LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en<br />
het algemeen toegankelijk onderwijs<br />
Jaarverslag<br />
<strong>2003</strong>
Samenvatting<br />
Kernactiviteit van iedere school is het bieden van onderwijs. In de loop der jaren heeft de <strong>LKC</strong> zich veelvuldig<br />
uitgesproken over klachten die gaan over de wijze waarop scholen zich van die opdracht hebben<br />
gekweten. In Hoofdstuk 1 van dit <strong>jaarverslag</strong> van de <strong>LKC</strong> worden deze klachten, samengevat onder de<br />
noemer onderwijskundig en opvoedkundig handelen, en de daarover uitgebrachte adviezen beschreven.<br />
De Commissie toetst bij dergelijke klachten de professionaliteit van de betrokken school, directie of<br />
leerkracht. Binnen die professionaliteit bestaat een ruime marge van handelen. Dat handelen zelf wordt<br />
daarom door de <strong>LKC</strong> terughoudend getoetst. Wel stelt de Commissie hoge eisen aan de manier waarop<br />
over de gevolgde werkwijze met de betrokkenen, doorgaans leerlingen en hun ouders/verzorgers, is<br />
gecommuniceerd. Langs deze lijn beoordeelt de <strong>LKC</strong> bijvoorbeeld klachten over de groepsindeling,<br />
het opleggen van sancties, de begeleiding van zorgleerlingen en beslissingen over bevordering naar een<br />
volgend leerjaar.<br />
De meeste betrokkenen komen niet vaker dan één keer in aanraking met een klacht die door de <strong>LKC</strong><br />
behandeld wordt. In haar <strong>corr</strong>espondentie besteedt de Commissie ruime aandacht aan voorlichting over<br />
de klachtprocedure. In de aanvang van Hoofdstuk 2 wordt deze nog eens in hoofdlijnen beschreven. Ook<br />
wordt aandacht besteed aan de studiedag van de Commissie. Zij bracht deze het afgelopen jaar door in<br />
Almere, waar een aantal scholen bezocht werd en de Commissie van gedachten kon wisselen met<br />
bestuurders en mensen uit de dagelijkse onderwijspraktijk.<br />
Ook wordt in Hoofdstuk 2 aandacht besteed aan de adviezen die de <strong>LKC</strong> op eigen initiatief (“ambtshalve”)<br />
aan schoolbesturen richt. Het betreft doorgaans aangelegenheden die de Commissie opvallen bij de<br />
behandeling van een klacht zonder dat deze expliciet over dat onderwerp gaat. Verder aandacht voor de<br />
ontvankelijkheid van klachten die betrekking hebben op het overblijven op school en voor de personele<br />
samenstelling van de <strong>LKC</strong> en van haar secretariaat.<br />
Zoals gebruikelijk bevat Hoofdstuk 3 een selectie van de adviezen die de <strong>LKC</strong> in het verslagjaar heeft uitgebracht.<br />
Met name voor de rubriek pedagogisch-didactisch handelen is veel ruimte gereserveerd.<br />
Enerzijds vanwege de samenhang met Hoofdstuk 1, anderzijds omdat hier de kern van het onderwijs<br />
wordt geraakt. Ook de relatieve toename van klachten op dit gebied, beschreven in Bijlage A bij dit<br />
verslag, rechtvaardigt de uitvoerige aandacht voor dit onderdeel van de klachtenpraktijk van de <strong>LKC</strong>.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 3
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
4<br />
5<br />
6<br />
18<br />
24<br />
54<br />
56<br />
58<br />
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord<br />
Hoofdstuk 1<br />
DE ONDERWIJSKUNDIGE EN OPVOEDKUNDIGE BEGELEIDING VAN LEERLINGEN<br />
Inleiding<br />
Groepsindeling<br />
Leerlingvolgsysteem en schriftelijke verslaglegging<br />
Leerlingzorg<br />
Zorgleerlingen<br />
Klimaat<br />
Sancties<br />
Schorsing en verwijdering<br />
Beoordelingen<br />
Bevordering en schooladvies<br />
Conclusie<br />
Hoofdstuk 2<br />
ORGANISATIE EN WERKWIJZE VAN DE <strong>LKC</strong><br />
Inleiding<br />
Studiedag<br />
Ambtshalve overwegingen en aanbevelingen<br />
Klachten over het overblijven<br />
Varia<br />
Ontwikkelingen binnen de Commissie en het secretariaat.<br />
De aansluiting bij de <strong>LKC</strong><br />
Hoofdstuk 3<br />
Bijlage A<br />
Bijlage B<br />
Bijlage C<br />
UITKOMST VAN DE DOOR DE <strong>LKC</strong> IN <strong>2003</strong> AFGEWIKKELDE KLACHTEN<br />
Inleiding<br />
Communicatie<br />
Pedagogisch-didactische begeleiding<br />
Ongewenste intimiteiten<br />
Hardhandige aanpak<br />
Interne klachtbehandeling<br />
Pesten<br />
Relatie werkgever-werknemer<br />
Overige<br />
DE IN <strong>2003</strong> INGEDIENDE KLACHTEN<br />
LIJST VAN IN <strong>2003</strong> UITGEBRACHTE ADVIEZEN<br />
V ASTGESTELDE JAARREKENING <strong>2003</strong><br />
Voorwoord<br />
In dit voorwoord bij het <strong>jaarverslag</strong> <strong>2003</strong> van de Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het<br />
algemeen toegankelijk onderwijs (<strong>LKC</strong>) wil ik graag nogmaals uw aandacht vragen voor één van de<br />
belangrijkste problemen in het onderwijs: de communicatie tussen school en ouders over het<br />
pedagogisch-didactische beleid van de school.<br />
Als na ruim 5 jaar klachtrecht één conclusie gerechtvaardigd is dan is het dat op het terrein van de<br />
communicatie over de onderwijskundige en opvoedkundige begeleiding van leerlingen niet alleen veel<br />
klachten ontstaan, maar ook dat er op dat terrein nog veel verbeterd kan worden.<br />
Gelukkig ontstaat in het onderwijsveld steeds meer het inzicht dat je niet alleen beleid moet ontwikkelen<br />
en toepassen, maar dat je er vooral ook goed over moet communiceren met ouders en leerlingen.<br />
Communicatieplannen en -protocollen zullen op bepaalde gebieden steeds meer gemeengoed gaan<br />
worden in het onderwijs. In de adviezen van de <strong>LKC</strong> over het informeren van ouders van zorgleerlingen<br />
is dat al zichtbaar. Leerkrachten dienen zich te realiseren dat mondelinge communicatie alleen vaak niet<br />
genoeg is. In klachtzaken wordt soms pijnlijk duidelijk dat, hoe goed de bedoelingen ook zijn geweest, de<br />
boodschap toch vaak niet of slechts ten dele is overgekomen. Zo’n klacht eindigt dan niet alleen in een<br />
‘welles-nietes’, maar ook in een aanbeveling van de <strong>LKC</strong> aan school en/of leerkracht om er zorg voor te<br />
dragen dat dit soort misverstanden niet langer kunnen ontstaan. De ontwikkeling van een professionele<br />
standaard waaraan de Commissie toetst, komt daarmee ook weer wat dichterbij.<br />
In dit <strong>jaarverslag</strong> wordt in hoofdstuk 1 aandacht besteed aan aspecten van een pedagogisch-didactisch<br />
beleid, zoals dat op scholen ontwikkeld wordt. Aan de hand van de beslissingen in concrete klachtzaken<br />
wordt getracht een lijn neer te zetten, die mogelijk kan bijdragen aan het op de scholen te ontwikkelen,<br />
dan wel te verbeteren beleid.<br />
De <strong>LKC</strong> heeft daarbij geenszins de pretentie de wijsheid in pacht te hebben. Zij tracht slechts aan de<br />
hand van die gevallen waarin serieuze klachten van ouders en/of leerlingen zijn ontstaan een positieve<br />
bijdrage te leveren aan de verbetering van de onderwijskundige en opvoedkundige begeleiding van<br />
leerlingen. Dit doel streeft uiteraard elke school en elke leerkracht na. Door ons uit te spreken over wat<br />
hier en daar niet helemaal goed is gegaan en daar open met elkaar over te spreken, hopen wij te kunnen<br />
voldoen aan één van de doelstellingen van de klachtencommissies: kwaliteitsverbetering in het onderwijs.<br />
Ook met dit <strong>jaarverslag</strong> is het laatste woord over de behandelde onderwerpen niet gesproken. Wij<br />
nodigen u ook dit jaar weer uit om te reageren op de inhoud van ons <strong>jaarverslag</strong> en ons zo te helpen bij<br />
het realiseren van onze doelstelling.<br />
Ik wens u in elk geval veel leesplezier toe en zie uw reactie graag tegemoet.<br />
Mr. H.Th. van der Meer,<br />
Voorzitter <strong>LKC</strong><br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 5
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
6<br />
De onderwijskundige<br />
en opvoedkundige<br />
begeleiding van leerlingen<br />
INLEIDING<br />
Hoeveel discussie er ook gevoerd wordt over welke taken<br />
al dan niet bij de school zouden liggen, over één ding zijn<br />
alle deelnemers aan die discussie het wel eens: school is<br />
een onderwijsinstelling, dus er moet geleerd worden.<br />
Dat is, onder meer, ook de wettelijke opdracht voor<br />
scholen. Zoals het bijvoorbeeld in artikel 8 van de Wet<br />
op het primair onderwijs, handelend over de uitgangspunten<br />
en doelstelling van het onderwijs, verwoord staat:<br />
1Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen<br />
een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.<br />
Het wordt afgestemd op de voortgang in de<br />
ontwikkeling van de leerlingen.<br />
2Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele<br />
en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen<br />
van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke<br />
kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.<br />
Voorts bevatten de verschillende onderwijswetten een<br />
aantal te bereiken doelen. Hoe die doelen vervolgens<br />
bereikt worden kunnen de scholen grotendeels, zij het<br />
onder (financierings)voorwaarden en onder toezicht van<br />
de onderwijsinspectie, zelf bepalen. Deze pluriformiteit<br />
maakt het mede mogelijk dat ouders een school kunnen<br />
kiezen waarvan zij verwachten dat deze aansluit bij hun<br />
eigen ideeën en/of de specifieke behoeften van hun kind.<br />
Het onderscheid tussen scholen bestaat onder meer uit<br />
de onderwijskundige aanpak, de organisatie en uitvoering<br />
van het leerproces en de (organisatie van de) manier<br />
waarop de bij de school betrokkenen met elkaar omgaan.<br />
De veelvormigheid van het onderwijs heeft ook een keerzijde:<br />
er bestaat geen overeenstemming over welke aanpak<br />
de optimale is. Scholen hebben een grote vrijheid als<br />
het gaat over de keuzes daarin. Het behoeft dan niemand<br />
te verbazen dat daar meningsverschillen uit voortkomen<br />
die aanleiding geven tot het indienen van klachten. De<br />
<strong>LKC</strong> behandelt deze klachten onder de rubriek ‘pedagogische<br />
en didactische begeleiding’. In dit hoofdstuk zal een<br />
aantal adviezen uit de afgelopen jaren verder gerubriceerd<br />
en besproken worden. Zo wil de <strong>LKC</strong> inzicht bieden in de<br />
lijnen waarlangs zij deze klachten beoordeelt en welke<br />
criteria zij daarbij aanlegt.<br />
Vijf jaar klachtbehandeling heeft geleerd dat er nagenoeg<br />
geen klacht is die niet ook aspecten van miscommunicatie<br />
in zich bergt. Zeker wanneer het over de begeleiding van<br />
kinderen gaat of over de sfeer waarin dat gebeurt, is het<br />
bijna ondenkbaar dat niet voorafgaand aan het indienen<br />
van een klacht bij de <strong>LKC</strong> uitvoerig en veelvuldig overleg<br />
tussen ouders en school heeft plaatsgevonden. Komt het<br />
tot een klacht dan is duidelijk dat zij elkaar in dat overleg<br />
niet hebben kunnen vinden of kwijt zijn geraakt. In het<br />
<strong>jaarverslag</strong> van de <strong>LKC</strong> over het jaar 2001 1 is aan het<br />
aspect communicatie uitvoerig aandacht besteed, ook in<br />
relatie tot de onderwijskundige en opvoedkundige benadering<br />
van leerlingen. Omdat communicatie over de begeleiding<br />
van leerlingen zo vaak aan de orde is in de <strong>LKC</strong>praktijk<br />
zal dit aspect ook dit keer regelmatig besproken<br />
worden.<br />
Dat het één soms niet zonder het andere kan blijkt wel uit een<br />
in 2001 bij de <strong>LKC</strong> ingediende klacht van een ouderpaar,<br />
handelend over de begeleiding van hun dochter en de informatieverstrekking<br />
daarover. In het advies komt de volgende overweging<br />
voor: ‘Uit eerdere klachten is de Commissie bekend dat<br />
de communicatie met en informatieverstrekking aan ouders<br />
van leerlingen die speciale zorg krijgen, extra nauw luistert.<br />
Een school dient te beseffen dat zij in de communicatie met de<br />
ouders haar positie duidelijk moet maken. Waar ouders er<br />
vaak van uit gaan dat het belang van alleen hun kind aan de<br />
1 Integraal te vinden op www.lgc-lkc.nl, in gedrukte vorm te bestellen<br />
via info-lgc-lkc@vosabb.nl of telefonisch op nummer 0348 405245.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 7
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
8<br />
orde is, heeft de school ook het belang van de andere leerlingen<br />
en de school in het oog te houden. Als dit onderscheid niet helder<br />
wordt uitgesproken bestaat het gevaar dat bij ouders te<br />
hoge verwachtingen worden gewekt over de mogelijkheden van<br />
begeleiding door de school.’ 2<br />
‘In het verlengde hiervan merkt de Commissie op dat een<br />
oplossing die onderwijskundig gezien voor de leerling wellicht<br />
het beste is, pas een goede kans van slagen heeft als daarvoor<br />
bij alle direct betrokkenen een draagvlak bestaat. Ook om dit<br />
draagvlak te creëren is een goede communicatie van belang.<br />
In dit kader wijst de Commissie er tevens op dat een school er<br />
oog voor moet hebben dat er met ouders van zorgleerlingen,<br />
misschien nog wel eerder dan bij reguliere leerlingen, gewerkt<br />
moet worden aan vertrouwen in de aanpak van de school. Dat<br />
kan bijvoorbeeld plaatsvinden door contact te hebben over<br />
positieve ontwikkelingen van hun kind en niet te wachten tot<br />
er problemen in de begeleiding rijzen. Ouders zullen dan eerder<br />
bereid zijn opmerkingen en conclusies over de negatieve<br />
punten te accepteren.’ 3<br />
GROEPSINDELING<br />
Met regelmaat neemt de Commissie klachten in behandeling<br />
van ouders over de indeling van hun kind in een<br />
groep. Al in het eerste, in 2000 verschenen, <strong>jaarverslag</strong><br />
wordt melding gemaakt van de situatie waarin de school<br />
tussentijds een nieuwe groep vormde. De Commissie<br />
sprak uit dat een (tussentijdse) wijziging van de groepssamenstelling<br />
altijd gepaard moet gaan met een duidelijk<br />
vastgelegde procedure, onder meer over de vaststelling<br />
van de criteria die bij de verdeling zullen gelden en over<br />
de invloed die ouders op welk moment wel, respectievelijk<br />
niet meer kunnen uitoefenen. 4 Sindsdien overweegt<br />
de Commissie standaard bij klachten als deze dat het<br />
vaststellen van de groepsindeling een bevoegdheid van de<br />
school is, met daaraan gekoppeld de eis van tijdige en heldere<br />
communicatie met ouders en leerlingen.<br />
Een en ander neemt niet weg dat aan individuele verzoeken<br />
en de daaraan ten grondslag liggende argumenten<br />
wel gepaste aandacht moet worden besteed.<br />
De klagers die hun zoon geplaatst wilden zien in groep 5/6,<br />
en niet in groep 6/7, hadden daarvoor een aantal argumenten,<br />
onder meer dat hun zoon zeer onlangs samen met de leerkracht<br />
van groep 5/6 een bijzonder zorgtraject was gestart.<br />
Deze argumenten werden ondersteund door een verklaring<br />
