mogen volgen. Daarnaast dank <strong>ik</strong> van <strong>de</strong>ze groep<br />

<strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r Gerjan Vos voor <strong>de</strong> begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze thesis. Zon<strong>de</strong>r zijn kritische bl<strong>ik</strong> en<br />

scherpe commentaar zou <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong>ze thesis niet op dit niveau terecht zijn gekomen.<br />

Tot slot bedank <strong>ik</strong> ook mijn <strong>in</strong>terne begelei<strong>de</strong>r Thomas Pohle, mijn familiele<strong>de</strong>n en mijn<br />

collega’s die hebben meegelezen en mij hebben voorzien van zeer bru<strong>ik</strong>bare kritische<br />

feedback.<br />

Parkeergarages blijven vermoe<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren voor een grote groep<br />

onroerend goed professionals een onbekend terre<strong>in</strong>. Mijn verwacht<strong>in</strong>g is echter dat na het<br />

lezen van dit on<strong>de</strong>rzoek ie<strong>de</strong>reen meer <strong>in</strong>zicht heeft gekregen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toepasbaarheid van <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n bij <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Amsterdam, februari 2009<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Samenvatt<strong>in</strong>g<br />

III<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Deze Master Thesis gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen tot<br />

stand komt en of <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmethodiek op eenduidige wijze vorm kan wor<strong>de</strong>n gegeven en<br />

<strong>in</strong>zichtelijk kan wor<strong>de</strong>n gemaakt. Hierbij zal een vergelijk<strong>in</strong>g getrokken wor<strong>de</strong>n met hotel<br />

onroerend goed, welke <strong>in</strong> grote lijnen een vergelijk<strong>in</strong>g vertoont met parkeergarage-<br />

belegg<strong>in</strong>gen. Parkeergarages (<strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g) en parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen zijn<br />

een relatief onbeken<strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>gsmarkt waar<strong>in</strong> slechts enkele grote spelers actief zijn. In<br />

toenemen<strong>de</strong> mate v<strong>in</strong><strong>de</strong>n transacties plaats die gericht zijn op uitsluitend het onroerend goed.<br />

Daarmee wordt <strong>de</strong> be<strong>hoe</strong>fte aan een eenduidige en <strong>in</strong>zichtelijke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong><br />

vergroot. In het on<strong>de</strong>rzoek is een analyse uitgevoerd naar <strong>de</strong> parkeermarkt, het parkeerbeleid,<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> huurovereenkomsten.<br />

Vervolgens is er on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

toepasbaarheid van <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n voor het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

De parkeermarkt<br />

Er wordt on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen openbare en niet openbare <strong>parkeergarages</strong>, waarbij het<br />

on<strong>de</strong>rzoek zich enkel zal richten op <strong>de</strong> publieke <strong>parkeergarages</strong>. Het totaal aantal openbare<br />

parkeerplaatsen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> 2000 wordt geraamd op circa 8.9 miljoen. 2% hiervan, circa<br />

162.200, bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong>. Doordat het autobezit s<strong>in</strong>ds 2000 gemid<strong>de</strong>ld met<br />

circa 2% per jaar is gegroeid, bleef ook <strong>de</strong> be<strong>hoe</strong>fte naar parkeeraccommodaties toenemen.<br />

Door het <strong>in</strong>voeren van parkeerbeleid, wat vervolgens heeft geleid tot het <strong>in</strong>voeren van betaald<br />

parkeren, kan <strong>de</strong> vraag naar en het aanbod van parkeerplaatsen op een efficiëntere wijze op<br />

elkaar wor<strong>de</strong>n afgestemd. In 2007 werd geschat dat circa 25% van <strong>de</strong> gebouw<strong>de</strong><br />

parkeeraccommodaties <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n was van private partijen. Uit het laatste on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat<br />

dit percentage is opgelopen tot wel 58%.<br />

Eigenaren van het parkeergarage onroerend goed kunnen ervoor kiezen om <strong>de</strong><br />

exploitatie en het beheer zelf uit te voeren, om <strong>de</strong> exploitatie en het beheer uit te beste<strong>de</strong>n of<br />

om enkel het beheer uit te beste<strong>de</strong>n. Welk beleid het beste gevolgd kan wor<strong>de</strong>n is afhankelijk<br />

van <strong>de</strong> fase waar<strong>in</strong> een parkeergarage zich bev<strong>in</strong>dt en <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> eigenaar bereid is<br />

een <strong>bepaal</strong>d exploitatierisico te lopen.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

IV<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Voor een belegger zit <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van onroerend goed voornamelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huur<strong>in</strong>komsten. Voor parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen wordt <strong>de</strong> huur <strong>bepaal</strong>d<br />

door <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten die <strong>de</strong> parkeergarage kan genereren. Deze <strong>in</strong>komsten hebben dan ook een<br />

<strong>in</strong>direct effect op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

De hoogte van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten van een parkeergarage wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d door het<br />

parkeertarief en <strong>de</strong> bezett<strong>in</strong>gsgraad. Naarmate <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten van een parkeergarage meer<br />

stijgen als gevolg van parkeertarief aanpass<strong>in</strong>gen - <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland gemid<strong>de</strong>ld 10 tot 25% per<br />

jaar - dan <strong>de</strong> jaarlijkse stijg<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> contracthuur, zal na afloop van <strong>de</strong> huurovereenkomst<br />

<strong>de</strong> huur wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd naar een hoger gelegen markthuur niveau. Dit wordt ook wel het<br />

positieve zaagtand effect genoemd en is één van <strong>de</strong> belangrijkste kenmerken van <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

Huurovereenkomsten<br />

In Europa wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> standaar<strong>de</strong>n gehanteerd <strong>in</strong> huurovereenkomsten. Het grootste<br />

verschil tussen huurovereenkomsten <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> rest van Europa is dat <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland<br />

<strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor het betalen van <strong>de</strong> onroerend zaakbelast<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

verzeker<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> overige lan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Europa wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze kosten weerlegd naar <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r,<br />

<strong>de</strong> gebru<strong>ik</strong>er van het onroerend goed.<br />

Voor <strong>parkeergarages</strong> zijn er tenm<strong>in</strong>ste twee metho<strong>de</strong>n voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

huurwaar<strong>de</strong>. De eerste metho<strong>de</strong> gaat uit van een residuele bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, waarbij wordt gekeken<br />

<strong>hoe</strong>veel van het bruto resultaat <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r bereid is af te staan aan huur voor het gebru<strong>ik</strong> van<br />

<strong>de</strong> parkeeraccommodatie. De twee<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> maakt gebru<strong>ik</strong> van <strong>in</strong> <strong>de</strong> markt geaccepteer<strong>de</strong><br />

omzet of bruto resultaat gerelateer<strong>de</strong> ratio’s. Deze metho<strong>de</strong> is subjectiever van aart, maar kan<br />

tevens dienen als controle van <strong>de</strong> uitkomst bij gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong> residuele huurwaar<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>.<br />

Waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n<br />

Voor dit on<strong>de</strong>rzoek zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vier waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht:<br />

1. Waar<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

2. De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

3. De <strong>in</strong>komsten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

4. De kosten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


V<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

1. Waar<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rmen<strong>in</strong>g: <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> wordt veelvuldig toegepast bij het bepalen<br />

van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van hotel onroerend goed. Als eerste wordt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale<br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g <strong>bepaal</strong>d. Vervolgens wordt op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie<br />

<strong>bepaal</strong>d en afgetrokken van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g. De uitkomst hiervan is<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed. Deze metho<strong>de</strong> is eveneens toe te passen op<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen.<br />

2. De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: gaat er vanuit dat een geïnformeer<strong>de</strong> koper voor een<br />

parkeergarage niet meer wil betalen dan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een bestaand onroerend<br />

goedobject voor <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gebru<strong>ik</strong>sdoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong><br />

<strong>bepaal</strong>d door het vergelijken van <strong>de</strong> verkoopprijzen van <strong>parkeergarages</strong>. Bij <strong>de</strong>ze<br />

vergelijk<strong>in</strong>g zullen verschillen ontstaan en zullen moeten wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd. Door <strong>de</strong><br />

zeer beperkte mate van on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vergelijkbaarheid van parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen en het<br />

beperkte aantal transacties is <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g niet <strong>de</strong> meest gesch<strong>ik</strong>te metho<strong>de</strong><br />

voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

3. De <strong>in</strong>komsten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: gaat er vanuit dat bij het verkrijgen van het eigendom, het<br />

onroerend goed zelfstandig <strong>in</strong>komsten zal genereren. De <strong>in</strong>komsten kunnen vervolgens<br />

aan <strong>de</strong> hand van een aantal metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n omgezet <strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het te waar<strong>de</strong>ren<br />

object. Van <strong>de</strong> meest gangbare <strong>in</strong>komstenkapitalisatie metho<strong>de</strong>n blijkt <strong>de</strong> Discounted<br />

Cash Flow (DCF) metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> meest gesch<strong>ik</strong>te metho<strong>de</strong> voor het op een juiste manier<br />

weerspiegelen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

4. De kosten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: stelt dat <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> wordt vastgesteld door het berekenen van<br />

<strong>de</strong> huidige vervang<strong>in</strong>gskosten, waarna een aftrek wordt toegepast voor <strong>de</strong> geaccumuleer<strong>de</strong><br />

afschrijv<strong>in</strong>gen, vermeer<strong>de</strong>rd met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grond. Doordat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een<br />

parkeergarage gekoppeld is aan het gebru<strong>ik</strong> ervan, is het voor een belegger <strong>in</strong> eerste<br />

<strong>in</strong>stantie niet relevant wat <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>gskosten van een parkeergarage zijn. In veel gevallen<br />

zal <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g volgens <strong>de</strong> kosten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g hoger<br />

uitvallen dan volgens <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. In dat geval zal een parkeergarage niet<br />

w<strong>in</strong>stgevend gerealiseerd kunnen wor<strong>de</strong>n. Het is dan ook niet voor <strong>de</strong> hand liggend dat <strong>de</strong><br />

kosten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gebru<strong>ik</strong>t wordt voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

Zowel mid<strong>de</strong>ls het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g als mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> DCF-<br />

metho<strong>de</strong> kan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g het beste wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Inhoudsopgave<br />

VI<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

1 INLEIDING ................................................................................................................................................. 8<br />

1.1 AANLEIDING .............................................................................................................................................. 8<br />

1.2 PROBLEEMSTELLING .................................................................................................................................. 8<br />

1.2.1 Centrale vraag ................................................................................................................................ 9<br />

1.2.2 Subvragen ........................................................................................................................................ 9<br />

1.3 UITGANGSPUNTEN ................................................................................................................................... 10<br />

1.4 OPBOUW ONDERZOEK .............................................................................................................................. 10<br />

1.4.1 Theoretisch ka<strong>de</strong>r .......................................................................................................................... 10<br />

1.4.2 Praktijkon<strong>de</strong>rzoek.......................................................................................................................... 11<br />

1.4.3 Conclusie en aanbevel<strong>in</strong>gen .......................................................................................................... 12<br />

2 PARKEERGARAGE ALS TYPE BELEGGING................................................................................... 13<br />

2.1 SOORTEN PARKEERGARAGES ................................................................................................................... 13<br />

2.2 DE MARKT ............................................................................................................................................... 14<br />

2.3 PARTIJEN ................................................................................................................................................. 16<br />

2.4 PARKEERBELEID ...................................................................................................................................... 16<br />

2.4.1 Gemeentelijk parkeerbeleid ........................................................................................................... 16<br />

2.4.2 Beleggers parkeerbeleid ................................................................................................................ 18<br />

2.5 BEHEER EN EXPLOITATIE ......................................................................................................................... 19<br />

2.6 EXPLOITATIEKOSTEN VAN PARKEERGARAGES ......................................................................................... 21<br />

2.7 WAARDEONTWIKKELING ......................................................................................................................... 23<br />

2.8 HUUROVEREENKOMSTEN ........................................................................................................................ 25<br />

2.8.1 Verschillen b<strong>in</strong>nen Europa ............................................................................................................ 25<br />

2.8.2 Totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurprijs .................................................................................................. 27<br />

2.8.3 Residuele huurwaar<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> .................................................................................................... 27<br />

2.8.4 Huurwaar<strong>de</strong> ratio’s ....................................................................................................................... 29<br />

2.8.5 Huurprijsherzien<strong>in</strong>g ...................................................................................................................... 30<br />

3 WAARDEBEPALING EXPLOITATIEGEBONDEN ONROEREND GOED ................................... 33<br />

3.1 WAARDEREN VAN DE ONDERNEMING ...................................................................................................... 33<br />

3.1.1 Free cashflow ................................................................................................................................ 34<br />

3.1.2 NOPLAT ........................................................................................................................................ 35<br />

3.1.3 ROIC ............................................................................................................................................. 35<br />

3.1.4 WACC ............................................................................................................................................ 36<br />

3.1.5 Groei ............................................................................................................................................. 36<br />

3.1.6 Waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g ......................................................................................................... 36<br />

3.2 WAARDE VAN DE EXPLOITATIE................................................................................................................ 37<br />

3.3 RENDEMENTSEIS VOOR DE EXPLOITATIE ................................................................................................. 38<br />

3.4 VERGELIJKING HOTELS EN PARKEERGARAGES ......................................................................................... 38<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


VII<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

3.5 CONCLUSIE .............................................................................................................................................. 40<br />

4 WAARDERINGSMETHODEN ............................................................................................................... 41<br />

4.1 DE COMPARATIEVE BENADERING ............................................................................................................ 41<br />

4.2 DE INKOMSTENBENADERING ................................................................................................................... 42<br />

4.2.1 Bruto AanvangsRen<strong>de</strong>ment (BAR)-metho<strong>de</strong> .................................................................................. 43<br />

4.2.2 Netto AanvangsRen<strong>de</strong>ment (NAR)-metho<strong>de</strong> .................................................................................. 44<br />

4.2.3 Discounted Cashflow (DCF)-metho<strong>de</strong> .......................................................................................... 44<br />

4.2.4 IRR-metho<strong>de</strong> .................................................................................................................................. 50<br />

4.2.5 WOZ waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> ............................................................................................................ 50<br />

4.3 DE KOSTENBENADERING ......................................................................................................................... 53<br />

5 TOEPASBAARHEID WAARDERINGSMETHODEN ........................................................................ 54<br />

5.1 DE COMPARATIEVE BENADERING ............................................................................................................ 54<br />

5.2 DE INKOMSTENBENADERING ................................................................................................................... 56<br />

5.2.1 BAR-metho<strong>de</strong> ................................................................................................................................. 56<br />

5.2.2 NAR-metho<strong>de</strong> ................................................................................................................................ 57<br />

5.2.3 DCF-metho<strong>de</strong> ................................................................................................................................ 57<br />

5.3 DE KOSTENBENADERING ......................................................................................................................... 59<br />

5.4 CONCLUSIE .............................................................................................................................................. 59<br />

6 CASE STUDIE ........................................................................................................................................... 63<br />

6.1 INLEIDING ................................................................................................................................................ 64<br />

6.2 KERNGEGEVENS ...................................................................................................................................... 64<br />

6.3 WAARDE VAN DE ONDERNEMING ............................................................................................................ 64<br />

6.4 WAARDE VAN DE EXPLOITATIE................................................................................................................ 65<br />

6.5 WAARDE VAN HET ONROEREND GOED .................................................................................................... 67<br />

6.6 CONTROLE OP BASIS VAN EEN KAPITALISATIEMETHODE ......................................................................... 68<br />

7 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN ................................................................................................... 69<br />

7.1 CONCLUSIE .............................................................................................................................................. 69<br />

7.1.1 Beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen ................................................................................................ 69<br />

7.1.2 Beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> centrale vraag ............................................................................................ 71<br />

7.2 AANBEVELINGEN ..................................................................................................................................... 73<br />

7.2.1 Transparantie ................................................................................................................................ 73<br />

7.2.2 Risicoprofiel .................................................................................................................................. 73<br />

7.2.3 <strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong>: markt <strong>in</strong> volle ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g ............................................................ 74<br />

BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................................. 75<br />

BIJLAGEN .......................................................................................................................................................... 77<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

8<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De vraag naar onroerend goed belegg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> traditionele categorieën als kantoren, w<strong>in</strong>kels<br />

en won<strong>in</strong>gen blijft erg groot. Door het beperkte aanbod van kwaliteits-onroerend goed <strong>in</strong><br />

Europa tegen een acceptabele prijs zijn beleggers geneigd uit te wijken naar nichemarkten<br />

zoals <strong>in</strong>frastructuur, energie, leisure. Doordat ook het aanbod van <strong>de</strong>ze nichemarkten <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland zeer beperkt is, wordt hierb<strong>in</strong>nen snel gekeken naar grensoverschrij<strong>de</strong>nd onroerend<br />

goed aanbod. Veel fondsmanagers spr<strong>in</strong>gen hierop <strong>in</strong> door <strong>in</strong>ternationale, vaak pan-Europese,<br />

onroerend goedfondsen aan te bie<strong>de</strong>n. Het voor<strong>de</strong>el van <strong>in</strong>directe belegg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> pan-<br />

Europese onroerend goedfondsen is, dat het risico b<strong>in</strong>nen een portefeuille <strong>in</strong>ternationaal<br />

gespreid kan wor<strong>de</strong>n en dat het opbouwen van <strong>de</strong> portefeuille <strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> nichemarkt<br />

eenvoudiger is.<br />

1.1 Aanleid<strong>in</strong>g<br />

Mijn werkgever, Bouwfonds REIM (Real Estate Investment Management), heeft <strong>in</strong> 2005 het<br />

Bouwfonds European Real Estate Park<strong>in</strong>g Fund gelanceerd. Dit fonds heeft als strategie het<br />

beleggen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> door haar ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong> targetlan<strong>de</strong>n, dat wil zeggen alle<br />

lan<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Eurozone en het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk. Voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage spelen een aantal onroerend goed categoriespecifieke<br />

kenmerken een rol. Hoewel <strong>de</strong> exploitatie van <strong>parkeergarages</strong> en <strong>de</strong> parkeergarage als<br />

onroerend goed belegg<strong>in</strong>g twee totaal verschillen<strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>es zijn, hebben ze bij het tot<br />

stand komen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage wel <strong>de</strong>gelijk een relatie met elkaar.<br />

Ofschoon reeds on<strong>de</strong>rzoek gedaan is naar <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het<br />

algemeen, is slechts beperkte <strong>in</strong>formatie besch<strong>ik</strong>baar over <strong>de</strong> toepasbaarheid van <strong>de</strong>ze<br />

metho<strong>de</strong>n bij het waar<strong>de</strong>ren van <strong>parkeergarages</strong>. Het on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek zal zich richten<br />

op <strong>de</strong> toepasbaarheid van waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n. Hiervoor is gebru<strong>ik</strong> gemaakt van <strong>de</strong><br />

ervar<strong>in</strong>gen van nationale en <strong>in</strong>ternationale experts op het gebied van het waar<strong>de</strong>ren van<br />

<strong>parkeergarages</strong>. Daarnaast wordt er uitgebreid stil gestaan bij <strong>de</strong> onroerend goed<br />

karakteristieken van <strong>parkeergarages</strong>.<br />

1.2 Probleemstell<strong>in</strong>g<br />

In <strong>de</strong>ze thesis wil <strong>ik</strong> on<strong>de</strong>rzoeken op welke manier <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een parkeergarage als<br />

onroerend goedbelegg<strong>in</strong>g tot stand kan komen. Parkeergarages wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> sommige gevallen<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


9<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

gezien als commercieel onroerend goed, exploitatie onroerend goed of een comb<strong>in</strong>atie van<br />

bei<strong>de</strong>. Deze typen onroerend goed kennen een an<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.<br />

De uitkomsten van dit on<strong>de</strong>rzoek zullen een belegger, een taxateur, een ontw<strong>ik</strong>kelaar,<br />

een adviseur of een lokale overheid houvast bie<strong>de</strong>n bij het op een nauwkeurigere manier<br />

bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage.<br />

1.2.1 Centrale vraag<br />

De centrale vraag die tij<strong>de</strong>ns dit on<strong>de</strong>rzoek beantwoord dient te wor<strong>de</strong>n luidt: ‘Op welke<br />

manier komt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g tot stand?’<br />

Om hel<strong>de</strong>rheid te verschaffen over <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> centrale vraag, wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r enkele<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ities verdui<strong>de</strong>lijkt:<br />

• Waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: metho<strong>de</strong> waarbij als doel het bepalen van het geschatte bedrag waartegen<br />

onroerend goed op <strong>de</strong> datum van <strong>de</strong> taxatie zou wor<strong>de</strong>n verkocht uitgaan<strong>de</strong> van een<br />

bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper met voldoen<strong>de</strong> afstand tot elkaar na een<br />

geëigen<strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> partijen met kennis van zaken zorgvuldig en<br />

zon<strong>de</strong>r dwang zou hebben gehan<strong>de</strong>ld (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007).<br />

• Parkeergarages, publieke of private: een parkeergarage is een garage waar auto’s voor<br />

korte duur wor<strong>de</strong>n geparkeerd (Dale, 2008). In hoofdstuk 2 wordt een uitgebrei<strong>de</strong><br />

beschrijv<strong>in</strong>g gegeven van <strong>parkeergarages</strong>.<br />

• Parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g: een parkeergarage die geëxploiteerd wordt door een<br />

parkeerexploitant en aangehou<strong>de</strong>n wordt als belegg<strong>in</strong>g met als doel uit <strong>de</strong> verhuur en<br />

verkoop van het onroerend goed een toekomstige stroom gel<strong>de</strong>lijke opbrengsten te<br />

realiseren (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007).<br />

1.2.2 Subvragen<br />

De hieron<strong>de</strong>r geformuleer<strong>de</strong> vragen die voortvloeien uit <strong>de</strong> centrale vraag zijn relevant en<br />

noodzakelijk voor het beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> centrale vraag.<br />

• Wat zijn <strong>de</strong> kenmerken van parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen en an<strong>de</strong>r exploitatiegebon<strong>de</strong>n<br />

onroerend goed?<br />

• Welke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n zijn er voor parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen en welke<br />

metho<strong>de</strong> geeft <strong>de</strong> meest realistische weerspiegel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>?<br />

• Hoe komt <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> tot stand vanuit <strong>de</strong> <strong>in</strong>vals<strong>hoe</strong>k van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

belegg<strong>in</strong>g?<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


10<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

• Is <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>vals<strong>hoe</strong>ken?<br />

1.3 Uitgangspunten<br />

Vanuit <strong>de</strong> centrale vraag zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> uitgangspunten vastgesteld:<br />

• Bij <strong>parkeergarages</strong> gaat het om onroerend goed dat gebon<strong>de</strong>n is aan een specifieke<br />

vorm van gebru<strong>ik</strong>. Er wordt dan ook uitgegaan van onroerend goed dat niet zon<strong>de</strong>r<br />

<strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> wijzig<strong>in</strong>gen voor an<strong>de</strong>re functies te gebru<strong>ik</strong>en is;<br />

• De parkeergarage is vrij toegankelijk en wordt niet belemmerd <strong>in</strong> het gebru<strong>ik</strong> als<br />

parkeergarage;<br />

• Het is er zowel <strong>de</strong> belegger als <strong>de</strong> parkeerexploitant om te doen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst<br />

positieve f<strong>in</strong>anciële resultaten te realiseren;<br />

• Voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> is zowel <strong>de</strong> koper als <strong>de</strong> verkoper er<strong>in</strong><br />

geïnteresseerd <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> componenten van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n;<br />

• De waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n getoetst op hun realiseerbaarheid en om zo een<br />

goe<strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g te krijgen bij <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk gehanteer<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n;<br />

• Het on<strong>de</strong>rzoek houdt geen reken<strong>in</strong>g met eventuele belast<strong>in</strong>gen en rentelasten.<br />

1.4 Opbouw on<strong>de</strong>rzoek<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek is erop gericht om antwoord te geven op <strong>de</strong> centrale vraag en haar <strong>de</strong>elvragen,<br />

en vervolgens te komen tot een conclusie en aanbevel<strong>in</strong>gen. Het on<strong>de</strong>rzoek wordt opgebouwd<br />

uit een beschrijv<strong>in</strong>g van het theoretische ka<strong>de</strong>r en een praktijkon<strong>de</strong>rzoek.<br />

1.4.1 Theoretisch ka<strong>de</strong>r<br />

De scriptie beg<strong>in</strong>t met een breed theoretisch ka<strong>de</strong>r, waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> lezer meer <strong>in</strong>zicht wordt<br />

gegeven <strong>in</strong> <strong>de</strong> aspecten van parkeergarage belegg<strong>in</strong>gen. Dit theoretische ka<strong>de</strong>r is opgesplitst<br />

<strong>in</strong> twee verschillen<strong>de</strong> facetten:<br />

• Parkeergarage als type belegg<strong>in</strong>g: doel hierbij is om uitgebrei<strong>de</strong> achtergrond <strong>in</strong>formatie te<br />

verstrekken over <strong>de</strong> onroerend goed categorie <strong>parkeergarages</strong>. Inzicht <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze categorie<br />

helpt <strong>de</strong> lezer te begrijpen welke factoren een belangrijke rol vervullen bij het bepalen van<br />

<strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>. Deze <strong>in</strong>formatie is nog niet eer<strong>de</strong>r op <strong>de</strong>ze manier vertoont.<br />

• Literatuuron<strong>de</strong>rzoek: doel hierbij is om argumenten te vergaren voor een theoretische<br />

on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n die het beste <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van<br />

<strong>parkeergarages</strong> weerspiegelt.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


1.4.2 Praktijkon<strong>de</strong>rzoek<br />

Naast het theoretische ka<strong>de</strong>r zullen <strong>de</strong> gekozen waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>s aan <strong>de</strong> hand van een<br />

praktijkvoorbeeld wor<strong>de</strong>n getoetst en besproken met experts op het gebied van exploiteren en<br />

beleggen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong>. Dit praktijkon<strong>de</strong>rzoek is opgesplitst <strong>in</strong> twee <strong>de</strong>len:<br />

• Casestudie: doel oel is om aan <strong>de</strong> hand van het gekozen wwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong><br />

aar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> een<br />

ren<strong>de</strong>mentsbereken<strong>in</strong>g uit te werken om <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> te vali<strong>de</strong>ren.<br />

• Expert <strong>in</strong>terviews: doel oel is om <strong>de</strong> uitkomst van het on<strong>de</strong>rzoek te toetsen aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten<br />

van diverse experts <strong>in</strong> het specifieke vakgebied.<br />

Figuur 1: : schematische weergave van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksstructuur<br />

11<br />

Parkeergarages als<br />

type belegg<strong>in</strong>g<br />

Ondoerzoek:<br />

•Literatuur<br />

•Experts<br />

•Case studie<br />

Centrale vraag:<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n:<br />

•Comparatieve<br />

bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

•Inkomsten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

•Kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

‘Op Op welke manier komt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g tot stand?'<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


1.4.3 Conclusie en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

12<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

In <strong>de</strong> conclusie zal antwoord wor<strong>de</strong>n gegeven op <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> toepasbaarheid van <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n en wor<strong>de</strong>n aanbevel<strong>in</strong>gen gedaan voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> van <strong>parkeergarages</strong>. Tot slot zal wor<strong>de</strong>n stilgestaan bij <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van<br />

vervolgstudies op basis van dit on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


2 Parkeergarage als type belegg<strong>in</strong>g<br />

13<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Traditionele onroerend goed categorieën als kantoren, w<strong>in</strong>kels en won<strong>in</strong>gen zijn erg populair<br />

bij onroerend goed beleggers. Voor dit type belegg<strong>in</strong>gen is een grote <strong>hoe</strong>veelheid <strong>in</strong>formatie<br />

besch<strong>ik</strong>baar voor een groot aantal lan<strong>de</strong>n. Hierdoor is <strong>de</strong> markt van dit type belegg<strong>in</strong>gen een<br />

stuk transparanter dan van an<strong>de</strong>re onroerend goedcategorieën waarvoor slechts beperkte<br />

<strong>in</strong>formatie besch<strong>ik</strong>baar is. Dit is ook het geval voor <strong>de</strong> <strong>parkeergarages</strong>.<br />

De onroerend goedmarkt is on<strong>de</strong>r te ver<strong>de</strong>len <strong>in</strong> twee hoofdcategorieën: <strong>de</strong><br />

commerciële onroerend goedmarkt en <strong>de</strong> niet-commerciële onroerend goedmarkt (Van Gool,<br />

Brounen, Jager, & Weisz, 2007). On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> commerciële onroerend goedmarkt vallen on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re: kantoren, w<strong>in</strong>kels, hotels, bedrijfsruimten, congrescentra en ook <strong>parkeergarages</strong>.<br />

On<strong>de</strong>r niet-commercieel onroerend goed vallen on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re: kerken, gevangenissen,<br />

ziekenhuizen en won<strong>in</strong>gen.<br />

Een <strong>in</strong> eigendom zijn<strong>de</strong> parkeergarage kan voor eigen reken<strong>in</strong>g en risico wor<strong>de</strong>n<br />

beheerd (exploitatie onroerend goed), wor<strong>de</strong>n beheerd door een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> partij of wor<strong>de</strong>n<br />

verhuurd aan een parkeergarage-exploitant. In het laatste geval loopt <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong><br />

parkeergarage geen operationeel risico meer, maar ontvangt <strong>de</strong>ze jaarlijks huur van haar<br />

huur<strong>de</strong>r (commercieel onroerend goed). Vanzelfsprekend zijn er voor <strong>de</strong> eigenaar wel an<strong>de</strong>re<br />

risico’s zoals een <strong>de</strong>biteurenrisico en een marktrisico. De re<strong>de</strong>n om te kiezen voor het zelf<br />

beheren, het uitbeste<strong>de</strong>n van beheer of het uitbeste<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> volledige exploitatie is sterk<br />

afhankelijk van het soort parkeergarage en het beleid van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> eigenaar. Deze<br />

keuzes wor<strong>de</strong>n besproken <strong>in</strong> paragraaf 0.<br />

2.1 Soorten <strong>parkeergarages</strong><br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> soorten <strong>parkeergarages</strong>:<br />

