Bijlagen document aanvraag watervergunning

2 BELEIDSKADER WATER
DHV B.V.
Onderstaand is een beknopte samenvatting gegeven van het beleidskader water. Meer detailgegevens
over het beleidskader water treft u aan in bijlage 2.
Europees beleid
Het Europese Parlement heeft in 2000 de EU-Kaderrichtlijn Water (KRW) vastgesteld. Het belangrijkste
doel van de richtlijn is de algemene bescherming van de aquatische ecologie van alle wateren en de
specifieke bescherming van unieke habitats, drinkwaterbronnen en zwemwater. Het doel is om in 2015
een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben, en een goede
chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Om doelen te kunnen stellen, is het
oppervlakte- en grondwater onderverdeeld in waterlichamen (grond- en oppervlaktewater).
Daar waar infrastructurele projecten van invloed zijn op de waterkwaliteit in waterlichamen (zowel grond-
als oppervlaktewater) of op de kwantiteit in grondwaterlichamen (verdroging) is de KRW van belang.
Rijksbeleid en wettelijk kader: Water
Het landelijk beleidskader voor water is verwoord in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998). De nota
gaat uit van de volgende beleidsdoelstelling: “Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land
als primaire randvoorwaarde en het instandhouden van gezonde waterhuishoudkundige systemen die
duurzaam gebruik garanderen”. Het beleid is in beperkte mate van invloed op de weginfrastructuur. Een
belangrijk onderdeel van het waterbeleid is dat water meer en meer een sturende (en ruimtevragende)
factor wordt in de ruimtelijke planvorming. De koppeling van milieu en ruimtelijk beleid is hierin te vinden.
Het Nationaal Waterplan vervangt de Vierde Nota Waterhuishouding. Het Ontwerp Nationaal Waterplan
heeft recent ter inzage gelegen. Momenteel worden de inspraakreacties verwerkt en wordt het plan eind
2009 vastgesteld in de ministerraad. Het Nationaal Waterplan is het plan voor nationaal waterbeleid en
heeft een planperiode van 2009-2015. Met het Nationaal Waterplan geeft het rijk op hoofdlijn aan welk
beleid er de komende jaren gevoerd wordt om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal
Waterplan geeft het water- en ruimtelijke beleid voor veiligheid tegen overstromingen, voldoende en
schoon water en voor diverse vormen van gebruik van water. Met streefbeeld wordt aangegeven hoe het
rijk denkt dat de watertoekomst eruit zou kunnen zien. Maatregelen zijn opgenomen. Voor een groot deel
gaat het om maatregelen die al eerder in gang zijn gezet en worden in het waterplan voortgezet. Een
belangrijke opgave voor de toekomst is hoe om te gaan met klimaatverandering. Het Nationaal Waterplan
geeft een eerste aanzet van de manier waarop het kabinet de komende jaren dit gaat uitwerken in
concrete maatregelen.
Eind 2009 is de Nieuw Waterwet in werking getreden. De verwachting is dat de Waterwet eind 2009 in
werking treedt. De Waterwet moderniseert en integreert de bestaande wetgeving op het gebied van
waterbeheer. Veel van de huidige wetgeving is versnipperd in verschillende wetten die deels ook nog eens
verouderd zijn. De wetten die in aanmerking komen voor integratie en modernisering zijn: de Wet op de
waterhuishouding, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de
Grondwaterwet, de Wet droogmakerijen en indijkingen, de Wet op de waterkering, de Wet beheer
rijkswaterstaatswerken en de Waterstaatswet 1900. Genoemde wetten zijn ingetrokken met de invoering
van de nieuwe Waterwet, behalve de laatste twee wetten. Deze bevatten ook onderdelen van het beheer
van wegen. Daarnaast wordt vanuit de Wet bodembescherming de regeling voor waterbodems
ondergebracht bij de Waterwet.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat/OWAB/MER A2 Maasbracht - Geleen 22 februari 2010, versie 4
LI20100439 - 11 -