van een externe deskundige en tevens was er aantoonbaar een<br />
ruilmogelijkheid binnen de vastgestelde criteria. Onder die<br />
omstandigheden kon de school naar het oordeel van de<br />
Commissie in redelijkheid niet vasthouden aan de plaatsing<br />
in groep 6/7. 5<br />
Extra zorgvuldigheid is geboden indien wijziging wordt<br />
aangebracht in een groep leerlingen die al langer bij<br />
elkaar zitten. 6<br />
LEERLINGVOLGSYSTEEM EN<br />
SCHRIFTELIJKE VERSLAGLEGGING<br />
In tal van gevallen doet zich de situatie voor dat een andere<br />
dan de ‘eigen’ leerkracht met een leerling aan de slag<br />
moet. Zwangerschap of ziekte van een leerkracht, verhuizing,<br />
overgang naar een andere klas of school, interne<br />
begeleiding, invulling adv-uren, al deze redenen kunnen<br />
ertoe leiden dat iemand de begeleiding in handen krijgt<br />
van leerlingen die hij niet of minder goed kent. Zeker<br />
indien die situatie langdurig of structureel is, neemt het<br />
belang van een goede registratie van vorderingen, afspraken,<br />
handelingsplannen en dergelijke toe.<br />
Minstens zo belangrijk is het systematisch volgen van de<br />
vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen voor het<br />
zicht van de leerkracht op de te volgen leerroute.<br />
Naarmate het onderwijsleerproces individueler ingevuld<br />
wordt (adaptief onderwijs, studiehuis), zal iedere docent<br />
ook voor de eigen planning en organisatie, alsmede voor<br />
het behouden van overzicht, behoefte hebben aan een toegankelijke<br />
registratie van de vorderingen en ontwikkeling<br />
van iedere individuele leerling. Alleen dan is het mogelijk<br />
op professionele wijze gestelde doelen te evalueren en tijdig<br />
in te grijpen als het leerproces of de ontwikkeling van<br />
het kind dreigt te stagneren.<br />
Ook voor het onderhouden van het contact met ouders en<br />
verzorgers van de leerlingen is een goede documentatie<br />
van belang. Het spreekt voor zich dat de school hen te<br />
allen tijde nauwkeurig moet kunnen informeren over de<br />
voortgang in de begeleiding van hun kinderen.<br />
Een aanzienlijk gedeelte van de klachten die de <strong>LKC</strong> ontvangt,<br />
handelt over de onderwijs- of opvoedkundige begeleiding<br />
van leerlingen. Bijna geen van deze klachten komt<br />
uit de lucht vallen: meestal heeft er uitvoerig contact<br />
plaatsgevonden tussen school en de ouders. Met enige<br />
regelmaat blijken er forse communicatieproblemen te<br />
zijn ontstaan, mede door het ontbreken van schriftelijke<br />
afspraken of gespreksnotities. In die gevallen mondt een<br />
geschil over de begeleiding van een kind tevens uit in een<br />
conflict over het wel of niet nakomen van de al dan niet<br />
gemaakte afspraken. Niet alleen is het zonder deugdelijke<br />
registratie van plannen en afspraken lastig te achterhalen<br />
wat er zich precies heeft afgespeeld, maar ook dreigt datgene<br />
waar het uiteindelijk om te doen is – een optimale<br />
begeleiding van de leerling in kwestie – daardoor naar de<br />
achtergrond te verdwijnen. Dat is extra pijnlijk als men<br />
bedenkt dat het vaak om leerlingen gaat die meer dan<br />
gemiddelde aandacht en zorg behoeven.<br />
Een klacht luidde dat de school verzuimd had de ouders te<br />
informeren over een grote leerachterstand die bij hun dochter<br />
ontstaan was. De Commissie kwam niet alleen tot het oordeel<br />
dat die klacht gegrond was, maar eveneens dat de school volstrekt<br />
onvoldoende dossier had opgebouwd waaruit kon blijken<br />
dat zij zich van de leerproblemen van het meisje bewust was<br />
en een strategie ontwikkeld had om deze op te lossen. 7<br />
In een andere klacht was het verwijt van de ouders expliciet<br />
dat er intern op school onvoldoende werd gecommuniceerd,<br />
dat gemaakte afspraken niet waren nagekomen en dat onvoldoende<br />
schriftelijk was vastgelegd hoe de begeleiding verliep.<br />
Samengevat luidde de klacht van de ouders dat de school<br />
onvoldoende zorg had gedragen voor de begeleiding van hun<br />
dochter. De Commissie kon echter noch uit het (lijvige) dossier<br />
noch uit hetgeen ter zitting was verteld afleiden dat er sprake<br />
was van gebrekkige interne communicatie, verschil in visie<br />
tussen de leerkrachten of onvoldoende verslaglegging. Evenmin<br />
was gebleken dat gemaakte afspraken niet waren nagekomen.<br />
De begeleiding bleek dus goed te zijn geweest en aan de hand<br />
van het dossier kon de school gedocumenteerd laten zien wat<br />
er zoal aan begeleiding had plaatsgevonden. 8<br />
Het ontbreken van een bijgehouden dossier betekent nog<br />
niet dat de begeleiding dus niet goed is geweest. Alleen<br />
wordt het voor een school in zo’n geval wel moeilijk anderen<br />
ervan te overtuigen dat zij goed werk heeft geleverd.<br />
Ook de <strong>LKC</strong> zal bij het ontbreken van schriftelijke verslaglegging<br />
van de voortgang en begeleiding van een leerling<br />
een klacht eerder gegrond verklaren.<br />
Ter voorlichting aan een klaagster merkte de Commissie op<br />
dat de <strong>LKC</strong> niet in staat was om te beoordelen of haar dochter<br />
beter af geweest zou zijn met een verwijzing naar het speciale<br />
basisonderwijs. Het viel niet vast te stellen dat de leerachterstand<br />
in dat geval minder groot zou zijn geweest. Wel stelde<br />
de Commissie vast dat de organisatie van de onderwijskundige<br />
begeleiding onder de maat was: een uitgewerkt handelingsplan<br />
ontbrak, evenals geformuleerde (leer)doelen, toetsing en begeleiding<br />
en een schriftelijke registratie van dat alles. Te veel had<br />
de school blind gevaren op de individuele kwaliteiten van de<br />
leerkrachten, waardoor het bereiken van resultaat mede van<br />
toevalligheden afhankelijk was. 9<br />
In alle gevallen waarin de Commissie vaststelt dat het<br />
heeft ontbroken aan een deugdelijke registratie, adviseert<br />
zij het bevoegd gezag van de school te bevorderen dat<br />
daar op een systematische wijze aandacht aan wordt<br />
geschonken. Hoewel dat door leerkrachten (en incidenteel<br />
ook door directies) als belastend wordt ervaren en<br />
soms de stelling wordt opgeworpen dat deze administratieve<br />
ballast ten koste gaat van de voor het onderwijsleerproces<br />
beschikbare tijd, is de Commissie van oordeel dat<br />
de boven vermelde belangen (overdracht, overzicht en<br />
informatie) zwaarder wegen. Overigens hecht ook de<br />
onderwijsinspectie aan het systematisch volgen van de<br />
vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen: het is<br />
één van de indicatoren aan de hand waarvan de inspectie<br />
in het kader van het reguliere schooltoezicht de kwaliteit<br />
van de scholen beoordeelt. 10<br />
Tot slot is het hebben van inzicht in de actuele stand van<br />
zaken in het leerproces van de individuele leerlingen van<br />
belang in geval van de noodzaak tot overdracht aan anderen.<br />
Het meest duidelijk komt dat naar voren indien een<br />
leerling de school verlaat en aangemeld wordt bij een<br />
andere school. Later in dit hoofdstuk zal nog apart aandacht<br />
worden besteed aan de overgang van de basisschool<br />
naar het voortgezet onderwijs en de perikelen die dat met<br />
zich mee kan brengen. Tussentijds vinden er echter ook<br />
wisselingen van school plaats en is dus overdracht van<br />
een leerling nodig. 12 Indien de overgang naar een andere<br />
2 <strong>LKC</strong> 01.141<br />
3 Idem; ook in dit advies: De Commissie wijst er hierbij op dat<br />
het in bepaalde situaties raadzamer is de 'second-best' oplossing na<br />
te streven wanneer de 'best' door bijvoorbeeld een blokkade van<br />
ouders niet of slechts met veel moeite en schade te bereiken is.<br />
4 <strong>LKC</strong> 99.023<br />
5 <strong>LKC</strong> 03.081<br />
6 <strong>LKC</strong> 03.086<br />
7 <strong>LKC</strong> 99.074<br />
8 <strong>LKC</strong> 01.080<br />
9 <strong>LKC</strong> 01.105<br />
10 De beoordelingscriteria zijn te vinden op de website van<br />
de inspectie www.owinsp.nl<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 9
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
10<br />
school verband houdt met problemen, bijvoorbeeld omdat<br />
de leerling van school verwijderd wordt, levert ook de<br />
informatieverstrekking regelmatig problemen op. Zo kan<br />
het voorkomen dat een leerling niet toegelaten wordt op<br />
de door de ouders beoogde school als gevolg van informatie<br />
van de school van herkomst. In zo’n situatie overwoog<br />
de Commissie: ‘Voorts is het gebruikelijk dat basisscholen<br />
informatie met elkaar uitwisselen wanneer een leerling naar<br />
een andere school gaat. Gezien het klachtdossier is niet uit te<br />
sluiten dat niet alle informatie klagers welgevallig zal zijn.<br />
Zolang de informatieverstrekking echter naar eer en geweten<br />
verloopt, zullen zij zich met een nieuwe beoogde school moeten<br />
verstaan om hun mening daarover kenbaar te maken.’ 11<br />
Toekomstige klachten zullen uitspraken op moeten leveren<br />
waarin de grenzen van zowel de verplichting als de<br />
bevoegdheid tot het verstrekken van informatie scherper<br />
getrokken worden. 12 Hoe die grenzen ook getrokken<br />
worden, de school zal wel op een toegankelijke manier<br />
over de te verstrekken gegevens moeten beschikken.<br />
LEERLINGZORG<br />
Hiermee doelt de <strong>LKC</strong> op de zorg die vooral gericht is op<br />
het leerproces zelf en op de schoolvorderingen van de leerling.<br />
Uitgangspunt daarbij is de notie dat het overdragen<br />
van kennis en vaardigheden de kerntaak van het onderwijs<br />
is. Gaandeweg zijn de klachten op dit gebied de hoofdmoot<br />
gaan vormen van de werkzaamheden van de <strong>LKC</strong>.<br />
Nadat de ouders aangegeven hadden dat de ontwikkeling van<br />
hun dochter niet naar wens verliep, hebben zij een aantal<br />
keren overleg gevoerd, onder meer met de interne leerlingbegeleider.<br />
Dat resulteerde in onderzoek van de leerling, bespreking<br />
van de resultaten daarvan en uiteindelijk in een handelingsplan.<br />
Toen de school daarmee aan de slag wilde, gaven de<br />
ouders te kennen het met het plan van aanpak niet eens te<br />
zijn. School en de ouders kwamen niet tot overeenstemming,<br />
het kind kreeg niet de speciale begeleiding die het nodig had en<br />
de ouders dienden een klacht in. De Commissie achtte de<br />
klacht gegrond vanwege het feit dat de leerling te lang niet een<br />
specifiek op haar toegesneden begeleiding had ontvangen.<br />
Deze gegrondverklaring volgde op het ongegrond verklaren van<br />
de klacht over het vaststellen van het handelingsplan: anders<br />
dan de ouders vond de Commissie namelijk dat het uitsluitend<br />
de verantwoordelijkheid van de school is om een handelingsplan<br />
vast te stellen en uit te voeren. Overleg met de ouders<br />
daarover is noodzakelijk (en vanzelfsprekend), maar hun<br />
instemming met een handelingsplan is niet vereist. 13<br />
Daarbij is het raadzaam voor de school zich te houden<br />
aan de eigen uitgangspunten wat betreft de begeleiding.<br />
Het ligt voor de hand dat deze zowel voor de school als<br />
voor de ouders leidraad zijn voor de begeleiding van de<br />
leerlingen. De school die daar van het begin af aan in<br />
overleg met (en min of meer op aandrang van) de ouders<br />
van afweek, kwam mede daardoor in de problemen. Toen<br />
de gekozen aanpak niet de gewenste resultaten opleverde,<br />
kon de school vanwege de afwijkende afspraken met de<br />
ouders niet terugvallen op de bekende begeleidingsstructuur.<br />
Dit leidde tot een volledige patstelling tussen de<br />
ouders en de school. Schorsing en verwijdering van de<br />
leerling dreigden, maar voordat het zo ver kwam, hebben<br />
de ouders het kind op een andere school geplaatst. 14<br />
ZORGLEERLINGEN<br />
Een substantieel deel van de door de <strong>LKC</strong> behandelde<br />
klachten gaat over de opvoedkundige en onderwijskundige<br />
begeleiding van leerlingen die extra zorg behoeven. In<br />
het kader van het Weer Samen Naar School-beleid is het<br />
aantal zorgleerlingen dat het reguliere onderwijs bezoekt<br />
de afgelopen jaren in aantal toegenomen. Leerlingen die<br />
voorheen op scholen voor speciaal onderwijs terechtkwamen,<br />
vormen inmiddels, voorzien van extra begeleiding<br />
in allerlei vormen, een niet meer weg te denken deel van<br />
iedere schoolpopulatie. Het is niet verwonderlijk dat<br />
WSNS voor veel scholen onverwachte en niet vermoede<br />
uitdagingen met zich mee heeft gebracht. De ontwikkeling<br />
van kinderen kan op talloze manieren ontregeld<br />
raken of een ander verloop hebben dan gemiddeld. Ook<br />
het reguliere onderwijs is daarom bekend geraakt met<br />
begrippen als hoogbegaafdheid, dyslexie, ADHD, PDD-<br />
NOS en Asperger. Op die veelheid van verschillende zorgvragen<br />
past niet één steeds toepasbaar antwoord.<br />
Begeleiding op maat bieden is geen kunstje. Wel dienen<br />
signalering en begeleiding ingebed te zijn in een stevige<br />
zorgstructuur, waardoor in beginsel iedere school in staat<br />
is een antwoord te bieden op iedere vraag. Ook als die<br />
vraag nieuw is, dienen de deskundigheid (of de toegang<br />
daartoe) en de structuur aanwezig te zijn om een begeleidingsaanbod<br />
te kunnen verzorgen. Van de <strong>LKC</strong> mag daar<br />
wel enige tijd mee gemoeid zijn, als de bereidheid en de<br />
mogelijkheid om een zorgvraag te beantwoorden maar<br />
aanwezig zijn. 15<br />
De extra zorg kan een hele range beslaan, van het wegwerken<br />
van een incidenteel ontstane leerachterstand tot<br />
uiteindelijk het aanbieden van speciaal onderwijs. Dit<br />
laatste alleen als de school met goede argumenten kan<br />
aantonen dat alle andere middelen ontoereikend zijn voor<br />
het bieden van de specifiek vereiste zorg. Zowel in het<br />
schoolplan als in de schoolgids moet de school aangeven<br />
hoe zij vorm geeft aan de begeleiding van leerlingen met<br />
specifieke onderwijsbehoeften (in de praktijk en hier verder<br />
ook ‘zorgleerlingen’ genoemd).<br />
Verschillen van mening over de te bieden begeleiding<br />
gaan vaak met hevige emoties en soms met scherpe verwijten<br />
gepaard. Enerzijds is dat te begrijpen omdat de<br />
betrokkenheid van ouders bij het welbevinden van hun<br />
kinderen groot is. Anderzijds is het jammer omdat bij de<br />
door de <strong>LKC</strong> behandelde klachten op dit gebied nagenoeg<br />
steeds gebleken is dat op de scholen de betrokkenheid bij<br />
deze zelfde leerlingen eveneens zeer groot is.<br />
De algemene lijn die in de adviezen van de <strong>LKC</strong> op het<br />
gebied van de begeleiding van zorgleerlingen is ontwikkeld<br />
houdt in dat de school te allen tijde verantwoordelijk<br />
is voor de inhoud van die begeleiding. Daarbij dient de<br />