• Publieke <strong>parkeergarages</strong>: met een publieke parkeergarage wordt bedoeld een<br />

parkeergarage die toegankelijk is voor ie<strong>de</strong>reen, onafhankelijk van <strong>de</strong> bestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

gebru<strong>ik</strong>er. Hiervoor kan een gebru<strong>ik</strong>er een vergoed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht wor<strong>de</strong>n of het<br />

gebru<strong>ik</strong> kan kosteloos ter besch<strong>ik</strong>k<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gesteld. Dit laatste is vaak het geval bij<br />

<strong>parkeergarages</strong> welke gelegen zijn bij voorzien<strong>in</strong>gen waarbij er meer baat is bij veel<br />

bezoekers waardoor <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> parkeergarage op een an<strong>de</strong>re manier ge<strong>de</strong>kt wor<strong>de</strong>n.<br />

Indien lang parkeren of misbru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong> parkeerfaciliteit door <strong>de</strong> gebru<strong>ik</strong>ers tegen gegaan<br />

dient te wor<strong>de</strong>n, zal <strong>in</strong> veel gevallen wel een vergoed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gebracht.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


14<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

• Private <strong>parkeergarages</strong>: een private parkeergarage heeft als doel het bie<strong>de</strong>n van<br />

parkeerfaciliteiten aan een beperkte groep bezoekers, die enkel door mid<strong>de</strong>l van een pas,<br />

een sleutel of een an<strong>de</strong>re persoonlijke i<strong>de</strong>ntificatie toegang kunnen krijgen tot <strong>de</strong><br />

parkeergarage. Deze situatie doet zich vooral voor bij won<strong>in</strong>gen en kantoorgebouwen.<br />

Door <strong>de</strong> grote diversiteit <strong>in</strong> het gebru<strong>ik</strong> van <strong>parkeergarages</strong> is het niet eenvoudig om tot een<br />

standaard te komen voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een publieke parkeergarage. De<br />

waar<strong>de</strong> is <strong>in</strong> grote mate afhankelijk van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten welke door <strong>de</strong> parkeergarage<br />

gegenereerd kunnen wor<strong>de</strong>n. Voor een private parkeergarage ligt dat an<strong>de</strong>rs. Hierbij spelen<br />

vraag en aanbod van abonnementen een grote rol. Het on<strong>de</strong>rzoek zal zich enkel richten op het<br />

bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van publieke <strong>parkeergarages</strong>.<br />

2.2 De markt<br />

Ne<strong>de</strong>rland is één van <strong>de</strong> dichtstbevolkte lan<strong>de</strong>n ter wereld. Ook het aantal auto’s per<br />

oppervlakte-eenheid is hier relatief hoog (CROW, 2004). Opmerkelijk genoeg ontbreekt <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland een kwantitatief <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het aantal openbare parkeerplaatsen en zelfs <strong>in</strong> het<br />

aantal gereguleer<strong>de</strong> openbare parkeerplaatsen (Dijken, 2002). Het aantal parkeerplaatsen <strong>in</strong><br />

2000 kan geraamd wor<strong>de</strong>n op 12,5 tot 15,6 miljoen. Het aantal openbare parkeerplaatsen<br />

wordt geraamd op 8.9 miljoen, een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van 558.8 parkeerplaatsen per 1.000 <strong>in</strong>woners.<br />

Van <strong>de</strong>ze 8.9 miljoen openbare parkeerplaatsen bev<strong>in</strong>dt zicht 81% op en langs <strong>de</strong> straat, 17%<br />

op terre<strong>in</strong>en en 2% <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> (Dijken, 2002).<br />

Totaal aantal openbare parkeerplaatsen<br />

162.200 ; 2%<br />

1.536.000 ; 17%<br />

7.166.000 ; 81%<br />

Op en lang straat Op terre<strong>in</strong>en In <strong>parkeergarages</strong><br />

Figuur 2: totaal aantal openbare parkeerplaatsen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> 2000 (Dijken, 2002)<br />

Alle openbare parkeerplaatsen op en langs straat zijn eigendom van <strong>de</strong> gemeente en daarom<br />

publiek eigendom. De openbare parkeerplaatsen op parkeerterre<strong>in</strong>en en <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> zijn<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


15<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

niet volledig publiek eigendom. Van <strong>de</strong> openbare parkeerplaatsen op parkeerterre<strong>in</strong>en is 19%<br />

privaat eigendom en van <strong>de</strong> openbare parkeerplaatsen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 58%. Het totaal<br />

aantal openbare parkeerplaatsen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland bedraagt 162.200, waarvan circa 68.124 <strong>in</strong><br />

eigendom is van <strong>de</strong> gemeenten (Dijken, 2002).<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

Figuur 3: aantal openbare parkeerplaatsen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> publiek en privaat eigendom <strong>in</strong> 2000 (Dijken, 2002)<br />

Doordat het autobezit s<strong>in</strong>ds het jaar 2000 gemid<strong>de</strong>ld met circa 2% per jaar is gegroeid<br />

(Statistiek, 2007), bleef ook <strong>de</strong> be<strong>hoe</strong>fte aan parkeeraccommodaties toenemen. Door het<br />

<strong>in</strong>voeren van betaald parkeren lijkt het realiseren van relatief dure parkeeroploss<strong>in</strong>gen<br />

mogelijk. Dit is goed nieuws, want er is op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse markt nog steeds een tekort aan<br />

parkeerplaatsen (CROW, 2006).<br />

In publiek of privaat eigendom<br />

- 42.750<br />

7.166.000 1.493.250<br />

94.076<br />

68.124<br />

Op en langs straat Op terre<strong>in</strong>en In parkeerplaatsen<br />

Publiek Privaat<br />

Onroerendgoedbeleggers en gebru<strong>ik</strong>ers van onroerend goed hebben belang bij goe<strong>de</strong><br />

parkeervoorzien<strong>in</strong>gen, omdat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het (omliggen<strong>de</strong>) onroerend goed<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n. Parkeergarages vertegenwoordigen echter zelf ook een waar<strong>de</strong>, door <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>komsten die ze genereren en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> grond en het gebouw (CROW,<br />

2006). Hoewel <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n <strong>parkeergarages</strong> vooral beschouwd wer<strong>de</strong>n als kostenpost, lijkt<br />

daar nu veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te komen. Parkeergarages vormen tegenwoordig een <strong>in</strong>teressante<br />

<strong>in</strong>komstenbron en krijgen <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate belangstell<strong>in</strong>g van professionele partijen als<br />

projectontw<strong>ik</strong>kelaars en beleggers. Daarmee lijken <strong>parkeergarages</strong> een zelfstandige onroerend<br />

goedcategorie te gaan wor<strong>de</strong>n. Door <strong>de</strong> beperkte <strong>hoe</strong>veelheid transacties en <strong>de</strong> beperkte<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


16<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

transparantie <strong>in</strong> dit marktsegment, is het echter niet eenvoudig om te komen tot een juiste<br />

bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage. Dit wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> hoofdstukken<br />

ver<strong>de</strong>r uitgewerkt.<br />

2.3 Partijen<br />

In Ne<strong>de</strong>rland, maar ook <strong>in</strong> Europa zijn een beperkt aantal grote en een groot aantal m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

grote parkeerexploitanten actief. De vijf grootste parkeerexploitanten -<strong>in</strong> aantalen beheer<strong>de</strong><br />

parkeerplaatsen <strong>in</strong> Europa- zijn, <strong>in</strong> willekeurige volgor<strong>de</strong>: VINCI Park, Q-Park, Apcoa,<br />

Interpark<strong>in</strong>g en NCP. Deze vijf beheren samen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 15% van het totale aantal<br />

parkeerplaatsen (Pr<strong>in</strong>cet, 2007). De meeste parkeerexploitanten tre<strong>de</strong>n ook op als<br />

parkeergaragebeheer<strong>de</strong>r, <strong>in</strong>dien gewenst door <strong>de</strong> eigenaar/belegger.<br />

Het aantal private parkeergaragebeleggers <strong>in</strong> Europa is vele malen kle<strong>in</strong>er dan het aantal<br />

parkeerexploitanten. In feite betreft het grootste ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong>ze groep parkeerexploitanten<br />

die naast <strong>de</strong> exploitatie <strong>in</strong> sommige gevallen ook eigenaar zijn van <strong>de</strong> parkeergarage. Partijen<br />

die <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel geen raakvlakken hebben met <strong>de</strong> parkeerexploitatie op zich en zich enkel<br />

richten op het beleggen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> zijn, <strong>in</strong> willekeurige volgor<strong>de</strong>: IEF, Bouwfonds,<br />

Rodamco, Corio en Quantum. Van <strong>de</strong>ze partijen hebben enkel Bouwfonds en Quantum<br />

gespecialiseer<strong>de</strong> parkeergaragefondsen. Daarnaast is er vermoe<strong>de</strong>lijk een groot aantal<br />

<strong>parkeergarages</strong> <strong>in</strong> eigendom van particulieren en private equity partijen. Hiervan zijn echter<br />

geen gegevens bekend.<br />

2.4 Parkeerbeleid<br />

Het parkeerbeleid kan wor<strong>de</strong>n opgesplitst <strong>in</strong> gemeentelijk parkeerbeleid en het beleid van een<br />

belegger <strong>in</strong> een parkeergarage.<br />

2.4.1 Gemeentelijk parkeerbeleid<br />

Door <strong>de</strong> hoge autodichtheid loopt Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> Europa al jaren voorop met zowel het<br />

ruimtelijk beleid als het parkeerbeleid. Het parkeerbeleid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland is gericht op <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> drie thema’s (CROW, 2004):<br />

• Parkeervolume: het aantal parkeerplaatsen<br />

• Reguler<strong>in</strong>g qua tijd en plaats<br />

• Handhav<strong>in</strong>g, oftewel controle<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Door <strong>de</strong> enorme groei van het gemotoriseer<strong>de</strong> verkeer is <strong>de</strong> be<strong>hoe</strong>fte ontstaan om het parkeren<br />

te beperken. In Ne<strong>de</strong>rland kwam <strong>de</strong>ze motoriser motoriser<strong>in</strong>g op gang <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig en zestig van <strong>de</strong><br />

tw<strong>in</strong>tigste eeuw. Beg<strong>in</strong> jaren zestig werd door m<strong>in</strong>isters Korthals en Zijlstra een wijzig<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> Wet Motorrijtuigenbelast<strong>in</strong>g doorgevoerd. Vanaf dat moment kon<strong>de</strong>n grote gemeenten<br />

parkeermeters gaan <strong>in</strong>zetten oom<br />

<strong>de</strong> parkeerduur <strong>in</strong> <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>n aan ban<strong>de</strong>n te leggen.<br />

Schiphol was <strong>de</strong> eerste gemeente <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland met parkeermeters. Amsterdam was <strong>in</strong> 1964 <strong>de</strong><br />

eerste gemeente die <strong>in</strong> <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenstad betaald parkeren <strong>in</strong>voer<strong>de</strong> (CROW, 2004) 2004).<br />

Ruimtelijke, maatschappelijke appelijke en economische ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n ertoe dat het<br />

parkeerbeleid voortdurend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g blijft. Naarmate <strong>de</strong> parkeerdruk toeneemt, zullen<br />

gemeenten <strong>in</strong> steeds meer plaatsen parkeerreguler<strong>in</strong>g toepassen. De evolutie van hhet<br />

parkeerbeleid b<strong>in</strong>nen een gemeente kent <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stappen (CROW, 2004) 2004):<br />

Figuur 4: evolutie van parkeerbeleid<br />

In beg<strong>in</strong>sel wordt <strong>de</strong> besch<strong>ik</strong>bare ruimte gebru<strong>ik</strong>t voor parkeren totdat <strong>de</strong>ze zo vol staat met<br />

geparkeer<strong>de</strong> auto’s dat dit afbreuk doet aan <strong>de</strong> kwaliteit van het gebied. Een logische<br />

volgen<strong>de</strong> stap is het weren of op an<strong>de</strong>re manier faciliteren van <strong>de</strong> langparkeer<strong>de</strong>r uit een<br />

<strong>bepaal</strong>d gebied. Een blauwe zone, waar<strong>in</strong> gebru<strong>ik</strong> van een parkeerschijf noodzakelijk is, of<br />

het langzaam <strong>in</strong>voeren nvoeren van betaald parkeren zijn hiervoor geijkte mid<strong>de</strong>len mid<strong>de</strong>len. Langparkeer<strong>de</strong>rs<br />

zullen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gevallen uitwijken naar omliggen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n, wat daar op termijn ook zal<br />

lei<strong>de</strong>n tot meer overlast. In <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n lijkt het <strong>in</strong>voeren van parkeervergunn<strong>in</strong>gen een<br />

logisch ogisch vervolg. De bewoners van <strong>de</strong> <strong>de</strong>ze omliggen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n kunnen onbeperkt gebru<strong>ik</strong><br />

blijven maken van <strong>de</strong> parkeerplaatsen, terwijl voor an<strong>de</strong>re gebru<strong>ik</strong>ers het gebru<strong>ik</strong> eenvoudig is<br />

17<br />

Geen<br />

parkeerbeleid<br />

Beperk<strong>in</strong>g van<br />

parkeerduur<br />

Parkeervergunn<strong>in</strong>gen<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Verschillen<strong>de</strong><br />

parkeertarieven<br />

Mobiliteitsmanagement<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


18<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

te controleren. Het controleren op en het beboeten van onjuist gebru<strong>ik</strong> van parkeerplaatsen is<br />

wel een randvoorwaar<strong>de</strong> voor het succesvol uitvoeren van een parkeerbeleid. Zoals <strong>de</strong><br />

afgelopen jaren is gebleken, neemt <strong>de</strong> vraag naar parkeerruimte nog ver<strong>de</strong>r toe. Hierdoor<br />

wordt een efficiënte handhav<strong>in</strong>g van het parkeerbeleid nog belangijker en neemt <strong>in</strong> veel<br />

gevallen het gebied van betaald parkeren toe. Het hanteren van verschillen<strong>de</strong> parkeertarieven<br />

is een goe<strong>de</strong> manier om <strong>de</strong> parkeervoorzien<strong>in</strong>gen gecontroleerd te laten gebru<strong>ik</strong>en. Ook met<br />

<strong>de</strong> opkomst van Park and Ri<strong>de</strong> (P+R) <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met openbaar vervoer<strong>de</strong>rs, wordt<br />

geprobeerd <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n bere<strong>ik</strong>baar te hou<strong>de</strong>n voor alle bezoekers, niet alleen het autoverkeer.<br />

Mobiliteitsmanagement vormt een steeds belangrijkere factor <strong>in</strong> het parkeerbeleid. Of een<br />

parkeerbeleid effectief is, valt of staat met een juiste handhav<strong>in</strong>g van betaald parkeren op<br />

straat of het goed functioneren van een parkeergarage. Indien handhav<strong>in</strong>g ontbreekt, zal<br />

niemand meer betalen voor parkeren.<br />

2.4.2 Beleggers parkeerbeleid<br />

Een belegger ziet beleggen als: het <strong>in</strong> stand hou<strong>de</strong>n of doen groeien van vermogen (CROW,<br />

2006). Een belegger is bereid, gelet op het bijbehoren<strong>de</strong> risico, om een <strong>de</strong>el van zijn<br />

vermogen besch<strong>ik</strong>baar te stellen ten e<strong>in</strong><strong>de</strong> daar een <strong>bepaal</strong>d ren<strong>de</strong>ment op te behalen. De<br />

meest voorkomen<strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>gscategorieën zijn aan<strong>de</strong>len, vastrenten<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en onroerend<br />

goed (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Elke belegg<strong>in</strong>gscategorie heeft haar eigen<br />

ren<strong>de</strong>ments- en risico-eigenschappen. Voor onroerend goed geldt dat het totale ren<strong>de</strong>ment dat<br />

behaald kan wor<strong>de</strong>n uit onroerend goed belegg<strong>in</strong>gen bestaat uit een direct en een <strong>in</strong>direct<br />

ren<strong>de</strong>ment. In <strong>de</strong> meeste gevallen zijn bij <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> directe ren<strong>de</strong>menten op korte<br />

termijn relatief eenvoudig te schatten aan <strong>de</strong> hand van historische gegevens. Indirecte<br />

ren<strong>de</strong>menten daarentegen, welke betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>de</strong> verwachte waar<strong>de</strong>stijg<strong>in</strong>g, zijn een<br />

stuk moeilijker <strong>in</strong> te schatten. Naarmate <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> eigendomsperio<strong>de</strong> toeneemt, neemt ook<br />

<strong>de</strong> onzekerheid van het geplan<strong>de</strong> te realiseren <strong>in</strong>directe ren<strong>de</strong>ment op onroerend<br />

goedbelegg<strong>in</strong>gen toe. Het op een juiste manier schatten van <strong>de</strong> (toekomstige) marktwaar<strong>de</strong><br />

van het onroerend goed is hierbij <strong>de</strong> belangrijkste factor. Dit is echter niet voor alle onroerend<br />

goedcategorieën even eenvoudig. In hoofdstuk 3 en 4 wordt hier na<strong>de</strong>r op <strong>in</strong>gegaan.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


2.5 Beheer en exploitatie<br />

19<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Indien een belegger ervoor heeft gekozen om te beleggen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong>, is ook het beleid<br />

van <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> parkeergarage een belangrijke factor voor het bepalen van het risico en<br />

het ren<strong>de</strong>ment van <strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>g. Dit heeft voornamelijk te maken met het al dan niet voor<br />

eigen reken<strong>in</strong>g en risico beheren en exploiteren van <strong>de</strong> parkeergarage. Een eigenaar van een<br />

parkeergarage kan kiezen uit een drietal scenario’s ten aanzien van <strong>de</strong> parkeerexploitatie en –<br />

beheer:<br />

• zelf <strong>de</strong> exploitatie en het beheer uitvoeren<br />

• zelf <strong>de</strong> exploitatie uitvoeren en het beheer uitbeste<strong>de</strong>n, meestal door mid<strong>de</strong>l van een<br />

huurovereenkomst met een parkeerexploitant<br />

• <strong>de</strong> exploitatie en het beheer uitbeste<strong>de</strong>n, meestal door mid<strong>de</strong>l van een<br />

beheerovereenkomst met een parkeergaragebeheer<strong>de</strong>r of property manager<br />

Beheer en exploitatie lei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk nog wel eens tot verwarr<strong>in</strong>g. Daarom wor<strong>de</strong>n<br />

hieron<strong>de</strong>r bei<strong>de</strong> begrippen en <strong>de</strong> samenhangen<strong>de</strong> consequenties en voor- en na<strong>de</strong>len<br />

besproken.<br />

• Parkeerexploitatie: het risicodragend nemen van strategische, tactische en operationele<br />

besliss<strong>in</strong>gen, die gevolgen kunnen hebben voor <strong>de</strong> opbrengsten en kosten van <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

exploitant beheer<strong>de</strong> parkeerplaatsen. Deze besliss<strong>in</strong>gen kunnen betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>de</strong><br />

parkeertarieven, <strong>de</strong> uitbested<strong>in</strong>g van het parkeerbeheer, exploitatiemo<strong>de</strong>llen en <strong>de</strong> keuze<br />

voor on<strong>de</strong>rverhuur of het afgeven van abonnementen.<br />

• Parkeerbeheer: het uitvoeren van het beleid van <strong>de</strong> parkeerexploitant tene<strong>in</strong><strong>de</strong> zijn<br />

resultaat te optimaliseren en <strong>de</strong> parkeergarage naar wens te laten functioneren. Het beheer<br />

betreft vooral operationele aspecten van het beleid, bijvoorbeeld <strong>de</strong> uitgifte van <strong>de</strong><br />

abonnementen, <strong>de</strong> schoonmaak en het toezicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> parkeergarage. Er is <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel geen<br />

sprake van f<strong>in</strong>ancieel risico. De beheer<strong>de</strong>r krijgt een beheervergoed<strong>in</strong>g, bestaan<strong>de</strong> uit <strong>de</strong><br />

beheerkosten en een w<strong>in</strong>stopslag.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Om als parkeergaragebelegger een keuze te kunnen maken tussen <strong>de</strong> drie bovengenoem<strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n volgen hieron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> meest relevante voor- en na<strong>de</strong>len:<br />

Voor<strong>de</strong>len<br />

Na<strong>de</strong>len<br />

Figuur 5: voor- en na<strong>de</strong>len van uitbeste<strong>de</strong>n van exploitatie en beheer<br />

Bovenstaan<strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len laten zien dat er diverse mogelijkhe<strong>de</strong>n zijn om zeggenschap<br />

te hou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> tariefontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g, die voor eeen<br />

en belangrijk <strong>de</strong>el <strong>de</strong> aantrekkelijkheid van<br />

bezoekers aan een stad bepalen, zon<strong>de</strong>r dat een gemeente (of an<strong>de</strong>re eigenaar) betrokken <strong>hoe</strong>ft<br />

te blijven bij het beheer en het eigendom van een parkeergarage. Het elim<strong>in</strong>eren van<br />

exploitatierisico kan ook een belan belangrijke grijke beweegre<strong>de</strong>n zijn om <strong>de</strong> exploitatie uit te beste<strong>de</strong>n.<br />

Een beheer<strong>de</strong>r zal <strong>in</strong> alle gevallen het m<strong>in</strong>ste risico lopen, <strong>de</strong>ze wordt gecompenseerd voor <strong>de</strong><br />

gemaakte kosten en ontvangt daarnaast een beheervergoed<strong>in</strong>g.<br />

Zoals eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> dit hoofdstuk aangegeven, be bezitten lokale ale overhe<strong>de</strong>n nog een groot <strong>de</strong>el<br />

van <strong>de</strong> <strong>parkeergarages</strong>. Recent is <strong>in</strong> Amsterdam een on<strong>de</strong>rzoek gestart naar het<br />

maatschappelijk belang van <strong>de</strong> gemeente bij het hebben van een eigen dienst<br />

parkeergebouwen. Hoewel het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> gemeente Amsterd Amsterdam am nog niet is afgerond,<br />

wordt verwacht dat <strong>de</strong> uitkomst zal lei<strong>de</strong>n tot het voorstel waarbij <strong>de</strong> gemeente<br />

Amsterdam vanuit een centrale positie zorg zal dragen voor meer stur<strong>in</strong>g en regie op parkeren<br />

en niet primair op <strong>de</strong> exploitatie van <strong>parkeergarages</strong>. Deze exploitatie komt op steeds meer<br />

plaatsen <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n van commerciële partijen. Zij zijn vaak explicieter <strong>in</strong> hun doelstell<strong>in</strong>gen:<br />

20<br />

Zelf exploiteren<br />

en het beheer<br />

uitvoeren<br />

Exploitatie opbrengsten<br />

Zeggenschap<br />

tariefontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

(tenzij an<strong>de</strong>rs <strong>bepaal</strong>d)<br />

Exploitatierisico<br />

Complexe<br />

beheerorganisatie<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Zelf exploiteren<br />

en het beheer<br />

uitbeste<strong>de</strong>n<br />

Exploitatie opbrengsten<br />

Zeggenschap<br />

tariefontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

(tenzij an<strong>de</strong>rs <strong>bepaal</strong>d)<br />

Geen complexe<br />

beheerorganisatie<br />

Jaarlijkse huur<strong>in</strong>komsten<br />

Exploitatierisico<br />

De exploitatie<br />

en het beheer<br />

uitbeste<strong>de</strong>n<br />

Geen complexe<br />

beheerorganisatie<br />

Geen exploitatie risico<br />

Jaarlijkse huur<strong>in</strong>komsten<br />

Geen zeggenschap over<br />

tariefontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

(tenzij an<strong>de</strong>rs <strong>bepaal</strong>d)<br />

Geen<br />

exploitatieopbrengsten<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


<strong>de</strong> exploitatie moet geld opleveren. Immers, dit is hun primaire bron van <strong>in</strong>komsten <strong>in</strong>komsten. Dit ligt<br />

dui<strong>de</strong>lijk an<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> parkeergar parkeergarage age on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaakt van an<strong>de</strong>re, veelal grotere,<br />

functies, zoals een uitgaans-<br />

voor <strong>de</strong> parkeerexploitant, maar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aantrekkelijk voor het bijbehoren<strong>de</strong> centrum. De<br />

parkeerexploitant kan dan afwijken fwijken van haar w<strong>in</strong>stoogmerk, maar zal veelal <strong>de</strong> onrendabele<br />

exploitatie verhalen op het uitgaans uitgaans- of w<strong>in</strong>kelcentrum (CROW, 2007).<br />

2.6 Exploitatiekosten van <strong>parkeergarages</strong><br />

De kosten voor eigendom, exploitatie en beheer lopen per pa parkeergarage rkeergarage sterk uiteen en zijn<br />

afhankelijk van het type parkeergarage. In het volgen<strong>de</strong> figuur wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kostenposten<br />

weergegeven, on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld naar eigendom, exploitatie en beheer.<br />

Figuur 6: : kostenposten voor eigendom, exploi exploitatie en beheer (CROW, 2007)<br />

Hieron<strong>de</strong>r zullen <strong>de</strong>ze kostenposten kort wor<strong>de</strong>n toegelicht:<br />

Eigendom<br />

• F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g: het et realiseren van een parkeergarage gaat bijna altijd gepaard met het<br />

aantrekken van een len<strong>in</strong>g. De rentelasten oop<br />

p <strong>de</strong>ze len<strong>in</strong>g vormen voor <strong>de</strong> eigenaar<br />

doorgaans een grote kostenpost. Voor het besch<strong>ik</strong>baar stellen van het eigen vermogen<br />

wordt door <strong>de</strong> vermogensverschaffers ook een soort rente geëist, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van divi<strong>de</strong>nd.<br />

21<br />

Eigendom<br />

F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

Reserver<strong>in</strong>gen<br />

groot on<strong>de</strong>rhoud<br />

Verzeker<strong>in</strong>gen en<br />

belast<strong>in</strong>gen<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

of w<strong>in</strong>kelcentrum. Een tariefverhog<strong>in</strong>g is dan wel <strong>in</strong>teressant<br />

Exploitatie<br />

Dagelijks<br />

on<strong>de</strong>rhoud<br />

Verzeker<strong>in</strong>gen<br />

Bedrijfskosten<br />

Beheer<br />

Management &<br />

adm<strong>in</strong>istratie<br />

Personeelskosten<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


22<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

• Reserveren groot on<strong>de</strong>rhoud: een parkeergarage gaat tenm<strong>in</strong>ste <strong>de</strong>rtig jaar mee. Periodiek<br />

is groot on<strong>de</strong>rhoud nodig voor het <strong>in</strong> stand hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> parkeergarage. Kosten voor<br />

groot on<strong>de</strong>rhoud kunnen wor<strong>de</strong>n gef<strong>in</strong>ancierd door periodiek een bedrag te reserveren.<br />

• Verzeker<strong>in</strong>gen en belast<strong>in</strong>gen: bij <strong>de</strong> eigendom van een parkeergarage hoort een opstal- en<br />

eigenaars aansprakelijkheidsverzeker<strong>in</strong>g. Daarnaast betaalt <strong>de</strong> eigenaar <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland ook<br />

onroerendzaakbelast<strong>in</strong>g (OZB).<br />

Exploitatie<br />

• Dagelijks on<strong>de</strong>rhoud: bij <strong>de</strong> exploitatie horen activiteiten als het dagelijkse on<strong>de</strong>rhoud,<br />

waaron<strong>de</strong>r: schoonmaken, beveiligen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van parkeerapparatuur en<br />

toegangssystemen.<br />

• Verzeker<strong>in</strong>gen: behalve voor het eigendom zal ook voor <strong>de</strong> exploitatie van een<br />

parkeergarage een aansprakelijkheidsverzeker<strong>in</strong>g moeten wor<strong>de</strong>n afgesloten.<br />

• Bedrijfskosten: bij <strong>de</strong> exploitatie van een parkeergarage wor<strong>de</strong>n algemene kosten<br />

Beheer<br />

gemaakt. Hierbij valt <strong>de</strong> <strong>de</strong>nken aan kosten voor parkeerkaartjes, <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van een<br />

bewakersloge en energiekosten. De energiekosten, zijn<strong>de</strong> gas, water en elektra, vallen bij<br />

een on<strong>de</strong>rgrondse parkeergarage doorgaans hoger uit dan bij een bovengrondse<br />

parkeergarage. Alle lucht moet immers op een mechanische wijze wor<strong>de</strong>n afgevoerd.<br />

Daarnaast vallen ook <strong>de</strong> kosten voor afschrijv<strong>in</strong>gen en f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

parkeerapparatuur voor reken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> exploitatie.<br />

