27.09.2013 Views

Bijlagen document aanvraag watervergunning

Bijlagen document aanvraag watervergunning

Bijlagen document aanvraag watervergunning

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DHV B.V.<br />

Afhankelijk van de hellingsrichting van de rijbaan kan het water ook naar de middenberm afstromen. Op<br />

locaties waar een groene middenberm aanwezig is, infiltreert het water hierin en wordt middels rioolbuizen<br />

afgevoerd naar de bermsloot aan de buitenzijde van de weg.<br />

Op locaties met ruimtegebrek en ter plaatse van kunstwerken is deze vorm van afwatering niet mogelijk.<br />

Ter plaatse wordt het wegwater opgevangen in goten en rioolbuizen. De rioolbuizen voeren het water af<br />

naar de dichtstbijzijnde voorziening (bermsloot of berging). Ontwerp van dit afwateringssysteem dient te<br />

geschieden conform de richtlijnen van Rijkswaterstaat (Regenwaterafvoer deel II, afvoergoten en putten,<br />

rapportnr. 22).<br />

Ter plaatse van de pechhavens 9, 10, 13, 15 en 16 wordt in verband met ruimtegebrek een drainkoffer<br />

aangebracht. Het afwaterend wegwater zal via de berm afvloeien naar het drainkoffer. Het water wordt<br />

aldaar geborgen en vervolgens geïnfiltreerd in de ondergrond.<br />

Uitgangspunten<br />

Bij de bepaling van de berging zijn onderstaande uitgangspunten gehanteerd:<br />

– Bepaling van de benodigde berging conform de maatgevende bui van het waterschap Roer en<br />

Overmaas (31 mm in 45 minuten).<br />

– De bergingsvoorzieningen dienen binnen 24 uur weer beschikbaar te zijn voor een volgende<br />

neerslaggebeurtenis.<br />

– Voor het deeltraject Urmond – Vonderen is ervan uitgegaan dat alleen de oostelijk gelegen rijbaan<br />

afwateren naar de oostelijk gelegen bermsloten. De westelijk gelegen rijbaan watert af naar de<br />

westelijk gelegen bermsloten.<br />

– De aanwezige berging in de bermsloten is bepaald per strekkende meter bermsloot, waarbij het<br />

afwaterend wegoppervlak in m 2 /m 1 geborgen wordt in deze aangrenzende bermsloot m 3 /m 1 .<br />

Traject Urmond – Vonderen<br />

Op dit deeltraject wordt de bestaande vluchtstrook als spitsstrook ingericht en wordt de spitstrook voorzien<br />

van een laag ZOAB. Hiermee wordt over het gehele deeltraject meer water geborgen in de ZOAB dan in<br />

de huidige situatie. In principe betekent dit dat ten opzichte van de huidige situatie minder water of minder<br />

snel wordt afgevoerd naar de berm en bermsloten. Op locaties waar geen uitbreiding van het<br />

wegoppervlak plaats vindt, blijft de huidige afwatering hiermee gelijk of neemt zelfs iets af.<br />

Voor het waarborgen van de veiligheid worden er 17 pechhavens aangelegd. Hiervoor wordt de<br />

wegverharding minimal uitgebreid. Uitbreiding vindt plaats aan de buitenbermzijde. Ook wordt de<br />

bermsloot, die op veel plaatsen direct achter de geleiderail ligt, aangepast dan wel verlegd. Plaatselijk<br />

wordt een drainkoffer aangebracht. In bijlage 5 is per pechhaven een overzichtstekening en<br />

dwarsdoorsnede opgenomen.<br />

Ter plaatse van de pechhavens neemt het verhard oppervlak toe met circa 2,5 m 2 /m 1 tot maximaal circa<br />

4,2 m 2 /m 1 . Tabel 3 geeft een overzicht van de toename per pechhaven. Voor deze toename in afwaterend<br />

oppervlak dient mogelijk aanvullende berging te worden gerealiseerd. In eerste instantie is getoetst of de<br />

capaciteit van de huidige te handhaven bermsloten of de te verleggen bermsloten afdoende zijn. Tabel 3<br />

geeft een overzicht van de benodigde bergingscapaciteit en de aanwezige (huidig of ontwerp)<br />

bergingscapaciteit.<br />

Ministerie van Verkeer en Waterstaat/OWAB/MER A2 Maasbracht - Geleen 22 februari 2010, versie 4<br />

LI20100439 - 21 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!