school wel steeds in overleg met de ouders te werk te<br />
gaan. 16 Juist deze fase leidt in de praktijk nogal eens tot<br />
verschillen van mening, hetzij omdat ouders er (althans<br />
naar hun idee) te weinig bij betrokken worden, hetzij<br />
omdat onvoldoende overeenstemming bestaat over de aan<br />
het kind te bieden begeleiding.<br />
De ouders van een leerling van groep 5 klaagden erover dat de<br />
school de diagnose ADHD-kenmerken had ontkend, hetgeen<br />
uitgemond zou zijn in verwaarlozing van het kind.<br />
De Commissie oordeelde dat (de leiding van) een school voorwaarden<br />
moet creëren om op een adequate wijze (extra) zorg<br />
aan de leerlingen te bieden. Instrumenten daarvoor zijn: deskundigheid<br />
binnen de school of de mogelijkheid deze extern in<br />
te roepen, een adequaat leerlingvolgsysteem, het opstellen, uitvoeren<br />
en evalueren van handelingsplannen, goede communicatie<br />
van personeel onderling en met ouders en ten slotte een<br />
goede verslaglegging van alle handelingen.<br />
De school was verwikkeld in een fusieproces en beschikte<br />
slechts over beperkte middelen om de zorgstructuur vorm te<br />
geven. Duidelijk werd dat er geen beleid was op het gebied<br />
van begeleiding van leerlingen met ADHD en evenmin werden<br />
er handelingsplannen opgesteld voor zorgleerlingen met<br />
gedragsproblemen. Sociaal-emotionele ontwikkelingen werden<br />
niet in het leerlingvolgsysteem opgenomen en van de overdracht<br />
van leerlingen werd slechts een gedeelte schriftelijk<br />
vastgelegd.<br />
Wat er ook zij van de organisatorische problemen, de<br />
Commissie vond dat het bieden van adequate zorg te wensen<br />
overliet. 17 Voorts overwoog de Commissie: ‘Zodra een leerling<br />
als zorgleerling wordt gesignaleerd, dient er in beginsel een<br />
handelingsplan te worden opgesteld, ook als de zorgleerling<br />
nog geen probleemleerling is.’<br />
Wat de <strong>LKC</strong> betrof moest het hele zorgbeleid van de school op<br />
de schop en de aanbevelingen van de Commissie naar aanleiding<br />
van deze klacht logen er dan ook niet om:<br />
‘De Commissie adviseert het bevoegd gezag nader beleid te<br />
ontwikkelen dat erop is gericht dat:<br />
• de communicatie over de zorg tussen leerkrachten,<br />
zorgteam, directeur en ouders beter wordt gestructureerd, bij<br />
voorkeur met schriftelijke verslaglegging;<br />
• ...<br />
• de school een vangnetconstructie ontwikkelt<br />
waardoor de intern begeleider niet alleen tijdens<br />
11 <strong>LKC</strong> 01.133; de overweging volgde niet uit de klacht en was daarom<br />
opgenomen in een overweging ten overvloede.<br />
Wellicht heeft het een nieuwe klacht kunnen voorkomen.<br />
12 Dat die bevoegdheid niet onbeperkt is lijkt af te leiden uit <strong>LKC</strong> 00.102.<br />
De klacht handelde over het verstrekken van vertrouwelijke informatie aan<br />
andere scholen. Waar het over (mogelijk) vertrouwelijke informatie gaat merkt<br />
de Commissie op dat het aan te raden is om deze uitsluitend met instemming<br />
van de ouders aan derden ter beschikking te stellen.<br />
13 <strong>LKC</strong> 01.085; de Commissie overwoog ook dat het uitblijven van de extra zorg<br />
zich gedurende korte tijd voor had mogen doen, maar dan alleen op weg naar<br />
een compleet begeleidingsaanbod.<br />
14 <strong>LKC</strong> 01.131<br />
15 <strong>LKC</strong> 01.080: ‘Nu de uitvoering van deze afspraken volgens plan verlopen is,<br />
komt de Commissie tot de conclusie dat van onvoldoende zorg voor de<br />
begeleiding … geen sprake is geweest. Dat er op dat moment nog geen<br />
specifiek onderwijskundig beleid ten aanzien van meer begaafde leerlingen<br />
was, doet daaraan niets af.’<br />
16 Indien het gescheiden ouders betreft dienen beide ouders, ook indien één van<br />
hen niet met het gezag over de kinderen is belast, desgewenst geïnformeerd<br />
te worden. Laatstelijk bevestigd in <strong>LKC</strong> 03.059.<br />
17 Een aantal keren hebben directies zich ook beroepen op een tekort<br />
aan leraren. Als gevolg daarvan stonden bijvoorbeeld intern begeleiders en<br />
remedial teachers voor de klas. Hoewel de Commissie wel begrip heeft voor de<br />
problemen is zij niettemin van oordeel dat de school zorg moet blijven dragen<br />
voor invulling van het zorgbeleid (onder meer in <strong>LKC</strong> 02.045).<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 11
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
12<br />
groepsbesprekingen maar ook tussentijds wordt<br />
geïnformeerd over nieuwe problemen;<br />
• de leerkracht in de toekomst (sneller) initiatieven<br />
onderneemt om bij problemen de intern begeleider in<br />
te schakelen.<br />
De Commissie adviseerde het bevoegd gezag tevens nader<br />
beleid te ontwikkelen dat erop is gericht de zorgstructuur (...)<br />
uit te breiden door:<br />
• voor alle zorgleerlingen handelingsplannen op te stellen;<br />
• het leerlingvolgsysteem uit te breiden met een<br />
sociaal-emotionele component;<br />
• de schriftelijke verslaglegging over de geboden zorg uit<br />
te breiden en zo nodig te verbeteren.’ 18<br />
In een ander geval nam de Commissie met verwondering<br />
kennis van de activiteiten van een door de ouders zelf<br />
ingeschakelde remedial teacher en de rol die de school<br />
daarin gespeeld had. ‘Zeker nu de werkzaamheden van deze<br />
remedial teacher ter vervanging dienden van de op school<br />
aangeboden rekenstof en bovendien onder schooltijd plaatsvonden,<br />
had het op de weg van de school gelegen tenminste<br />
overleg te voeren over de inhoud van het aangebodene. Door<br />
de regie over dit gedeelte van het aanbod van leerstof uit handen<br />
te geven heeft de school ... onvoldoende inhoud gegeven<br />
aan haar verantwoordelijkheid voor de inhoud van het te verstrekken<br />
onderwijs.’ 19<br />
Uit de voorbeelden wordt duidelijk dat de <strong>LKC</strong> grote<br />
waarde hecht aan het ontwikkelen en gebruik maken van<br />
een zorgstructuur. 20 Met name de continuïteit van de<br />
begeleiding van leerlingen wordt door een structurele<br />
benadering veilig gesteld. Het zijn vervolgens de kwaliteit<br />
en inzet van de schoolteams en de individuele leerkrachten<br />
die aan het zorgbeleid invulling geven.<br />
Bij de behandeling van een klacht over de begeleiding<br />
van een zorgleerling vraagt de Commissie daarom eerst<br />
naar het binnen de school bestaande beleid. Het beleid<br />
zelf wordt marginaal (dit is terughoudend) getoetst:<br />
18 <strong>LKC</strong> 00.063/086; deze criteria worden eveneens gehanteerd in<br />
<strong>LKC</strong> 03.027 en geven derhalve een constante lijn in de adviezen<br />
van de <strong>LKC</strong> weer.<br />
19 <strong>LKC</strong> 01.133<br />
20 Dat deze structuur kan bestaan uit het hanteren van individuele<br />
leerlijnen voor alle leerlingen overwoog de <strong>LKC</strong> eveneens in 01.133.<br />
21 <strong>LKC</strong> 99.001<br />
22 <strong>LKC</strong> 01.124<br />
23 <strong>LKC</strong> 02.027<br />
24 Naast meer praktische overwegingen als bereikbaarheid, de<br />
mogelijkheid van overblijven en dergelijke.<br />
25 <strong>LKC</strong> 02.012<br />
26 <strong>LKC</strong> 02.078; klacht gegrond vanwege het onvoldoende bijdragen aan<br />
het veiligheidsgevoel van tenminste een aantal leerlingen.<br />
27 <strong>LKC</strong> 03.016<br />
28 <strong>LKC</strong> 03.011/012<br />
29 <strong>LKC</strong> 98.002, klacht ongegrond.<br />
alleen als dit ondoelmatig of ontoereikend is of indien er<br />
op een wezenlijk onderdeel geen beleid is, spreekt de<br />
Commissie zich daarover uit. De gedachte daarachter is<br />
dat aan een school binnen de kaders die er zijn (wetten,<br />
door het bevoegd gezag vastgesteld beleid en dergelijke)<br />
de vrijheid toekomt het onderwijs naar eigen inzicht<br />
vorm te geven. Het is niet aan de klachtencommissie om<br />
gedetailleerd voor te schrijven welk zorgbeleid een school<br />
moet hanteren.<br />
Vervolgens bekijkt de Commissie of het handelen, waarover<br />
de klacht gaat, in overeenstemming is met het vastgestelde<br />
beleid. Als dat niet zo is, zullen daar goede redenen<br />
voor aanwezig moeten zijn. Soms zijn deze gelegen<br />
in de individualiteit van de betrokken leerling. Want hoe<br />
belangrijk vastgesteld beleid ook kan zijn, het is niet het<br />
hoogste goed. Dat is de begeleiding van leerlingen.<br />
Soms verschillen ouders en de school van mening over<br />
de wenselijkheid of de noodzaak van het afnemen van<br />
een test. Ook kan er onenigheid over de waardering van<br />
extern opgestelde testrapporten bestaan. Financiële<br />
beperkingen kunnen een rol spelen bij het bepalen of een<br />
leerling extern getest kan worden of niet. Als de school<br />
het op inhoudelijke gronden niet nodig acht dat een leerling<br />
extern getest wordt, hoeft een verzoek van de ouders<br />
daartoe niet gehonoreerd te worden. 21 Wel dienen<br />
ouders er dan op gewezen te worden dat zij te allen tijde<br />
zelf en voor eigen rekening hun kind extern kunnen<br />
laten testen. Als een school zorgmaatregelen, zoals het<br />
laten afnemen van een test, wel wenselijk of noodzakelijk<br />
acht, dienen deze ook zo snel mogelijk te worden getroffen.<br />
22 Dat het vaststellen van die noodzaak niet altijd<br />
eenvoudig is, blijkt uit het voorbeeld van de leerling die<br />
qua leerprestaties weliswaar redelijk scoorde, maar van<br />
wie de ouders consequent aangaven dat het toch niet<br />
goed ging. Ook de leerkracht merkte wel dat er iets niet<br />
goed zat, maar hij schreef dat toe aan motivatieproblemen.<br />
De school had op de momenten dat daar aanleiding<br />
voor was extra begeleiding verzorgd en dat ook geregistreerd.<br />
De ouders lieten hun dochter extern testen en<br />
daarbij bleek dat zij dyslectisch was. De Commissie<br />
kwam tot de conclusie ‘... dat de door de school gehanteerde<br />
cijfermatige criteria niet in alle gevallen afdoende zijn voor<br />
een tijdige signalering van leerproblemen. ... Het is raadzaam<br />
KLIMAAT<br />
ook andere ... criteria een rol te laten spelen bij de afweging of<br />
er een onderzoek moet worden aangevraagd. Hierbij valt met<br />
name te denken aan de professionele inbreng van leerkrachten<br />
en de informatie van ouders.’ 23<br />
Alleen al gelet op de hoeveelheid tijd die leerlingen, leerkrachten,<br />
directies en ondersteunend personeel op school<br />
doorbrengen is het van belang aandacht te besteden aan de<br />
manier waarop alle betrokkenen met elkaar omgaan. Vaak<br />
zullen ouders dit ook betrekken bij het bepalen van de<br />
keuze naar welke school zij hun kinderen laten gaan. 24<br />
Veiligheid (helaas niet alleen meer in de zin van geborgenheid,<br />
maar ook fysieke veiligheid), de mate van vrijheid<br />
of juist strengheid, welke levensbeschouwing wordt<br />
uitgedragen, hoe sluit de sfeer op school aan bij die van<br />
thuis, hoe is de aansluiting van een VO-school op de<br />
basisschool, kiest de school voor een bepaalde omvang,<br />
het zijn elementen die mede bepalend zijn voor het op<br />
een school heersende pedagogische klimaat.<br />
De primaire verantwoordelijkheid voor het zorg dragen<br />
voor een veilige en rustige leer- en werkomgeving op een<br />
school ligt bij de directie. 25 In het verlengde van die verantwoordelijkheid<br />
rust op de leerkrachten de taak om die<br />
rust en veiligheid in hun klassen en groepen te creëren.<br />
Die vertaalslag verloopt niet altijd even gemakkelijk, al<br />
was het maar omdat een leerkracht te maken heeft met<br />
een klas vol individuen. Dat bergt het risico in zich dat<br />
het een enkele keer niet klikt. Dat kan leiden tot ongenoegen<br />
en uitmonden in een klacht bij de <strong>LKC</strong>. Soms<br />
ook ontvangt de <strong>LKC</strong> een klacht (of meerdere) over leerkrachten<br />
die, althans volgens de klagers, niet in staat zijn<br />
een goede opvoedkundige omgeving te scheppen.<br />
Een moeder stelde dat haar zoon zich in zijn groep op de<br />
basisschool niet veilig voelde en dat de leerkracht daar de oorzaak<br />
van was. De moeder noemde een aantal voorbeelden<br />
waaruit dat zou moeten blijken. Zo speelde de leerkracht aan<br />
het begin van de gymles tikkertjesvoetbal, waarbij het de<br />
bedoeling was dat hij de leerlingen raakte. De Commissie ‘...<br />
acht het waarschijnlijk dat een aantal leerlingen daarvoor een<br />
zeker enthousiasme opbrengt. Bij de beoordeling van deze<br />
klacht gaat het echter juist om die leerlingen, waarvoor dat<br />
niet geldt. Deze leerlingen ... kunnen een dergelijk spel als<br />
zeer intimiderend en beangstigend ervaren.’ 26<br />
Niettemin hoeft een leerkracht niet iedere gevoeligheid te<br />
ontzien bij het creëren van de gewenste sfeer in de groep.<br />
Een ouderpaar klaagde erover dat hun zoon stelselmatig<br />
vervelend behandeld werd door de leerkracht. Deze was<br />
in de loop van het schooljaar juist in deze groep geplaatst<br />
omdat er een vervelende sfeer hing. Bij de behandeling<br />
van de klacht bleek dat de leerling inderdaad meer dan<br />
gemiddeld terechtgewezen werd en regelmatig uit de klas<br />
gestuurd werd. Naar het oordeel van de Commissie was<br />
dat echter niet zozeer het gevolg van onheus optreden<br />
van de leerkracht als wel van diens pedagogische aanpak:<br />
‘Deze was onmiskenbaar anders dan de leerlingen dat schooljaar<br />
gewend waren en daar was ook alle aanleiding voor.’ 27<br />
Bij niet lesgebonden activiteiten is de sfeer vaak losser<br />
dan tijdens de reguliere schoolweek. Ook in die situaties<br />
blijft de verantwoordelijkheid voor het pedagogisch klimaat<br />
in volle omvang op de professionele begeleiders<br />
rusten. Daarbij is het belangrijk dat de school eventuele<br />
niet-professionele begeleiders van tevoren op een aantal<br />
punten duidelijk instrueert. 28 Bijvoorbeeld over de<br />
manier waarop kinderen tot de orde geroepen worden en<br />
hoe de volwassenen met elkaar omgaan. Afspraken over<br />
het gebruik van alcohol kunnen daaronder vallen en ook<br />
de mate van onderlinge intimiteit. Hoewel het - ook naar<br />
het oordeel van de Commissie - volwassenen vrij staat<br />
om een relatie met elkaar aan te gaan, is daarbij tijdens<br />
een schoolkamp enige terughoudendheid geboden.<br />
Toen er een klacht ingediend werd over de directeur die tijdens<br />
het schoolkamp een relatie met een begeleidende moeder aanknoopte<br />
overwoog de Commissie: ‘... dat voor haar de kern<br />
van de klacht niet is óf er daadwerkelijk een verhouding<br />
gestart is, maar of hiervan leerlingen getuige geweest zijn door<br />
emotioneel en/of erotisch gekleurde gedragingen van verweerder,<br />
die niet in de uitoefening van zijn functie tijdens een<br />
schoolkamp passen.’ 29<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
13
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