• Management en adm<strong>in</strong>istratie: <strong>de</strong> kosten voor het f<strong>in</strong>anciële en adm<strong>in</strong>istratieve beheer<br />

vallen ten laste van het beheer van <strong>de</strong> parkeergarage. Hierbij moet gedacht wor<strong>de</strong>n aan het<br />

abonnementenbeheer, <strong>de</strong> geldverwerk<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> feitelijke adm<strong>in</strong>istratie en <strong>de</strong><br />

belast<strong>in</strong>gaangiften.<br />

• Personeelskosten: een van <strong>de</strong> grootste kostenposten voor het beheer van een<br />

parkeergarage wordt gevormd door <strong>de</strong> personeelskosten. Afhankelijk van <strong>de</strong> grootte, maar<br />

vooral ook van <strong>de</strong> open<strong>in</strong>gstij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> parkeergarage zal er meer of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r personeel<br />

<strong>in</strong>gezet moeten wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> bezoekers te waarborgen. Doorgaans<br />

wordt dit personeel ook <strong>in</strong>gezet voor <strong>de</strong> schoonmaak en voor adm<strong>in</strong>istratieve<br />

afhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> parkeergarage.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


23<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De totale kosten voor het bezitten, exploiteren en beheren van een parkeergarage zijn<br />

afhankelijk van <strong>de</strong> omvang, <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> gebru<strong>ik</strong>s<strong>in</strong>tensiviteit en <strong>de</strong> technische staat van <strong>de</strong><br />

parkeergarage. De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gskosten, die ook een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> kosten beslaan, zijn<br />

vanzelfsprekend groten<strong>de</strong>els afhankelijk van <strong>de</strong> rentestand en <strong>de</strong> risico opslag van <strong>de</strong> vreemd<br />

vermogen verstrekker. Uit een rapport van Grontmij Parkconsult is gebleken dat <strong>de</strong>ze totale<br />

kosten variëren van € 500 tot € 1.000 per parkeerplaats per jaar. Het heeft geen toegevoeg<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> om <strong>de</strong>ze kosten uit te drukken <strong>in</strong> een percentage van <strong>de</strong> omzet, omdat <strong>de</strong> kosten ten<br />

opzichte van <strong>de</strong> omzet niet proportioneel toenemen. Een parkeergarage waarvoor het<br />

parkeertarief ligt op € 1 per uur zal een an<strong>de</strong>re omzet hebben dan een even grote<br />

parkeergarage waarvoor het tarief ligt op € 2,50 per uur. De kosten voor het beheer zullen <strong>in</strong><br />

bei<strong>de</strong> gevallen nagenoeg hetzelf<strong>de</strong> zijn.<br />

2.7 Waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

Voor een belegger zit <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van onroerend goed voornamelijk <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huur<strong>in</strong>komsten. Hiervoor zijn <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een huurovereenkomst<br />

van groot belang. Naast <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> huuropbrengsten is ook <strong>de</strong> huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

markt van belang. Deze huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g zal er namelijk toe lei<strong>de</strong>n dat wanneer <strong>de</strong><br />

huurperio<strong>de</strong> is verlopen <strong>de</strong> nieuwe huurprijs zal wor<strong>de</strong>n aangepast aan <strong>de</strong> dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> markt<br />

gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> huurprijzen. Als een belegger voornemens is zijn belegg<strong>in</strong>g af te stoten na<br />

huurprijsherzien<strong>in</strong>g, dan loopt <strong>de</strong>ze belegger een kans of een risico dat zijn e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong><br />

substantieel hoger of lager uitvalt dan van te voren was veron<strong>de</strong>rsteld. In <strong>de</strong> meeste Europese<br />

lan<strong>de</strong>n zal <strong>de</strong> huur jaarlijks gecorrigeerd wor<strong>de</strong>n volgens <strong>de</strong> <strong>in</strong> dat land gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie (zie<br />

paragraaf 2.8).<br />

Aangezien het praktisch on<strong>de</strong>nkbaar is dat <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurprijs tij<strong>de</strong>ns een<br />

contractperio<strong>de</strong> exact gelijk is aan <strong>de</strong> huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt, zal er aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van<br />

<strong>de</strong> huurperio<strong>de</strong> een sprong gemaakt wor<strong>de</strong>n. Deze sprong wordt ook wel het ‘zaagtan<strong>de</strong>ffect’<br />

genoemd. Dit zaagtand effect kan zowel positief als negatief zijn. Hieron<strong>de</strong>r wordt aan <strong>de</strong><br />

hand van een rekenvoorbeeld uitgelegd <strong>hoe</strong> dit zaagtan<strong>de</strong>ffect er bij traditioneel onroerend<br />

goed uitziet.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


24<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Rekenvoorbeeld: <strong>de</strong> huur van een traditioneel onroerend goedobject <strong>in</strong> jaar 1 is gelijk aan <strong>de</strong><br />

dan gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> markthuur 1 en bedraagt € 100, - per m2 per jaar. De <strong>in</strong>flatie <strong>in</strong> dit specifieke<br />

land bedraagt 2,5% per jaar. De huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt bedraagt echter slechts 1,5%<br />

per jaar. Het huurcontract loopt nog 5 jaar. In jaar 5 bedraagt <strong>de</strong> contracthuur € 100, - x<br />

(1,025)^5 = € 113,14 per m2 per jaar. Aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> huurcontractperio<strong>de</strong> is <strong>de</strong> dan <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> lokale markt gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> markthuur slechts € 100, - x (1,015)^5 = € 107,73 per m2 per jaar.<br />

Dit houdt <strong>in</strong> dat bij een efficiënt functioneren<strong>de</strong> markt, <strong>de</strong> belegger enkel <strong>in</strong> staat is om voor<br />

<strong>de</strong> nieuwe markthuur van € 107,73 per m2 per jaar haar onroerend goedobject aan een<br />

huur<strong>de</strong>r aan te bie<strong>de</strong>n. Een dal<strong>in</strong>g van € 5,41 per m2 per jaar is het gevolg. Indien zich dat <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> 20 jaar elke 5 jaar weer herhaalt, ontstaat het on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> beeld van <strong>de</strong><br />

huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong>ze belegger:<br />

140,00<br />

135,00<br />

130,00<br />

125,00<br />

120,00<br />

115,00<br />

110,00<br />

105,00<br />

100,00<br />

Zaagtan<strong>de</strong>ffect traditioneel onroerend goed<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19<br />

Figuur 7: negatief zaagtan<strong>de</strong>ffect<br />

Indien <strong>de</strong> huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> markt har<strong>de</strong>r stijgt dan <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie, ontstaat er een <strong>in</strong>vers<br />

zaagtan<strong>de</strong>ffect. Dit <strong>in</strong>verse zaagtan<strong>de</strong>ffect zal <strong>in</strong> het algemeen een positief effect hebben op<br />

het ren<strong>de</strong>ment van een belegger.<br />

Contract huur Markthuur<br />

In bovenstaand rekenvoorbeeld is uitgegaan van een efficiënt functioneren<strong>de</strong> markt, waarbij<br />

<strong>de</strong> markthuur eenvoudig kan wor<strong>de</strong>n afgeleid van recente transacties en <strong>de</strong> vergelijkbaarheid<br />

1 On<strong>de</strong>r markthuur wordt verstaan <strong>de</strong> huur die tot stand komt door vraag en aanbod op <strong>de</strong> huurmarkt. Deze geldt<br />

vaak voor het eerste jaar van <strong>de</strong> huurovereenkomst (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007)<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


25<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

van een locatie. Bij <strong>parkeergarages</strong> is <strong>de</strong> markthuur echter m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenvoudig te bepalen. Om<br />

bij een parkeergarage te komen tot overeenstemm<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> huurprijs zal vooral gekeken<br />

moeten wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> opbrengsten en kosten van het gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> economische waar<strong>de</strong> (Vis, 2006) die een parkeergarage exploitant heeft<br />

<strong>bepaal</strong>d voor <strong>de</strong> exploitatie van <strong>de</strong> parkeergarage, zal <strong>de</strong> exploitant bereid zijn om een<br />

huurprijs te betalen voor het ter besch<strong>ik</strong>k<strong>in</strong>g stellen van het onroerend goed. Een belegger zal<br />

op basis van <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n huurstroom haar economische waar<strong>de</strong> bepalen wat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal<br />

resulteren <strong>in</strong> een marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage. De belegger is bij het beleggen <strong>in</strong> een<br />

parkeergarage erg afhankelijk van <strong>de</strong> omzetverwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> parkeergarage exploitant.<br />

Een belangrijke factor voor een belegger bij het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage<br />

zijn <strong>de</strong> jaarlijkse huurstromen. Hierop wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf ver<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gegaan.<br />

2.8 Huurovereenkomsten<br />

Een parkeerexploitant die zelf geen eigenaar is van <strong>de</strong> te exploiteren parkeergarage zal voor<br />

het gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage met <strong>de</strong> eigenaar een gebru<strong>ik</strong>ersovereenkomst moeten<br />

afsluiten. Meestal wordt dit gedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een huurovereenkomst. In <strong>de</strong>ze paragraaf<br />

wordt uitgelegd welke verschillen bestaan tussen huurovereenkomsten b<strong>in</strong>nen Europa en<br />

wordt beschreven <strong>hoe</strong> <strong>de</strong> huur tot stand komt.<br />

2.8.1 Verschillen b<strong>in</strong>nen Europa<br />

In Europa bestaan er grote <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke verschillen <strong>in</strong> huurovereenkomsten. De belangrijkste<br />

verschillen komen voor bij: contractduur, huurprijs<strong>in</strong><strong>de</strong>xatie, tariefstijg<strong>in</strong>gen, on<strong>de</strong>rhoud,<br />

vervang<strong>in</strong>g, belast<strong>in</strong>gen, opstal- en aansprakelijkheidsverzeker<strong>in</strong>gen. Er is wel een trend<br />

waarneembaar dat <strong>de</strong>ze verschillen zullen verkle<strong>in</strong>en.<br />

In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> matrix wordt weergegeven wat per land <strong>de</strong> standaard bepal<strong>in</strong>gen zijn<br />

van huurovereenkomsten. Het spreekt voor zich dat dit slechts richtlijnen zijn en dat partijen,<br />

voor zover wettelijk toegestaan, on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g an<strong>de</strong>re afspraken kunnen maken.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Tabel 1: standaardbepal<strong>in</strong>gen van huurovereenkomsten <strong>in</strong> Europa<br />

Categorie Ne<strong>de</strong>rland Duitsland<br />

26<br />

Oostenrijk<br />

F<strong>in</strong>land<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Frankrijk<br />

Spanje<br />

Italië<br />

België Verenigd<br />

Kon<strong>in</strong>krijk<br />

Contractduur 2 >15 jaar 10-20 jaar 10-20 jaar 10-20 jaar 3,6,9 jaar >20 jaar<br />

Huurprijs<strong>in</strong><strong>de</strong>xatie CPI 3 CPI t 4 HBWI 5 CPI CPI RPI 6<br />

Tariefstijg<strong>in</strong>gen Vrij Vrij Vrij CPI Vrij Vrij<br />

On<strong>de</strong>rhoud Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r FRI 7<br />

Vervang<strong>in</strong>g Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Eigenaar Huur<strong>de</strong>r<br />

Belast<strong>in</strong>gen Eigenaar Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r<br />

Opstalverzeker<strong>in</strong>gen Eigenaar Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r<br />

Aansprakelijkheids-<br />

verzeker<strong>in</strong>g<br />

Bron: Eigen on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r Huur<strong>de</strong>r<br />

Het opvallen<strong>de</strong> uit bovenstaan<strong>de</strong> overzicht is het verschil tussen huurovereenkomsten <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland en huurovereenkomsten <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest van Europa. In Ne<strong>de</strong>rland wor<strong>de</strong>n veelal ROZ 8<br />

huurovereenkomsten getekend, waar<strong>in</strong> is <strong>bepaal</strong>d dat <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>gen en belast<strong>in</strong>gen gezien<br />

wor<strong>de</strong>n als eigenaarlasten, terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest van Europa het gebru<strong>ik</strong>elijk is dat <strong>de</strong> gebru<strong>ik</strong>er<br />

<strong>de</strong>ze kosten voor haar reken<strong>in</strong>g neemt. Dit heeft uiteraard gevolgen bij het bepalen van <strong>de</strong><br />

huurprijs, maar heeft uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk geen <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

Dit wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf ver<strong>de</strong>r uitgelegd.<br />

2 Looptijd is richtlijn. Hier kan ten alle tij<strong>de</strong> van afgeweken wor<strong>de</strong>n.<br />

3 Conform ROZ wordt <strong>de</strong> huur jaarlijks geïn<strong>de</strong>xeerd met <strong>de</strong> consumenten prijs <strong>in</strong><strong>de</strong>x.<br />

4 In<strong>de</strong>xatie, gekoppeld aan CPI, vaak trapsgewijs nadat een <strong>bepaal</strong><strong>de</strong> CPI stijg<strong>in</strong>g is gerealiseerd.<br />

5 Gekoppeld aan <strong>de</strong> herbouwwaar<strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>x.<br />

6 Retail Price In<strong>de</strong>x. Deze ligt historisch gezien altijd boven CPI.<br />

7 In het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk is een Full Repair and Insurance huurovereenkomst gebru<strong>ik</strong>elijk. De huur<strong>de</strong>r is<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijk voor alle on<strong>de</strong>rhoud, vervang<strong>in</strong>g, verzeker<strong>in</strong>g en belast<strong>in</strong>gen.<br />

8 Raad voor Onroeren<strong>de</strong> Zaken<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


2.8.2 Totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurprijs<br />

27<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Er zijn we<strong>in</strong>ig data voorhan<strong>de</strong>n om een markthuur te bepalen voor parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen<br />

(Bos, 2009). Hiervoor is het aantal transacties <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> te beperkt en is <strong>de</strong><br />

transparantie <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze markt onvoldoen<strong>de</strong>. Er zal daarom op een an<strong>de</strong>re manier <strong>bepaal</strong>d moeten<br />

wor<strong>de</strong>n welke huur voor een exploitant nog een rendabele exploitatie oplevert, reken<strong>in</strong>g<br />

hou<strong>de</strong>nd met het daaraan gekoppel<strong>de</strong> risico. De keerzij<strong>de</strong> is dat <strong>de</strong> hieruit voortvloeien<strong>de</strong> huur<br />

voor een belegger voldoen<strong>de</strong> moet zijn om een <strong>bepaal</strong>d ren<strong>de</strong>ment op haar belegg<strong>in</strong>g te<br />

realiseren. De markthuur zal dan ook door zowel huur<strong>de</strong>r als verhuur<strong>de</strong>r bekeken en <strong>bepaal</strong>d<br />

moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

2.8.3 Residuele huurwaar<strong>de</strong> metho<strong>de</strong><br />

We beg<strong>in</strong>nen met <strong>de</strong> parkeerexploitant, wie voor het gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage een<br />

huurovereenkomst zal moeten aangaan met <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> parkeergarage. Uit <strong>de</strong> praktijk<br />

blijkt dat <strong>de</strong> huur die een parkeerexploitant bereid is te betalen residueel kan wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d<br />

aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> totale <strong>in</strong>komsten uit een parkeergarage m<strong>in</strong>us alle exploitatielasten en<br />

m<strong>in</strong>us een opslag voor w<strong>in</strong>st en risico (Gerritsen, 2009). In formule vorm ziet <strong>de</strong> huurbepal<strong>in</strong>g<br />

er als volgt uit:<br />

= − − <br />

De hoogte van het vereiste ren<strong>de</strong>ment is afhankelijk van <strong>de</strong> stabiliteit van <strong>de</strong> toekomstige<br />

kasstromen. Indien het ondui<strong>de</strong>lijk is of een parkeergarage zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst nog zal<br />

(blijven) ontw<strong>ik</strong>kelen, zal door een exploitant een hoger ren<strong>de</strong>ment geëist wor<strong>de</strong>n. Uit<br />

gesprekken met grote parkeerexploitanten <strong>in</strong> Europa blijkt dat <strong>de</strong> vereiste opslag voor w<strong>in</strong>st<br />

cq risico (voor belast<strong>in</strong>gen) wordt uitgedrukt <strong>in</strong> een percentage van <strong>de</strong> omzet. Dit percentage<br />

bev<strong>in</strong>dt zich <strong>in</strong> een bandbreedte tussen 7% en 15%. De exploitant kijkt hierbij naar <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> w<strong>in</strong>st over <strong>de</strong> gehele looptijd van <strong>de</strong> huurovereenkomst. Bij een net geopen<strong>de</strong><br />

parkeergarage zal doorgaans <strong>de</strong> omzet <strong>de</strong> eerste jaren har<strong>de</strong>r stijgen en na verloop van tijd<br />

stabiliseren. Een huur op basis van <strong>de</strong> omzet van het eerste jaar is daardoor niet realistisch,<br />

een huur op basis van een gestabiliseerd jaar echter ook niet. Omdat een belegger vaak<br />

geïnteresseerd is <strong>in</strong> een stabiele huurstroom, zal <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r, tenm<strong>in</strong>ste voor een groot <strong>de</strong>el,<br />

een vaste huur moeten aanbie<strong>de</strong>n, welke gecorrigeerd zal wor<strong>de</strong>n voor <strong>in</strong>flatie zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vorige paragraaf is uitgelegd. Aan <strong>de</strong> hand van het volgen<strong>de</strong> rekenvoorbeeld wordt dui<strong>de</strong>lijk<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


28<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

wat <strong>de</strong> maximale huur is die een parkeerexploitant bereid is te betalen voor het gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong><br />

parkeergarage.<br />

Rekenvoorbeeld: De door <strong>de</strong> parkeerexploitant verwachte omzet van een parkeergarage,<br />

gelegen <strong>in</strong> het centrum van een mid<strong>de</strong>lgrote stad (> 200.000 <strong>in</strong>woners), wordt voor <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> 10 jaar geschat op gemid<strong>de</strong>ld € 1.596.000 per jaar. Gespreid over 10 jaar ziet <strong>de</strong><br />

omzet er als volgt uit:<br />

Tabel 2: omzet geduren<strong>de</strong> 10 jaar (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro's)<br />

Jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Omzet 1.341 1.390 1.447 1.495 1.551 1.664 1.702 1.746 1.789 1.835<br />

Gelet op <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze parkeergarage en het gebrek aan directe concurrentie, wordt het<br />

risico op een grote neerwaartse afwijk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> omzet t.o.v. <strong>de</strong> omzetprognose zeer kle<strong>in</strong><br />

geacht. Door al <strong>de</strong>ze factoren zal een parkeerexploitant genoegen nemen met een w<strong>in</strong>st cq<br />

risico opslag van 8% over <strong>de</strong> te realiseren omzet, welke aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant ligt van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r<br />

gestel<strong>de</strong> bandbreedte van 6% tot 12%. In <strong>de</strong> tabel hieron<strong>de</strong>r volgen <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> omzet behoren<strong>de</strong><br />

aannames voor kosten en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke w<strong>in</strong>st voor rente en belast<strong>in</strong>gen (EBIT) 9 .<br />

Tabel 3: EBIT geduren<strong>de</strong> 10 jaar (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro's)<br />

Jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Omzet 1.341 1.390 1.447 1.495 1.551 1.664 1.702 1.746 1.789 1.835<br />

Kosten 10 -521 -535 -549 -575 -590 -609 -624 -639 -668 -685<br />

EBITDA 11 820 855 898 920 961 1.055 1.078 1.107 1.121 1.150<br />

D/A 12 -31 -31 -31 -41 -60 -60 -75 -75 -86 -67<br />

EBIT 789 825 867 879 901 995 1.003 1.033 1.035 1.083<br />

9 EBIT: Earn<strong>in</strong>gs before <strong>in</strong>terest and taxes<br />

10 Hiermee wor<strong>de</strong>n bedoeld <strong>de</strong> directe exploitatiekosten. Deze kosten kunnen per parkeergarage erg verschillen.<br />

Meer hierover is beschreven <strong>in</strong> paragraaf 2.6<br />

11 EBITDA: Earn<strong>in</strong>gs before <strong>in</strong>terest, taxes <strong>de</strong>preciation and amortization<br />

12 D/A: Depreciation and amortization (afschrijv<strong>in</strong>gen en amortisaties)<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


29<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De EBIT zal uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gebru<strong>ik</strong>t voor het betalen van <strong>de</strong> huur en <strong>de</strong> w<strong>in</strong>st cq risico<br />

opslag. Met een w<strong>in</strong>st cq risico opslag van 8% resulteert dit <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> huurstromen:<br />

Tabel 4: huur geduren<strong>de</strong> 10 jaar (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro's)<br />

Jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

EBIT 789 825 867 879 901 995 1.003 1.033 1.035 1.083<br />

W<strong>in</strong>st (8%) -107 -111 -116 -120 -124 -133 -136 -140 -143 -147<br />

Huur 682 713 751 760 777 862 867 893 891 936<br />

In <strong>de</strong> eerste 5 jaren stijgt <strong>de</strong> omzet met gemid<strong>de</strong>ld meer dan 4% per jaar, terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> 5 jaren<br />

daarna <strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g blijft steken op een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> van 3% per jaar. Door <strong>de</strong>ze niet constante<br />

stijg<strong>in</strong>g zal <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> gebaseerd zijn op <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>ld te (kunnen) betalen huur.<br />

2.8.4 Huurwaar<strong>de</strong> ratio’s<br />

Een an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> te bepalen is door uit te gaan van kengetallen welke<br />

gebaseerd zijn op gegevens uit <strong>de</strong> database van Bouwfonds REIM, ontstaan uit het bekijken<br />

van meer dan 100 <strong>parkeergarages</strong> <strong>in</strong> Europa. Voor b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>lijke en voor re<strong>de</strong>lijk tot zeer<br />

succesvolle <strong>parkeergarages</strong> kunnen daarom als vuistregel <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> kengetallen wor<strong>de</strong>n<br />

gehanteerd:<br />

Tabel 5: parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> ratio’s<br />

Ratio huurwaar<strong>de</strong> Bandbreedte ratio’s<br />

Huur / EBITDA 80% - 95%<br />

Huur / Bruto omzet 45% - 65%<br />

Bron: eigen referentie database en <strong>in</strong>terviews<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


30<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Op basis van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n <strong>in</strong> bovenstaan<strong>de</strong> rekenvoorbeeld en kengetallen gebaseerd op<br />

eigen on<strong>de</strong>rzoek, kunnen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>stilleerd:<br />

Tabel 6: parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>n<br />

Ratio huurwaar<strong>de</strong> Bandbreedte ratio’s Huurwaar<strong>de</strong> obv kengetallen<br />

M<strong>in</strong>imum Maximum Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

Huur / EBITDA 80% - 95% € 797.000 € 947.000 € 872.000<br />

Huur / Bruto omzet 45% - 65% € 718.000 € 1.037.000 € 878.000<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> € 758.000 € 992.000 € 875.000<br />

Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal voor <strong>de</strong> belegger <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> het uitgangspunt zijn voor het toetsen van <strong>de</strong><br />

vraag of er tezamen met <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g nog voldaan kan wor<strong>de</strong>n aan het vereiste<br />

ren<strong>de</strong>ment. Hiervoor zijn diverse kapitalisatiemetho<strong>de</strong>n beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> theorie. In<br />

hoofdstuk 4 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n beschreven. In hoofdstuk 5 zullen <strong>de</strong>ze wor<strong>de</strong>n getoetst<br />

op <strong>de</strong> toepasbaarheid voor <strong>parkeergarages</strong>.<br />

2.8.5 Huurprijsherzien<strong>in</strong>g<br />

Bij het aflopen van een huurovereenkomst, of het na<strong>de</strong>ren van een an<strong>de</strong>r moment van<br />

huurprijsherzien<strong>in</strong>g, zal opnieuw door zowel <strong>de</strong> exploitant als <strong>de</strong> belegger <strong>bepaal</strong>d moeten<br />

wor<strong>de</strong>n wat <strong>de</strong> op dat moment realiseerbare markthuur is. Dit gebeurt <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

manier als beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorige paragraaf.<br />

Eer<strong>de</strong>r is er <strong>in</strong>gegaan op het zaagtand effect, wat resulteer<strong>de</strong> <strong>in</strong> een correctie van <strong>de</strong><br />

huur naar <strong>de</strong> dan gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> markthuur. De markthuur, oftewel <strong>de</strong> huur die een<br />

parkeerexploitant na huurprijsherzien<strong>in</strong>g of beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurovereenkomst bereid is te<br />

betalen, is, zoals eer<strong>de</strong>r beschreven, afhankelijk van <strong>de</strong> EBITDA 13 . Indien <strong>de</strong> parkeertarieven,<br />

en daarmee <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten van <strong>de</strong> exploitant, bij gelijkblijven<strong>de</strong> kosten, har<strong>de</strong>r stijgen dan <strong>de</strong><br />

contracthuur, ontstaat voor <strong>de</strong> belegger een positief zaagtand effect. Uit on<strong>de</strong>rzoek (Platform<br />

Detailhan<strong>de</strong>l Ne<strong>de</strong>rland, 2005;2006;2008) is gebleken dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen <strong>de</strong><br />

parkeertarieven <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland jaarlijks tussen <strong>de</strong> 10% en 25% stijgen. Hoe het zaagtand effect<br />

een positief effect kan hebben op <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> wordt uitgelegd aan <strong>de</strong> hand van een<br />

rekenvoorbeeld.<br />

13 EBITDA: Earn<strong>in</strong>gs before <strong>in</strong>terest, taxes, <strong>de</strong>preciation and amortization<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


31<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Rekenvoorbeeld: Een parkeergarage-exploitant huurt een parkeergarage <strong>in</strong> het centrum van<br />

een mid<strong>de</strong>lgrote stad. Op het moment van aankoop van <strong>de</strong> parkeergarage liggen <strong>de</strong><br />

parkeertarieven <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze stad op €1,00 per uur. De parkeergarage bestaat al 10 jaar en het<br />

aantal parkeeruren (bezoekers x bezoektijd) per jaar ligt op 600.000 uur. De omzet van <strong>de</strong><br />

parkeergarage bedraagt daardoor <strong>in</strong> het eerste jaar € 600.000. De kosten voor het exploiteren<br />

van <strong>de</strong> parkeergarage bedragen circa € 200.000 per jaar. De huur die moet wor<strong>de</strong>n afgedragen<br />

aan <strong>de</strong> eigenaar van <strong>de</strong> parkeergarage bedraagt € 350.000 en wordt jaarlijks gecorrigeerd voor<br />

<strong>in</strong>flatie. De w<strong>in</strong>st voor <strong>de</strong> exploitant bedraagt <strong>in</strong> dit geval € 50.000. Het jaar daarop stijgen <strong>de</strong><br />

parkeertarieven van € 1,00 naar € 1,10 per uur. Met een gelijk blijvend aantal bezoekers stijgt<br />

<strong>de</strong> omzet door <strong>de</strong> tariefverhog<strong>in</strong>g naar € 660.000. De kosten en <strong>de</strong> huur van <strong>de</strong> exploitant<br />

stijgen <strong>in</strong> lijn met <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie (stel: +3%) naar respectievelijk € 206.000 en € 360.500 voor jaar<br />

2. De w<strong>in</strong>st voor <strong>de</strong> exploitant <strong>in</strong> jaar 2 komt uit op € 93.500 (+87%). Indien <strong>de</strong> nom<strong>in</strong>ale<br />

uurtariefstijg<strong>in</strong>g van € 0,10 per jaar zich blijft herhalen voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 20 jaren, dan zal het<br />

dan gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> parkeertarief zitten op een tarief van € 2,90 per uur. Dat is een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

uurtariefstijg<strong>in</strong>g van 6%. Als er met <strong>de</strong> parkeergarage-exploitant een huurovereenkomst is<br />

aangegaan voor een perio<strong>de</strong> van 10 jaar, dan zal er door <strong>de</strong> verkoper een toets<strong>in</strong>g gedaan<br />

moeten wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> markthuur voor jaar 11. Hoewel het, zon<strong>de</strong>r me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

parkeerexploitant, lastig zal zijn <strong>de</strong> nieuwe huur te bepalen, is het aannemelijk te maken dat<br />

<strong>de</strong> omzetten procentueel substantieel har<strong>de</strong>r zijn gestegen dan <strong>de</strong> contracthuur (Pohle, 2008).<br />

Hierdoor v<strong>in</strong>dt er een huurcorrectie plaats <strong>in</strong> het voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verhuur<strong>de</strong>r en <strong>in</strong> na<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r. Hierbij moet wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> exploitant <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen jaren een<br />

aanzienlijke omzet groei heeft doorgemaakt, waarmee vermoe<strong>de</strong>lijk meer dan marktconforme<br />

ren<strong>de</strong>menten zijn behaald.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


32<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

On<strong>de</strong>rtaan<strong>de</strong> grafiek laat zien <strong>hoe</strong> het positieve zaagtand effect werkt ten aanzien van <strong>de</strong><br />

huurontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g voor een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g:<br />

800.000<br />

700.000<br />

600.000<br />

500.000<br />

400.000<br />

300.000<br />

200.000<br />

Zaagtan<strong>de</strong>ffect parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen<br />

Figuur 8: positief zaagtan<strong>de</strong>ffect<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21<br />

Contracthuur Markthuur<br />

Met het positieve zaagtan<strong>de</strong>ffect <strong>in</strong> het achterhoofd zal het voor een belegger <strong>in</strong>teressanter<br />

zijn om bij het opstellen van <strong>de</strong> huurovereenkomst met een parkeerexploitant reken<strong>in</strong>g te<br />

hou<strong>de</strong>n met relatief kortlopen<strong>de</strong> huurovereenkomsten of mogelijkhe<strong>de</strong>n om tussentijds <strong>de</strong><br />

huur aan te passen aan <strong>de</strong>, meestal hogere, markthuur.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


3 Waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g exploitatiegebon<strong>de</strong>n onroerend goed<br />

Over <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

literatuur niets gevon<strong>de</strong>n, daarom wordt <strong>in</strong> dit hoofdstuk een vergelijk<strong>in</strong>g gemaakt met het<br />

waar<strong>de</strong>ren van hotel onroerend goed goed, dat, net als parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen, sterk gebon<strong>de</strong>n is<br />

aan <strong>de</strong> exploitatie. e. Hotel onroerend goed vertoont daardoor, <strong>in</strong> hoofdlijnen, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

kenmerken als <strong>parkeergarages</strong> zoals die <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk beschreven zijn. Voor <strong>de</strong><br />

theoretische on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g van hotel onroerend goed is gebru<strong>ik</strong><br />

gemaakt van <strong>de</strong> Master Thesis van H.S.E.J. (Hub) Beuken, ge geschreven schreven <strong>in</strong> 2005 en <strong>de</strong> Master<br />

Thesis van J.M. (Matthieu) Baër, geschreven <strong>in</strong> 2006 2006. Zij stellen dat i<strong>de</strong>aliter <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van<br />

hotel onroerend goed kan wor<strong>de</strong>n afgeleid van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale hotelon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

(waarbij <strong>de</strong> exploitant ook tevens eigenaar is vvan<br />

an het onroerend goed) en daarvan te<br />

abstraheren <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie. Op <strong>de</strong>ze manier blijft <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het hotel<br />

onroerend goed als residu achter.<br />

Figuur 9: totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> exploitatie en onroerend goe goed<br />

Dit hoofdstuk gaat <strong>in</strong> op het waar<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

Daarnaast wordt er stil gestaan bij <strong>de</strong> verschillen tussen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g van hotel<br />

onroerend goed en parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen.<br />

3.1 Waar<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

De waar<strong>de</strong> van an een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g is niet altijd gelijk aan <strong>de</strong> overnameprijs. Soms is een bedrijf<br />

voor <strong>de</strong> koper van zo’n groot strategisch belang dat <strong>de</strong>ze een hoge prijs wil betalen (Beuken,<br />

2005). . Bij het vaststellen van <strong>de</strong> economische waard waar<strong>de</strong> e van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g is het oog daarom<br />

vooral gericht op <strong>de</strong> toekomst (Vis, 2006). . Omdat i<strong>de</strong>eën en plannen voor <strong>de</strong> toekomst veelal<br />

33<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Exploitatie<br />

Onroerend<br />

goed<br />

Totale<br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

en <strong>de</strong> exploitatie.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


34<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> betrokkenen zitten en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vaak op papier zijn vastgelegd, maakt dit<br />

het waar<strong>de</strong>ren van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g voor een taxateur vaak een tijdroven<strong>de</strong> bezigheid.<br />

Voor het waar<strong>de</strong>ren van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g bestaan diverse waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n. De<br />

meest gebru<strong>ik</strong>elijke en door ROZ/IPD aanbevolen is <strong>de</strong> Discounted Cash Flow (DCF)-<br />

metho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Economic Profit metho<strong>de</strong> (Koller, Goedhart, & Wessels, 2005). Bei<strong>de</strong><br />

metho<strong>de</strong>n lei<strong>de</strong>n, mits juist toegepast, tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De DCF-metho<strong>de</strong> is een zeer<br />

veel gebru<strong>ik</strong>te metho<strong>de</strong> en wordt voornamelijk gedreven door <strong>de</strong> door <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

gegenereer<strong>de</strong> kasstromen en niet zozeer op <strong>de</strong> (vaak mislei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>) w<strong>in</strong>st- en verliesreken<strong>in</strong>g.<br />

De Economic Profit metho<strong>de</strong> w<strong>in</strong>t <strong>de</strong> laatste tijd veel aan populariteit, door haar l<strong>in</strong>k naar <strong>de</strong><br />

economische theorie en aantrekkelijke strategie. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n verdisconteren toekomstige<br />

kasstromen tegen <strong>de</strong> gewogen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> kostenvoet (WACC) 14 .<br />

3.1.1 Free cashflow<br />

Bij het toepassen van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> voor het waar<strong>de</strong>ren van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, wordt<br />

gekeken naar <strong>de</strong> vrije kasstromen (Free Cashflow, oftewel FCF). De vrije kasstromen zijn <strong>de</strong><br />

kasstromen die vrijkomen voor vergoed<strong>in</strong>gen aan <strong>de</strong> verschaffers van het eigen vermogen<br />

(divi<strong>de</strong>nd) en van het vreem<strong>de</strong> vermogen (rente en afloss<strong>in</strong>g). Vrije kasstromen wor<strong>de</strong>n<br />

vervolgens voornamelijk gecorrigeerd voor afschrijv<strong>in</strong>gen. Afschrijv<strong>in</strong>gen zijn immers kosten<br />

die geen uitgaven zijn. Wel rust er op afschrijv<strong>in</strong>gen een zogenaamd belast<strong>in</strong>gvoor<strong>de</strong>el<br />

aangezien <strong>de</strong>ze aftrekbaar zijn voor bijvoorbeeld <strong>de</strong> vennootschapsbelast<strong>in</strong>g. De vrije<br />

kasstroom <strong>in</strong> een jaar als volgt <strong>bepaal</strong>d (Vis, 2006):<br />

Operationeel resultaat voor rente en belast<strong>in</strong>gen (EBIT) 15<br />

-/- belast<strong>in</strong>gen over EBIT<br />

= netto operationeel resultaat na belast<strong>in</strong>gen (NOPLAT) 16<br />

+/+ afschrijv<strong>in</strong>gen<br />

+/- mutaties <strong>in</strong> voorzien<strong>in</strong>gen<br />

-/- <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> activa<br />

+/- mutaties netto werk kapitaal<br />

= Free Cashflow (FCF)<br />

14 WACC: Weighted Average Cost of Capital.<br />

15 EBIT: Earn<strong>in</strong>gs Before Interest and Taxes.<br />

16 NOPLAT: Net Operat<strong>in</strong>g Profit less Adjusted Taxes.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


35<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Er wordt vervolgens on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>in</strong>stabiele en stabiele kasstromen. De<br />

<strong>in</strong>stabiele kasstromen zijn <strong>de</strong> kasstromen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste jaren nog sterk veran<strong>de</strong>ren. Pas<br />

wanneer <strong>de</strong> afschrijv<strong>in</strong>gen gelijk zijn aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen praten we over een stabiele<br />

kasstroom (Vis, 2006). De totale waar<strong>de</strong> van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g is volgens <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong><br />

gelijk aan <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stabiele en <strong>de</strong> stabiele kasstromen. In<br />

formulevorm:<br />

= + <br />

3.1.2 NOPLAT<br />

Een an<strong>de</strong>re manier om <strong>de</strong> FCF uit te rekenen is door het gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> formule<br />

(Koller, Goedhart, & Wessels, 2005):<br />

= 1 − <br />

<br />

Hiervoor zal eerst <strong>de</strong> NOPLAT <strong>bepaal</strong>d moeten wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>ze wordt als volgt berekend:<br />

Omzet<br />

-/- Exploitatiekosten<br />

-/- afschrijv<strong>in</strong>gen<br />

= EBIT<br />

-/- belast<strong>in</strong>gen over EBIT<br />

= NOPLAT<br />

Doordat voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g gebru<strong>ik</strong> wordt gemaakt van <strong>de</strong><br />

NOPLAT, <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> netto w<strong>in</strong>st, wordt er geen reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g.<br />

3.1.3 ROIC<br />

Om een nauwkeurige <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te maken van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> toekomstige (stabiele)<br />

kasstromen zijn twee waar<strong>de</strong>bepalen<strong>de</strong> factoren van belang: het ren<strong>de</strong>ment op het<br />

geïnvesteer<strong>de</strong> vermogen (ROIC) 17 en <strong>de</strong> groei. De ROIC wordt berekend door <strong>de</strong> NOPLAT te<br />

<strong>de</strong>len door het geïnvesteer<strong>de</strong> operationele vermogen (Koller, Goedhart, & Wessels, 2005). Dit<br />

kan als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven:<br />

17 ROIC: Return on Invested Capital.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


3.1.4 WACC<br />

36<br />

=<br />

<br />

<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Doordat het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>els gef<strong>in</strong>ancierd wordt met vreemd<br />

vermogen 18 , kan <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet, waartegen <strong>de</strong> kasstromen contact gemaakt dienen te<br />

wor<strong>de</strong>n, ook gelijk gesteld wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vermogenskosten, <strong>de</strong> WACC. De<br />

WACC wordt berekend door <strong>de</strong> gewogen kosten van het eigen vermogen (met leverage) op te<br />

tellen bij <strong>de</strong> gewogen kosten van het vreemd vermogen. In formulevorm komt het neer op:<br />

= ∗ 19<br />

<br />

+ ∗ 1 −<br />

20 <br />

Hoewel dit een uitkomst lijkt te zijn, moet nog steeds wor<strong>de</strong>n vastgesteld wat <strong>de</strong><br />

ren<strong>de</strong>mentseis is op het eigen vermogen. Daarnaast wordt er bij <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> nog geen<br />

reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met eventuele risico’s die gepaard gaan met <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g. Bij <strong>de</strong><br />

uitwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> casestudie zal hier ver<strong>de</strong>r op <strong>in</strong>gegaan wor<strong>de</strong>n.<br />

3.1.5 Groei<br />

De laatste variabele die nog <strong>in</strong>gevuld dient te wor<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>g van groei. Met groei<br />

kan bedoeld wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatoire groei (Vis, 2006), of, <strong>in</strong> iets algemenere vorm, <strong>de</strong> kasstroom<br />

groei. Hiervoor zal een weloverwogen schatt<strong>in</strong>g gedaan moeten wor<strong>de</strong>n. Instrumenten<br />

hiervoor zijn on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re eigen ervar<strong>in</strong>gscijfers of het CBS.<br />

3.1.6 Waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

De formule voor het bepalen van <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong>, voortvloeiend uit <strong>de</strong> stabiele kasstroom,<br />

kan als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven (Koller, Goedhart, & Wessels, 2005):<br />

=<br />

1 − <br />

<br />

− <br />

18 Vreemd vermogen: geld aangetrokken bij niet gelieer<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

19 EV: Eigen vermogen, besch<strong>ik</strong>baar gesteld door aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs<br />

20 TV: Totaal vermogen: optelsom van het eigen vermogen en vreemd vermogen<br />

<br />

<br />

− <br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


37<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

In Bijlage IV staan <strong>de</strong> vijf meest besproken metho<strong>de</strong>n voor het waar<strong>de</strong>ren van een<br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, met daarbij aangegeven <strong>de</strong> relevante disconter<strong>in</strong>gsfactor en<br />

gebru<strong>ik</strong>stoepass<strong>in</strong>gen.<br />

3.2 Waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie<br />

Een hotelon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g is een arbeids<strong>in</strong>tensieve verkooporganisatie die afhankelijk is van <strong>de</strong><br />

acceptatie door klanten en een goed management (Beuken, 2005). Bij een hotelon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

wordt behalve uit goed management ook voor<strong>de</strong>el gehaald uit management- en<br />

franchiseovereenkomsten. Voor het waar<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> exploitatie wordt dan ook gekeken naar<br />

<strong>de</strong> vrije kasstromen van <strong>de</strong> management- en franchisefee.<br />

Voor <strong>de</strong> opbrengsten van een parkeergarage zijn an<strong>de</strong>re factoren dan <strong>de</strong> kwaliteit van<br />

het management van belang, namelijk <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g, bere<strong>ik</strong>baarheid, het <strong>de</strong>sign en <strong>de</strong> omvang<br />

van <strong>de</strong> parkeergarage (Bos, 2009). De kwaliteit van het management beg<strong>in</strong>t een rol te spelen<br />

<strong>in</strong>dien een parkeergarage niet op een natuurlijke manier voldoen<strong>de</strong> opbrengsten kan<br />

genereren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het parkeren bij (onregelmatige) evenementen,<br />

waarbij een parkeergarage bijvoorbeeld wel een z<strong>in</strong>volle overloopfunctie voor het b<strong>in</strong>nenstad<br />

parkeren kan bie<strong>de</strong>n. Door pen<strong>de</strong>lbussen of an<strong>de</strong>re aanvullen<strong>de</strong> faciliteiten kan <strong>de</strong><br />

parkeergarage <strong>in</strong> daluren toch rendabel wor<strong>de</strong>n geëxploiteerd. In zo’n geval is <strong>de</strong> kwaliteit en<br />

v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid van het management van belang.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> parkeergarage en het type huurovereenkomst (zie<br />

paragraaf 2.8) wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> totale exploitatieomzetten verlaagd met <strong>de</strong> exploitatiekosten. Dit<br />

resulteert <strong>in</strong> het operationeel resultaat (<strong>de</strong> EBITDA). In <strong>de</strong> meeste gevallen is <strong>de</strong><br />

parkeerexploitant verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n en vervangen van <strong>de</strong><br />

parkeerapparatuur. Hiervoor zullen jaarlijks afschrijv<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen gedaan moeten<br />

wor<strong>de</strong>n. Deze kosten wor<strong>de</strong>n meegenomen <strong>in</strong> het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie.<br />

De waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie komt vervolgens op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier tot stand als het waar<strong>de</strong>ren<br />

van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g. Allereerst wordt <strong>de</strong> NOPLAT berekend door <strong>de</strong> EBITDA te<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> aangepaste belast<strong>in</strong>gen 21 . Vervolgens wordt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> formule gehanteerd<br />

21 De aangepaste belast<strong>in</strong>gen zijn <strong>de</strong> toepasbare vennootschapsbelast<strong>in</strong>gen die berekend wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> EBITDA.<br />

Hierdoor wordt er geen reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsstructuur of an<strong>de</strong>re aftrekposten zoals<br />

afschrijv<strong>in</strong>gen.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


38<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

als voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> stabiele kasstromen van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g.<br />

Echter, omdat <strong>de</strong> parkeerexploitant geen of slechts <strong>in</strong> zeer beperkte mate zelf eigen vermogen<br />

<strong>hoe</strong>ft te <strong>in</strong>vesteren, wordt <strong>de</strong> ROIC buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten. De formule ziet er dan als<br />

volgt uit (Vis, 2006):<br />

=<br />

3.3 Ren<strong>de</strong>mentseis voor <strong>de</strong> exploitatie<br />

<br />

− <br />

Voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> exploitatie is <strong>de</strong> WACC een<br />

belangrijke variabele. Hier<strong>in</strong> is naast het ren<strong>de</strong>ment op het vreemd vermogen ook het<br />

ren<strong>de</strong>ment op het eigen vermogen verwerkt. Aangezien <strong>de</strong> parkeerexploitant geen of slechts<br />

<strong>in</strong> zeer beperkte mate <strong>in</strong>vesteert, en daarmee we<strong>in</strong>ig eigen vermogen toevoegt aan <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, zal voor het bepalen van <strong>de</strong> WACC op een an<strong>de</strong>re manier gekeken moeten<br />

wor<strong>de</strong>n naar het gewenste ren<strong>de</strong>ment op het eigen vermogen. Het ren<strong>de</strong>ment op het eigen<br />

vermogen zal voor een exploitant an<strong>de</strong>rs zijn dan voor een belegger en zal sterk afhangen van<br />

<strong>de</strong> (on)zekerheid van <strong>de</strong> toekomstige kasstromen. Hoe meer volatiel <strong>de</strong> kasstromen, <strong>hoe</strong> hoger<br />

<strong>de</strong> risicopremie. Er zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> theorie diverse metho<strong>de</strong>n beschreven voor het bepalen van het<br />

ren<strong>de</strong>ment op het eigen vermogen, het toepassen van het Capital Asset Pric<strong>in</strong>g Mo<strong>de</strong>l<br />

(CAPM) of <strong>de</strong> opslag metho<strong>de</strong>. De totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> WACC en van het ren<strong>de</strong>ment op<br />

het eigen vermogen wordt ver<strong>de</strong>r uitgelegd <strong>in</strong> paragraaf 5.2.<br />

3.4 Vergelijk<strong>in</strong>g hotels en <strong>parkeergarages</strong><br />

Zowel hotel onroerend goed als parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen ontlenen hun waar<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> omzet<br />

die gegenereerd wordt met het onroerend goed als <strong>in</strong>gezet productiemid<strong>de</strong>l. De omzet van een<br />

hotel is voornamelijk gebaseerd op <strong>de</strong> prijs per kamer per overnacht<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> bezett<strong>in</strong>gsgraad<br />

van <strong>de</strong> kamer. Voor <strong>parkeergarages</strong> geldt hetzelf<strong>de</strong>. Het overgrote <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> omzet van een<br />

parkeerexploitant vloeit voort uit een product van het uurtarief 22 en het aantal parkeeruren 23 .<br />

Hierbij moet wel opgemerkt wor<strong>de</strong>n dat er gesproken wordt over verschillen<strong>de</strong> tijdseenhe<strong>de</strong>n.<br />

Immers, een hotelkamer wordt per nacht verhuurd terwijl een parkeerplaats op uurbasis wordt<br />

verhuurd. Daar staat weer tegenover dat <strong>de</strong> prijs van een hotelovernacht<strong>in</strong>g op dagbasis kan<br />

veran<strong>de</strong>ren en daarmee kan <strong>in</strong>spelen op vraag en aanbod. Voor een parkeergarage liggen <strong>de</strong><br />

22 Geldt bij een openbare parkeergarage waarvoor betaald moet wor<strong>de</strong>n om te parkeren. Voor een abonnementen<br />

parkeergarage geldt hier <strong>de</strong> prijs per abonnement.<br />

23 Of het aantal abonnementen <strong>in</strong>dien sprake is van een abonnementen parkeergarage.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


tarieven doorgaans voor een lange langere re perio<strong>de</strong> vast. Ten aanzien van <strong>de</strong> eenheidsprijzen moet er<br />

echter wel een groot verschil wor<strong>de</strong>n geconstateerd. De kamerprijzen van hotels kennen een<br />

cyclisch karakter (Baër, 2006) en daarmee stijg<strong>in</strong>gen, maar ook dal<strong>in</strong>gen. Voor<br />

parkeertarieven ligt dat an<strong>de</strong>rs. S<strong>in</strong>ds het <strong>in</strong>voeren van parkeertarieven <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland is het<br />

niet voorgekomen dat parkeertarieven naar bene<strong>de</strong>n zijn bijgesteld. Wel wor<strong>de</strong>n er diverse<br />

aanpass<strong>in</strong>gen gedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> tariefstructuur waardoor een parkeer<strong>de</strong>r wel goed goedkoper uit kan<br />

zijn. Hierbij kan gedacht wor<strong>de</strong>n aaan<br />

an betalen per m<strong>in</strong>uut, per kwartier of per elke an<strong>de</strong>re<br />

tijdseenheid. Waar voorheen € 1,- per aangevangen uur werd betaald, ziet men nu eer<strong>de</strong>r €<br />

0,30 per kwartier of € 0,60 per half uur. Afhankelijk van <strong>de</strong> parkeertijd kan dit voor<strong>de</strong>liger<br />

uitpakken voor <strong>de</strong> consument. onsument.<br />

De waar<strong>de</strong> van een hotel wordt sterk beïnvloed door <strong>de</strong> exploitant, <strong>de</strong> brand<strong>in</strong>g en het<br />

scala aan faciliteiten (Baër, 2006) 2006), terwijl bij een parkeergarage <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> vooral<br />

wordt <strong>bepaal</strong>d door <strong>de</strong> locatie (Diekerhoff, 2007). . Uit een on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r 65 experts experts,<br />

gehou<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 2007, toont Hessel Diekerhoff aan welke factoren <strong>de</strong> meeste <strong>in</strong>vloed hebben op<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage. Hij heeft <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> categorieën geï<strong>de</strong>ntificeerd<br />

geï<strong>de</strong>ntificeerd: locatie,<br />

overheid, exploitatie en object. De uitslag uit zijn on<strong>de</strong>rzoek kan als volgt wor<strong>de</strong>n<br />

weergegeven:<br />

Figuur 10: waar<strong>de</strong>bepalen<strong>de</strong> factoren voor <strong>parkeergarages</strong> (Diekerhoff, 2007)<br />

39<br />

27%<br />

Waar<strong>de</strong>bepalen<strong>de</strong> factoren<br />

17%<br />

18%<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

38%<br />

Locatie<br />

Overheid<br />

Exploitatie<br />

Object<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


40<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Tot slot kunnen we <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g trekken tussen <strong>de</strong> onroerend goed gerelateer<strong>de</strong> huur voor<br />

zowel hotels als <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Tabel 7: hotel onroerend goed en parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> ratio's<br />

Ratio huurwaar<strong>de</strong> Bandbreedte ratio’s<br />

Hotel onroerend goed 24<br />

Bandbreedte ratio’s<br />

Percentage EBITDA 50% - 65% 80% - 95%<br />

Percentage bruto omzet 17,5% - 25% 45% - 65%<br />

Parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen<br />

Op basis van bovenstaan<strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> conclusie getrokken wor<strong>de</strong>n dat<br />

parkeerexploitanten genoegen nemen met een lagere w<strong>in</strong>st cq. risico opslag dan<br />

hotelexploitanten. Dit houdt <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> omzet en <strong>de</strong> EBITDA van een parkeergarage exploitatie<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r volatiel, en daardoor m<strong>in</strong><strong>de</strong>r risicovol, is dan <strong>de</strong> exploitatie van een hotel. Dit kan<br />

<strong>de</strong>els verklaard wor<strong>de</strong>n door het feit dat tarieven van hotelkamers een cyclisch verloop<br />

kennen, terwijl <strong>de</strong> tarieven voor parkeren enkel een opwaartse trend laten zien. Echter, door<br />

een gebrek aan markt<strong>in</strong>formatie is het niet mogelijk een dui<strong>de</strong>lijke analyse te maken van <strong>de</strong><br />

risico’s van een parkeerexploitatie.<br />

3.5 Conclusie<br />

Door <strong>de</strong> verkregen waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> exploitatie af te trekken van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale<br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, ontstaat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> die kan wor<strong>de</strong>n toegewezen aan het onroerend goed.<br />

De vrije kasstroom die toekomt aan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed zou gelijk<br />

moeten zijn aan <strong>de</strong> door <strong>de</strong> belegger te ontvangen huur voor het gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage<br />

door <strong>de</strong> exploitant, <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> (Pohle, 2008). Op dat moment wordt een<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g niet langer gezien als exploitatie onroerend goed, maar juist als<br />

commercieel onroerend goed. Een belegger loopt immers geen direct risico meer op <strong>de</strong><br />

feitelijke exploitatie van <strong>de</strong> parkeergarage, maar voornamelijk een <strong>de</strong>biteuren- en marktrisico<br />

bij zijn belegg<strong>in</strong>g.<br />

24 Bron: (Baër, 2006)<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


4 Waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n<br />

41<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

In <strong>de</strong> theorie zijn verschei<strong>de</strong>ne metho<strong>de</strong>n beschreven om commercieel onroerend goed te<br />

waar<strong>de</strong>ren. In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meest gangbare waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n beschreven, en<br />

vervolgens wordt <strong>in</strong> hoofdstuk 5 gekeken naar <strong>de</strong> toepasbaarheid van <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen.<br />

Als controle mid<strong>de</strong>l op <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 3 verkregen onroerend goed waar<strong>de</strong>, kan<br />

straks, op basis van <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 5 gekozen waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>, wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d of <strong>de</strong><br />

huur, zoals die ook <strong>in</strong> dat hoofdstuk is <strong>bepaal</strong>d, kosten<strong>de</strong>kkend is voor het realiseren van <strong>de</strong><br />

ren<strong>de</strong>mentsdoelstell<strong>in</strong>gen van een belegger <strong>in</strong> een parkeergarage.<br />

An<strong>de</strong>rsom kan op basis van <strong>de</strong> aanwezige huurovereenkomst <strong>bepaal</strong>d wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong><br />

huur marktconform is of dat het onroerend goed over- of on<strong>de</strong>rverhuurd is. Een over- of<br />

on<strong>de</strong>rverhuur situatie heeft een impact op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed, doordat bij<br />

expiratie van <strong>de</strong> huurovereenkomst <strong>de</strong> huur naar het niveau van <strong>de</strong> markthuur zal wor<strong>de</strong>n<br />

gecorrigeerd. Hier ontstaat we<strong>de</strong>rom het zaagtand effect zoals beschreven <strong>in</strong> paragraaf 2.7.<br />

Naast dat er gekeken is naar het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergarage als on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g,<br />

wordt er ook bekeken welke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> het meest gesch<strong>ik</strong>t is voor het weergeven<br />

van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van <strong>parkeergarages</strong>. In hoofdlijnen kunnen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie taxatiebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen (Ten<br />

Have, Taxatieleer vastgoed 1, 2002):<br />

• De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

• De <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

• De kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

4.1 De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gaat er vanuit dat een geïnformeer<strong>de</strong> koper voor een<br />

parkeergarage niet meer wil betalen dan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een bestaand onroerend goedobject<br />

voor <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gebru<strong>ik</strong>sdoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> <strong>bepaal</strong>d door het<br />

vergelijken van <strong>de</strong> verkoopprijzen van <strong>parkeergarages</strong>. Bij <strong>de</strong>ze vergelijk<strong>in</strong>g zullen<br />

verschillen ontstaan en zullen moeten wor<strong>de</strong>n gecorrigeerd. Deze verschillen kunnen<br />

betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> parkeergarage, <strong>de</strong> constructie, <strong>de</strong> lay-out,<br />

eventuele aanvullen<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen, het moment van verkoop of an<strong>de</strong>re externe factoren.<br />

Er speelt een veelvoud aan factoren die <strong>in</strong>vloed kunnen hebben op <strong>de</strong> vergelijkbaarheid<br />

van <strong>de</strong>ze objecten. Het bepalen van referentieprojecten dient dan ook uiterst zorgvuldig en<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


42<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

<strong>de</strong>gelijk plaats te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Naast <strong>de</strong> fysieke karakteristieken van een onroerend goedobject zijn<br />

ook <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspositie van <strong>de</strong> koper en verkoper en <strong>de</strong> situatie op <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële markt<br />

van groot belang voor het bepalen van <strong>de</strong> vergelijkbaarheid. Ook is niet <strong>in</strong> elke onroerend<br />

goedsector evenveel <strong>in</strong>formatie besch<strong>ik</strong>baar om een passen<strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g te kunnen maken.<br />

De taxateur kan met alle besch<strong>ik</strong>bare <strong>in</strong>formatie <strong>de</strong> juiste verschillen herkennen en aan <strong>de</strong><br />

hand daarvan <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> correcties doorvoeren. Nadat <strong>de</strong>ze correcties zijn uitgevoerd, is <strong>de</strong><br />

taxateur <strong>in</strong> staat een op<strong>in</strong>ie te vormen over <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van het te waar<strong>de</strong>ren object.<br />

4.2 De <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

De <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g gaat er vanuit dat bij het verkrijgen van het eigendom, het onroerend<br />

goed zelfstandig <strong>in</strong>komsten zal genereren. De <strong>in</strong>komsten kunnen vervolgens aan <strong>de</strong> hand van<br />

een aantal metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n omgezet <strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het te waar<strong>de</strong>ren object. In dit<br />

hoofdstuk zullen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gangbare <strong>in</strong>komstenkapitalisatie metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n besproken:<br />

1. Bruto AanvangsRen<strong>de</strong>ment (BAR) metho<strong>de</strong><br />

2. Netto AanvangsRen<strong>de</strong>ment (NAR) metho<strong>de</strong><br />

3. Discounted Cash Flow (DCF) metho<strong>de</strong><br />

4. Internal Rate of Return (IRR) method<br />

5. WOZ waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong><br />

Om volgens <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te kunnen komen tot <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van het te<br />

waar<strong>de</strong>ren object, zijn een aantal factoren van belang. Deze factoren kunnen allemaal wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rbouwd met markt<strong>in</strong>formatie. Hierdoor heeft het gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van specifieke vormen van onroerend goed veelal <strong>de</strong><br />

voorkeur boven een an<strong>de</strong>re manier van waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g. Bij het gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> (economische) waar<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als: “<strong>de</strong> huidige<br />

(contante) waar<strong>de</strong> van een stroom toekomstige geldopbrengsten” (Vis, 2006). Deze<br />

toekomstige kasstromen zijn opgebouwd uit reguliere kasstromen geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

waar<strong>in</strong> het onroerend goed <strong>in</strong> het bezit is van <strong>de</strong> belegger tot en met een<br />

e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>/restwaar<strong>de</strong> bij eventuele verkoop van het onroerend goed.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


43<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De formule voor <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een toekomstige, one<strong>in</strong>dige, stabiele kasstroom kan als volgt<br />

wor<strong>de</strong>n weergegeven (Vis, 2006):<br />

=<br />

ℎ <br />

<br />

Voor het toepassen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en daarmee het kapitaliseren van <strong>de</strong><br />

kasstromen, bestaat, zoals gezegd, een aantal mogelijkhe<strong>de</strong>n. Hieron<strong>de</strong>r zullen <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n besproken en wordt ook gekeken naar <strong>de</strong> toepasbaarheid<br />

daarvan bij het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergarage.<br />

4.2.1 Bruto AanvangsRen<strong>de</strong>ment (BAR)-metho<strong>de</strong><br />

Bij <strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een onroerend goed <strong>bepaal</strong>d door <strong>de</strong> bruto<br />

markthuur te <strong>de</strong>len door een aanvangsren<strong>de</strong>ment. Daarnaast dienen nog correcties plaats te<br />

v<strong>in</strong><strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van het verschil <strong>in</strong> markthuur, voor <strong>de</strong> feitelijke<br />

huuropbrengsten (contracthuur), voor eventueel achterstallig on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> verkoper en<br />

voor <strong>de</strong> kosten koper. In formulevorm ziet <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> er als volgt uit:<br />