14<br />
SANCTIES<br />
Scholen hebben behoefte aan mogelijkheden en middelen<br />
om <strong>corr</strong>igerend op te treden tegen leerlingen die zich niet<br />
aan de afspraken of regels houden. De manier waarop de<br />
school daarmee omgaat behoort in beginsel tot haar eigen<br />
beleidsvrijheid. De Commissie is daarom terughoudend<br />
in de toetsing van opgelegde strafmaatregelen: ‘Voor wat<br />
betreft de ... opgelegde sancties is de Commissie van oordeel<br />
dat dit tot het beleidsterrein van de school behoort. Het is de<br />
Commissie evenwel niet gebleken dat de mogelijke sancties, die<br />
alle helder verwoord zijn in de schoolgids, buitensporig zijn.<br />
De Commissie kan verweerders volgen in de stelling dat een<br />
gestructureerde aanpak door middel van duidelijke, consistente<br />
regelgeving voor lwoo-leerlingen nodig is.’ 30 In dit citaat<br />
staan in grote lijnen de criteria waaraan de <strong>LKC</strong> opgelegde<br />
straffen beoordeelt indien daarover een klacht is ingediend.<br />
De zwaarte van de sanctie dient in juiste verhouding<br />
te staan tot de ernst van het vergrijp. Buitensporig<br />
vond de Commissie verwijdering van een leerling van<br />
een excursie vanwege overtreding van een alcoholverbod.<br />
De Commissie was van oordeel dat er eerder sprake was<br />
van een foutieve inschatting van de leerling van het effect<br />
van alcohol dan van bewust wangedrag. De straf stond<br />
daarom naar het oordeel van de Commissie niet in verhouding<br />
tot het vergrijp. 31<br />
Ook dient de school zorgvuldigheid te betrachten bij het<br />
opleggen van sancties. Zo had de directeur, alvorens een<br />
zevenjarige leerling voor een dag te schorsen, niet alleen<br />
op het verhaal van de leerkracht af moeten gaan, maar<br />
ook de leerling zelf zijn verhaal moeten laten doen.<br />
De overweging daarover: ‘De Commissie onderschrijft de<br />
gedachte dat naarmate de maatregel sneller na de aanleiding<br />
daartoe ten uitvoer wordt gelegd, het effect waarschijnlijk groter<br />
zal zijn. Snelheid dient echter niet ten koste te gaan van de<br />
zorgvuldigheid bij het nemen van de beslissing.’ Omdat het<br />
zo’n jonge leerling betrof was de Commissie overigens ook van<br />
oordeel dat de moeder van het kind in dit geval bij het horen<br />
aanwezig had moeten zijn. 32<br />
SCHORSING EN VERWIJDERING 33<br />
De meest ingrijpende strafmaatregel in de onderwijspraktijk<br />
is het definitief verwijderen van een leerling van<br />
school. Vaak wordt vanwege de, althans in de ogen van de<br />
school, onhoudbare situatie de leerling in afwachting van<br />
de verwijdering de toegang tot de school of de lessen ontzegd<br />
(schorsing).<br />
Omdat in het openbaar onderwijs tegen deze maatregelen<br />
de rechtsmiddelen bezwaar en beroep openstaan, staat de<br />
inhoud van een schorsings- of verwijderingsbesluit bij de<br />
<strong>LKC</strong> niet ter discussie. De Commissie spreekt wel haar<br />
oordeel uit over de bejegeningsaspecten rondom zo’n<br />
besluit. Meermaals 34 heeft de <strong>LKC</strong> uitgesproken dat dergelijke<br />
ingrijpende besluiten zorgvuldig moeten worden<br />
genomen. Dat betekent dat in ieder geval in overeenstemming<br />
met wettelijke voorschriften worden gehandeld.<br />
Zo acht de Commissie het niet vermelden van de mogelijkheid<br />
van het indienen van een bezwaarschrift in strijd<br />
met de zorgvuldigheid en daarom klachtwaardig. Naar<br />
het oordeel van de Commissie dienen de ouders van een<br />
leerling in iedere fase van de verwijderingsprocedure<br />
schriftelijk te worden geïnformeerd. 35<br />
Ook al is de situatie op school onhoudbaar en kan een<br />
oplossing alleen gevonden worden in het nemen van<br />
rigoureuze maatregelen, dan nog dient de school zich<br />
bewust te zijn van de zorgplicht die op haar rust.<br />
Een vader klaagde erover dat zijn zoon om voor hem volstrekt<br />
onduidelijke redenen voor onbepaalde tijd niet tot de lessen en<br />
de school werd toegelaten. De onduidelijkheid bleek vooral te<br />
wijten aan problemen in de communicatie; problemen overigens<br />
waarin klager zelf (fors) de hand gehad bleek te hebben.<br />
De Commissie stelde vast dat de zoon inderdaad ontoelaatbaar<br />
gedrag had vertoond op school. Zowel uit het belang van<br />
orde en rust op school als uit pedagogisch oogpunt waren<br />
strenge maatregelen op hun plaats. De school besloot de leerling<br />
de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem huiswerkopdrachten<br />
te geven die op school werden nagekeken. De<br />
Commissie onderschreef deze aanpak en kwalificeerde deze<br />
niet als het opleggen van een schorsing. 36 Door het treffen<br />
van deze maatregel kon de situatie tot rust komen zonder dat<br />
de school onmiddellijk naar nog zwaardere middelen hoefde te<br />
grijpen.<br />
Feitelijk bleek er echter na enige tijd nauwelijks meer verschil<br />
met een schorsing, zeker niet toen het verstrekken van huiswerkopdrachten<br />
in het slop raakte. De school heeft nog wel<br />
enige inspanning verricht om de leerling op een goede plaats te<br />
krijgen, maar hij belandde uiteindelijk toch tussen de wal en<br />
het schip. De Commissie was van oordeel dat de school aldus<br />
ernstig tekort was geschoten in het naleven van haar zorgplicht<br />
jegens de leerling. 37<br />
Tot die zorgplicht behoort, ook als er wel sprake is van een formele<br />
schorsing, het aanbieden van schoolwerk dat de leerling<br />
thuis kan maken: ‘Als een leerling wordt geschorst, moet de<br />
school de desbetreffende leerling ... de mogelijkheid bieden om<br />
zo goed en zo kwaad als het kan de lesstof tot zich te nemen.<br />
Dat geldt des te meer als, ... , de geschorste leerling leerplichtig<br />
is.’ 38<br />
BEOORDELINGEN<br />
Dat leerlingen het niet eens zijn met de beoordeling van<br />
het door hen gemaakte werk is van alle tijden. In een aantal<br />
gevallen leidt dat tot een klacht bij de <strong>LKC</strong>. Het betreft<br />
dan echter wel gevallen, waarin iets bijzonders aan de<br />
hand is: de <strong>LKC</strong> is er niet als beroepsinstantie tegen de<br />
beoordeling van alle overhoringen. Sterker nog: ook in die<br />
gevallen waarin de <strong>LKC</strong> klachten over een beoordeling in<br />
behandeling nam, heeft zij niet die beoordeling zelf - bij<br />
uitstek behorend tot het professionele domein van de<br />
docent - beschouwd, maar wel de manier waarop die<br />
beoordeling tot stand gekomen is.<br />
Niet alledaags was de situatie waarin een docent tegen de<br />
kerstvakantie de school definitief verliet met achterlating<br />
van rapportcijfers voor de leerlingen, maar met medeneming<br />
van de samenstellende delen daarvan. Een leerling<br />
stelde dat een door hem wel ingeleverd werkstuk ten<br />
onrechte als niet ingeleverd (en daarom gehonoreerd met<br />
een 1) was betrokken bij de vaststelling van zijn cijfer.<br />
Aan de vertrokken docent kon geen opheldering meer<br />
worden gevraagd.<br />
De vraag was of de school terecht vasthield aan het door<br />
de docent vastgestelde cijfer. De directie bracht naar voren<br />
dat de leerling geen sluitend overzicht van de door hem<br />
behaalde cijfers kon overleggen. De Commissie kwam tot<br />
het oordeel dat de verantwoordelijkheid voor de registratie<br />
van door de leerlingen behaalde resultaten uitsluitend bij<br />
de school gelegen is. ‘Zo er op dit gebied van de leerlingen<br />
iets verwacht wordt, dient dat een pedagogisch en niet een<br />
bewijsrechtelijk doel.’ 39<br />
Het komt vaker voor dat een onregelmatigheid bij een<br />
proefwerk of tentamen leidt tot toekenning van het<br />
cijfer 1. In sommige omstandigheden kan de docent (of<br />
de docentenvergadering) daar naar het oordeel van de<br />
Commissie niet onverkort aan vasthouden. Een leerling<br />
kwam één rapportpunt tekort om te worden bevorderd<br />
naar 4 gymnasium. Dat kwam onder meer door een<br />
(betwiste) 1 voor een proefwerk. Een verzoek om revisie<br />
van de bevorderingsbeslissing was afgewezen. De<br />
Commissie vond zo’n cijfer van dien aard dat het in de<br />
rede ligt over de juistheid daarvan iedere twijfel weg te<br />
nemen. Het advies luidde om alsnog een revisievergadering<br />
te beleggen. 40<br />
Dat bepaalde ongewenste gedragingen rondom een proefwerk<br />
of opdracht bestraft worden met toekenning van het<br />
cijfer 1, moet voor de leerlingen van tevoren duidelijk zijn.<br />
De leerling die zich niet op de juiste wijze ziek had<br />
gemeld op de dag dat hij een presentatie moest verzorgen<br />
en op die grond een 1 kreeg, klaagde daar met succes over:<br />
‘Het feit dat (de leerling) vooraf onvoldoende duidelijk is<br />
gemaakt wat de gevolgen zouden zijn van vluchtgedrag in<br />
combinatie met de ingrijpende gevolgen van de straf, zou<br />
reden moeten zijn geweest voor het bevoegd gezag om het eerder<br />
gegeven cijfer niet te handhaven.’ 41<br />
30 <strong>LKC</strong> 01.020<br />
31 <strong>LKC</strong> 01.018; dat de ouders van de naar huis gestuurde leerling<br />
niet vooraf op de hoogte waren gebracht van het naar huis sturen<br />
achtte de Commissie eveneens klachtwaardig.<br />
32 <strong>LKC</strong> 02.045<br />
33 In het Jaarverslag 2002 is aandacht besteed aan de verhouding<br />
tussen het indienen van een klacht en de mogelijkheid van bezwaar<br />
en beroep.<br />
34 Bijvoorbeeld in <strong>LKC</strong> 02.029, waar de gang van zaken rondom de<br />
schorsing deel uitmaakte van de klacht. Vaker ook stuit de<br />
Commissie op onregelmatigheden en wijdt zij daar een ambtshalve<br />
overweging aan.<br />
35 <strong>LKC</strong> 02.041<br />
36 Onder verwijzing naar een protocol van de Algemene Vereniging van<br />
Schoolleiders, waarin de mogelijkheid genoemd wordt een time-out<br />
maatregel te treffen.<br />
37 <strong>LKC</strong> 03.024<br />
38 <strong>LKC</strong> 02.030; ook al is de communicatie vaak verstoord, rust<br />
niettemin op de school de verplichting deze op gang te houden.<br />
39 <strong>LKC</strong> 03.080; het mocht de leerling overigens niet baten: ook na<br />
aanpassing van het cijfer voldeed hij niet aan de criteria om te<br />
worden bevorderd naar de door hem gewenste klas.<br />
40 <strong>LKC</strong> 01.096; het betrof, zoals wel vaker bij klachten rondom<br />
bevordering, een versnelde behandeling.<br />
41 <strong>LKC</strong> 03.076<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 15
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
16<br />
Bijzonder was de klacht van een docent over een toegekend<br />
cijfer. Zij was het er niet mee eens dat een door haar gegeven<br />
cijfer door een aan de school fungerende geschillencommissie<br />
was verhoogd. De docent ontzegde de leden van die commissie<br />
de deskundigheid om een beoordeling op haar vakgebied te<br />
beoordelen.<br />
De Commissie onderschreef de stelling van de docente dat bij<br />
een vakinhoudelijke beoordeling vak(groep)genoten dienen te<br />
worden betrokken. Een deel van de beoordeling van een werkstuk<br />
heeft echter betrekking op de manier waarop het gemaakt<br />
is. De herbeoordeling was naar het oordeel van de Commissie<br />
op die aspecten gebaseerd. Daarvoor waren wel onderwijskundige<br />
kwaliteiten vereist, maar niet per se vakinhoudelijke. De<br />
klacht was daarom ongegrond. 42<br />
Met enige regelmaat ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten waarin<br />
ouders stellen dat zij nooit op de hoogte zijn gebracht van<br />
achterblijvende leerprestaties van hun kind. Ook uit de<br />
schoolrapporten valt dan niet op te maken dat de leerling<br />
op een ander niveau beoordeeld wordt dan wanneer hij<br />
een gemiddelde ontwikkeling zou doormaken. Dit ‘pedagogisch<br />
cijferen’ vindt plaats om de leerling inzicht te<br />
geven hoe hij scoort ten opzichte van zijn eigen mogelijkheden.<br />
Vaak ook is er sprake van een zogenaamde eigen<br />
42 <strong>LKC</strong> 02.071<br />
43 Hier is sprake van voortschrijdend inzicht: in 1998 huldigde de Commissie<br />
nog de opvatting dat het mogelijk moet zijn om een rapport zodanig op te<br />
stellen dat het zonder mondelinge toelichting inzicht geeft in de resultaten<br />
van de leerling (<strong>LKC</strong> 98.007).<br />
44 <strong>LKC</strong> 03.061 en <strong>LKC</strong> 03.099<br />
45 <strong>LKC</strong> 99.077<br />
46 <strong>LKC</strong> 03.073; hoewel er een extern advies lag dat de school niet gevolgd had,<br />
was de Commissie van oordeel dat de school zorgvuldig genoeg tot haar<br />
besluit was gekomen.<br />
47 <strong>LKC</strong> 03.098<br />
48 <strong>LKC</strong> 01.095<br />
49 <strong>LKC</strong> 01.097<br />
50 <strong>LKC</strong> 03.094<br />
leerlijn voor de leerling, waarbij hij leerstof op een eigen,<br />
van het gemiddelde van de klas afwijkend, niveau krijgt<br />
aangeboden. Deze werkwijze is algemeen geaccepteerd<br />
en ook de Commissie onderschrijft deze manier om leerlingen<br />
te stimuleren. 43 Wel stelt deze manier van becijferen<br />
hoge eisen aan de communicatie tussen school en<br />
ouders: voor de ouders moet duidelijk zijn op welk<br />
niveau hun kind functioneert. 44 Zij mogen door het<br />
opstellen van een stimulerend rapport niet op het verkeerde<br />
been worden gezet. 45<br />
BEVORDERING EN SCHOOLADVIES<br />
Over of niet? Zowel in het primair als in het voortgezet<br />
onderwijs is het een vraag die, vooral tegen het einde van<br />
het schooljaar, steeds meer op de voorgrond komt te<br />
staan. Aan het einde van de basisschool en van de<br />
periode van basisvorming in het VO doet zich ook nog<br />
eens de vraag voor welk vervolg er aan het tot dan toe<br />
genoten onderwijs gegeven gaat worden. Gelet op de<br />
belangen die ermee gemoeid zijn en de soms hoge verwachtingen<br />
die leerlingen en hun ouders hebben van de<br />
schoolloopbaan, is het niet verwonderlijk dat regelmatig<br />
klachten over de gang van zaken rondom deze beslissingen<br />
aan de <strong>LKC</strong> worden voorgelegd.<br />
De Commissie is, net als bij het beoordelen van gegeven<br />
cijfers, terughoudend in haar toetsing. In de klacht over<br />
het niet bevorderen van een leerling van groep 2 naar<br />
groep 3 (primair onderwijs) zette zij de criteria op een rij:<br />
‘Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen zonder deugdelijk<br />
te zijn voorbereid of indien de beschikbare gegevens kennelijk<br />
tot een andere beslissing hadden dienen te leiden, zal<br />
een klacht hierover gegrond verklaard worden. Van een<br />
ondeugdelijke voorbereiding kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld)<br />
geen overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />
indien wel beschikbare gegevens niet bij het nemen<br />
van de beslissing zijn betrokken of indien geen extern advies is<br />