=<br />

ℎ <br />

− <br />

1 + <br />

De te hanteren BAR(markt) wordt <strong>in</strong> dit geval ook gebaseerd op markt<strong>in</strong>formatie. Hieraan<br />

kleven, zoals gezegd, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> na<strong>de</strong>len als bij <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Het voor<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong> is dat het een metho<strong>de</strong> is die beleggers regelmatig gebru<strong>ik</strong>en bij het bepalen<br />

van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>. De re<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> veel gebru<strong>ik</strong>t wordt is, naast <strong>de</strong> eenvoudige<br />

toepasbaarheid, <strong>de</strong> steeds grotere besch<strong>ik</strong>baarheid van referentiegegevens. Dit is echter niet<br />

van toepass<strong>in</strong>g voor alle typen onroerend goed. Ook <strong>de</strong> betrouwbaarheid van <strong>de</strong> vrijgegeven<br />

<strong>in</strong>formatie is niet altijd even goed. De BAR-metho<strong>de</strong> gaat uit van <strong>de</strong> aanvangshuur,<br />

gecorrigeerd voor eventuele afwijk<strong>in</strong>gen die uit een betreffen<strong>de</strong> huurovereenkomst blijken.<br />

Het is voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n echter niet altijd <strong>in</strong>zichtelijk welke correcties een belegger heeft gemaakt<br />

en van welke aard die zijn.<br />

Indien een huur<strong>de</strong>r een huurkort<strong>in</strong>g heeft gekregen van zes maan<strong>de</strong>n, dan is <strong>de</strong><br />

kapitalisatiefactor (BAR) hierop aangepast. Deze BAR kan dus niet zon<strong>de</strong>r meer wor<strong>de</strong>n<br />

toegepast op gebouwen waarbij <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r geen huurkort<strong>in</strong>g gekregen heeft. De transparantie<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


44<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> onroerend goed markt laat op dit gebied te wensen over. Zo bestaat vaak ondui<strong>de</strong>lijkheid<br />

over <strong>de</strong> vraag welke BAR uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wordt bedoeld, <strong>de</strong> BAR VON 25 of <strong>de</strong> BAR KK 26 .<br />

4.2.2 Netto AanvangsRen<strong>de</strong>ment (NAR)-metho<strong>de</strong><br />

Het grote verschil tussen <strong>de</strong> NAR-metho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong> zit <strong>in</strong> <strong>de</strong> exploitatiekosten die<br />

bij <strong>de</strong> NAR-metho<strong>de</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gebracht op <strong>de</strong> bruto markthuur. De NAR-metho<strong>de</strong><br />

wordt <strong>in</strong> veel gevallen als een betere metho<strong>de</strong> beschouwd dan <strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong>, omdat <strong>de</strong><br />

NAR-metho<strong>de</strong> wel reken<strong>in</strong>g houdt met <strong>de</strong> exploitatielasten. On<strong>de</strong>r exploitatielasten vallen<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re: on<strong>de</strong>rhoudskosten, beheerskosten, verzeker<strong>in</strong>gen, erfpacht, leegstand en an<strong>de</strong>re<br />

vaste lasten zoals onroerend zaakbelast<strong>in</strong>g. In formulevorm ziet <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> er als volgt uit:<br />

ℎ<br />

=<br />

27<br />

<br />

<br />

− 28 <br />

1 + <br />

4.2.3 Discounted Cashflow (DCF)-metho<strong>de</strong><br />

De DCF-metho<strong>de</strong> wordt met enige regelmaat toegepast bij het maken van<br />

<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong>ze bereken<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n toekomstige kasstromen (cashflows)<br />

contant gemaakt, waarna <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g ervan afgetrokken wordt. Indien <strong>de</strong>ze netto contante<br />

waar<strong>de</strong> leidt tot een positief resultaat, dan is <strong>in</strong> zijn algemeenheid <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g rendabel.<br />

Hoewel <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> niet specifiek voor onroerend goed bedoeld is, wordt <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong><br />

hiervoor steeds meer gebru<strong>ik</strong>t en ook voor het nemen van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbesliss<strong>in</strong>gen. Naast <strong>de</strong><br />

netto contante waar<strong>de</strong> helpt <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> ook bij het bepalen van <strong>de</strong> IRR 29 van een<br />

belegg<strong>in</strong>g.<br />

Het grote verschil tussen <strong>de</strong> BAR/NAR-metho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g is dat <strong>de</strong><br />

DCF-metho<strong>de</strong>, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> BAR/NAR metho<strong>de</strong>, reken<strong>in</strong>g houdt met alle <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

toekomst verwachte kasstromen, terwijl <strong>de</strong> BAR/NAR-metho<strong>de</strong> slechts uitgaat van <strong>de</strong><br />

kasstromen op peildatum (aanvang). In dat opzicht is <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> een nauwkeurigere<br />

25 BAR VON: Vrij op naam. Hier<strong>in</strong> zitten dan al alle aankoopkosten.<br />

26 BAR KK: Kosten koper. De koper zal naast <strong>de</strong> aankoopprijs ook reken<strong>in</strong>g moeten hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

aankoopkosten.<br />

27 De netto markthuur is gelijk aan <strong>de</strong> bruto markthuur m<strong>in</strong>us directe exploitatielasten.<br />

28 Contante waar<strong>de</strong>.<br />

29 IRR: Internal Rate of Return.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


45<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed te bepalen. Echter, elk voor<strong>de</strong>el heeft zijn<br />

na<strong>de</strong>el. Om <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> juist te gebru<strong>ik</strong>en, is het van groot belang dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>put erg<br />

nauwkeurig is samengesteld. Voor het traditionele onroerend goed 30 is ten m<strong>in</strong>ste <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>put noodzakelijk voor het juist gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>:<br />

1. Inkomsten<br />

2. Uitgaven<br />

3. Bijzon<strong>de</strong>re kasstromen<br />

4. E<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong><br />

5. Disconter<strong>in</strong>gsvoet<br />

6. Beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong><br />

1. Inkomsten: aan <strong>de</strong> hand van een huurovereenkomst of een huuraanbied<strong>in</strong>g van een<br />

parkeerexploitant kan <strong>de</strong> belegger voor <strong>de</strong> lengte van <strong>de</strong> huurovereenkomst bepalen wat<br />

haar <strong>in</strong>komsten uit <strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een parkeergarage zullen zijn. In <strong>de</strong> meeste lan<strong>de</strong>n<br />

wordt <strong>de</strong> huur jaarlijks geïn<strong>de</strong>xeerd. De belangrijke <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g die een belegger moet<br />

maken is <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>xer<strong>in</strong>g. Hoe hoger <strong>de</strong> jaarlijkse <strong>in</strong><strong>de</strong>xer<strong>in</strong>g, <strong>hoe</strong> hoger <strong>de</strong><br />

kasstromen en daarmee ook <strong>de</strong> netto contante waar<strong>de</strong>.<br />

Omdat beleggen <strong>in</strong> onroerend goed veelal gepaard gaat met een lange termijn visie, is<br />

het van belang om te kijken naar <strong>de</strong> lange termijn <strong>in</strong>flatie verwacht<strong>in</strong>g voor een <strong>bepaal</strong>d<br />

land. Twee keer per jaar geeft Consensus Economics Inc. 31 <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatieverwacht<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> tien jaar voor een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Europese lan<strong>de</strong>n. Hoewel het wat on<strong>de</strong>rzoek<br />

vergt is <strong>de</strong>ze markt<strong>in</strong>formatie dus wel besch<strong>ik</strong>baar.<br />

2. Uitgaven: er moet een dui<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wor<strong>de</strong>n tussen uitgaven en kosten.<br />

Hoewel kosten een directe <strong>in</strong>vloed hebben op het resultaat, hebben ze voor een belegger<br />

niet per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie een <strong>in</strong>vloed op het ren<strong>de</strong>ment van een belegg<strong>in</strong>g. Om aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong><br />

DCF-metho<strong>de</strong> het ren<strong>de</strong>ment te bepalen wordt er enkel gekeken naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>komen<strong>de</strong> en<br />

uitgaan<strong>de</strong> kasstromen. Kosten <strong>hoe</strong>ven niet een directe relatie te hebben met kasstromen.<br />

Een voorbeeld hiervan zijn afschrijv<strong>in</strong>gen. Afschrijv<strong>in</strong>gen verlagen wel het resultaat van<br />

een belegg<strong>in</strong>g, maar zorgen niet voor een lagere kasstroom. Ook als er jaarlijks een<br />

voorzien<strong>in</strong>g wordt opgevoerd voor groot on<strong>de</strong>rhoud dat pas over 10 jaar zal wor<strong>de</strong>n<br />

uitgevoerd, wordt enkel <strong>de</strong> feitelijke uitgave <strong>in</strong> jaar 10 opgenomen als uitgaan<strong>de</strong><br />

30 Kantoren, w<strong>in</strong>kels en won<strong>in</strong>gen<br />

31 www.consensuseconomics.com<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


46<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

kasstroom. Gemakshalve kan veron<strong>de</strong>rsteld wor<strong>de</strong>n dat kosten direct gekoppeld aan <strong>de</strong><br />

exploitatie ook <strong>in</strong> het jaar waarop ze betrekk<strong>in</strong>g hebben wor<strong>de</strong>n betaald (uitgegeven). De<br />

belangrijkste kosten zijn property management 32 fee, advieskosten, uitgaven voor kle<strong>in</strong><br />

on<strong>de</strong>rhoud en (vennootschaps-)belast<strong>in</strong>gen.<br />

3. Bijzon<strong>de</strong>re kasstromen: bijzon<strong>de</strong>re kasstromen zijn, zoals <strong>de</strong> naam al doet vermoe<strong>de</strong>n,<br />

bijzon<strong>de</strong>r van aard en hebben geen terugkerend karakter. Hoewel <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> juist<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid biedt om met <strong>de</strong>ze bijzon<strong>de</strong>re kasstromen reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n, kunnen<br />

<strong>de</strong>ze niet altijd even eenvoudig van te voren wor<strong>de</strong>n geschat. Een koper zal toch, om <strong>de</strong><br />

consequenties voor het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke belegg<strong>in</strong>gsresultaat te kunnen beperken, een<br />

<strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g moeten maken van <strong>de</strong>ze bijzon<strong>de</strong>re kasstromen.<br />

4. E<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>: om te komen tot een juiste netto contante waar<strong>de</strong> zal ook <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong><br />

<strong>bepaal</strong>d moeten wor<strong>de</strong>n. Afhankelijk van <strong>de</strong> gekozen perio<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> een<br />

belangrijke <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong>. Des te ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst<br />

ligt, <strong>de</strong>s te kle<strong>in</strong>er <strong>de</strong> impact op <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>g. Bij een<br />

disconter<strong>in</strong>gsvoet van 8%, bedraagt <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> na een perio<strong>de</strong><br />

van 30 jaar circa 10% van <strong>de</strong>ze e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> 33 . Na 40 jaar is dat circa 5%. Daarentegen is<br />

<strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> na een perio<strong>de</strong> van 10 jaar nog circa 46%. Voor<br />

een belegger met een belegg<strong>in</strong>gshorizon (beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong>) van 10 jaar is het daarom<br />

van belang om een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te maken van <strong>de</strong> te realiseren e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>.<br />

Voor het bepalen van een e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> wordt veelal gebru<strong>ik</strong> gemaakt van <strong>de</strong> exit-yield-<br />

metho<strong>de</strong> (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Hierbij wordt <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong><br />

<strong>bepaal</strong>d door <strong>de</strong> bruto of netto kasstromen <strong>in</strong> het eerste exploitatiejaar na verkoop contant<br />

te maken tegen <strong>de</strong> bruto of netto aanvangsren<strong>de</strong>menten (BAR of NAR) die door <strong>de</strong> koper<br />

van het object op dat moment wordt geëist. Daarbij wordt <strong>de</strong> BAR of NAR dan vaak<br />

<strong>bepaal</strong>d op basis van <strong>de</strong> huidige BAR of NAR, vermeer<strong>de</strong>rd met een verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsopslag<br />

(Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Een na<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze exit-yield-metho<strong>de</strong> is<br />

dat er, net als bij <strong>de</strong> BAR- en NAR-metho<strong>de</strong>, enkel gekeken wordt naar <strong>de</strong> kasstromen <strong>in</strong><br />

het eerste jaar van exploitatie na <strong>de</strong> verkoop en niet naar eventuele volgen<strong>de</strong> afwijken<strong>de</strong><br />

kasstromen. Een nieuwe koper zal <strong>in</strong> veel gevallen ook terugvallen op <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong><br />

en reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met zijn verwacht<strong>in</strong>gen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong>.<br />

32 Een onroerend goedterm voor het dagelijks beheer van een specifiek onroerend goed object.<br />

33 Dit is ongeacht <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>. Bij een lagere disconter<strong>in</strong>gsvoet ligt <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong> hoger. Bij een<br />

hogere disconter<strong>in</strong>gsvoet is dat juist an<strong>de</strong>rsom.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


47<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Omdat het al niet eenvoudig is voor een belegger om alle kasstromen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst<br />

nauwkeurig <strong>in</strong> te schatten, zal <strong>de</strong>ze dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen zeker niet doen na <strong>de</strong><br />

beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong>. Hierdoor wordt er vaak toch teruggevallen op <strong>de</strong> exit-yield-<br />

metho<strong>de</strong>. Er zijn echter wel een paar uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, waarbij het niet mogelijk is <strong>de</strong> exit-<br />

yield-metho<strong>de</strong> zon<strong>de</strong>rmeer toe te passen:<br />

• Er is sprake van een kortlopen<strong>de</strong> restlooptijd van een concessierecht 34 , waarbij <strong>de</strong><br />

e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> nihil is. In dit geval zal toch gekeken moeten wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong><br />

resteren<strong>de</strong> kasstromen voor <strong>de</strong> koper om aan <strong>de</strong> hand van diens gewenste<br />

ren<strong>de</strong>mentseisen <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> te bepalen. Deze nieuwe contante waar<strong>de</strong> is<br />

dan gelijk aan <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>.<br />

• Kort na <strong>de</strong> verkoop loopt <strong>de</strong> huurovereenkomst met <strong>de</strong> exploitant af. In dit geval<br />

zal er gekeken wor<strong>de</strong>n naar het verschil <strong>in</strong> markthuur en <strong>de</strong> huidige contracthuur.<br />

Dit kan lei<strong>de</strong>n tot grote aanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> te kapitaliseren huurstroom volgens <strong>de</strong><br />

exit-yield-metho<strong>de</strong>. De effecten hiervan zijn <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk uitgelegd als<br />

het zaagtand effect.<br />

5. Disconter<strong>in</strong>gsvoet: een an<strong>de</strong>re term voor disconter<strong>in</strong>gsvoet is ren<strong>de</strong>mentseis (Van Gool,<br />

Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Het bepalen van een ren<strong>de</strong>mentseis is een lastig proces.<br />

Er bestaat geen eenduidige ren<strong>de</strong>mentseis voor onroerend goedbelegg<strong>in</strong>gen. Deze is veelal<br />

afhankelijk van het type onroerend goed, <strong>de</strong> kwaliteit van het object, <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong><br />

huur<strong>de</strong>r(s) en <strong>de</strong> lengte van een huurcontract. Daarnaast dient een ren<strong>de</strong>mentseis ook te<br />

voldoen aan <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> belegger.<br />

Voor het bepalen van het vereiste ren<strong>de</strong>ment voor een <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g bestaan er <strong>in</strong><br />

beg<strong>in</strong>sel twee metho<strong>de</strong>n (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007):<br />

• De ren<strong>de</strong>mentseis wordt <strong>bepaal</strong>d door het ren<strong>de</strong>ment (op basis van<br />

marktwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen) van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> onroerendgoedportefeuille en/of door <strong>de</strong><br />

f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gskosten.<br />

• Het vereiste ren<strong>de</strong>ment wordt <strong>bepaal</strong>d door het risicovrij te behalen ren<strong>de</strong>ment<br />

(bijvoorbeeld <strong>de</strong> rente op kasgeldlen<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> overheid) te verhogen met een<br />

risico –opslag (of met verschillen<strong>de</strong> risico-opslagen).<br />

34 Een concessierecht is het recht om voor een <strong>bepaal</strong><strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van een stuk grond, al dan niet met opstal,<br />

gebru<strong>ik</strong> te maken voor specifieke doele<strong>in</strong><strong>de</strong>n, waarbij aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> grond en alle<br />

bijbehoren<strong>de</strong> opstallen wor<strong>de</strong>n teruggegeven aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar. In tegenstell<strong>in</strong>g tot een erfpacht, is het<br />

hierbij gebru<strong>ik</strong>elijk dat <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar zowel <strong>de</strong> grond als <strong>de</strong> opstallen om niet terug verwerft.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


48<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Bij onroerendgoedfondsen is er veelal sprake van een target ren<strong>de</strong>ment dat betrekk<strong>in</strong>g<br />

heeft op <strong>de</strong> gehele portefeuille. Dit afgesproken ren<strong>de</strong>ment op portefeuille niveau is dan<br />

ook <strong>de</strong> basis voor het bepalen van het ren<strong>de</strong>ment op een <strong>in</strong>dividuele <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g. Indien het<br />

huidige portefeuilleren<strong>de</strong>ment bene<strong>de</strong>n het target ren<strong>de</strong>ment ligt, dan zal van een volgen<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g doorgaans een hoger ren<strong>de</strong>ment geëist wor<strong>de</strong>n.<br />

Een an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong> die vaak door beleggers gebru<strong>ik</strong>t wordt voor het bepalen van<br />

<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentseis op het eigen vermogen, is het toevoegen van risico opslagen op een<br />

risicovrije voet. Voor een risicovrije voet wordt meestal gekozen voor een lange termijn<br />

staatslen<strong>in</strong>g of een IRS 35 . Bij <strong>de</strong> risicovrije voet wor<strong>de</strong>n een aantal opslagen opgeteld, te<br />

weten (Loon, 2006):<br />

• Een algemene onroerend goedopslag (tussen 0,40% en 1,28%: een risico-opslag<br />

voor het beleggen <strong>in</strong> onroerend goed<br />

• Een sectoropslag (tussen 0,05% en 1,94%): een risico-opslag voor het beleggen <strong>in</strong><br />

een specifieke onroerendgoedsector (kantoren, w<strong>in</strong>kels, won<strong>in</strong>gen,<br />

bedrijfsruimten, <strong>parkeergarages</strong>, etc.)<br />

• Een objectopslag (tussen 0,00% en 2,19%): een risico-opslag voor het beleggen <strong>in</strong><br />

het specifieke onroerend goedobject<br />

De som van <strong>de</strong>ze opslagen wordt gezien als <strong>de</strong> risicopremie voor het beleggen <strong>in</strong><br />

onroerend goed. De grote bandbreedtes zoals hierboven weergegeven, laten zien dat het<br />

schatten van <strong>de</strong> diverse risico-opslagen een subjectieve, soms zelfs gevoelsmatige kwestie<br />

is.<br />

6. Beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong>: het schatten van <strong>de</strong> toekomstige kasstromen dient plaats te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />

geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehele beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong>. Naarmate <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> langer duurt, zal <strong>de</strong><br />

onzekerheid, en daarmee <strong>de</strong> onnauwkeurigheid bij het vaststellen van <strong>de</strong> kasstromen,<br />

toenemen (Hoekstra, 2003). Hierbij dient wel opgemerkt te wor<strong>de</strong>n, dat <strong>hoe</strong> ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

kasstromen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst liggen, <strong>hoe</strong> te m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze kasstromen effect hebben op <strong>de</strong><br />

netto contante waar<strong>de</strong> van het te waar<strong>de</strong>ren object. Het is afhankelijk van <strong>de</strong> strategie van<br />

een belegger <strong>hoe</strong> lang een beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong> moet zijn. Echter, zoals ook bij <strong>de</strong><br />

e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> genoemd, verdampt <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van een kasstroom <strong>in</strong> jaar 30 met<br />

35 IRS: Interest Rate Swap.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


49<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

circa 90% 36 . Voor een kortere perio<strong>de</strong> levert een kasstroom daarentegen wel een grotere<br />

bijdrage. In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel is weergegeven wat <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed is van een kasstroom op <strong>de</strong><br />

contante waar<strong>de</strong> van een onroerend goedobject, bij het contant maken van <strong>de</strong> kasstromen<br />

tegen een disconter<strong>in</strong>gsvoet van 10%.<br />

Invloed t.o.v. e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong><br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39<br />

Figuur 11: <strong>in</strong>vloed kasstromen op <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong><br />

De waar<strong>de</strong> die tot stand komt uit <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g vormt <strong>de</strong> getaxeer<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het te<br />

waar<strong>de</strong>ren onroerend goed. Doordat alle kasstromen contant gemaakt wor<strong>de</strong>n, spelen zowel<br />

<strong>de</strong> factor tijd als <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet een belangrijke rol. De disconter<strong>in</strong>gsvoet wordt afgeleid<br />

uit transactiegegevens van recent verhan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> vergelijkbare objecten <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> markt (Van<br />

Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Het International Valuation Standards Committee<br />

(IVCS) stelt dat <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel overeen moet komen met het<br />

ren<strong>de</strong>mentspercentage dat kan wor<strong>de</strong>n verdiend op <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen met een gelijk risiconiveau.<br />

De disconter<strong>in</strong>gsvoet moet daarbij overeen komen met <strong>de</strong> IRR die wordt gerealiseerd op<br />

vergelijkbare onroerendgoedtransacties, zodanig dat <strong>de</strong> marktrisico premie <strong>de</strong>el uit maakt van<br />

<strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007).<br />

Bij een an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet te bepalen, wordt gekeken naar <strong>de</strong><br />

m<strong>in</strong>imale <strong>in</strong>terne ren<strong>de</strong>mentseis. Dit kan ertoe lei<strong>de</strong>n dat -<strong>in</strong>dien <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne ren<strong>de</strong>mentseis niet<br />

36 Bij een disconter<strong>in</strong>gsvoet van 8%.<br />

Invloed kasstromen op <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong><br />

Aantal jaren<br />

Disconter<strong>in</strong>gsvoet: 10%<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


50<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

marktconform is, gelet op het te lopen risico- er bij een gezon<strong>de</strong> 37 en transparante markt geen<br />

transacties plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Dit komt dan omdat <strong>de</strong> prijs die <strong>de</strong> koper bereid is om te betalen te<br />

laag is. Ter verdui<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g, <strong>hoe</strong> hoger <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet (ren<strong>de</strong>mentseis), <strong>de</strong>s te lager <strong>de</strong><br />

netto contante waar<strong>de</strong>. Daarnaast zal bij het gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> voor het<br />

berekenen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n moeten wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kosten koper. De<br />

bereken<strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> toekomstige kasstromen zal moeten wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld door<br />

(1+kosten koper).<br />

4.2.4 IRR-metho<strong>de</strong><br />

De IRR-metho<strong>de</strong> is een afgelei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>. IRR staat voor Internal Rate of<br />

Return, het looptijdren<strong>de</strong>ment van een belegg<strong>in</strong>g (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007).<br />

Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> bij <strong>de</strong> DCF metho<strong>de</strong> voorspel<strong>de</strong> toekomstige kasstromen en een<br />

<strong>in</strong>itiële vraagprijs kan het looptijdren<strong>de</strong>ment wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d. Omdat bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n, <strong>de</strong><br />

DCF-metho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong>, een afgelei<strong>de</strong> zijn van elkaar, zou<strong>de</strong>n ze, mits juist<br />

gebru<strong>ik</strong>t, tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> uitkomsten moeten lei<strong>de</strong>n. Indien <strong>de</strong> bereken<strong>de</strong> IRR gebru<strong>ik</strong>t wordt als<br />

<strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet bij <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>, dan is <strong>de</strong> netto contante waar<strong>de</strong> van het project<br />

gelijk aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>gevoer<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong>.<br />

De IRR-metho<strong>de</strong> heeft ten opzichte van an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong>n als voor<strong>de</strong>el dat meteen het<br />

looptijdren<strong>de</strong>ment dui<strong>de</strong>lijk wordt (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Toch zijn er<br />

ook beperk<strong>in</strong>gen te noemen voor <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong>. Deze metho<strong>de</strong> gaat er vanuit dat jaarlijks<br />

positieve kasstromen wor<strong>de</strong>n uitgekeerd en dat <strong>de</strong>ze kunnen wor<strong>de</strong>n geher<strong>in</strong>vesteerd <strong>in</strong><br />

projecten met eenzelf<strong>de</strong> verwacht ren<strong>de</strong>ment. De IRR-metho<strong>de</strong> kijkt <strong>in</strong> feite vanuit het<br />

ren<strong>de</strong>ment op een <strong>bepaal</strong>d onroerend goedobject en niet vanuit het ren<strong>de</strong>ment van een<br />

belegger. Toch wordt <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> veel door belegg<strong>in</strong>gsfondsen gebru<strong>ik</strong>t, omdat het niet als<br />

<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van een fondsmanager gezien wordt om reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met<br />

herbelegg<strong>in</strong>gmogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> belegger.<br />

4.2.5 WOZ waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong><br />

De WOZ-waar<strong>de</strong> wordt vastgesteld op grond van <strong>de</strong> Wet waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g onroeren<strong>de</strong> zaken<br />

(afgekort: Wet WOZ). Deze wet <strong>bepaal</strong>d dat een gemeente een waar<strong>de</strong> moet bepalen voor alle<br />

onroeren<strong>de</strong> zaken die b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeentegrens liggen. De WOZ waar<strong>de</strong> wordt door drie<br />

<strong>in</strong>stanties gebru<strong>ik</strong>t. De gemeente gebru<strong>ik</strong>t <strong>de</strong> WOZ-waar<strong>de</strong> als basis voor <strong>de</strong> onroeren<strong>de</strong>-<br />

37 Voldoen<strong>de</strong> vraag en aanbod.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


51<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

zaakbelast<strong>in</strong>gen (afgekort: OZB). Het waterschap gebru<strong>ik</strong>t <strong>de</strong> WOZ-waar<strong>de</strong> als basis voor een<br />

waterschapsbelast<strong>in</strong>g. Deze belast<strong>in</strong>g noemt men ook wel <strong>de</strong> waterschapsomslag voor<br />

gebouw<strong>de</strong> onroeren<strong>de</strong> zaken. Ongebouw<strong>de</strong> onroeren<strong>de</strong> zaken, zoals percelen grond, vallen<br />

dus niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze belast<strong>in</strong>g. Tot slot gebru<strong>ik</strong>t <strong>de</strong> Rijksbelast<strong>in</strong>gdienst <strong>de</strong> WOZ-waar<strong>de</strong> voor<br />

het vaststellen van <strong>de</strong> aanslagen <strong>in</strong>komstenbelast<strong>in</strong>g en vennootschapsbelast<strong>in</strong>g (IB en Vpb).<br />

De hoogte van <strong>de</strong> WOZ-waar<strong>de</strong> <strong>bepaal</strong>t <strong>de</strong> fiscale afschrijv<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

onroeren<strong>de</strong> zaak.<br />

Er wordt on<strong>de</strong>r Wet WOZ on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen won<strong>in</strong>gen en niet-won<strong>in</strong>gen.<br />

Niet-won<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gewaar<strong>de</strong>erd op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het economische verkeer of op <strong>de</strong><br />

gecorrigeer<strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>. Volgens <strong>de</strong> Wet WOZ is hoogste van die twee waar<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

WOZ-waar<strong>de</strong>. Formeel gesproken moeten voor een niet-won<strong>in</strong>g dus twee waar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>bepaal</strong>d, waarna <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> hoogste kiest als WOZ-waar<strong>de</strong>. Meestal zal echter van<br />

tevoren wel dui<strong>de</strong>lijk zijn welke waar<strong>de</strong> het hoogst is. Er <strong>hoe</strong>ven dan niet twee taxaties te<br />

wor<strong>de</strong>n verricht.<br />

Waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het economische verkeer<br />

Het begrip waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het economische verkeer betekent eenvoudig gezegd: <strong>de</strong> vrije<br />

verkoopwaar<strong>de</strong> van het pand. Met, huur, verhuur, hypotheken en an<strong>de</strong>re zakelijke rechten<br />

(zoals erfpacht) wordt bij <strong>de</strong> WOZ-waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g geen reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n. Het pand wordt<br />

gewaar<strong>de</strong>erd alsof u het volledig eigendom van <strong>de</strong> won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n heeft. De waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het<br />

economische verkeer kan volgens, Wet WOZ, aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>bepaal</strong>d (WOZ Informatie, 2007):<br />

• Vergelijk<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>: voor het vaststellen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het economische verkeer<br />

wordt vaak gebru<strong>ik</strong> gemaakt van verkoopcijfers van vergelijkbare pan<strong>de</strong>n uit het<br />

kadaster. In het kadaster wor<strong>de</strong>n immers <strong>de</strong> meeste verkopen van onroeren<strong>de</strong> zaken<br />