ingewonnen terwijl daarvoor wel een duidelijke aanleiding<br />
bestond. Bij het beoordelen van de vraag of de beschikbare<br />
gegevens tot een bepaalde beslissing moeten leiden beschikt de<br />
school over een ruime mate van professionele vrijheid.’ 46<br />
Met name in het basisonderwijs doet zich ook de situatie<br />
voor dat het juist de ouders zijn die erop aandringen dat<br />
hun kind een jaar langer in dezelfde groep blijft.<br />
Twee (gescheiden) ouders verschilden met elkaar van<br />
mening over de vraag of hun dochter groep 8 zou moeten<br />
overdoen of niet. Het schoolteam was al net zo verdeeld.<br />
De Cito-uitslag wees allerminst in de richting van een<br />
verlengde periode op de basisschool. Niettemin waren de<br />
groepsleerkracht en de moeder van mening dat de sociaal-emotionele<br />
ontwikkeling van de leerling gebaat zou<br />
zijn bij zo’n verlenging. Aldus geschiedde, tot ongenoegen<br />
van de vader. De <strong>LKC</strong> overwoog dat het op de weg<br />
van de school ligt om op een professionele manier een<br />
zorgvuldige afweging te maken en de gemaakte keuze te<br />
motiveren. 47<br />
In het voortgezet onderwijs liggen bevorderingsnormen<br />
doorgaans vast in de schoolgids of een ander document<br />
dat aan de leerlingen en hun ouders ter beschikking<br />
wordt gesteld. Het spreekt voor zich dat deze vastgelegde<br />
normen in beginsel doorslaggevend zijn bij een beslissing<br />
tot bevordering. Is echter besloten om een leerling te<br />
bespreken in een revisievergadering, dan gaat het niet<br />
aan uitsluitend de cijfermatige normering bij de besluitvorming<br />
te betrekken: dan dienen alle relevante belangen<br />
en omstandigheden te worden beoordeeld. 48<br />
In de normering bevindt zich altijd wel een grijs gebied,<br />
de verblijfplaats van de zogeheten ‘bespreekgevallen’. Een<br />
ouderpaar klaagde erover dat de school geen objectieve<br />
en doorzichtige criteria hanteerde bij de beslissing om<br />
hun dochter niet naar 4 gymnasium te bevorderen. De<br />
docentenvergadering had vooral de werkhouding van de<br />
leerling aan de beslissing ten grondslag gelegd. Het<br />
gebruik van onder meer het criterium ‘werkhouding’<br />
stond, naast bijvoorbeeld ‘zelfreflectie’, en ‘zelfstandigheid’<br />
vermeld in het voor bevordering geldende normenboek.<br />
Doordat iedere docent in de vergadering een eigen<br />
inbreng heeft en zijn of haar mening over het leren en<br />
presteren van de leerling geeft, ontstaat volgens de<br />
Commissie een voldoende geobjectiveerd beeld.<br />
‘Anders dan klagers heeft de Commissie op het hanteren van<br />
deze criteria dan ook geen kritiek.’ 49<br />
Een bijzondere categorie besluiten betreft het schooladvies<br />
aan het einde van de basisschool. In combinatie<br />
met (meestal) de Cito-score is dit advies bepalend voor de<br />
toelating tot het voortgezet onderwijs. De leerkracht die<br />
volhield dat de ouders volledig vrij waren in hun keuze<br />
voor voortgezet onderwijs voor hun dochter had formeel<br />
wel gelijk: het staat ouders vrij om hun kind waar dan<br />
ook aan te melden. De leerkracht was echter ook op de<br />
hoogte van het toelatingsbeleid van de door de ouders en<br />
hun dochter beoogde school. Zonder positief schooladvies<br />
zou de leerling daar niet worden toegelaten. Die kennis<br />
had hij met de ouders en hun dochter moeten delen<br />
vond de Commissie: ‘Door de bij hem bekende informatie<br />
over de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />
VO-school niet of niet volledig met klagers te delen, heeft verweerder<br />
bij hen ten onrechte de indruk gewekt dat hun<br />
mening doorslaggevend zou zijn... .’ 50<br />
De ouders die erover klaagden dat hun dochter niet een<br />
jaar langer op de basisschool mocht blijven om een (door<br />
hen veronderstelde) leerachterstand weg te werken, zagen<br />
hun klacht ongegrond verklaard. De uitkomsten van alle<br />
toetsen en het schooladvies (VMBO, basisberoepsgerichte<br />
leerweg) lagen op één lijn. Het advies was daarom naar<br />
het oordeel van de Commissie voldoende onderbouwd en<br />
consistent. De Commissie nam met instemming kennis<br />
van het feit dat de leerling niettemin in de gelegenheid<br />
gesteld werd groep 8 nogmaals te volgen. Zoals al eerder<br />
vermeld is het soms goed genoegen te nemen met een<br />
‘second-best’-oplossing als door tegenstand van (bijvoorbeeld)<br />
ouders de beste oplossing niet haalbaar is.<br />
Of de school daartoe overgaat behoort ook tot haar eigen<br />
professionele beoordeling: een klacht hierover zal de<br />
Commissie alleen dan gegrond verklaren als de school<br />
niet in redelijkheid tot die beslissing heeft kunnen<br />
komen (marginale toetsing).<br />
CONCLUSIE<br />
Veel ouders kiezen een school vanwege de onderwijskundige<br />
en/of de opvoedkundige filosofie. Het is een van de<br />
mogelijkheden voor scholen om zich te onderscheiden<br />
van andere. Directies en docenten leggen er vaak eer in<br />
om die filosofie in de praktijk te brengen. Waar mensen<br />
zozeer betrokken zijn op hetzelfde, het beste onderwijs<br />
voor hun kinderen/leerlingen, kunnen niet alleen hechte<br />
bondgenootschappen, maar ook de diepste verschillen<br />
van mening ontstaan. Klachten over deze materie bieden<br />
vaak inzicht in de enorme betrokkenheid van zowel de<br />
klagers als de verweerders.<br />
De <strong>LKC</strong> is in beginsel terughoudend bij het toetsen van<br />
het professionele handelen van leerkrachten en directies.<br />
Bij het uitoefenen van hun belangwekkende en verantwoordelijke<br />
werkzaamheden moeten zij over handelingsvrijheid<br />
kunnen beschikken. Hebben zij die niet of wordt<br />
al hun doen en laten achteraf op een goudschaaltje gewogen,<br />
dan leidt dat tot passiviteit en defensief handelen.<br />
En dat gaat weer ten koste van de creativiteit die vereist is<br />
om kinderen in de richting van volwassenheid te begeleiden.<br />
De <strong>LKC</strong> betrekt daarom niet alleen het resultaat van<br />
het professionele handelen in haar beoordeling, maar<br />
meer nog de weg waarlangs dat resultaat is bereikt. Zo<br />
probeert de <strong>LKC</strong> invulling te geven aan haar opdracht een<br />
positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het<br />
onderwijs.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 17
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
18<br />
Organisatie en werkwijze<br />
van de <strong>LKC</strong><br />
I NLEIDING<br />
Net als de bij haar aangesloten scholen is de <strong>LKC</strong> een<br />
lerende organisatie. Hoewel de hoofdlijn van behandeling<br />
van klachten in het vijfjarige bestaan niet is gewijzigd,<br />
heeft de Commissie aan de hand van opgedane ervaringen<br />
op die lijn wel verfijningen en nuanceringen aangebracht.<br />
Grof geschetst ziet de procedure van klachtbehandeling er<br />
als volgt uit. Een klacht wordt behandeld door een<br />
Commissie die bestaat uit drie personen, te weten een<br />
voorzitter en twee leden. In het totaal bestaat de <strong>LKC</strong> uit<br />
zes voorzitters en elf leden. Indien de klacht daar aanleiding<br />
toe biedt - bijvoorbeeld in geval van discriminatie of<br />
ongewenste intimiteiten - zit er tenminste één lid met<br />
een specifieke deskundigheid in de Commissie.<br />
Een klacht wordt door het secretariaat in samenspraak<br />
met de voorzitter van de behandelende Commissie<br />
samengevat. Deze samenvatting is het uitgangspunt van<br />
de verdere behandeling. Degene tegen wie de klacht<br />
gericht is (in de stukken van de commissie verweerder<br />
genoemd) ontvangt een verzoek van de <strong>LKC</strong> om schriftelijk<br />
verweer te voeren tegen de klacht. In beginsel krijgen<br />
verweerders drie weken de tijd om hun verweerschrift in<br />
te dienen. Beide partijen ontvangen, hoge uitzonderingen<br />
daargelaten, afschrift van alle stukken die door de andere<br />
partij of door derden aan de Commissie zijn toegestuurd.<br />
In de volgende fase vindt de mondelinge behandeling van<br />
de klacht plaats. Partijen worden op een zitting van de<br />
Commissie in de gelegenheid gesteld hun standpunt<br />
nader toe te lichten en op dat van de andere partij te reageren.<br />
De Commissie hoort eventuele getuigen of deskundigen<br />
en ook stelt zij vragen aan de partijen. Na de<br />
zitting beraadt zij zich in beslotenheid (raadkamer) over<br />
de gegrondheid van de klacht en het advies dat zij aan het<br />
bestuur van de school uit zal brengen. Binnen vier weken<br />
na de zitting (indien nodig met eenmaal vier weken te<br />
verlengen) brengt de Commissie haar advies uit aan het<br />
bevoegd gezag. De klager en de verweerder(s) ontvangen<br />
afschrift van het advies. Het bevoegd gezag dient ten slot-<br />
te binnen vier weken aan de klager en aan de Commissie<br />
te laten weten of het instemt met het oordeel over de<br />
gegrondheid en of het de eventuele aanbevelingen overneemt.<br />
Al met al duurt de behandeling van een klacht op de<br />
beschreven manier ongeveer drie maanden. Het<br />
Reglement van de <strong>LKC</strong> bevat echter een bepaling die het<br />
mogelijk maakt een klacht versneld te behandelen indien<br />
de daarbij betrokken belangen daartoe aanleiding bieden.<br />
In dat geval worden alle termijnen verkort om aan de<br />
behoefte aan een snel advies te kunnen voldoen. Meestal<br />
kunnen de betrokkenen één dag na de zitting al mondeling<br />
op de hoogte worden gebracht van het oordeel van de<br />
Commissie. In <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> zes klachten versneld<br />
behandeld.<br />
S TUDIEDAG<br />
Jaarlijks belegt de <strong>LKC</strong> een studiedag waarop een onderwerp,<br />
waarmee de Commissie regelmatig te maken heeft,<br />
verder wordt uitgediept. In dat kader reisde de <strong>LKC</strong> op<br />
29 oktober <strong>2003</strong> af naar Almere om daar kennis te<br />
nemen van de manier waarop de Bestuurscommissie<br />
Openbaar Onderwijs Almere vorm heeft gegeven aan de<br />
leerlingenzorg in die gemeente. De Bestuurscommissie<br />
bestrijkt, net als de <strong>LKC</strong>, zowel het primair als het voortgezet<br />
en het voortgezet speciaal onderwijs. Daardoor was<br />
het voor de Commissie mogelijk veel zaken, die bij de<br />
klachtbehandeling regelmatig aan de orde komen, in de<br />
werkelijkheid en van dichtbij te aanschouwen.<br />
In groepjes bezochten de Commissieleden en de medewerkers<br />
van het secretariaat van de Commissie enkele<br />
basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs,<br />
een Praktijkschool, een school voor voortgezet onderwijs<br />
en een orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC,<br />
een school waar leerlingen aanvullend op de basisschool<br />
voorbereid worden op het voortgezet onderwijs). Met<br />
directeuren, intern leerlingbegeleiders en docenten werd<br />
bekeken en besproken hoe de zorg op de scholen is georganiseerd<br />
en hoe dat in de praktijk uitpakt.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 19
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
20<br />
Wat de Commissie in de eerste plaats is opgevallen is de<br />
bevlogenheid waarmee de individuele leerkrachten en de<br />
teams op de scholen aan het werk zijn. Ook waren de<br />
leerlingen veel rustiger aan het werk dan de meeste<br />
bezoekers verwacht hadden.<br />
De gedachte achter Weer Samen Naar School blijkt in<br />
Almere te zijn aangeslagen: zorgleerlingen worden waar<br />
mogelijk begeleid zonder hen uit het reguliere onderwijs<br />
te halen. Zowel op de basisscholen als in het voortgezet<br />
onderwijs wordt intensief aandacht besteed aan de zorgleerlingen<br />
(10 tot 15% van de totale schoolpopulatie).<br />
Voornamelijk met behulp van interne leerlingbegeleiding,<br />
ambulante ondersteuning en leerwegondersteuning worden<br />
zij binnen het reguliere onderwijs begeleid.<br />
Op basis van door de scholen aangegeven behoeften stelt<br />
de Bestuurscommissie kadernotities op die voor meer<br />
jaren gelden. Uitgangspunt daarbij is dat het bestuur<br />
investeert in mensen in het onderwijs. Op deze manier<br />
probeert het bestuur de omvang en de kwaliteit van de<br />
extra zorg aan leerlingen voor langere tijd te borgen.<br />
Het streven is om een doorlopende lijn aan te brengen<br />
tussen het primair en het voortgezet onderwijs. Dat is<br />
nog te vaak afhankelijk van de persoon van de leerkracht<br />
of de intern leerlingbegeleider. Men verwacht dat het<br />
geautomatiseerd opslaan van alle leerlinggegevens het<br />
mogelijk zal maken de overdracht te verbeteren.<br />
Over de rol van de <strong>LKC</strong> bij het verhogen van de kwaliteit<br />
van het onderwijs merkte één van de praktijkmensen op<br />
dat de adviezen vaak te abstract en te moeilijk geformuleerd<br />
zijn. Ook de informatie over de werkwijze en de<br />
mogelijkheden van de klachtencommissie zou in voor<br />
iedereen begrijpelijke taal moeten worden opgesteld.<br />
Ouders die naar de <strong>LKC</strong> stappen voelen zich volgens de<br />
mensen in het veld vaak niet begrepen. Dat komt ook<br />
terug in de adviezen van de <strong>LKC</strong>. De mensen in het<br />
veld hebben behoefte aan aanwijzingen over mogelijkheden<br />
om de communicatie met juist deze ouders open te<br />
houden.<br />
Tot slot vroeg één van de aanwezigen voor een open oog,<br />
ook bij de <strong>LKC</strong>, voor de problematische situatie waarin<br />
veel zorgleerlingen zich bevinden. Zij hebben niet alleen<br />
op school te kampen met (soms grote) problemen, maar<br />
ook buiten school. Uit de adviezen van de <strong>LKC</strong> blijkt niet<br />
altijd dat deze zich daar bewust van is. Het advies van<br />
deze praktijkman luidde om goed te blijven kijken naar<br />
oorzaken en gevolgen.<br />
De Commissie heeft de studiedag als buitengewoon leerzaam<br />
ervaren. Het was goed om ook (of juist) buiten een<br />
klachtsituatie kennis te nemen van de praktijk die zo vaak<br />
aan de Commissie ter beoordeling wordt voorgelegd. Aan<br />
het eind van de dag bedankte de Commissie niet alleen<br />
de Bestuurscommissie voor de perfecte voorbereiding en<br />
invulling van de dag, maar ook alle scholen en hun medewerkers<br />
die het mogelijk maakten dat de Commissie deze<br />
kijk in de keuken - in een enkel geval ook letterlijk - kon<br />
nemen.<br />
AMBTSHALVE OVERWEGINGEN EN AANBEVELINGEN<br />
De primaire taak van de <strong>LKC</strong> is zich uit te laten over de gegrondheid van een klacht. De manier waarop de<br />
Commissie de ingediende klachten ter hand neemt is hier boven in de inleiding beschreven. Een selectie van de in<br />
<strong>2003</strong> verstrekte adviezen treft u in Hoofdstuk 3 van dit <strong>jaarverslag</strong>.<br />
Bij de klachtbehandeling stuit de Commissie ook regelmatig op zaken waarover niet geklaagd is, maar die wel<br />
vraagtekens oproepen. Indien er enig verband met de klacht is en het past in het verloop van de klachtbehandeling<br />
besteedt de Commissie daar ter zitting vaak al aandacht aan. Deze onderwerpen kunnen ook terugkomen in de<br />
adviezen van de Commissie ook al handelde de klacht er niet over. De Commissie besteedt daar dan, zoals zij dat<br />
noemt, ambtshalve aandacht aan.<br />
De eerste ambtshalve overwegingen en aanbevelingen gingen voornamelijk over de klachtbehandeling in een eerder<br />
stadium en alles wat daarmee samenhangt. 1 Het was dan ook nog kort na de invoering van de Kwaliteitswet, die<br />
(onder meer) de verplichting tot aansluiting bij een klachtencommissie regelde.<br />
Inmiddels bevatten de adviezen van de <strong>LKC</strong> in toenemende mate ambtshalve overwegingen en aanbevelingen die<br />
ook over andere onderwerpen dan de klacht gaan. Zo heeft de Commissie in <strong>2003</strong> buiten de klacht om aandacht<br />
besteed aan de verplichting tot het toepassen van hoor en wederhoor alvorens na een incident maatregelen te treffen,<br />
de noodzaak tot schriftelijke verslaglegging van gesprekken met ouders, de ontvankelijkheid als een klacht eerder<br />
door het bevoegd gezag is behandeld en heeft zij in één geval ambtshalve geadviseerd een mediator in te schakelen. 2<br />
Door het opnemen van deze ambtshalve overwegingen en aanbevelingen geeft de <strong>LKC</strong> inhoud aan haar taak:<br />
Door het geven van een oordeel over de gegrondheid van een concrete klacht een bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering<br />
van het onderwijs in het algemeen.<br />
KLACHTEN OVER HET OVERBLIJVEN<br />
Ook tijdens het overblijven op school gaan er wel eens dingen mis die uiteindelijk leiden tot een klacht. Problemen<br />
over het overblijven worden in eerste instantie vaak bij de groepsleerkracht en/of de directeur aangekaart. Als dat<br />
niet leidt tot een oplossing en er een klacht bij de <strong>LKC</strong> wordt ingediend, is deze over het algemeen gericht tegen de<br />
directeur.<br />
Helemaal vanzelfsprekend is dat niet. Artikel 45 van de Wet op het primair onderwijs luidt:<br />
Het bevoegd gezag stelt leerlingen in de gelegenheid onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw en op het<br />
terrein van de school door te brengen. De kosten die hieruit voortvloeien komen voor rekening van de ouders, voogden<br />
of verzorgers. Het bevoegd gezag kan de overblijfmogelijkheid zelf organiseren. Indien leerlingen van de mogelijkheid<br />
bedoeld in de eerste volzin gebruik maken, draagt het bevoegd gezag zorg voor een verzekering tegen wettelijke<br />
aansprakelijkheid. (…)<br />
In veel gevallen wordt het overblijven georganiseerd door de Ouderraad en beperkt de school zich tot het beschikbaar<br />
stellen van de ruimte om over te blijven. Niet zelden is het verweer tegen een ingediende klacht dan ook dat<br />
het voorval dat tot de klacht geleid heeft niet onder de verantwoordelijkheid van de school valt. Een enkele keer heeft<br />
dat verweer succes gehad. Het bestuur van de overblijf had besloten dat een leerling die regelmatig voor problemen<br />
zou zorgen niet meer mocht overblijven. De moeder van de jongen diende daarop een klacht in die gericht was<br />
tegen de directeur. De <strong>LKC</strong> oordeelde echter dat deze geen verantwoordelijkheid droeg voor het besluit en dat de<br />
moeder haar klacht tegen het bestuur had moeten richten. 3<br />
Latere adviezen van de <strong>LKC</strong> bevatten een meer materiële benadering, inhoudende dat indien de school zich op enigerlei<br />
wijze met het overblijven bemoeit, zij daar ook op aangesproken kan worden. Een ouder klaagde erover dat er<br />
tijdens het overblijven te weinig toezicht was en dat zich al een tweetal incidenten had voorgedaan. De directeur<br />
verweerde zich door te stellen dat er, naast de overblijfouders, steeds een leerkracht op de achtergrond toezicht hield<br />
en dat leerlingen na geconstateerde overtreding van de regels bestraft werden. De directie overlegde regelmatig met<br />
het bestuur van de overblijf over de gang van zaken.<br />
De <strong>LKC</strong> oordeelde dat de klacht gegrond was omdat er te weinig toezicht op de overblijvers gehouden werd. Zij<br />
achtte de directie van de school daarvoor verantwoordelijk: zeker na een eerder incident had deze tot bijzondere<br />
voorzichtigheid moeten manen, ook al was zij formeel-juridisch niet verantwoordelijk voor het overblijven. 4<br />
1 Bijvoorbeeld <strong>LKC</strong> 99.077 over het opnemen van de klachtenregeling in de schoolgids,<br />
een vaak terugkerende overweging van de Commissie.<br />
2 Respectievelijk <strong>LKC</strong> 03.008, 03.020, 03.074, 03.029 en 03.073.<br />
3 <strong>LKC</strong> 99.059<br />
4 <strong>LKC</strong> 02.098<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 21
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
22<br />
VARIA<br />
Vertegenwoordiging ter zitting van verweerders<br />
Partijen die bij een klacht zijn betrokken kunnen zich laten bijstaan door een gemachtigde. Ook als er sprake is<br />
van meerdere verweerders, de klacht is bijvoorbeeld gericht tegen de directie en het bevoegd gezag, komt het voor dat<br />
een van de verweerders zich ter zitting laat vertegenwoordigen door een andere verweerder. Deze laatste voert dan<br />
namens beiden verweer. In beginsel is daar niets op tegen. Wel stelt de Commissie het ten zeerste op prijs indien zij<br />
na afloop van de zitting zo volledig mogelijk geïnformeerd is over de aangelegenheid waarover zij advies gaat uitbrengen.<br />
Wanneer een klacht dan ook gaat over feitelijke aangelegenheden heeft het sterk de voorkeur dat diegenen<br />
die daar zelf bij aanwezig waren, en er dus uit de eerste hand verklaringen over kunnen afleggen, de zitting van de<br />
Commissie bijwonen.<br />
Wraking en verschoning<br />
Het Reglement van de <strong>LKC</strong> 5 bevat een bepaling over wraking en verschoning. Wraking is aan de orde indien één<br />
van de partijen van mening is dat er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de<br />
Commissie schade zou kunnen leiden. In geval van verschoning is een commissielid zelf die mening toegedaan en<br />
verzoekt daarom van de behandeling van de klacht te worden ontheven.<br />
In <strong>2003</strong> is één maal een verzoek tot wraking ingediend. Een zittingvoorzitter had zich volgens klagers tijdens de<br />
zitting partijdig opgesteld. Een dag na de zitting deelden zij de Commissie mee zeer ontevreden te zijn over het verloop<br />
van de zitting, in het bijzonder over het optreden van de voorzitter. Zij dienden een verzoek tot wraking in.<br />
De Commissie kwam na het afluisteren van gedeelten van de geluidsopname, die van de zitting gemaakt was, tot<br />
het oordeel dat sommige uitspraken ter zitting wellicht minder gelukkig waren, maar dat er van partijdigheid geen<br />
sprake was. Het verzoek om wraking werd daarom afgewezen.<br />
Termijnen<br />
De gemachtigde van een klager heeft zich tot de <strong>LKC</strong> gewend met vragen over termijnen voor het indienen van<br />
stukken. Hij vond dat hem te weinig tijd gegund was tussen de ontvangst van het verweerschrift en de zitting.<br />
Overleg met zijn cliënt bleek daardoor niet of nauwelijks mogelijk.<br />
Hoewel de <strong>LKC</strong> de hand had gehouden aan de reglementaire termijnen, heeft zij wel besloten om waar mogelijk<br />
tegemoet te komen aan de opgeworpen bezwaren, bijvoorbeeld door klachten zo snel mogelijk na ontvangst in<br />
behandeling te nemen. Het gevolg daarvan is bijna altijd dat er meer tijd zit tussen de ontvangst van het verweerschrift<br />
en de geplande zitting. Voor nadere stukken, zoals getuigenverklaringen en dergelijke, die kort voor de zitting<br />
maar wel tijdig worden ingediend, biedt deze werkwijze geen soelaas. Bij een volgende wijziging van het Reglement<br />
zullen alle daarin genoemde termijnen nog eens tegen het licht worden gehouden.<br />
Brochures over klachten in het onderwijs<br />
In <strong>2003</strong> zag een tweetal brochures over klagen in het onderwijs het licht. Met financiële steun van het Ministerie<br />
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gaf een aantal ouderorganisaties een handreiking uit voor ouders met<br />
een klacht over het onderwijs. De werkgeversorganisaties richtten zich met de uitgave “Klachten voorkomen” tot de<br />
scholen. In beide uitgaven wordt alle betrokkenen bij een klacht nadrukkelijk geadviseerd de hakken niet te stevig in<br />
het zand te plaatsen en zoveel mogelijk te blijven communiceren. 6<br />
5 Het Reglement is evenals het Instellingsbesluit te vinden op de website lgc-lkc.nl<br />
6 Tenzij de aard van de klacht zich daar niet toe leent. Een beschuldiging ter zake<br />
van een zedendelict laat zich niet in een gesprek oplossen.<br />
O NTWIKKELINGEN BINNEN DE C OMMISSIE EN HET SECRETARIAAT.<br />
Ook in dit verslagjaar is de samenstelling van de Commissie niet gewijzigd. Wel hebben zich wederom enkele wijzigingen<br />
in het personeelsbestand van het secretariaat van de Commissie voorgedaan. Mevrouw M.R. Backer is met<br />
ingang van 1 januari <strong>2003</strong> benoemd tot secretaris van de <strong>LKC</strong> en in die hoedanigheid belast met de verantwoordelijkheid<br />
voor de ondersteuning van de Commissie. Mevrouw E.J.J. Kits Nieuwenkamp is als adjunct-secretaris werkzaam<br />
geweest vanaf 15 januari <strong>2003</strong>. Mevrouw I.M. Speel, eveneens adjunct-secretaris, heeft het secretariaat per<br />
1 juli <strong>2003</strong> verlaten. Met ingang van 15 september <strong>2003</strong> heeft mevrouw P.E. van Althuis haar plaats ingenomen.<br />
Vanwege deze wisselingen en enige onderbezetting heeft het secretariaat gedurende de<br />
tweede helft van het jaar op bescheiden schaal gebruik gemaakt van juristen op detacheringsbasis. Mede daardoor<br />
is voorkomen dat de werkvoorraad aan het einde van het jaar onacceptabel hoog uit zou komen. In bijlage A van<br />
dit verslag valt te lezen dat het aantal onderhanden dossiers aan het einde van <strong>2003</strong> exact even hoog was als een<br />
jaar daarvoor (29).<br />
DE AANSLUITING BIJ DE <strong>LKC</strong><br />
Nog steeds is er sprake van een groei van zowel het aantal bij de <strong>LKC</strong> aangesloten scholen als van het aantal leerlingen<br />
op de aangesloten scholen. Het aantal scholen groeide met 71 tot 2446. Verreweg de meeste daarvan, 2182,<br />
zijn openbare basisscholen. Op de aangesloten scholen zaten 721.880 leerlingen (in 2002: 675.150). Het aantal<br />
aangesloten besturen is met 21 afgenomen tot 388. Aangenomen mag worden dat de reden hiervoor bestuurlijke<br />
schaalvergroting is.<br />
Het aantal aangesloten samenwerkingsverbanden WSNS is ongewijzigd gebleven (33). Anders dan verwacht hebben<br />
zich geen nieuwe onderwijsbegeleidingsdiensten of muziekscholen aangemeld. De <strong>LKC</strong> heeft binnen deze groep<br />
in <strong>2003</strong> ook niet actief geworven.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 23
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
24<br />
Uitkomst van de door de <strong>LKC</strong><br />
in <strong>2003</strong> afgewikkelde klachten<br />
INLEIDING<br />
Zoals ieder jaar heeft de <strong>LKC</strong> een selectie gemaakt van de<br />
in het verslagjaar uitgebrachte adviezen. De daaraan ten<br />
grondslag liggende klachten zijn hetzij representatief voor<br />
het soort klachten in het algemeen, hetzij opmerkelijk<br />
genoeg om hier weer te geven.<br />
De klachten worden weergegeven in sterk samengevatte<br />
vorm. Alleen de essentie van het advies wordt weergegeven,<br />
waardoor de lezer snel een overzicht kan krijgen van<br />
de soort klachten die de <strong>LKC</strong> krijgt voorgeschoteld. Het<br />
spreekt voor zich dat een dergelijke verkorte weergave in<br />
de meeste gevallen geen recht doet aan alle nuances van<br />
de klacht en het advies daarover. Deze zijn wel terug te<br />
vinden in de weergave op de website www.lgc-lkc.nl: de<br />
adviezen worden daar uitgebreider samengevat met in<br />
beginsel opname van de volledige overwegingen van de<br />
Commissie. Het beleid van de <strong>LKC</strong> is om de uitgebrachte<br />
adviezen niet eerder dan na drie maanden op de website<br />
te publiceren. In de loop der jaren is daarin achterstand<br />
ontstaan. De inspanningen blijven er op gericht om alle<br />
uitgebrachte adviezen (geanonimiseerd) te publiceren.<br />
Van nagenoeg alle in de tekst van dit <strong>jaarverslag</strong> opgenomen<br />
adviezen zijn inmiddels samenvattingen op de<br />
website geplaatst.<br />
Evenals in voorgaande jaren zijn het voornamelijk in<br />
<strong>2003</strong> ouders/verzorgers geweest die klachten hebben<br />
ingediend. Gelet op de aard van de meeste klachten,<br />
pedagogisch-didactische begeleiding en communicatie,<br />
hoeft dat geen verwondering te wekken. Opvallend is dat<br />
het aantal werknemers dat de weg naar de <strong>LKC</strong> weet te<br />
vinden gestaag groeit. Daardoor maken zij gebruik van de<br />
mogelijkheid die niet alleen de Kwaliteitswet, maar ook de<br />
door een groot aantal onderwijsorganisaties ontworpen<br />
modelklachtenregeling hen biedt.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 25
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
26<br />
Communicatie<br />
In dit <strong>jaarverslag</strong> een viertal klachten over de communicatie tussen school en<br />
ouders/leerlingen. Hoewel communicatie per definitie meerzijdig is, legt de <strong>LKC</strong><br />
op de professionele betrokkene bij een conflict een extra verantwoordelijkheid voor<br />
het openhouden of herstellen van de communicatie. In de vier beschreven gevallen<br />
heeft het daar geheel of ten dele aan geschort. Van de vijftien klachten die de<br />
<strong>LKC</strong> in <strong>2003</strong> op dit gebied heeft behandeld zijn er vijf ongegrond verklaard.<br />
Gebrekkige communicatie tussen ouder en<br />
directeur 1<br />
INHOUD KLACHT<br />
De vader is werkzaam als vrijwilliger op een school. Hij<br />
klaagt erover dat de directie heeft nagelaten te voorkomen<br />
dat hij in een situatie is terecht gekomen waarin<br />
hij zich zonder bijstand van een leerkracht of van andere<br />
vrijwilligers, heeft moeten verweren tegen een agressieve<br />
mede-ouder en haar zoon. Het voorval deed zich<br />
voor op het voetbalveld van de school. De directie heeft<br />
aan de vader, in de voorlichting aan alle andere ouders,<br />
vechtersgedrag toegeschreven. De directeur heeft geweigerd<br />
in te gaan op het verzoek van de vader om rectificatie<br />
daarvan.<br />
De directie heeft de vader kort na het incident niet volgens<br />
afspraak op school, maar alleen op het politiebureau<br />