<strong>in</strong>geschreven.<br />

• Huurwaar<strong>de</strong>kapitalisatiemetho<strong>de</strong>: bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het economische<br />

verkeer van niet-won<strong>in</strong>gen wordt vaak ook nog vergeleken met huurcijfers van<br />

vergelijkbare pan<strong>de</strong>n. Van niet-won<strong>in</strong>gen zoals bijvoorbeeld w<strong>in</strong>kels en kantoren zijn<br />

veelal huurprijzen bekend. Door <strong>de</strong>ze huren te analyseren kan een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

huurwaar<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n berekend voor een <strong>bepaal</strong>d type niet-won<strong>in</strong>g. De huurwaar<strong>de</strong><br />

wordt vermenigvuldigd met een kapitalisatiefactor. Deze factor drukt uit <strong>hoe</strong>veel maal<br />

<strong>de</strong> jaarhuurwaar<strong>de</strong> men bij verkoop bereid zou zijn te betalen voor het pand. Bij het<br />

bepalen van <strong>de</strong> factor wordt reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met zaken als <strong>in</strong>flatie, <strong>de</strong> rentestand,<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


52<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

<strong>de</strong> staat van on<strong>de</strong>rhoud, verzeker<strong>in</strong>g, belast<strong>in</strong>g en beheerskosten. Deze<br />

berekenmetho<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>kapitalisatiemetho<strong>de</strong> genoemd.<br />

• Discounted cashflow metho<strong>de</strong>. een an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong> voor het berekenen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> het economische verkeer van een niet-won<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> discounted cashflow metho<strong>de</strong>.<br />

Deze metho<strong>de</strong> wordt soms gebru<strong>ik</strong>t bij <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van onroeren<strong>de</strong> zaken die slecht<br />

met elkaar zijn te vergelijken en waarvan we<strong>in</strong>ig koop- of huurgegevens bestaan.<br />

Zoals bijvoorbeeld horecaobjecten en hotels en <strong>de</strong>rgelijke.<br />

Gecorrigeer<strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong><br />

De gecorrigeer<strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong> van een onroeren<strong>de</strong> zaak wordt <strong>bepaal</strong>d door uit te gaan<br />

van <strong>de</strong> herbouwwaar<strong>de</strong> van die zaak. Dit is het bedrag dat moet wor<strong>de</strong>n betaald om een<br />

vergelijkbaar nieuw object te bouwen. Vervolgens moet overeenkomstig <strong>de</strong> leeftijd van het<br />

pand op <strong>de</strong> herbouwwaar<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n afgeschreven. Die afschrijv<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n gesplitst <strong>in</strong><br />

twee soorten afschrijv<strong>in</strong>g: een afschrijv<strong>in</strong>g door technische verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het pand en een<br />

afschrijv<strong>in</strong>g door functionele verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het pand. De verschillen wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r<br />

toegelicht (WOZ Informatie, 2007):<br />

• Technische verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: bij <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> technische verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt<br />

reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> leeftijd van het gebouw, <strong>de</strong> verwachte levensduur (<strong>hoe</strong> oud<br />

kan het pand wor<strong>de</strong>n) en <strong>de</strong> restwaar<strong>de</strong> van het pand (wat is het pand nog waard aan<br />

het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> levensduur).<br />

• Functionele verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: bij het bepalen van <strong>de</strong> functionele verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt<br />

reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met economische verou<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> <strong>hoe</strong>verre is er maatschappelijk<br />

gezien nog be<strong>hoe</strong>fte aan het pand), veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van bouwwijze (kan er nu goedkoper<br />

wor<strong>de</strong>n gebouwd), belemmer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gebru<strong>ik</strong>smogelijkhe<strong>de</strong>n (kan het pand nog<br />

optimaal wor<strong>de</strong>n benut) en excessieve gebru<strong>ik</strong>skosten (bijzon<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rhoudskosten)<br />

van het pand.<br />

• Grondwaar<strong>de</strong>: <strong>de</strong> gecorrigeer<strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grond die bij <strong>de</strong><br />

onroeren<strong>de</strong> zaak behoort wordt <strong>bepaal</strong>d door uit te gaan van <strong>de</strong> prijs die <strong>de</strong> gemeente<br />

<strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g brengt bij verkoop of uitgifte van die grond. Het moet dan gaan om grond<br />

met een vergelijkbare bestemm<strong>in</strong>g.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


4.3 De kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

53<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Bij het hanteren van <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>bepaal</strong>d door het berekenen van <strong>de</strong><br />

totale sticht<strong>in</strong>gskosten (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007). On<strong>de</strong>r sticht<strong>in</strong>gskosten<br />

wordt verstaan het totaal aan kosten van <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> realiser<strong>in</strong>g en het gebru<strong>ik</strong>sklaar<br />

maken van een onroerend goedobject: <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> grond, <strong>de</strong> bouw en <strong>de</strong> bouwrente (Bol,<br />

Van Gool, Hendr<strong>ik</strong>s, Trip, Vos, & Muller, 2003). Bij toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g,<br />

wordt <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> vastgesteld door het berekenen van <strong>de</strong> huidige vervang<strong>in</strong>gskosten,<br />

waarna een aftrek wordt toegepast voor <strong>de</strong> geaccumuleer<strong>de</strong> afschrijv<strong>in</strong>gen, vermeer<strong>de</strong>rd met<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grond (Beuken, 2005). In formule vorm kan <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> volgens <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven:<br />

= ℎ + − <br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


5 Toepasbaarheid waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n<br />

54<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Op basis van <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk opgedane kennis, gesprekken met experts op het vakgebied van<br />

<strong>parkeergarages</strong> en gesprekken met taxateurs van gerenommeer<strong>de</strong> taxatiebureaus, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong><br />

het vorige hoofdstuk beschreven waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n getoetst op hun toepasbaarheid bij het<br />

waar<strong>de</strong>ren van <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n te kunnen toetsen zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> criteria gebru<strong>ik</strong>t, <strong>de</strong>ze<br />

criteria wer<strong>de</strong>n ook door H.S.E.J. (Hub) Beuken gebru<strong>ik</strong>t voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

toepasbaarheid op hotelonroerend goed:<br />

1. Waar<strong>de</strong> wordt <strong>bepaal</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst en niet <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n.<br />

2. Implementatie van sterk variëren<strong>de</strong> cashflows.<br />

3. Gebaseerd op toekomstige kasstromen.<br />

4. Aansluit<strong>in</strong>g met cashflowprognoses.<br />

5. Mogelijkheid van communicatie.<br />

6. Voldoen<strong>de</strong> besch<strong>ik</strong>bare markt<strong>in</strong>formatie.<br />

7. Toegepast <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk.<br />

8. On<strong>de</strong>rbouwd <strong>in</strong> literatuur.<br />

De gesprekken met experts en taxateurs zijn verwerkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen en niet als vraag en<br />

antwoord dusdanig beschreven. Voor een samenvatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vragen en <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n,<br />

wordt verwezen naar bijlage Bijlage I, 0 en Bijlage III.<br />

5.1 De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

Bij het waar<strong>de</strong>ren van <strong>parkeergarages</strong> via <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is het veelal moeilijk<br />

om <strong>de</strong> nodige correcties te kwantificeren, omdat <strong>de</strong>ze niet wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund door<br />

markt<strong>in</strong>formatie. De exploitatie van een parkeergarage is afhankelijk van <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g, <strong>de</strong><br />

constructie, <strong>de</strong> omvang, <strong>de</strong> bere<strong>ik</strong>baarheid en het regionale parkeerbeleid. Het is niet<br />

eenvoudig om voor referentiedoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n een parkeergarage te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n die op eenzelf<strong>de</strong> locatie<br />

staat met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> karakteristieken, waardoor het lastig wordt om een goe<strong>de</strong><br />

correctiebereken<strong>in</strong>g te maken. Dit kan al het geval zijn als een parkeergarage slechts enkele<br />

hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n meters ver<strong>de</strong>rop gelegen is. De ligg<strong>in</strong>g is immers een belangrijke factor.<br />

Aan <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt bij het waar<strong>de</strong>ren van <strong>parkeergarages</strong> zel<strong>de</strong>n een<br />

groot gewicht toegekend. Wel geeft <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>dicatie van <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen en<br />

het verwachte ren<strong>de</strong>ment van een koper van <strong>parkeergarages</strong>. Voor het waar<strong>de</strong>ren van<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


55<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

<strong>parkeergarages</strong> kent <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g nog een grote beperk<strong>in</strong>g. De<br />

besch<strong>ik</strong>baarheid van vergelijkbare transacties is bij dit type onroerend goed zeer beperkt.<br />

Alvorens een taxateur een betrouwbaar beeld kan geven van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage<br />

via <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, zal <strong>de</strong> taxateur ten m<strong>in</strong>ste moeten besch<strong>ik</strong>ken over meer<strong>de</strong>re<br />

vergelijkbare transacties. Daar geen twee <strong>parkeergarages</strong> gelijk zijn, zal het niet eenvoudig<br />

zijn om <strong>de</strong> nodige correcties te bepalen en door te voeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> te kopen<br />

parkeergarage.<br />

Een taxateur loopt veelal tegen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> problemen aan bij het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van<br />

vergelijkbare transacties en het bepalen van <strong>de</strong> daaruit voortvloeien<strong>de</strong> correcties:<br />

• Tijd: vergelijkbare transacties zijn altijd gedaan <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n. Hierdoor zal gekeken<br />

moeten wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> tijdsspanne hebben<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n. Zo kan het zijn dat er nieuwe <strong>parkeergarages</strong> bijgebouwd zijn, dat het<br />

beleid van <strong>de</strong> overheid rondom het op straat parkeren is aangepast of dat <strong>de</strong><br />

parkeertarieven substantieel gestegen zijn. Al <strong>de</strong>ze factoren hebben <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> parkeergarage.<br />

• Ligg<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> omzet van een parkeergarage wordt sterk beïnvloed door <strong>de</strong> mate van<br />

bere<strong>ik</strong>baarheid, gebru<strong>ik</strong>svrien<strong>de</strong>lijkheid en ligg<strong>in</strong>g ten opzichte van <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke<br />

bestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bezoeker. Het zal <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk bijzon<strong>de</strong>r moeilijk zijn om<br />

vergelijkbare transacties te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. De waar<strong>de</strong> van twee i<strong>de</strong>ntieke <strong>parkeergarages</strong> aan<br />

weerszij<strong>de</strong>n van een stadscentrum kan enorm verschillen door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>gen<br />

en <strong>de</strong> bere<strong>ik</strong>baarheid. Dit heeft direct <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> opbrengsten van <strong>de</strong> <strong>parkeergarages</strong>.<br />

• Constructie: ook kan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van twee naast elkaar gelegen <strong>parkeergarages</strong> met een<br />

an<strong>de</strong>re constructie sterk verschillen. De mate van gebru<strong>ik</strong>svrien<strong>de</strong>lijkheid <strong>bepaal</strong>t of een<br />

bezoek aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> parkeergarage een re<strong>de</strong>n zal zijn voor een herhaalbezoek of<br />

uitwijk naar <strong>de</strong> naastgelegen, beter van opzet zijn<strong>de</strong>, parkeergarage.<br />

• Omvang: het is van belang om voor het realiseren van een parkeergarage een goed <strong>in</strong>zicht<br />

te hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> vraag naar parkeerplaatsen. Een parkeergarage die te we<strong>in</strong>ig<br />

parkeerplaatsen heeft, zal op drukke dagen simpelweg omzet mislopen, omdat bezoekers<br />

besluiten el<strong>de</strong>rs te parkeren. Indien een parkeergarage te veel parkeerplaatsen heeft, welke<br />

zelfs op <strong>de</strong> drukste dagen niet volledig bezet zijn, zal dit ten koste gaan van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> per<br />

parkeerplaats. Een potentiële koper of parkeergarage exploitant is niet bereid te betalen<br />

voor parkeerplaatsen die niet gebru<strong>ik</strong>t wor<strong>de</strong>n. Ook dit maakt <strong>de</strong> vergelijkbaarheid voor<br />

taxateurs een stuk moeilijker.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


56<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Deze vier punten vormen slechts een aantal van <strong>de</strong> potentiële verschillen die voor een<br />

correctie <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong>dien een taxateur door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong> comparatieve<br />

bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> te waar<strong>de</strong>ren parkeergarage wil vaststellen. Bovenstaan<strong>de</strong><br />

zijn <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie onroerend goed gerelateer<strong>de</strong> eigenschappen, maar met een schu<strong>in</strong> oog<br />

wordt bij alle vier <strong>de</strong> punten ook een sterke referentie gemaakt naar <strong>de</strong> exploitatie van een<br />

parkeergarage. Meer dan voor bij an<strong>de</strong>r onroerend goed geldt bij <strong>parkeergarages</strong> dat als<br />

gevolg van een ongunstige ligg<strong>in</strong>g, constructie of omvang, een exploitant een lage huur zal<br />

betalen. Dit heeft logischerwijs direct gevolgen voor <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>.<br />

5.2 De <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

Hieron<strong>de</strong>r wordt per kapitalisatiemetho<strong>de</strong> beschreven <strong>in</strong> <strong>hoe</strong>verre <strong>de</strong>ze toepasbaar is voor het<br />

waar<strong>de</strong>ren van <strong>parkeergarages</strong>. Aangezien <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong> een afgelei<strong>de</strong> is van <strong>de</strong> DCF-<br />

metho<strong>de</strong>, wordt <strong>de</strong> toepasbaarheid van <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong> gelijk veron<strong>de</strong>rsteld aan <strong>de</strong><br />

toepasbaarheid van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>.<br />

5.2.1 BAR-metho<strong>de</strong><br />

Door <strong>de</strong> beperkte <strong>hoe</strong>veelheid transacties <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> is het niet eenvoudig <strong>de</strong><br />

BAR(markt) vast te stellen. Daarnaast is bij <strong>de</strong> comparatieve metho<strong>de</strong> reeds geconclu<strong>de</strong>erd<br />

dat <strong>parkeergarages</strong> ten opzichte van elkaar erg grote verschillen kunnen tonen. Hierdoor<br />

wordt <strong>de</strong> vergelijkbaarheid van <strong>de</strong> BAR, die immers is afgeleid uit an<strong>de</strong>re transacties per<br />

<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie m<strong>in</strong><strong>de</strong>r waar<strong>de</strong>vol. De BAR-metho<strong>de</strong> kan echter wel z<strong>in</strong>vol zijn om een <strong>bepaal</strong><strong>de</strong><br />

range aan te geven waarb<strong>in</strong>nen verkopen van <strong>parkeergarages</strong> zou<strong>de</strong>n moeten vallen. Ook hier<br />

dient <strong>de</strong> kantteken<strong>in</strong>g gemaakt te wor<strong>de</strong>n dat door <strong>de</strong> non-transparantie van <strong>de</strong> parkeergarage<br />

onroerend goedmarkt een vergelijkbare BAR niet te on<strong>de</strong>rbouwen is.<br />

Een an<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>el dat voortvloeit uit het gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong> is dat een<br />

belegger <strong>in</strong> een parkeergarage voor het bepalen van <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke verkoopprijs zich een<br />

beeld zal moeten vormen over <strong>de</strong> te verwachten, of gerealiseer<strong>de</strong>, gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> groei van <strong>de</strong><br />

exploitatie van <strong>de</strong> parkeergarage. Een nieuw gerealiseer<strong>de</strong> parkeergarage heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> meest<br />

voorkomen<strong>de</strong> gevallen een <strong>in</strong>groeifase van 1 tot 3 jaar. Dit is sterk afhankelijk van <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g<br />

en <strong>de</strong> nabij gelegen concurrentie. Een nieuwe parkeergarage zal zich <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> nog moeten<br />

‘bewijzen’ en daardoor doorgaans niet vanaf <strong>de</strong> dag van open<strong>in</strong>g <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk verwachte<br />

bezett<strong>in</strong>g realiseren. Na <strong>de</strong> <strong>in</strong>groeifase zal <strong>de</strong> parkeergarage een meer stabiele bezett<strong>in</strong>g laten<br />

zien en zijn <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten van <strong>de</strong> exploitant meer afhankelijk van <strong>de</strong> tariefontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g. Een<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


57<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

huur<strong>de</strong>r zal hierdoor <strong>in</strong> een latere fase eer<strong>de</strong>r bereid zijn een hogere huur te betalen dan <strong>in</strong> het<br />

beg<strong>in</strong>. Afhankelijk van <strong>de</strong> levensfase van <strong>de</strong> parkeergarage zal dan ook <strong>de</strong> te hanteren BAR<br />

moeten wor<strong>de</strong>n aangepast. Het corrigeren van <strong>de</strong> BAR kan pas plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n na nauwkeurige<br />

bestu<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huurovereenkomst.<br />

5.2.2 NAR-metho<strong>de</strong><br />

Voor <strong>de</strong> NAR-metho<strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> na<strong>de</strong>len als voor <strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong>, met <strong>de</strong><br />

toevoeg<strong>in</strong>g dat een taxateur of een koper een nauwkeurige <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g moet maken van <strong>de</strong><br />

exploitatiekosten van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g. Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong>ze kosten is<br />

afhankelijk van <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huurovereenkomst. Deze bepal<strong>in</strong>gen zijn ook erg<br />

verschillend <strong>in</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen Europa (zie paragraaf 2.8.1).<br />

5.2.3 DCF-metho<strong>de</strong><br />

Voor het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergarage is een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> noodzakelijke <strong>in</strong>put zoals<br />

eer<strong>de</strong>r beschreven wel besch<strong>ik</strong>baar. Dit wordt hieron<strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>r toegelicht.<br />

• Inkomsten: <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten voor <strong>de</strong> parkeergaragebelegger zijn tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd van het<br />

huurcontract nauwkeurig <strong>in</strong> te schatten. Het bijzon<strong>de</strong>re zit <strong>in</strong> <strong>de</strong> huuraanpass<strong>in</strong>g als gevolg<br />

van het e<strong>in</strong>digen van <strong>de</strong> huurovereenkomst of op een afgesproken<br />

huurherzien<strong>in</strong>gsmoment. In paragraaf 2.8.5 is mid<strong>de</strong>ls een rekenvoorbeeld aangetoond dat<br />

bij <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huur met parkeerexploitanten uitgegaan kan wor<strong>de</strong>n van een<br />

positief zaagtan<strong>de</strong>ffect. Dit maakt <strong>parkeergarages</strong> een <strong>in</strong>teressante belegg<strong>in</strong>gscategorie en<br />

pleit ervoor om als belegger ofwel kortlopen<strong>de</strong> huurovereenkomsten af te sluiten, ofwel<br />

voldoen<strong>de</strong> huurherzien<strong>in</strong>gsmomenten af te spreken. Voor een parkeerexploitant is <strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> tussen <strong>de</strong>ze huuraanpass<strong>in</strong>gen het <strong>in</strong>teressantst. Immers, <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten voor <strong>de</strong><br />

exploitant stijgen meestal har<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> uitgaven, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huur.<br />

• Uitgaven: voor een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong> jaarlijkse lasten met enige<br />

nauwkeurigheid vast te leggen en wijken niet enorm af van die van an<strong>de</strong>re typen<br />

onroerend goed. Voor een parkeergarage exploitant daarentegen is het een stuk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

eenvoudig om een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te maken van <strong>de</strong> toekomstige <strong>in</strong>komsten en uitgaven. De<br />

exploitant is <strong>de</strong>rhalve van veel meer factoren afhankelijk, zoals <strong>de</strong> bezett<strong>in</strong>gsgra<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

stijg<strong>in</strong>g van tarieven.<br />

• Bijzon<strong>de</strong>re kasstromen: afhankelijk van <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> huurovereenkomst is <strong>de</strong><br />

belegger of <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het plegen van on<strong>de</strong>rhoud en het doen van<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


58<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

vervang<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> een parkeergarage. De uitgaven hiervoor zullen moeten<br />

wor<strong>de</strong>n opgenomen als bijzon<strong>de</strong>re kasstromen.<br />

• E<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>: bij het bepalen van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g is het van<br />

belang om ook een beeld te vormen van <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> exploitatie van <strong>de</strong><br />

parkeergarage. Hoewel <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenkomen<strong>de</strong> kasstromen van <strong>de</strong> belegger voornamelijk<br />

bestaan uit <strong>de</strong> huur<strong>in</strong>komsten uit <strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>g, heeft <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> exploitatie<br />

van <strong>de</strong> parkeergarage een grote <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g. Om bij het hanteren<br />

van <strong>de</strong> exit-yield-metho<strong>de</strong>, voor het bepalen van <strong>de</strong> verwachte e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong>, <strong>de</strong> juiste<br />

kasstroom te kapitaliseren is het, net als bij <strong>de</strong> BAR-metho<strong>de</strong>, belangrijk te weten wat <strong>de</strong><br />

verwachte structurele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomstige kasstromen. Het aflopen van<br />

een huurovereenkomst, of het na<strong>de</strong>ren van een an<strong>de</strong>r moment van huurprijsherzien<strong>in</strong>g,<br />

levert voor een potentiële koper aanvullen<strong>de</strong> onzekerhe<strong>de</strong>n. In het algemeen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze<br />

onzekerhe<strong>de</strong>n gebru<strong>ik</strong>t om een opslag op <strong>de</strong> kapitalisatiefactor / ren<strong>de</strong>mentseis te<br />

rechtvaardigen. Voor een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g is dit echter onterecht. Zoals hierboven<br />

reeds vermeld, zal <strong>de</strong> huurherzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen eer<strong>de</strong>r lei<strong>de</strong>n tot een positieve<br />

huuraanpass<strong>in</strong>g dan een negatieve huuraanpass<strong>in</strong>g. De verkoper zal dit argument dan ook<br />

aanvoeren om een afslag op <strong>de</strong> kapitalisatiefactor / ren<strong>de</strong>mentseis te rechtvaardigen.<br />

Immers, <strong>in</strong>dien een jaar na aankoop <strong>de</strong> huur substantieel verhoogd kan wor<strong>de</strong>n, dan zal <strong>de</strong><br />

verkoper niet accepteren dat enkel <strong>de</strong> lage huur gekapitaliseerd wordt met <strong>de</strong> exit-yield-<br />

metho<strong>de</strong>.<br />

• Disconter<strong>in</strong>gsvoet: voor het bepalen van <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet is het niet eenvoudig te<br />

bepalen welke sector- en objectopslagen er gehanteerd moeten wor<strong>de</strong>n. Hiervoor is (nog)<br />

nauwelijks markt<strong>in</strong>formatie besch<strong>ik</strong>baar (Loon, 2006). Door het bijzon<strong>de</strong>re risicoprofiel is<br />

het ook niet eenvoudig om <strong>de</strong>ze opslagen te vergelijken met an<strong>de</strong>re typen onroerend goed.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


5.3 De kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

59<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Hoewel het relatief eenvoudig is om <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>gskosten van een parkeergarage te bepalen,<br />

wordt <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk niet gebru<strong>ik</strong>t door beleggers of taxateurs voor het<br />

bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage. De re<strong>de</strong>n hiervoor is, dat een<br />

parkeergarage vaak gebouwd wordt om on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g te bie<strong>de</strong>n aan een grotere<br />

functionaliteit, zoals bijvoorbeeld een w<strong>in</strong>kelcentrum, een ziekenhuis of een luchthaven.<br />

Doordat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage gekoppeld is aan het gebru<strong>ik</strong> daarvan is het voor<br />

een belegger <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie niet relevant wat <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>gskosten van <strong>de</strong> parkeergarage zijn<br />

of zijn geweest. Daartegenover staat dat <strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>gskosten voor een ontw<strong>ik</strong>kelaar wel van<br />

belang zijn voor het bepalen van <strong>de</strong> haalbaarheid van een ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van een<br />

parkeergarage.<br />

Voor een ontw<strong>ik</strong>kelaar kan een parkeergarage echter ook een noodzakelijk kwaad zijn<br />

bij het realiseren van an<strong>de</strong>re onroerend goedobjecten als een w<strong>in</strong>kelcentrum of een nieuw<br />

kantorencomplex. In <strong>de</strong>ze gevallen kan <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>, gebaseerd op <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g lager, zijn dan <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> volgens <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Hoewel<br />

<strong>de</strong> parkeergarage <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze gevallen niet economisch rendabel kan wor<strong>de</strong>n gerealiseerd, zal <strong>de</strong><br />

ontw<strong>ik</strong>kelaar <strong>de</strong> negatieve waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage moeten compenseren bij <strong>de</strong> verkoop<br />

van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re functies van <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g. Indien voor <strong>de</strong> gehele ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> volgens <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g lager ligt dan volgens <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, is<br />

het project niet w<strong>in</strong>stgevend te realiseren. Volgens Kragtwijk is een parkeergarage nauwelijks<br />

w<strong>in</strong>stgevend te exploiteren <strong>in</strong>dien een exploitant te maken krijgt met sticht<strong>in</strong>gskosten van<br />

circa € 27.000 of meer per parkeerplaats (Verbeek, 1997).<br />

5.4 Conclusie<br />

Voor het toepassen van <strong>de</strong> comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g bij het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van<br />

onroerend goed zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie factoren van groot belang:<br />

• Besch<strong>ik</strong>baarheid van vergelijkbare transacties.<br />

• Toets<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraagprijzen en <strong>de</strong> daarmee samenhangen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>menten.<br />

• Inzicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> mate van vergelijkbaarheid en <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> door te voeren correcties ten<br />

opzichte van <strong>de</strong> te waar<strong>de</strong>ren parkeergarage.<br />

De comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt meestal gebru<strong>ik</strong>t bij <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g van m<strong>in</strong> of meer<br />

gelijkvormige niet-verhuur<strong>de</strong> woonhuizen <strong>in</strong> een <strong>bepaal</strong><strong>de</strong> straat of buurt (Van Gool,<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


60<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Brounen, Jager, & Weisz, 2007). Wanneer onroerend goed <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate homogeen is,<br />

zoals bij grote kantorencomplexen, w<strong>in</strong>kelcentra, hotels en ook <strong>parkeergarages</strong>, is <strong>de</strong><br />

comparatieve bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g m<strong>in</strong><strong>de</strong>r eenvoudig toepasbaar. De grootste beperk<strong>in</strong>g voor het<br />

toepassen hiervan is het niet besch<strong>ik</strong>baar zijn van voldoen<strong>de</strong> vergelijkbare transacties (Ten<br />

Have, Taxatieleer vastgoed 1, 2002). Zelfs bij eventueel gevon<strong>de</strong>n vergelijkbare transacties<br />

kunnen er tussentijds veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n waardoor <strong>de</strong> <strong>de</strong>stijds gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> ook niet meer representatief is en <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk toch bemoeilijkt<br />

wordt. Voor parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen geldt ook nog eens dat door een stijg<strong>in</strong>g of dal<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> parkeerbe<strong>hoe</strong>fte <strong>in</strong> een <strong>bepaal</strong><strong>de</strong> regio het mogelijk kan zijn dat ogenschijnlijk<br />

vergelijkbare transacties niet meer relevant zijn voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

te waar<strong>de</strong>ren parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

De <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n toegepast bij alle onroerend goed dat <strong>in</strong>komsten<br />

genereert (Beuken, 2005). Zowel <strong>de</strong> BAR- als <strong>de</strong> NAR-metho<strong>de</strong> zijn vrij eenvoudig <strong>in</strong><br />

gebru<strong>ik</strong>, maar kennen een aantal beperk<strong>in</strong>gen, zoals het onvoldoen<strong>de</strong> besch<strong>ik</strong>baar zijn van<br />

markt<strong>in</strong>formatie. Dit is vooral het geval bij onroerend goed dat <strong>in</strong>komsten genereert of een<br />

sterke l<strong>in</strong>k heeft naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> exploitatie. Dit is ook het geval bij het toepassen van<br />

<strong>de</strong> BAR- of <strong>de</strong> NAR-metho<strong>de</strong> voor het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergarage. Er zijn te veel<br />

factoren die een <strong>in</strong>vloed hebben op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een <strong>in</strong>dividuele parkeergarage, zodat het<br />

niet eenvoudig is om vergelijkbare transacties te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n waarop <strong>de</strong> BAR- of <strong>de</strong> NAR-metho<strong>de</strong><br />

als <strong>de</strong> te hanteren kapitalisatiemetho<strong>de</strong> toepasbaar is.<br />

Voor <strong>de</strong> DCF- of <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong> is dat iets eenvoudiger. De bijzon<strong>de</strong>re eigenschappen<br />

van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g -welke zich <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r uiten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstengroei, <strong>de</strong><br />

daaraan samenhangen<strong>de</strong> huurprijsherzien<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> van een<br />

belegg<strong>in</strong>g- maken dat een meer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g tot een nauwkeuriger beeld van <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage kan lei<strong>de</strong>n. De DCF- en <strong>de</strong> IRR-metho<strong>de</strong> bie<strong>de</strong>n een<br />

belegger <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>in</strong>dividuele kasstromen te bepalen en <strong>de</strong>ze te laten meewegen<br />

bij <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage. Hoewel <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste opzichten <strong>de</strong> geijkte metho<strong>de</strong> lijkt te zijn voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>, kent<br />

<strong>de</strong>ze toch enkele beperk<strong>in</strong>gen.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


61<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De belangrijkste beperk<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> zijn (Beuken, 2005):<br />

• Het bepalen van <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet<br />

• Er moet een samenhangen<strong>de</strong> toekomstvisie voor han<strong>de</strong>n zijn met re<strong>de</strong>lijke ram<strong>in</strong>gen<br />

van <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten en <strong>de</strong> uitgaven<br />

• De metho<strong>de</strong> leidt al snel tot uitkomsten die losstaan van recente marktontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>gen<br />

• Er zijn relatief meer <strong>in</strong>putvariabelen dan bij <strong>de</strong> BAR- of NAR-metho<strong>de</strong> en die zijn,<br />

zoals reeds aangegeven, vaak lastig te bepalen<br />

• Het bepalen van <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> is een vraagstuk op zich<br />

In veel gevallen wordt <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g enkel toegepast <strong>in</strong>dien er we<strong>in</strong>ig of geen<br />

markt<strong>in</strong>formatie besch<strong>ik</strong>baar is voor het toepassen van <strong>de</strong> comparatieve of<br />

<strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De metho<strong>de</strong> wordt wel toegepast voor specifiek onroerend goed,<br />

kerken, openbare gebouwen, etc. (Beuken, 2005). De kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is dan ook meer<br />

gekoppeld aan <strong>de</strong> kosten dan aan <strong>de</strong> markt. Daarnaast kan er <strong>in</strong> het geval van <strong>parkeergarages</strong><br />

een grote afwijk<strong>in</strong>g bestaan tussen <strong>de</strong> bouwkosten en <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke belegg<strong>in</strong>gs- of<br />

marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage. Door <strong>de</strong>ze vaak grote verschillen lijkt <strong>de</strong><br />

kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g niet toepasbaar voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g van dit hoofdstuk weergegeven criteria wordt getoetst<br />

of <strong>de</strong> kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g mogelijkhe<strong>de</strong>n biedt voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een<br />

parkeergarage. De criteria die hiervoor gebru<strong>ik</strong>t wordt is als volgt:<br />

1. Waar<strong>de</strong> wordt <strong>bepaal</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst en niet <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n.<br />

2. Implementatie van sterk variëren<strong>de</strong> cashflows.<br />

3. Gebaseerd op toekomstige kasstromen.<br />

4. Aansluit<strong>in</strong>g met cashflowprognoses.<br />

5. Mogelijkheid van communicatie.<br />

6. Voldoen<strong>de</strong> besch<strong>ik</strong>bare markt<strong>in</strong>formatie.<br />

7. Toegepast <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk.<br />

8. On<strong>de</strong>rbouwd <strong>in</strong> literatuur.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


De uitslag van <strong>de</strong> toets<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel weergegeven:<br />

Tabel 8: toets<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> vooraf gestel<strong>de</strong> criteria<br />

62<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Criteria 1 2 3 4 5 6 7 8<br />

Comparatieve metho<strong>de</strong> Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja<br />

BAR-metho<strong>de</strong> Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja<br />

NAR-metho<strong>de</strong> Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja<br />

DCF-metho<strong>de</strong> Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja<br />

Kostenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja/Nee Ja<br />

Van <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 4 on<strong>de</strong>rzochte metho<strong>de</strong>n kan, aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> tabel hierboven, <strong>de</strong><br />

conclusie getrokken wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> het beste toepasbaar is voor het bepalen van<br />

<strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


6 Case studie<br />

63<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

In hoofdstuk 3 is <strong>in</strong>gegaan op het waar<strong>de</strong>ren van onroerend goed door <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>ventaris en exploitatie af te trekken van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g. Deze manier<br />

van waar<strong>de</strong>ren komt ook voor bij het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van hotel onroerend goed. Ter<br />

controle van <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 3 gevon<strong>de</strong>n waar<strong>de</strong> van het onroerend goed en <strong>de</strong> daarmee<br />

samenhangen<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>, kan een belegger een haalbaarheidstoets doen door <strong>de</strong>ze<br />

huurwaar<strong>de</strong> te kapitaliseren. Hiervoor zijn <strong>in</strong> hoofdstuk 4 <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n beschreven. In hoofdstuk 5 is gekeken welke van <strong>de</strong>ze<br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n het beste <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g kan bepalen.<br />

Om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g te bepalen zullen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stappen<br />

doorlopen moeten wor<strong>de</strong>n:<br />

1. Bepaal <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g: hierbij zal eerst een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g gedaan<br />

moeten wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> totale vrije kasstroom en <strong>de</strong> verwachte groei. Tevens zal zullen<br />

<strong>de</strong> ROIC en <strong>de</strong> WACC <strong>bepaal</strong>d moeten wor<strong>de</strong>n<br />

2. Bepaal <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie van <strong>de</strong> parkeergarage: dit gebeurt op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

manier als het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, met het verschil dat<br />

er nu enkel reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n wordt met <strong>de</strong> vrije kasstroom van <strong>de</strong> exploitant<br />

3. Verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie.<br />

Ter controle:<br />

Het resultaat is <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

4. Bepaal <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> vrije kasstroom van <strong>de</strong> exploitant: dit kan<br />

op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee manieren:<br />

a. <strong>bepaal</strong> residueel welke huur een exploitant bereid is te betalen<br />

b. <strong>bepaal</strong> met behulp van ratio’s <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong><br />

5. Bepaal met behulp van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> toekomstige<br />

kasstromen<br />

Indien <strong>de</strong> bij punt 3 en punt 5 <strong>bepaal</strong><strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n geen grote afwijk<strong>in</strong>gen vertonen, kan wor<strong>de</strong>n<br />

aangenomen dat <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong> <strong>de</strong> juiste marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g<br />

weerspiegelt. Tevens kan hieruit wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> die gevon<strong>de</strong>n is bij<br />

punt 4, een marktconforme huur weerspiegelt.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


6.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />

64<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Om <strong>de</strong> <strong>in</strong> hoofdstuk 3, 4 en 5 beschreven metho<strong>de</strong>n te toetsen aan <strong>de</strong> praktijk volgen hier een<br />

rekenvoorbeeld dat is overgenomen van een concrete <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een parkeergarage <strong>in</strong><br />

België. Door <strong>de</strong> concurrentiegevoeligheid van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie is <strong>de</strong> project- en plaatsnaam<br />

achterwege gelaten. Voor <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit hoofdstuk genoem<strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>g is uit gegaan van een<br />

beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong> van een belegger van 10 jaar.<br />

6.2 Kerngegevens<br />

• Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> omzet: € 1.303.000<br />

• Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> exploitatiekosten: € 356.000<br />

• Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> EBITDA: € 915.000<br />

• In<strong>de</strong>xatie: 2% per jaar<br />

• Onroerend goed waar<strong>de</strong> stijg<strong>in</strong>g (aanname): 3% per jaar<br />

• Rentelasten: 6% per jaar<br />

• Invester<strong>in</strong>g onroerend goed: € 8.197.000<br />

• Invester<strong>in</strong>g <strong>in</strong>stallaties: € 550.000<br />

• Verhoud<strong>in</strong>g VV/TV (Leverage): 50%<br />

• Ren<strong>de</strong>mentseis eigen vermogen (na leverage): 10%<br />

6.3 Waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

Voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g zullen <strong>de</strong> vrije kasstromen moeten<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d. Reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> gegeven groeivoet, en <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vrije<br />

kasstromen zoals beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 3 zijn <strong>de</strong> vrije kasstromen voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 10 jaar<br />

als volgt:<br />

Tabel 9: free cashflow geduren<strong>de</strong> 10 jaar (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro's)<br />

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10<br />

Revenues 1.190 1.214 1.238 1.263 1.288 1.314 1.340 1.367 1.394 1.422<br />

Operational expenses -355 -355 -356 -357 -357 -358 -359 -359 -360 -361<br />

Net operat<strong>in</strong>g profit 835 852 869 886 904 922 941 959 979 998<br />

Adjusted tax -63 -64 -66 -67 -68 -70 -71 -73 -74 -76<br />

NOPLAT 772 787 803 819 836 852 869 887 905 923<br />

Depreciations 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55<br />

Capital growth -164 -164 -164 -164 -164 -164 -164 -164 -164 -164<br />

Free cash flow 663 679 694 710 727 743 760 778 796 814<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


De formule voor het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze kasstromen is:<br />

65<br />

=<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

1 − <br />

<br />

− <br />

De ontbreken<strong>de</strong> gegevens voor het kunnen gebru<strong>ik</strong>en van <strong>de</strong>ze formule zijn <strong>de</strong> ROIC en <strong>de</strong><br />

WACC. Hiervoor gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> formules:<br />

=<br />

<br />

772<br />

= = 19%<br />

4.099<br />

. = ∗ 1 − <br />

= 8.197 ∗ 1 − 50% = 4.099<br />

<br />

= ∗ <br />

<br />

+ ∗ 1 −<br />

<br />

= 10% ∗ 50% + 6% ∗ 1 − 50% = 8%<br />

Als we al <strong>de</strong>ze gegevens loslaten op <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> formule, ontstaat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />

totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g:<br />

=<br />

6.4 Waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie<br />

772 1 − 2%<br />

19% <br />

= 11.500<br />

8% − 2%<br />

Omdat <strong>de</strong> exploitant vaak ook verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor het on<strong>de</strong>rhoud en <strong>de</strong> vervang<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> <strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> een parkeergarage, zijn <strong>de</strong> vrije kasstromen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallaties meegenomen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie. Daarnaast komt er voor <strong>de</strong> parkeerexploitant een aanvullen<strong>de</strong><br />

kostenpost bij, namelijk <strong>de</strong> huur. Alvorens we <strong>de</strong> vrije kasstromen van <strong>de</strong> exploitant kunnen<br />

bepalen, dienen we <strong>de</strong> hoogte van <strong>de</strong> huur vast te stellen. In paragraaf 2.8.4 is reeds besproken<br />

<strong>hoe</strong> <strong>de</strong> huur van een parkeergarage <strong>bepaal</strong>d kan wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hand van kengetallen. De<br />

kengetallen beschreven <strong>in</strong> die paragraaf zijn als volgt:<br />

Tabel 10: parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> ratio's<br />

Ratio huurwaar<strong>de</strong> Bandbreedte ratio’s<br />

Percentage EBITDA 80% - 95%<br />

Percentage bruto omzet 45% - 65%<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


66<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Indien <strong>de</strong>ze ratio’s wor<strong>de</strong>n toegepast op <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> omzet en<br />

EBITDA, dan kunnen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n afgeleidt:<br />

Tabel 11: parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g gerelateer<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>n<br />

Ratio huurwaar<strong>de</strong> Bandbreedte ratio’s Huurwaar<strong>de</strong> obv kengetallen<br />

M<strong>in</strong>imum Maximum Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

Huur / EBITDA 80% - 95% € 758.000 € 900.000 € 829.000<br />

Huur / Bruto omzet 45% - 65% € 586.000 € 847.000 € 717.000<br />

Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> € 672.000 € 873.000 € 773.000<br />

Op basis van <strong>de</strong> gegeven bruto omzet en <strong>de</strong> EBITDA, bedraagt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong><br />

van € 773.000 per jaar.<br />

Een an<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong> om <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> te bepalen is het toepassen van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> formule:<br />

= − − <br />

Naast <strong>de</strong> operationele kosten moeten <strong>in</strong> dit geval ook <strong>de</strong> overige kosten van <strong>de</strong><br />

parkeerexploitant wor<strong>de</strong>n meegenomen <strong>in</strong> het bepalen van <strong>de</strong> totale kosten. Hierbij kan<br />

gedacht wor<strong>de</strong>n aan eventuele rentelasten op <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen (voornamelijk <strong>in</strong>ventaris) en<br />

afschrijv<strong>in</strong>gen. De geschatte gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> totale kosten, afgegeven door <strong>de</strong> parkeerexploitant,<br />

voor <strong>de</strong>ze parkeergarage bedragen € 476.000 per jaar.<br />

Doordat het een nieuwe parkeergarage betreft, bestaat er bij een parkeerexploitant een<br />

hogere mate van onzekerheid voor <strong>de</strong> toekomstige kasstromen. Dit komt tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

w<strong>in</strong>st cq risico opslag die <strong>de</strong> parkeerexploitant hanteert. Deze ligt doorgaans tussen 6% en<br />

12% van <strong>de</strong> omzet. Door <strong>de</strong> beperkte concurrentie en an<strong>de</strong>r parkeeraanbod <strong>in</strong> <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenstad<br />

waar <strong>de</strong>ze parkeergarage wordt gebouwd en het potentieel van goe<strong>de</strong> tariefontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g,<br />

v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> exploitant hier een opslag van 8% gerechtvaardigd.<br />

Plaatsen we <strong>de</strong>ze gegevens <strong>in</strong> bovenstaan<strong>de</strong> formule, dan ontstaat <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

maximale huurprijs:<br />

= 1.303 − 476 − 102 = 725<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


67<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De maximale (gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>) huur die een parkeerexploitant op basis van haar aannames bereid<br />

is te betalen is € 725.000. Indien we reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> huur van €<br />

725.000, zien <strong>de</strong> vrije kasstromen voor <strong>de</strong> parkeerexploitant er voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> 10 jaren als<br />

volgt uit:<br />

Tabel 12: free cashflow geduren<strong>de</strong> 10 jaar (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro's)<br />

Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10<br />

Revenues 1.190 1.214 1.238 1.263 1.288 1.314 1.340 1.367 1.394 1.422<br />

Operational expenses -325 -332 -338 -345 -352 -359 -366 -373 -381 -388<br />

Rent -663 -676 -690 -704 -718 -732 -747 -762 -777 -792<br />

Net operat<strong>in</strong>g profit 202 206 210 214 219 223 227 232 237 241<br />

Adjusted tax -63 -64 -66 -67 -68 -70 -71 -73 -74 -76<br />

NOPLAT 139 142 144 147 150 153 156 159 163 166<br />

Depreciations 55 55 55 55 55 55 55 55 55 55<br />

Capital growth - - - - - - - - - -<br />

Free cash flow 194 197 199 202 205 208 211 214 218 221<br />

Passen we hierop weer <strong>de</strong> formule toe zoals beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 3, dan kan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

van <strong>de</strong> exploitatie (<strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallaties) als volgt wor<strong>de</strong>n weergegeven:<br />

=<br />

6.5 Waar<strong>de</strong> van het Onroerend goed<br />

1 − <br />

− <br />

= 139 1 − 2%<br />

8% − 2%<br />

= 2.267<br />

Volgen we <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> zoals beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 3, dan kan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van<br />

het onroerend goed wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d door <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g te<br />

verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie. Dit kan <strong>in</strong> formulevorm als volgt wor<strong>de</strong>n<br />

weergegeven:<br />

= − <br />

In dit geval leidt dat tot <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed:<br />

= 11.500 − 2.267 = 9.233<br />

Hieruit valt af te lei<strong>de</strong>n dat <strong>in</strong> dit voorbeeld <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed circa 80% van<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g vertegenwoordigt.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


6.6 Controle op basis van een kapitalisatiemetho<strong>de</strong><br />

68<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Op basis van <strong>de</strong> uitgangspunten van <strong>de</strong> exploitant is nu <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed<br />

<strong>bepaal</strong>d. De exploitant is uitgegaan van een <strong>bepaal</strong>d risico profiel en heeft op basis daarvan<br />

een opslag gehanteerd. Dit heeft een directe <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage.<br />

Deze huurwaar<strong>de</strong> is voor <strong>de</strong> belegger namelijk <strong>de</strong> basis voor het toepassen van een<br />

kapitalisatiemetho<strong>de</strong>. In hoofdstuk 5 is vergeleken welke metho<strong>de</strong> het beste toepasbaar is voor<br />

het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage. Hieruit is naar voren gekomen dat <strong>de</strong> DCF-<br />

metho<strong>de</strong> het beste toepasbaar is. Op basis van <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong> zal nu een controle bereken<strong>in</strong>g<br />

gemaakt wor<strong>de</strong>n om te bepalen of op basis van <strong>de</strong> hiervoor <strong>bepaal</strong><strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> er voor een<br />

belegger <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong> uitkomt.<br />

Zoals beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5, is het aantal variabelen een van <strong>de</strong><br />

na<strong>de</strong>len van het toepassen van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>. In dat hoofdstuk is ook aangegeven dat <strong>de</strong><br />

e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> van het onroerend goed aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> beschouw<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong> een grote<br />

<strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong>. In <strong>de</strong>ze case studie wordt veron<strong>de</strong>rsteld dat, door <strong>de</strong><br />

toenemen<strong>de</strong> schaarste van het product ‘parkeerplaatsen’, <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het onroerend goed<br />

sterker zal toenemen dan <strong>de</strong> <strong>in</strong>flatie (3% t.o.v. 2%). Door <strong>de</strong> discontovoet gelijk te stellen aan<br />

<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentseis, 10%, kan met behulp van Excel <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> het onroerend goed<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>bepaal</strong>d. Hieron<strong>de</strong>r volgt een vereenvoudig<strong>de</strong> samenvatt<strong>in</strong>g.<br />

Tabel 13: vereenvoudig<strong>de</strong> kasstroomoverzicht op basis van <strong>de</strong> DCF-mehto<strong>de</strong> (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro’s)<br />

FCF na belast<strong>in</strong>gen<br />

Invester<strong>in</strong>g<br />

F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g<br />

Netto kasstroom<br />

Netto contante waar<strong>de</strong><br />

IRR<br />

Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Jaar 7 Jaar 8 Jaar 9 Jaar 10<br />

-9.375<br />

4.600<br />

317 326 335 344 353 363 372 382 392 -588<br />

12.364<br />

-4.600<br />

-4.775 317 326 335 344 353 363 372 382 392 7.176<br />

-4.775<br />

10,0%<br />

De bruto <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g komt uit op € 9.375.000. Na aftrek van <strong>de</strong> kosten koper (€ 175.000)<br />

ontstaat een waar<strong>de</strong> van € 9.200.000. In <strong>de</strong> vorige paragraaf ontstond een waar<strong>de</strong> van €<br />

9.233.000. Een verschil van 0.4%.<br />

Hiermee kan geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> markthuur van € 725.000 voor <strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

exploitant <strong>in</strong>gebru<strong>ik</strong>name van <strong>de</strong>ze parkeergarage zowel voor <strong>de</strong> exploitant als voor <strong>de</strong><br />

belegger een voldoen<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>ment oplevert.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


7 Conclusie en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

69<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

In dit afsluiten<strong>de</strong> hoofdstuk zullen <strong>de</strong> conclusies van <strong>de</strong>ze thesis aan bod komen en zullen er<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gedaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> lijn van het on<strong>de</strong>rzoek, welke aanleid<strong>in</strong>g kunnen zijn<br />

voor een vervolgon<strong>de</strong>rzoek.<br />

7.1 Conclusie<br />

Voor <strong>de</strong> conclusie is gekeken naar <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek antwoord geeft op <strong>de</strong><br />

centrale vraag en haar <strong>de</strong>elvragen. Alvorens tot beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> centrale vraag wordt<br />

overgegaan, zal eerst <strong>in</strong>gegaan wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen. De antwoor<strong>de</strong>n op<br />

<strong>de</strong>ze <strong>de</strong>elvragen hebben <strong>de</strong> basis gelegd voor <strong>de</strong> beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> centrale vraag.<br />

7.1.1 Beantwoord<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elvragen<br />

Wat zijn <strong>de</strong> kenmerken van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g en an<strong>de</strong>r exploitatiegebon<strong>de</strong>n<br />

onroerend goed?<br />

Een parkeergarage, <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong>, ontleent haar waar<strong>de</strong> uit <strong>de</strong> opbrengsten die ze kan<br />

genereren. Zowel nu, als <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst. Over welke kenmerken van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong>ze<br />

opbrengsten zijn zowel <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong> experts als het on<strong>de</strong>rzoek van Hessel Diekerhoff het<br />

met elkaar eens. De locatie of ligg<strong>in</strong>g van een parkeergarage zijn het meest bepalend voor het<br />

genereren van opbrengsten. Deze kenmerken, locatie en ligg<strong>in</strong>g, kunnen uit elkaar getrokken<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>elkenmerken. Voorbeel<strong>de</strong>n hiervan zijn: bere<strong>ik</strong>baarheid en attractiviteit (wat<br />

maakt dat daar geparkeerd dient te wor<strong>de</strong>n?).<br />

Voor an<strong>de</strong>r exploitatiegebon<strong>de</strong>n onroerend goed, zoals hotel onroerend goed, is naast<br />

<strong>de</strong> locatie <strong>de</strong> kwaliteitsbelev<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> klant een belangrijk kenmerk wat waar<strong>de</strong> aan het<br />

onroerend goed kan toevoegen. Dit geldt evenwel voor <strong>parkeergarages</strong>, zij het <strong>in</strong> veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>re<br />

mate. Er is onvoldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie besch<strong>ik</strong>baar om aan te tonen dat een parkeergarage met<br />

een hogere kwaliteitsbelev<strong>in</strong>g hogere opbrengsten kan realiseren dan een parkeergarage met<br />

een lagere kwaliteitsbelev<strong>in</strong>g.<br />

Een an<strong>de</strong>r belangrijk kenmerk dat <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een<br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g is <strong>de</strong>, vooral bij bestaan<strong>de</strong> <strong>parkeergarages</strong>, on<strong>de</strong>rverhuur situatie.<br />

Doordat <strong>de</strong> parkeertarieven, gemid<strong>de</strong>ld genomen, procentueel har<strong>de</strong>r stijgen dan <strong>de</strong><br />

contracthuur, ontstaat bij een huurherzien<strong>in</strong>g een positieve huuraanpass<strong>in</strong>g. Dit positieve<br />

zaagtan<strong>de</strong>ffect is niet kenmerkend voor alle onroerend goed categorieën, maar wel voor<br />

<strong>parkeergarages</strong>.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


70<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Welke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n zijn er voor parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen en welke metho<strong>de</strong> geeft<br />

<strong>de</strong> meest realistische weerspiegel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>?<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek heeft zich gericht op <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n van het waar<strong>de</strong>ren van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g en<br />

<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong> drie waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zoals veelvuldig beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> theorie.<br />

Hierbij gaat het om <strong>de</strong> comparatieve, <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten en <strong>de</strong> kosten bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Uit het<br />

on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat zowel <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van het waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g als <strong>de</strong> DCF-<br />

metho<strong>de</strong>, voortkomend uit <strong>de</strong> <strong>in</strong>komstenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, het meest realistisch <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van<br />

een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g weerspiegelt.<br />

Hoe komt <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> tot stand vanuit <strong>de</strong> <strong>in</strong>vals<strong>hoe</strong>k van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g en <strong>de</strong><br />

belegg<strong>in</strong>g?<br />

Uit het on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat er twee metho<strong>de</strong>n zijn voor het komen tot <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van<br />

een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

Volgens <strong>de</strong> eerste metho<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage als totale<br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g <strong>bepaal</strong>d waarop vervolgens <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wordt gebracht die<br />

toegekend kan wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> exploitatie.<br />

Volgens <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> kan aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> residuele huurwaar<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong> exploitant te betalen huur berekend wor<strong>de</strong>n. Deze huur wordt vervolgens<br />

gekapitaliseerd aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> meest gesch<strong>ik</strong>te kapitalisatiemetho<strong>de</strong>. Volgens dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek is <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> hiervoor het meeste voor <strong>de</strong> hand liggend.<br />

Is er <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> aansluit<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>vals<strong>hoe</strong>ken?<br />

Aan <strong>de</strong> hand van een recentelijk praktijkvoorbeeld is <strong>in</strong> <strong>de</strong> casestudie bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n<br />

uitgewerkt. Doordat er uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk een kle<strong>in</strong> en verwaarloosbaar verschil overblijft kan<br />

geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat zowel <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage juist <strong>bepaal</strong>d is als<br />

wel dat <strong>de</strong> huur die <strong>de</strong> parkeerexploitant bereid is te betalen, op basis van <strong>de</strong> residuele<br />

huurwaar<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>, een marktconforme huur is. Zowel <strong>de</strong> parkeerexploitant en <strong>de</strong> belegger<br />

behalen het door hen gewenste ren<strong>de</strong>ment.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


7.1.2 Beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> centrale vraag<br />

Aan het beg<strong>in</strong> van het on<strong>de</strong>rzoek is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> centrale vraag <strong>bepaal</strong>d:<br />

‘Op welke manier komt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vvan<br />

een parkeergaragebelegg<strong>in</strong> belegg<strong>in</strong>g tot stand?’<br />

Zoals eer<strong>de</strong>r geformuleerd wordt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage <strong>bepaal</strong>d aan <strong>de</strong> hand van<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong> parkeergarage te generen opbrengsten. Dit is onafhankelijk van het feit of er<br />

gekeken wordt naar <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, of dat er sprake is va van n een huur<strong>de</strong>r en verhuur<strong>de</strong>r<br />

situatie. In bei<strong>de</strong> gevallen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uit <strong>de</strong> parkeergarage on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g gerealiseer<strong>de</strong><br />

kasstromen contant gemaakt. Het residu wat van <strong>de</strong> omzet, na aftrek van alle kosten en risico<br />

opslagen, uit <strong>de</strong>ze kasstromen overblijft zal besch besch<strong>ik</strong>baar <strong>ik</strong>baar gesteld moeten wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />

verschaffers van het vermogen. Zowel aan <strong>de</strong> verschaffers van het eigen vermogen als aan <strong>de</strong><br />

verschaffers van het vreemd vermogen. In het figuur hieron<strong>de</strong>r wordt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge relatie<br />

tussen <strong>de</strong> parkeergarage exploitant (<strong>in</strong> het rood) en <strong>de</strong> belegger (<strong>in</strong> het blauw) weergegeven:<br />

Figuur 12: : stroomoverzicht waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g<br />

Om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g te bepalen zal een taxateur tenm<strong>in</strong>ste <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> stappen moeten doorlopen:<br />

71<br />

parkeren<br />

betalen<br />

on<strong>de</strong>rhoud<br />

huur<br />

EBITDA<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

<strong>in</strong>komsten cashflows<br />

disconter<strong>in</strong>gsvoet<br />

netto<br />

contante<br />

waar<strong>de</strong><br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


72<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Metho<strong>de</strong> 1<br />

1. Bepaal <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g: hierbij zal eerst een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g gemaakt<br />

moeten wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> totale vrije kasstroom en <strong>de</strong> verwachte groei. Tevens zullen <strong>de</strong><br />

ROIC en <strong>de</strong> WACC <strong>bepaal</strong>d moeten wor<strong>de</strong>n<br />

2. Bepaal <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie van <strong>de</strong> parkeergarage: dit gebeurt op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

manier als het bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, met het verschil dat<br />

nu enkel reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n wordt met <strong>de</strong> vrije kasstroom van <strong>de</strong> exploitant<br />

3. Verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> totale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> exploitatie.<br />

Het resultaat is <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g<br />

Ter controle van <strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> eerste metho<strong>de</strong>, kan aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee<br />

stappen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gecontroleerd:<br />

Metho<strong>de</strong> 2<br />

4. Bepaal <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> vrije kasstroom van <strong>de</strong> exploitant: dit kan<br />

op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee manieren:<br />

a. <strong>bepaal</strong> residueel 38 welke huur een exploitant bereid is te betalen<br />

b. <strong>bepaal</strong> met behulp van huurwaar<strong>de</strong> ratio’s 39 <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong><br />

5. Bepaal met behulp van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> contante waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> toekomstige<br />

kasstromen, gebaseerd op <strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong> zoals <strong>bepaal</strong>d <strong>in</strong> stap 4<br />

Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n geven, zoals eer<strong>de</strong>r geconclu<strong>de</strong>erd, ongeveer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> uitkomsten.<br />

38 Huurwaar<strong>de</strong> = opbrengsten- kosten – w<strong>in</strong>st cq risico opslag<br />

39 Op basis van <strong>de</strong> omzet of <strong>de</strong> EBITDA<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


7.2 Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />

7.2.1 Transparantie<br />

73<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

In een onroerend goed segment waar<strong>in</strong> algemene <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> markt<br />

niet of nauwelijks besch<strong>ik</strong>baar is en waar<strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> belangen <strong>de</strong> boventoom voeren, is<br />

het voor een taxateur niet eenvoudig om een marktwaar<strong>de</strong> te bepalen. Dit is zeker het geval<br />

voor <strong>parkeergarages</strong>. De te realiseren omzet is een van <strong>de</strong> belangrijkste gegevens voor het<br />

bepalen van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>, echter, <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>formatie is <strong>in</strong> veel gevallen enkel besch<strong>ik</strong>baar bij -<br />

zowel private als publieke – exploitanten en niet bij <strong>de</strong> belegger. De re<strong>de</strong>n hiervoor is<br />

natuurlijk voor <strong>de</strong> hand liggend. Als uit <strong>de</strong> omzet gegevens blijkt dat een parkeerexploitant<br />

een buitengewoon hoge vergoed<strong>in</strong>g krijgt voor het relatief lage risico dat hij loopt, dan zal <strong>de</strong><br />

belegger bij een eerstvolgen<strong>de</strong> huurherzien<strong>in</strong>g of bij e<strong>in</strong><strong>de</strong> huurovereenkomst pogen dit<br />

verschil weer recht te trekken. Bij het ontbreken van <strong>de</strong>ze gegevens, zal <strong>de</strong> exploitant op <strong>de</strong>ze<br />

momenten een groot voor<strong>de</strong>el hebben. Het is evi<strong>de</strong>nt dat meer transparantie leidt tot meer<br />

realistische waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen van <strong>parkeergarages</strong>. De aanbevel<strong>in</strong>g is om omzetgegevens van<br />

parkeergarage exploitaties besch<strong>ik</strong>baar te stellen aan taxateurs ten e<strong>in</strong><strong>de</strong> een hogere mate van<br />

transparantie te creëren voor <strong>de</strong>ze opkomen<strong>de</strong> onroerend goed categorie. Kennis, <strong>de</strong> ‘key to<br />

success’.<br />

7.2.2 Risicoprofiel<br />

De ene parkeergarage is <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet. Dat kl<strong>in</strong>kt cliché, maar voor <strong>parkeergarages</strong> geldt dat<br />

meer dan an<strong>de</strong>rs. Voor een efficiëntere belegg<strong>in</strong>gsmarkt voor <strong>parkeergarages</strong>, maar ook voor<br />

an<strong>de</strong>re gediversifieer<strong>de</strong> vastgoedportefeuilles wordt gepleit voor een beter <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

opbrengsten en daarnaast <strong>de</strong> belegg<strong>in</strong>gswaar<strong>de</strong> van een parkeergarage. De ren<strong>de</strong>mentseis voor<br />

het <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> is afhankelijk van het <strong>in</strong>geschatte risico. Door <strong>in</strong>zicht te<br />

krijgen <strong>in</strong> <strong>de</strong> feitelijke risico’s van belegg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze sector, ontstaat vermoe<strong>de</strong>lijk meer<br />

concurrentie en kan dit lei<strong>de</strong>n tot een betere afstemm<strong>in</strong>g tussen vraag en aanbod van openbare<br />

parkeerplaatsen. Een aanbevel<strong>in</strong>g is het doen van een kwantitatief on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> risico<br />

aspecten voor een parkeergarage exploitatie en/of parkeergaragebelegg<strong>in</strong> (eventueel<br />

uitgedrukt <strong>in</strong> een standaard<strong>de</strong>viatie of een sharp ratio 40 ).<br />