te woord willen staan, hetgeen hij als misplaatst en<br />
grievend heeft ervaren.<br />
Het bevoegd gezag heeft hem bij wijze van ordemaatregel<br />
de toegang tot de school ontzegd vanwege zijn<br />
betrokkenheid bij het incident.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Het ging hier om een door de school gevraagde vrijwilliger<br />
en een ouder. De Commissie merkt hierbij op dat<br />
op het moment dat een ouder als vrijwilliger binnen de<br />
school behulpzaam is hij tot de medewerkers van de<br />
school behoort. Het had van behoorlijk optreden getuigd<br />
wanneer de directie de vader ook na het voorval als een<br />
medewerker van de school had behandeld.<br />
Gebleken is dat de directie geen onderzoek heeft gedaan<br />
naar wat er op het voetbalveld heeft plaatsgevonden. De<br />
Commissie is van oordeel dat dit wel tot haar verantwoordelijkheid<br />
behoort. Dat er inmiddels een politie-<br />
onderzoek was gestart doet daar niet aan af. Door zelf<br />
na te gaan wat er was gebeurd had de directie de ouders<br />
op juiste wijze kunnen informeren. Op het moment dat<br />
het voor de directie duidelijk was wat er zich had afgespeeld<br />
had zij dit alsnog aan de ouders bekend kunnen<br />
maken. Feitelijk heeft de directie de ouders (onjuist)<br />
voorgelicht zonder de betrokken vrijwilliger/medewerker<br />
van de school (klager) voldoende te horen. Hier<br />
wreekt zich het nalaten van de toepassing van het beginsel<br />
van hoor en wederhoor. Dit klachtonderdeel is dan<br />
ook gegrond. De directie heeft langere tijd een goed<br />
contact met de vader gehad. De vader heeft nooit eerder<br />
fysiek geweld gebruikt en hij stond ook niet bekend als<br />
gewelddadig. De Commissie is van oordeel dat de<br />
opstelling van de directie om de vader alleen op het politiebureau<br />
te woord te staan misplaatst en grievend is.<br />
Vanuit het oogpunt van orde en rust vindt de<br />
Commissie de getroffen maatregel, inhoudende dat de<br />
vader een periode niet op school mocht komen, terecht.<br />
Echter, de rust en orde had op korte termijn hersteld<br />
kunnen worden. Een ordemaatregel voor de duur van<br />
twee maanden is in dit geval niet gerechtvaardigd.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op deze onderdelen deels gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel niet overgenomen op het punt van onderzoek<br />
doen naar de situatie op het voetbalveld. Er was niemand<br />
van de school aanwezig toen het voorval plaatsvond.<br />
Onzorgvuldig handelen van groepsleerkracht<br />
tegen leerling en ouder 2<br />
INHOUD KLACHT<br />
Moeder klaagt over het onzorgvuldige en onbehoorlijke<br />
optreden van de groepsleerkracht jegens haar zoon en<br />
jegens haar als ouder.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De zoon kwam tussen de middag thuis en gaf aan niet<br />
meer naar school te willen. De moeder heeft hierop telefonisch<br />
contact gezocht met de groepsleerkracht. Na de<br />
opmerking ‘voor dit soort flauwekul heb ik geen tijd’<br />
heeft de groepsleerkracht het telefoongesprek abrupt<br />
afgebroken.<br />
‘s Middags is de groepsleerkracht in de klas hierop<br />
teruggekomen. Hij heeft toen duidelijk gemaakt dat hij<br />
het niet leuk vond om in de lunchpauze door een ouder<br />
te worden gebeld, ‘zeker niet voor een hoop onzin, waar<br />
de kinderen zelf schuld aan hadden.’<br />
Dat de groepsleerkracht ‘s middags in algemene zin<br />
klassikaal zijn ongenoegens heeft geuit over het feit dat<br />
hij in zijn lunchpauze is gestoord, vindt de Commissie<br />
klachtwaardig. De leerlingen stonden hier immers buiten.<br />
De groepsleerkracht had tegen degene die hij heeft<br />
gesproken zijn ongenoegens moeten uiten en het daarbij<br />
moeten laten. De klacht is op dit punt gegrond. De<br />
Commissie acht het begrijpelijk dat het gesprek voor de<br />
groepsleerkracht na een hectische ochtend niet op een<br />
gunstig tijdstip kwam. Ondanks dat aan een professional<br />
op het gebied van communicatie met ouders hogere<br />
eisen worden gesteld, ontslaat dit ouders niet van hun<br />
eigen verantwoordelijkheid om een situatie op juiste<br />
wijze in te schatten. De moeder kent haar eigen zoon en<br />
zijn problematiek. Zij had er ook voor kunnen kiezen<br />
om op een ander moment met de groepsleerkracht te<br />
spreken dan tijdens de lunchpauze.<br />
Tevens heeft de groepsleerkracht in een volle klas tegen<br />
de zoon gezegd: ‘let jij eens even op want straks met de<br />
CITO snap je er weer niets van en krijg je weer pijn in<br />
je buikje.’ De zoon vond dit een vervelende opmerking<br />
en heeft dit eerst aan de directeur en later in een briefje<br />
aan de groepsleerkracht kenbaar gemaakt. Gelet op de<br />
vertrouwensrelatie die de groepsleerkracht met de zoon<br />
meende te hebben lijkt het niet aannemelijk dat de<br />
opmerking vervelend bedoeld was.<br />
De groepsleerkracht heeft tenslotte tegen de zoon<br />
gezegd dat hij maar eens op moest houden om thuis<br />
alles tegen zijn moeder te vertellen en dat hij ook niet<br />
naar de directeur moest gaan maar gewoon naar de<br />
groepsleerkracht zelf. De Commissie vindt het niet van<br />
een professionele houding getuigen wanneer een<br />
groepsleerkracht zijn ongenoegen over een ouder tegen<br />
een leerling uit. Wel kan de Commissie zich er in vinden<br />
dat zowel ouders als leerlingen hun vragen, opmerkingen,<br />
ongenoegens etc. in eerste instantie bespreken<br />
met de direct betrokkene en niet voor alles direct de<br />
directeur benaderen.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
De klacht is gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen.<br />
1 03.011/12, primair onderwijs<br />
2 03.030, primair onderwijs<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 27
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
28<br />
Gebrekkige communicatie 3<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen over de onbehoorlijke en onzorgvuldige<br />
communicatie door de directie en het bevoegd gezag<br />
van de school over de schoolcarrière van hun zoon.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Gebleken is dat de communicatie tussen de ouders en<br />
de directie van de school verre van vlekkeloos is verlopen.<br />
Voor de Commissie staat vast dat de ouders daarin<br />
ook een belangrijk aandeel hebben gehad. De directie<br />
heeft een aantal keren telefonisch contact met de ouders<br />
opgenomen. Vaststaat dat beide ouders de Nederlandse<br />
taal niet of slechts zeer beperkt machtig zijn. De directie<br />
was daarvan op de hoogte aangezien er bij de gesprekken<br />
die zij met de ouders voerde altijd iemand aanwezig<br />
moest zijn die als tolk op kon treden.<br />
De Commissie twijfelt ernstig aan de effectiviteit van<br />
het voeren van telefoongesprekken met ouders die de<br />
Nederlandse taal niet of in slechts in beperkte mate<br />
beheersen. In die gevallen waarin dat onvermijdelijk<br />
was, had de directie zich er (achteraf) van dienen te vergewissen<br />
of haar gesprekspartner begrepen had wat er<br />
besproken was. Ondanks alle problemen in de communicatie<br />
met de ouders had de directie hen ook steeds<br />
schriftelijk dienen te informeren over de stand van<br />
zaken, haar voornemens en de te verwachten gevolgen<br />
daarvan voor het vervolg van de schoolcarrière van hun<br />
zoon. Er zijn van de gevoerde gesprekken geen verslagen<br />
gemaakt. Hierdoor is niet vast te stellen wat er precies<br />
besproken en eventueel afgesproken is; ook tussen<br />
partijen zelf kan daarover verschil van mening ontstaan.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
De Commissie adviseert het bevoegd gezag van de<br />
school om met de directie van de school de wijze van<br />
communiceren en de verslaglegging daarvan te bespreken.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Onvolledige informatie gegeven aan ouders<br />
door directeur 4<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat de directeur van de school<br />
onzorgvuldig heeft gehandeld ten opzichte van hen.<br />
De directeur heeft de vader en een andere ouder bij<br />
hem uitgenodigd voor een gesprek. Hij heeft hen van<br />
elkaars aanwezigheid tijdens dat gesprek niet vooraf<br />
op de hoogte gebracht.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De directeur heeft tegen het klachtonderdeel dat betrekking<br />
heeft op het gesprek tussen de vader en de andere<br />
ouder ingebracht dat hij de risico’s van tevoren heeft<br />
ingeschat. Hij dacht niet dat het samenbrengen van de<br />
vaders tot grote spanning zou leiden. Hij heeft wel<br />
erkend dat er enige spanning tussen de twee vaders<br />
voelbaar was. De Commissie acht het niet aannemelijk<br />
dat de directeur door te handelen zoals hij heeft gedaan<br />
een onverantwoord risico heeft genomen. Wel acht de<br />
Commissie de door de directeur gekozen handelwijze<br />
onzorgvuldig.<br />
De Commissie heeft er ook kennis van genomen dat<br />
aan de vader pas tijdens het gesprek is meegedeeld met<br />
welk doel hij was uitgenodigd voor het gesprek.<br />
De Commissie stelt voorop dat het van <strong>corr</strong>ect gedrag<br />
getuigt iemand vooraf te vertellen wat de reden is voor<br />
het aangaan van een gesprek en diegene ook van tevoren<br />
op de hoogte te stellen van het feit dat er ook een<br />
andere partij is uitgenodigd. Dit laatste is zeker noodzakelijk<br />
wanneer de uitnodigende partij op de hoogte is<br />
van het feit dat er mogelijk frictie bestaat tussen de twee<br />
andere die hij uitnodigt.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht is op dit onderdeel gegrond.<br />
In overleg treden met de directeur van de basisschool<br />
over de wijze waarop in de schoolgids aandacht besteed<br />
dient te worden aan de werking van de op de school<br />
geldende klachtenregeling.<br />
Met de directeur bespreken hoe op <strong>corr</strong>ecte wijze in<br />
gesprek gegaan moet worden met ouders.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Pedagogisch-didactische begeleiding<br />
Mede ter illustratie van hetgeen in hoofdstuk 1 is besproken is een relatief groot aantal<br />
adviezen uit deze categorie opgenomen. Verschillen van mening over schooladviezen,<br />
herkansingen en plaatsing in een andere groep. Maar ook de inmiddels meer traditionele<br />
klachten over de begeleiding van leerlingen. Met name de begeleiding van zorgleerlingen,<br />
alsmede de registratie daarvan en communicatie daarover luisteren vaak nauw.<br />
Meningsverschil over overgang van leerling 5<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen erover dat de school weigert hun<br />
dochter naar groep 3 te laten gaan, ondanks een positief<br />
advies daarover van een onafhankelijke deskundige.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Ter beoordeling ligt de vraag of de leerkracht in redelijkheid<br />
tot de beslissing heeft kunnen komen om de dochter<br />
voor het volgende schooljaar opnieuw in groep 2 te<br />
plaatsen.<br />
Een dergelijke beslissing toetst de Commissie marginaal.<br />
Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen<br />
zonder deugdelijk te zijn voorbereid of indien de<br />
beschikbare gegevens kennelijk tot een andere beslissing<br />
hadden dienen te leiden, zal een klacht hierover<br />
gegrond verklaard worden. Van een ondeugdelijke voorbereiding<br />
kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld) geen<br />
overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />
indien wel beschikbare gegevens niet bij het<br />
nemen van de beslissing zijn betrokken, of als geen<br />
extern advies is ingewonnen terwijl daarvoor wel een<br />
duidelijke aanleiding bestond. Bij het beantwoorden van<br />
de vraag of de beschikbare gegevens tot een bepaalde<br />
beslissing moeten leiden beschikt de school over een<br />
ruime mate van professionele vrijheid.<br />
Er heeft veelvuldig contact over de dochter plaatsgevonden<br />
tussen de ouders en de school. Het feit dat de dochter<br />
zich op school qua prestaties en aanwezigheid<br />
anders manifesteert dan in andere situaties is daarbij<br />
onderwerp van gesprek geweest. Een intern begeleider<br />
3 03.024, voortgezet onderwijs<br />
4 03.058, primair onderwijs 5 03.073, primair onderwijs<br />
heeft niet alleen de ontwikkelingen van de dochter<br />
gedurende het schooljaar in ogenschouw genomen,<br />
maar heeft de dochter ook een extra toets afgenomen.<br />
Door op de beschreven manier te werk te gaan heeft de<br />
school het besluit voldoende zorgvuldig voorbereid. Er<br />
waren voldoende gegevens beschikbaar op basis waarvan<br />
de leerkracht tot dit besluit heeft kunnen komen,<br />
zelfs al waren de ouders een andere mening toegedaan<br />
die bovendien ondersteund werd door de conclusie van<br />
het door hen ingeschakelde onderzoeksbureau.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Ambtshalve: gebleken is dat er een fors communicatieprobleem<br />
bestaat tussen de ouders en de school. De<br />
ouders enerzijds, de leerkracht en een intern begeleider<br />
anderzijds hebben aangegeven het idee te hebben tegen<br />
een muur te praten.Omdat de ouders hun kinderen op<br />
deze school willen houden is het noodzakelijk externe<br />
deskundige begeleiding in te schakelen ten einde partijen<br />
behulpzaam te zijn bij het oplossen van de gerezen<br />
problemen en te komen tot constructieve communicatie.<br />
Inschakelen van een externe communicatiedeskundige<br />
of mediator is aan te raden.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen. Advies met betrekking tot het<br />
inschakelen van een mediator is overgenomen.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 29
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
30<br />
Onenigheid over schooladvies 6<br />
INHOUD KLACHT<br />
Vader klaagt erover dat de groepsleerkracht een in zijn<br />
ogen verkeerd schooladvies heeft gegeven voor zijn<br />
dochter. Hij wijst er daarbij op dat de groepsleerkracht<br />
van groep 7 had gezegd dat zijn dochter MAVO zou<br />
kunnen volgen. De vader geeft aan dat wanneer zijn<br />
dochter een groep over had kunnen doen, zij meer kans<br />
had gehad om haar taalachterstand in te halen. De leerkracht<br />
van groep 8 is echter van mening dat de dochter<br />
VMBO/ LWOO zou moeten volgen.<br />
Daarnaast vindt de vader dat de leerkracht van groep 8<br />
onzorgvuldig heeft gehandeld. De leerkracht heeft de<br />
dochter geen CITO-toets laten maken omdat er al een<br />
schooladvies gegeven was.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De Commissie merkt op dat de klacht in wezen tegen<br />
(het systeem van) de school is gericht, aangezien de<br />
advisering voor het vervolgonderwijs het sluitstuk is van<br />
een proces dat in groep 6 aanvangt en waarbij het hele<br />
schoolteam betrokken is. Aan het einde van groep 6<br />