40 Sharp ratio: het gemid<strong>de</strong>ld verdien<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>ment boven op het risicovrije ren<strong>de</strong>ment, ge<strong>de</strong>eld door het risico<br />

waaraan <strong>de</strong> belegger is blootgesteld (Van Gool, Brounen, Jager, & Weisz, 2007)<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


74<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

7.2.3 <strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong>: markt <strong>in</strong> volle ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

Tot slot dient opgemerkt te wor<strong>de</strong>n dat het beleggen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> nog <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

k<strong>in</strong><strong>de</strong>rsc<strong>hoe</strong>nen staat en volop <strong>in</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g is. Dit kan betekenen dat <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n zoals<br />

hier beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst achterhaald wor<strong>de</strong>n als gevolg van grotere transparantie, meer<br />

markt<strong>in</strong>formatie en een beter <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> risico’s omtrent parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen.<br />

Vooralsnog is het beleggen <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> overgeleverd aan specialisten en (lokale)<br />

overhe<strong>de</strong>n. Mijn verwacht<strong>in</strong>g is dat overhe<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r zullen terugtre<strong>de</strong>n, zowel als belegger<br />

maar ook als exploitant, en dat meer private partijen <strong>in</strong>teresse krijgen om <strong>de</strong>ze bijzon<strong>de</strong>re<br />

onroerend goed categorie op te nemen <strong>in</strong> hun belegg<strong>in</strong>gsportefeuille. Een alternatief voor het<br />

verkrijgen van <strong>de</strong> specifieke parkeergarage kennis is door <strong>in</strong>direct te beleggen <strong>in</strong><br />

parkeergarage belegg<strong>in</strong>gsfondsen. Vooralsnog is dit <strong>in</strong> Europa enkel weggelegd voor<br />

<strong>in</strong>stitutionele beleggers. Ook dat zal naar alle waarschijnlijkheid op termijn gaan veran<strong>de</strong>ren.<br />

Een aanbevel<strong>in</strong>g is dan ook het stimuleren van <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g van nieuwe<br />

belegg<strong>in</strong>gsfondsen, gespecialiseerd <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bibliografie<br />

75<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

• Baër, J. (. (2006). Hotelvastgoed als direct belegg<strong>in</strong>gsproduct. Amsterdam: Master<br />

Thesis.<br />

• Beuken, H. S. (2005). Waar<strong>de</strong>bepal<strong>in</strong>g van hotelvastgoed. Valkenburg aan <strong>de</strong> Geul:<br />

Master Thesis.<br />

• Bol, N., Van Gool, P., Hendr<strong>ik</strong>s, C., Trip, J., Vos, G., & Muller, F. (2003).<br />

Vastgoedbelegg<strong>in</strong>gen. Deventer: Kluwer.<br />

• Bos, E. (2009, Januari 28). Directeur en consultant Spark Parkeren. (J. Schnei<strong>de</strong>r,<br />

Interviewer)<br />

• Brouwn, G. R., & Matysiak, G. A. (2000). Real Estate Investment. Harlow: Pearson<br />

Education.<br />

• CROW. (2007). Beheer en exploitatie van parkeren. Den Haag: DeltaHage.<br />

• CROW. (2006). Parkeren en vastgoedwaar<strong>de</strong>. Den Haag: DeltaHage.<br />

• CROW. (2004). Parkeren <strong>in</strong> Europees perspectief. Venlo: VanGr<strong>in</strong>sven drukkers.<br />

• Dale, V. (2008, 11 1). Van Dale. Opgeroepen op 11 1, 2008, van Van Dale:<br />

http://www.vandale.nl<br />

• Diekerhoff, H. (2007). Risicobeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en Waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van een Parkeergarage.<br />

Amsterdam: Master Thesis.<br />

• Dijken, K. v. (2002). Parkeren <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland. IOO BV. Zoetermeer: IOO BV.<br />

• Embl<strong>in</strong>g, J. (2009, Januari). Partner Cushman and Wakefield (London). (J. Schnei<strong>de</strong>r,<br />

Interviewer)<br />

• Engelen, B. S.-v. (1999). Parkeergarages: Wel of geen verantwoord risico. Houten.<br />

• Galway, S. (2009, Januari 7). Senior manager CB Richard Ellis (London). (J.<br />

Schnei<strong>de</strong>r, Interviewer)<br />

• Gerritsen, M. (2009, Januari 26). Acquisitie manager Q-Park. (J. Schnei<strong>de</strong>r,<br />

Interviewer)<br />

• Grontmij Parkconsult. (2007). Vertrouwlijk.<br />

• Hoekstra, M. (2003). Het DCF taxatiemo<strong>de</strong>l. Amsterdam: Afstu<strong>de</strong>erscriptie.<br />

• Jaffe, A. J., & Sirmans, C. (1995). Fundamentals of Real Estate Investment.<br />

• Koller, T., Goedhart, M., & Wessels, D. (2005). Valuation. Measur<strong>in</strong>g and manag<strong>in</strong>g<br />

the value of companies. Hoboken, New Jersey: McK<strong>in</strong>sey & Company.<br />

• Kools, J. (2009, Februari 23). Adviseur Fakton. (J. Schnei<strong>de</strong>r, Interviewer)<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


76<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

• Loon, P. v. (2006). De waar<strong>de</strong> geparkeerd. E<strong>in</strong>dhoven: Afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Platform Detailhan<strong>de</strong>l Ne<strong>de</strong>rland. (2005;2006;2008). Nationale Parkeertest.<br />

Opgeroepen op Oktober 1, 2008, van Platform Detailhan<strong>de</strong>l Ne<strong>de</strong>rland:<br />

http://www.platform<strong>de</strong>tailhan<strong>de</strong>l.nl<br />

• Pohle, T. (2008, 12 22). Directeur Park<strong>in</strong>g Funds Bouwfonds REIM. (J. Schnei<strong>de</strong>r,<br />

Interviewer)<br />

• Pr<strong>in</strong>cet, P. (2007, 5 23). Internationaal directeur VINCI Park. (J. Schnei<strong>de</strong>r,<br />

Interviewer)<br />

• Statistiek, H. E. (2007). UNECE. Opgeroepen op Oktober 2008, van Het Europese<br />

Centrale Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek : http://unece.org<br />

• Ten Have, G. (2002). Taxatieleer vastgoed 1. Houten: Educat<strong>in</strong>g Partners Ne<strong>de</strong>rland.<br />

• Ten Have, G. (2003). Taxatieleer vastgoed 2. Houten: Educative Partners Ne<strong>de</strong>rland.<br />

• The European Park<strong>in</strong>g Association. (2007). The European Park<strong>in</strong>g Association.<br />

Opgeroepen op Oktober 1, 2008, van The European Park<strong>in</strong>g Association:<br />

http://www.europeanpark<strong>in</strong>g.eu<br />

• Van Gool, P., Brounen, D., Jager, P., & Weisz, R. (2007). Onroerend goed als<br />

belegg<strong>in</strong>g. Gron<strong>in</strong>gen: Wol<strong>de</strong>rs-Noordhoff.<br />

• Van Gool, P., Jager, P., & Weisz, R. (2001). Onroerend goed als belegg<strong>in</strong>g.<br />

Gron<strong>in</strong>gen: Wolters-Noordhoff.<br />

• Verbeek, J. (1997, Maart). Parkeergarages als belegg<strong>in</strong>g. Vastgoed , 44-47.<br />

• Vis, J. (2006). Werken met waar<strong>de</strong>. Kluwer.<br />

• WOZ Informatie. (2007, Februari 02). Algemene <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van<br />

niet-won<strong>in</strong>gen. Opgeroepen op Januari 26, 2009, van WOZ <strong>in</strong>formatiepunt:<br />

http://www.woz<strong>in</strong>formatie.nl/public/<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bijlagen<br />

77<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

BIJLAGE I. LIJST MET GEÏNTERVIEWDEN ............................................................................................. 78<br />

BIJLAGE II. VRAGENLIJST INTERVIEWS ................................................................................................ 79<br />

BIJLAGE III. SAMENVATTINGEN INTERVIEWS .................................................................................... 80<br />

BIJLAGE IV. WAARDERINGSMETHODEN ............................................................................................... 84<br />

BIJLAGE V. IRR BEREKENING CASE STUDIE ......................................................................................... 85<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bijlage I. Lijst met geïnterview<strong>de</strong>n<br />

78<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

De personen die geïnterviewd zijn voor het doel van dit on<strong>de</strong>rzoek kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> categorieën:<br />

• Beleggers<br />

• Adviseurs<br />

• Taxateurs<br />

Per categorie zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> personen geïnterviewd.<br />

• Beleggers:<br />

Dhr. T.J.H. Pohle, directeur Park<strong>in</strong>g Funds, Bouwfonds REIM<br />

Dhr. M. Gerritsen, acquisitiemanager, Q-Park<br />

Dhr. P. Pr<strong>in</strong>cet, directeur <strong>in</strong>ternationaal, VINCI Park<br />

• Adviseurs:<br />

Dhr. E. Bos, directeur, SPARK<br />

Dhr. J. Kools, adviseur, Fakton<br />

• Taxateurs:<br />

Mw. J. Embl<strong>in</strong>g, partner, Cushman and Wakefield (London)<br />

Dhr. S. Galway, senior director, CB Richard Ellis (London)<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bijlage II. Vragenlijst <strong>in</strong>terviews<br />

• Beleggers / adviseurs:<br />

79<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

- On<strong>de</strong>r welk type onroerend goed wor<strong>de</strong>n <strong>parkeergarages</strong> geschaard?<br />

Commercieel of exploitatie onroerend goed?<br />

- Wat zijn <strong>de</strong> key value drivers van een parkeergarage?<br />

- Wat zijn <strong>de</strong> eerste vragen die beantwoord moeten wor<strong>de</strong>n voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage?<br />

- Welke <strong>in</strong>formatie is het m<strong>in</strong>st eenvoudig te verkrijgen?<br />

- Hoe wordt <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet <strong>bepaal</strong>d?<br />

- Wat is het risicoprofiel van een parkeergarage belegg<strong>in</strong>g t.o.v. an<strong>de</strong>re vormen van<br />

onroerend goed?<br />

- Welke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> is het beste toepasbaar bij het waar<strong>de</strong>ren van<br />

• Taxateurs:<br />

<strong>parkeergarages</strong>?<br />

- Welke metho<strong>de</strong> wordt het meeste gebru<strong>ik</strong>t bij het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergarage?<br />

- Zijn hiervoor richtlijnen opgesteld door IVSC (International Valuation Standards<br />

Committee)?<br />

- Welke <strong>in</strong>formatie is het m<strong>in</strong>st eenvoudig te verkrijgen?<br />

- Hoe wordt <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet <strong>bepaal</strong>d?<br />

- Zijn er veel vergelijkbare transacties waarvan <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet is af te lei<strong>de</strong>n?<br />

- Hoe wordt bij een DCF-metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dwaar<strong>de</strong> <strong>bepaal</strong>d?<br />

- Wordt er bij het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> ook reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

kasstromen van <strong>de</strong> parkeerexploitant?<br />

- Welke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong> is het beste toepasbaar bij het waar<strong>de</strong>ren van<br />

<strong>parkeergarages</strong>?<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bijlage III. Samenvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>terviews<br />

80<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Thomas Pohle, directeur park<strong>in</strong>g funds bij Bouwfonds Real Real Estate Investment<br />

Management: verantwoor<strong>de</strong>lijk voor alle parkeergarage belegg<strong>in</strong>gsfondsen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><br />

organisatie.<br />

Parkeergarages zijn voor een groot aantal beleggers een nog relatief nieuwe<br />

belegg<strong>in</strong>gscategorie. Dat is ook te zien aan <strong>de</strong> classificatie die beleggers hieraan geven.<br />

Volgens Thomas zijn vallen parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> categorie ‘alternatief’.<br />

Daarb<strong>in</strong>nen is Thomas van men<strong>in</strong>g dat <strong>parkeergarages</strong> <strong>de</strong> meeste karakteristieken hebben van<br />

exploitatiegebon<strong>de</strong>n onroerend goed.<br />

Er is niet eenduidig een kenmerk op te noemen die uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van<br />

<strong>parkeergarages</strong> <strong>bepaal</strong>d. De ligg<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> daaraan gekoppel<strong>de</strong> bere<strong>ik</strong>baarheid zijn erg<br />

belangrijk, maar daarnaast spelen an<strong>de</strong>re zaken als concurrentie en het gemeentelijk<br />

parkeerbeleid buiten <strong>de</strong> muren van <strong>de</strong> parkeergarage een grote rol. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wordt <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> van een parkeergarage <strong>bepaal</strong>d door <strong>de</strong> te realiseren omzetten, dus door <strong>de</strong> bezoekers.<br />

Dit is ook gelijk <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st eenvoudige <strong>in</strong>formatie om te achterhalen. Gelukkig zien we <strong>in</strong><br />

huurovereenkomsten steeds vaker <strong>de</strong> verplicht<strong>in</strong>g naar voren komen van <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>r om<br />

<strong>in</strong>zage te geven <strong>in</strong> <strong>de</strong> gerealiseer<strong>de</strong> omzetten. Voor <strong>parkeergarages</strong> waarbij die <strong>in</strong>formatie<br />

enkel bij <strong>de</strong> exploitant besch<strong>ik</strong>baar is, zal een toekomstige koper zelf een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g<br />

moeten maken van <strong>de</strong> omzetten. Simpelweg auto’s tellen is dan een mogelijkheid.<br />

Het belegg<strong>in</strong>gsfonds waar Thomas verantwoor<strong>de</strong>lijk voor is heeft een <strong>bepaal</strong><strong>de</strong><br />

ren<strong>de</strong>mentsdoelstell<strong>in</strong>g, vanuit <strong>de</strong>ze ren<strong>de</strong>mentseis en <strong>de</strong> mate van f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g kan eenvoudig<br />

<strong>de</strong> WACC berekend wor<strong>de</strong>n. Dit is dan ook <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet die gehanteerd kan wor<strong>de</strong>n<br />

bij het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>. Gelet op <strong>de</strong> stabiliteit en <strong>de</strong> vooralsnog stijgen<strong>de</strong><br />

kasstromen wordt het risico <strong>in</strong> parkeergaragebelegg<strong>in</strong>gen als zeer laag <strong>in</strong>geschat.<br />

Voor het waar<strong>de</strong>ren van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g maakt Bouwfonds REIM gebru<strong>ik</strong><br />

van <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>.<br />

Michiel Gerritsen, acquisitie manager bij Q-Park: verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> groei van het<br />

aantal <strong>parkeergarages</strong> voor Q-park <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio Randstad. Q-park is <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland marktlei<strong>de</strong>r<br />

op het gebied van management van <strong>parkeergarages</strong>.<br />

Michiel is van men<strong>in</strong>g dat <strong>parkeergarages</strong> thuishoren <strong>in</strong> <strong>de</strong> categorie exploitatie<br />

onroerend goed. Dit is, gelet op <strong>de</strong> rol die Q-park vervult, geen verrass<strong>in</strong>g. Ook volgens<br />

Michiel is <strong>de</strong> omzet van een parkeergarage <strong>de</strong> belangrijkste maatstaf voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


81<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> parkeergarage. Tot <strong>de</strong> meest bepalen<strong>de</strong> factoren, tot wel 70%, kan wor<strong>de</strong>n<br />

gerekend <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g, bere<strong>ik</strong>baarheid en het comfort van <strong>de</strong> parkeergarage. Parkeren is geen<br />

e<strong>in</strong>dproduct, mensen parkeren om vervolgens een bestemm<strong>in</strong>g te bere<strong>ik</strong>en als wonen,<br />

w<strong>in</strong>kelen of bijvoorbeeld werken. De overige 30% zou<strong>de</strong>n zaken kunnen zijn als <strong>de</strong> prijs en<br />

<strong>de</strong> kwaliteit van het management.<br />

Indien een parkeergarage voor zowel <strong>de</strong> bestemm<strong>in</strong>g wonen, werken als w<strong>in</strong>kelen kan<br />

dienen, dan acht Michiel het risicoprofiel van een parkeergarage-exploitatie, en ook <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g, m<strong>in</strong>imaal.<br />

Voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g gebru<strong>ik</strong>t Q-park<br />

ook <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong>.<br />

Ernst Bos, directeur en oprichter van Spark: Spark helpt eigenaren van parkeervoorzien<strong>in</strong>gen<br />

(overheid en bedrijfsleven) met het ontw<strong>ik</strong>kelen van een visie op en het exploiteren van hun<br />

parkeerareaal.<br />

Volgens Ernst <strong>de</strong>nken partijen bij verhuur<strong>de</strong> <strong>parkeergarages</strong> vaak <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie<br />

aan commercieel onroerend goed. Dit kan volgens hem ook zeker het geval zijn <strong>in</strong>dien een op<br />

een goe<strong>de</strong> locatie gelegen parkeergarage langjarig (bijvoorbeeld 30 jaar) verhuurd is voor een<br />

marktconforme huur. Echter, om een volledig beeld te hebben van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een<br />

parkeergarage zal volgens Ernst ook gekeken moeten wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> prestaties van het<br />

on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> onroerend goed. De parkeeropbrengsten, uitgedrukt <strong>in</strong> parkeeruren en een<br />

parkeertarief zijn <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> bepalen<strong>de</strong> factoren.<br />

De factoren die <strong>de</strong> meeste <strong>in</strong>vloed hebben op <strong>de</strong> parkeeruren zijn <strong>de</strong> locatie en <strong>de</strong><br />

bere<strong>ik</strong>baarheid, wat trekt mensen naar <strong>de</strong>ze parkeergarage, wat zit daar. Voor een<br />

parkeergarage <strong>in</strong> het centrum van Amsterdam is men eer<strong>de</strong>r bereid € 4 per uur te betalen<br />

(prijspijl 2009) dan voor een parkeergarage bij een supermarkt aan <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong> stad. Ernst<br />

is van men<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> attractiviteit van <strong>de</strong> parkeergarage, <strong>de</strong> kwaliteit van het management en<br />

<strong>de</strong> prijs, <strong>hoe</strong>wel <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate, ook een rol spelen bij het bepalen van het succes van een<br />

parkeergarage, al twijfelt hij eraan of <strong>de</strong> prijs, die betaald wordt door <strong>de</strong> exploitant voor het<br />

leveren van <strong>de</strong> kwaliteit, wel terugverdient kan wor<strong>de</strong>n.<br />

De disconter<strong>in</strong>gsvoet wordt door <strong>de</strong> publieke en private partijen an<strong>de</strong>rs bena<strong>de</strong>rd. Waar<br />

<strong>de</strong> private partijen vooral kijken naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>terne f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gskosten, <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentseis, kijken<br />

publiek partijen voornamelijk naar externe f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gskosten.<br />

Spark hanteert net als Bouwfonds en Q-park <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> voor het bepalen van <strong>de</strong><br />

marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergarage.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


82<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Simon Galway, senior Director bij CB Richard Ellis <strong>in</strong> Lon<strong>de</strong>n: verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>parkeergarages</strong> en benz<strong>in</strong>estations.<br />

Simon is van men<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> meest geijkte metho<strong>de</strong> is om op een<br />

juiste manier <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g te bepalen. Om een goe<strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g te kunnen maken van <strong>de</strong> kasstromen is een <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten en <strong>de</strong> uitgaven<br />

noodzakelijk. De uitgaven zijn re<strong>de</strong>lijk eenvoudig te bepalen aan <strong>de</strong> hand van vergelijkbare<br />

objecten, maar voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>komsten zijn meer<strong>de</strong>re variabelen van <strong>in</strong>vloed. In het geval dat <strong>de</strong><br />

exploitant <strong>de</strong>ze gegevens niet wil verstrekken zal er door mid<strong>de</strong>l van empirisch on<strong>de</strong>rzoek,<br />

oftewel auto’s tellen, een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g gemaakt moeten wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> parkeer<strong>in</strong>komsten.<br />

De belangrijkste waar<strong>de</strong>bepalen<strong>de</strong> factoren voor een parkeergarage zijn <strong>de</strong> locatie, <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> nabijheid aanwezige bestemm<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> ‘brand<strong>in</strong>g’ van <strong>de</strong> exploitant. Door het<br />

kwaliteit van <strong>de</strong> parkeergarage op een hoog niveau te hou<strong>de</strong>n zal volgens Simon op termijn <strong>de</strong><br />

parkeergarage een hogere waar<strong>de</strong> toegekend kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Voor het bepalen van <strong>de</strong> disconter<strong>in</strong>gsvoet kijkt Simon naar <strong>de</strong> rente op<br />

staatsobligaties en voegt daaraan <strong>de</strong> nodige risico-opslagen toe. Deze opslagen zijn per<br />

parkeergarage an<strong>de</strong>rs. Indien mogelijk wordt hier gebru<strong>ik</strong> gemaakt van besch<strong>ik</strong>bare<br />

referenties, al<strong>hoe</strong>wel geen enkele parkeergarage exact te vergelijken is.<br />

Om te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> huur die een exploitant betaald voor het gebru<strong>ik</strong> van <strong>de</strong><br />

parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g marktconform is, wordt op basis van zowel <strong>de</strong> residuele huurwaar<strong>de</strong><br />

metho<strong>de</strong> alsme<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> hand van huurwaar<strong>de</strong> ratio’s gekeken wat <strong>de</strong> markthuur zou moeten<br />

zijn. Voor een on<strong>de</strong>r- of oververhuur situatie wordt een correctie gemaakt op <strong>de</strong> exit-yield.<br />

Volgens Simon valt een parkeergarage <strong>in</strong> <strong>de</strong> categorie van exploitatiegebon<strong>de</strong>n<br />

onroerend goed belegg<strong>in</strong>g. Hiervoor stelt hij dat <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> <strong>de</strong> meest gesch<strong>ik</strong>te<br />

metho<strong>de</strong> is voor het bepalen van <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> van een parkeergaragebelegg<strong>in</strong>g.<br />

Jimmy Kools, adviseur bij Fakton. Fakton adiveert publieke en private partijen bij<br />

parkeervraagstukken.<br />

Volgens Jimmy moeten <strong>parkeergarages</strong> gezien wor<strong>de</strong>n als exploitatie onroerend goed.<br />

De belangrijkste value drivers zijn het aantal parkeerplaatsen, <strong>de</strong> tarifer<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> ontw<strong>ik</strong>kel<strong>in</strong>g<br />

van <strong>de</strong> tarifer<strong>in</strong>g. Dit laatste is volgens hem sterk afhankelijk van <strong>de</strong> politiek en met name <strong>de</strong><br />

(kleur van <strong>de</strong>) gemeente. Dit is dan ook gelijk <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st eenvoudig te voorspelen variabele.<br />

Als disconter<strong>in</strong>gsvoet moet volgens Jimmy gekeken wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> IRR eis van <strong>de</strong><br />

beleggers voor het commerciële onroerend goed. Hij refereert naar het jaarlijkse on<strong>de</strong>rzoek<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


83<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

van Jones Lang LaSalle. Volgens hem was die gemid<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> afgelopen jaren gelijk aan het<br />

risicovrije ren<strong>de</strong>ment plus een opslag van circa 3%. Jimmy is echter van men<strong>in</strong>g dat het<br />

risicoprofiel van een openbare parkeergarage lager is dan die voor van w<strong>in</strong>kels en kantoren.<br />

Om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van een parkeergarage te bepalen gebru<strong>ik</strong>t ook Fakton <strong>de</strong> DCF-<br />

metho<strong>de</strong>. Hierbij moet <strong>in</strong> acht genomen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> w<strong>in</strong>st cq risico opslag voor <strong>de</strong> exploitant.<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bijlage IV. Waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n<br />

84<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Voor het waar<strong>de</strong>ren van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> literatuur <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n besproken met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> voor- en na<strong>de</strong>len (Koller, Goedhart, &<br />

Wessels, 2005). De meest gebru<strong>ik</strong>te metho<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> DCF-metho<strong>de</strong> en <strong>de</strong> Economic Profit<br />

metho<strong>de</strong>.<br />

Metho<strong>de</strong> Met<strong>in</strong>g Disconter<strong>in</strong>gsfactor Opmerk<strong>in</strong>gen<br />

Discounted Cash Flow Free Cash Flow WACC Werkt het beste voor<br />

projecten, bus<strong>in</strong>ess units<br />

en bedrijven die hun<br />

vermogensstructuur op een<br />

<strong>bepaal</strong>d niveau willen<br />

hou<strong>de</strong>n<br />

Economic Profit Economic Profit WACC Geeft nadrukkelijk weer<br />

<strong>in</strong>dien een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g<br />

waar<strong>de</strong> creëert<br />

Adjusted Present Value Free Cash Flow Kostenvoet eigen<br />

vermogen<br />

ongeleverd<br />

Capital Cash Flow Capital Cash Flow Kostenvoet eigen<br />

vermogen<br />

ongeleverd<br />

Equity Cash Flow Cash Flow to<br />

Equity<br />

Bron: (Koller, Goedhart, & Wessels, 2005)<br />

Kostenvoet eigen<br />

vermogen geleverd<br />

Laat veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

vermogensstructuur<br />

eenvoudiger zien dan op<br />

WACC gebaseer<strong>de</strong><br />

mo<strong>de</strong>llen<br />

Voegt <strong>de</strong> Free Cash Flow<br />

en <strong>de</strong> Tax Shield samen,<br />

waardoor vergelijk<strong>in</strong>g met<br />

an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen<br />

lastiger wordt<br />

Lastig te implementeren<br />

doordat <strong>de</strong><br />

vermogensstructuur is<br />

<strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> <strong>de</strong> kasstromen.<br />

Het beste te gebru<strong>ik</strong>en bij<br />

het waar<strong>de</strong>ren van<br />

f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r


Bijlage V. IRR bereken<strong>in</strong>g case studie<br />

85<br />

<strong>Beleggen</strong> <strong>in</strong> <strong>parkeergarages</strong> 2009<br />

Hieron<strong>de</strong>r staat <strong>de</strong> ren<strong>de</strong>mentsbereken<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> belegger maakt voor het beleggen <strong>in</strong> een<br />

nieuwe parkeergarage <strong>in</strong> België. Voor een nieuw te bouwen parkeergarage <strong>hoe</strong>ft geen<br />

overdrachtsbelast<strong>in</strong>g betaald te wor<strong>de</strong>n. De aankoopkosten bestaan <strong>de</strong>rhalve uit juridische<br />

kosten en notarisvergoed<strong>in</strong>gen.<br />

Tabel 14: DCF bereken<strong>in</strong>g casestudie (bedragen <strong>in</strong> duizen<strong>de</strong>n Euro's)<br />

Cash flow overzicht jaar 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Huur<strong>in</strong>komsten 663 676 690 704 718 732 747 762 777 792<br />

Exploitatiekosten 2,50% -30 -30 -31 -32 -32 -33 -34 -34 -35 -36<br />

Bruto kasstroom voor belast<strong>in</strong>g 633 646 659 672 685 699 713 727 742 757<br />

Rente 6% -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276<br />

Belast<strong>in</strong>g -40 -44 -48 -52 -56 -60 -65 -69 -74 -1.069<br />

Bruto kasstroom na belast<strong>in</strong>g 317 326 335 344 353 363 372 382 392 -588<br />

Invester<strong>in</strong>g:<br />

Onroerend goed 3,00% -9.200<br />

Aankoopkosten 1,90% -175<br />

F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g 50% 4.600<br />

Netto kasstroom -4.775<br />

Netto contante waar<strong>de</strong> 4.775<br />

IRR 10%<br />

317<br />

326<br />

335<br />

344<br />

353<br />

363<br />

372<br />

382<br />

392<br />

Jouke Schnei<strong>de</strong>r<br />

12.364<br />

-4.600<br />

7.176<br />

Belast<strong>in</strong>gen:<br />

Bruto kasstroom voor belast<strong>in</strong>g 633 646 659 672 685 699 713 727 742 757<br />

Rente -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276 -276<br />

Afschrijv<strong>in</strong>gen 2,50% -230 -230 -230 -230 -230 -230 -230 -230 -230 -230<br />

Boekw<strong>in</strong>sten 3.164<br />

Belastbaar resultaat 127 140 153 166 179 193 207 221 236 3.415<br />

Belast<strong>in</strong>g 31,30% -40 -44 -48 -52 -56 -60 -65 -69 -74 -1.069

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!