bestond er verschil van mening tussen de vader en de<br />
school over het door de dochter te volgen traject. Aan<br />
het einde van groep 7 was daarin geen verandering<br />
gekomen en in groep 8 is dit verschil van mening in<br />
volle omvang zichtbaar geworden toen de vader niet in<br />
kon stemmen met het door de leerkracht gegeven advies<br />
voor vervolgonderwijs. Het was toen te laat om alsnog<br />
aan de wensen van de vader tegemoet te komen.<br />
Het is de school te verwijten dat een zo fundamenteel<br />
verschil van mening gedurende twee jaar heeft kunnen<br />
voortbestaan. Eind groep 6 was het voor de school duidelijk<br />
dat de vader niet instemde met het door de school<br />
beoogde einddoel voor de dochter. Niettemin is de<br />
school vervolgens conform haar eigen inschatting aan<br />
het werk gegaan zonder daarover volkomen duidelijkheid<br />
aan de vader te verschaffen. Daaraan heeft de<br />
school niet verstandig gedaan omdat op die manier het<br />
verschil van mening met de vader aan het einde van het<br />
traject voorspelbaar in een conflict moest eindigen. Eén<br />
en ander is nog versterkt door de verschillende manieren<br />
waarop de leerkrachten de vorderingen van de dochter<br />
op de rapporten hebben vermeld. Weliswaar werden<br />
deze toegelicht tijdens de rapportbesprekingen, maar<br />
die tijd is te kort om aan de ouders duidelijk te maken<br />
hoe de gepresenteerde resultaten zich verhouden tot de<br />
werkelijke vorderingen. Bij de vader heeft aldus het idee<br />
kunnen ontstaan dat zijn eigen inschatting van de<br />
mogelijkheden van zijn dochter juister was dan de prognose<br />
van de school. De school had dit conflict kunnen<br />
voorkomen door aan het einde van groep 6 met de<br />
vader in overleg te treden over de manier waarop de<br />
dochter begeleid zou worden en de daarbij beoogde<br />
einddoelen. De vader heeft uitgesproken dat zijn dochter<br />
over de capaciteiten beschikt om de theoretische<br />
leerweg van het VMBO te volgen indien zij een jaar zou<br />
doubleren en daardoor haar taalachterstand zou<br />
inlopen. Hij baseert zich daarbij op een uitlating van de<br />
leerkracht van groep 7, die gezegd zou hebben dat de<br />
dochter MAVO zou kunnen halen, alsmede op de<br />
mening van een OALT-docent.<br />
Bij het beoordelen van een waardering van het kunnen<br />
en kennen van leerlingen neemt de Commissie een<br />
grote mate van terughoudendheid in acht. Alleen indien<br />
de inhoud van zo’n waardering kennelijk niet juist is of<br />
indien aan de totstandkoming daarvan zodanige gebreken<br />
kleven dat daaraan in redelijkheid niet vast kan worden<br />
gehouden, zal zij adviseren aan die beoordeling<br />
voorbij te gaan.<br />
Het is zeker niet uit te sluiten dat het volgen van een<br />
extra jaar basisonderwijs bij een substantieel aantal leerlingen<br />
van allochtone afkomst kan leiden tot een hoger<br />
niveau van vervolgopleiding.<br />
De dochter had echter niet alleen te kampen met een<br />
taalachterstand maar tevens met een rekenachterstand.<br />
Wat hiervoor gezegd is over taalachterstand bij leerlingen<br />
van allochtone afkomst hoeft zeker niet ook voor<br />
rekenen te gelden.<br />
De school had er verstandig aan gedaan de dochter wel<br />
de CITO eindtoets af te laten leggen. Daardoor had aan<br />
de vader, die sinds eind groep 6 al niet instemde met de<br />
inschatting van de school, een actueel en extern getoetst<br />
inzicht in het prestatieniveau van zijn dochter geboden<br />
kunnen worden. Mits het doel van de toets haar goed<br />
uitgelegd zou zijn, had het afleggen daarvan voor de<br />
dochter ook geen teleurstellende ervaring behoeven te<br />
zijn. Een leerkracht van groep 8 mag geacht worden in<br />
staat te zijn dergelijke mogelijke teleurstellingen bij<br />
leerlingen te voorkomen.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
De klacht is op deze onderdelen ongegrond. Wel is<br />
het verschil van mening over de te bereiken onderwijsdoelen<br />
onnodig lang blijven bestaan.<br />
Bewerkstelligen dat verschillen van mening tussen<br />
ouders en de school over te bereiken onderwijsdoelen<br />
niet gedurende langere tijd kunnen blijven bestaan.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Verzoek ouders om herkansing voor zoon<br />
afgewezen 7<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen erover dat het bevoegd gezag de handelwijze<br />
van de locatiedirectie heeft onderschreven om<br />
het aan hun zoon toegekende cijfer 1 voor een presentatie<br />
voor het vak Nederlands te handhaven. Het door de<br />
ouders gedane verzoek om hun zoon de presentatie te<br />
laten herkansen was afgewezen. De leerling werd ten<br />
gevolge van dit alles niet bevorderd.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De vraag dient beantwoord te worden of het bevoegd<br />
gezag mocht besluiten het door de docente toegekende<br />
cijfer 1 voor het vak Nederlands te handhaven. De zoon<br />
kreeg dit cijfer omdat hij niet aanwezig was bij de presentatie<br />
van een opdracht voor het vak Nederlands en<br />
omdat hij aan de afdelingsleider, toen die daar bij zijn<br />
afmelding naar informeerde, niet heeft gemeld dat hij<br />
die dag nog een presentatie moest houden. Het bevoegd<br />
gezag heeft aangegeven dat het gegeven dat de zoon<br />
geen melding heeft gemaakt van zijn presentatie zwaar<br />
heeft meegewogen bij de beoordeling of het aan de zoon<br />
toegekende cijfer 1 gehandhaafd kon worden of dat hij<br />
de presentatie zou mogen herkansen.<br />
Op welke wijze sanctionerend wordt opgetreden door<br />
een school valt binnen de beleidsvrijheid van die school.<br />
De Commissie toetst door de school opgelegde sancties<br />
daarom slechts marginaal.<br />
De Commissie is van oordeel dat het toekennen van het<br />
cijfer 1 in het algemeen een passende straf kan zijn. De<br />
Commissie heeft tevens geconstateerd dat de zoon niet<br />
6 03.061, primair onderwijs<br />
7 03.076, voortgezet onderwijs<br />
is gewaarschuwd dat vluchtgedrag waarvan al eerder<br />
sprake was geweest, niet meer getolereerd zou worden.<br />
Het feit dat de zoon vooraf onvoldoende is duidelijk<br />
gemaakt wat de gevolgen zouden kunnen zijn van zijn<br />
vluchtgedrag in combinatie met de ingrijpende gevolgen<br />
van de straf, zou reden moeten zijn geweest voor het<br />
bevoegd gezag om het eerder gegeven cijfer 1 niet te<br />
handhaven. De klacht daarover is gegrond.<br />
De ouders verzochten om aan hun zoon hetzelfde cijfer<br />
toe te kennen als aan de medeleerling met wie hij de<br />
presentatie oorspronkelijk zou houden. De Commissie<br />
beschikt echter niet over de bevoegdheid om cijfers vast<br />
te stellen of waarderingen toe te kennen. Bovendien lag<br />
het inwilligen van het verzoek niet in de rede nu hun<br />
zoon geen presentatie heeft verzorgd<br />
Dit betekent dat de zoon in de gelegenheid behoort te<br />
worden gesteld zijn presentatie voor Nederlands alsnog<br />
te houden. Aan de hand van het behaalde resultaat dient<br />
het bevoegd gezag opnieuw te beoordelen of de zoon al<br />
dan niet voor bevordering in aanmerking komt.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Bevorderen dat de zoon alsnog in de gelegenheid wordt<br />
gesteld de presentatie te houden.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen (de leerling is na het<br />
alsnog houden van een presentatie bevorderd).<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 31
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
32<br />
Bezwaren door ouders tegen overplaatsing<br />
van zoon naar een andere groep 8<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen erover dat de school hun zoon heeft<br />
overgeplaatst naar een nieuwe combinatiegroep zonder<br />
open te staan voor hun bezwaren daartegen.<br />
De ouders klagen er tevens over dat de school heeft aangegeven<br />
niet ontvankelijk te zijn voor hun bezwaren<br />
gelet op de door de school gestelde ondeskundigheid<br />
van ouders op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling<br />
van het kind.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De groepsindeling is een proces dat met de grootst<br />
mogelijke zorgvuldigheid dient plaats te vinden. Dat<br />
geldt temeer indien door de school wijziging wordt aangebracht<br />
in een groep leerlingen die al langer bij elkaar<br />
zitten. De Commissie heeft bij klachten over de groepsindeling<br />
steeds als uitgangspunt gehanteerd dat het de<br />
school is die uiteindelijk bepaalt in welke groep een<br />
leerling komt te zitten. Tegelijkertijd worden aan de<br />
communicatie daarover met ouders en leerlingen hoge<br />
eisen gesteld.<br />
De directie heeft naar voren gebracht dat zij uit overwegingen<br />
van zorgvuldigheid de ouders van de leerlingen,<br />
die naar de andere groep zouden gaan, heeft uitgenodigd<br />
voor een gesprek. Daarmee miskent de directie dat<br />
het aanbrengen van een wijziging in een groep gevolgen<br />
heeft voor de hele groep. Zeker nu onrust en onevenwichtigheid<br />
in de groep de aanleiding waren om enkele<br />
leerlingen in een andere groep te plaatsen, had het op<br />
de weg van de directie gelegen om alle ouders daarover<br />
te informeren.<br />
De directie heeft in redelijkheid tot de beslissing kunnen<br />
komen om de zoon over te plaatsen naar een nieuwe<br />
combinatiegroep. De directie heeft op goede gron-<br />
8 03.086, primair onderwijs<br />
9 03.094, primair onderwijs<br />
den, te weten haar inschatting van het belang van het<br />
kind, tot het besluit kunnen komen hem in de combinatiegroep<br />
te plaatsen. De klacht hierover is daarom ongegrond.<br />
Er heeft een gesprek tussen de ouders en de directeur<br />
plaatsgevonden. Dit gesprek ging over de plaatsing van<br />
de zoon in de combinatiegroep. Naar aanleiding van de<br />
uitkomst van dat gesprek, namelijk dat de zoon<br />
geplaatst zou worden in een andere groep, is het begrijpelijk<br />
dat de ouders daaraan de indruk hebben overgehouden<br />
dat de directeur zich beter dan de ouders in<br />
staat achtte de sociaal-emotionele ontwikkeling van de<br />
zoon te beoordelen. Even begrijpelijk is echter de uitleg<br />
die de directeur over de betekenis van dit gedeelte van<br />
het gesprek heeft gegeven, namelijk dat bij het nemen<br />
van beslissingen over groepsindeling het welbevinden<br />
van alle leerlingen moet worden betrokken en dat de<br />
school daarop meer zicht heeft dan een individuele<br />
ouder. De Commissie komt tot het oordeel dat de klacht<br />
hierover niet gegrond is.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Bewerkstelligen dat het nemen van pedagogische maatregelen,<br />
waaronder het plaatsen van een leerling in een<br />
andere groep, niet plaatsvindt dan nadat de school daarover<br />
voorafgaand met de ouders/verzorgers overleg<br />
heeft gevoerd. Samen met de directie van de school<br />
nagaan of de communicatie met de ouders van aandachtsleerlingen<br />
voldoende is en als dat niet het geval is<br />
bevorderen dat daarin verbetering wordt aangebracht.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Advies vervolgonderwijs onzorgvuldig 9<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen over onzorgvuldige behandeling van<br />
het proces rondom het schooladvies van hun dochter<br />
door de leerkracht van groep 8. Zij wijzen erop dat een<br />
ander schooladvies is uitgebracht aan de vervolgschool<br />
dan het advies dat tijdens een gesprek van de ouders<br />
met de leerkracht was afgesproken.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Gelet op de belangen die met de keuze voor het vervolgonderwijs<br />
zijn gemoeid, dienen degenen op de basisschool,<br />
die met de begeleiding van het maken van de<br />
keuze belast zijn, daarmee met de grootst mogelijke<br />
zorgvuldigheid te werk te gaan. Dat betekent dat zij niet<br />
alleen hun professionele inschatting van de mogelijkheden<br />
van hun leerlingen zo zorgvuldig mogelijk dienen<br />
te maken, maar ook dat zij deze leerlingen en hun<br />
ouders c.q. verzorgers volledig en eenduidig moeten<br />
informeren over de mogelijkheden in het vervolgonderwijs.<br />
De leerkracht heeft de ouders voorgehouden dat zij volledig<br />
vrij zouden zijn in de keuze voor vervolgonderwijs<br />
voor hun dochter. Ook de via de schoolgids verstrekte<br />
informatie over de schoolkeuze na de basisschool wijst<br />
in die richting. De leerkracht heeft daarbij onvoldoende<br />
aandacht gevestigd op het feit dat de scholen in het vervolgonderwijs<br />
een eigen aannamebeleid voeren.<br />
Evenmin heeft de leerkracht de ouders erop gewezen<br />
dat het advies van de basisschool een cruciale rol speelt<br />
in dat beleid. Door de bij hem bekende informatie over<br />
de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />
VO-school niet of niet volledig met de ouders te delen,<br />
heeft de leerkracht bij hen ten onrechte de indruk<br />
gewekt dat hun mening doorslaggevend zou zijn voor<br />
de keuze van het niveau van instroom van hun dochter<br />
in het vervolgonderwijs. De klacht hierover is gegrond.<br />
De leerkracht heeft, nadat dit door klagers was ondertekend,<br />
op het aanmeldingsformulier voor het voortgezet<br />
onderwijs informatie opgenomen over extra begeleiding<br />
die de dochter voor spelling gekregen zou hebben. De<br />
leerkracht dient ouders (en anderen) een formulier pas<br />
ter ondertekening voor te leggen nadat dat volledig is<br />
ingevuld. Alleen op die manier kunnen de betreffende<br />
ouders zich ervan vergewissen wat zij ondertekenen.<br />
Voor de leerkracht zelf is deze handelwijze van belang<br />
omdat hij zich alleen dan met vrucht kan beroepen op<br />
de inhoud van een door ouders ondertekend formulier.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Bewerkstelligen dat de tekst in de schoolgids over de<br />
keuze voor het vervolgonderwijs meer eenduidige informatie<br />
bevat. Ouders en anderen dienen uitsluitend<br />
geheel ingevulde formulieren ter ondertekening aangeboden<br />
te krijgen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 33
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
34<br />
10 03.100, primair onderwijs<br />
11 03.009, voortgezet onderwijs<br />
Reactie directeur op klacht over leerkracht 10<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat de directeur onvoldoende<br />
heeft opgetreden tegen de groepsleerkracht toen de<br />
ouders zich over haar hardhandige aanpak beklaagden<br />
en hen in plaats daarvan heeft aangeraden een andere<br />
school te zoeken.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De directeur heeft opgemerkt dat de groepsleerkracht<br />
niet moedwillig een hardhandige aanpak heeft toegepast<br />
en doordat zij ook direct haar excuses heeft aangeboden<br />
hij het niet nodig vond nog andere maatregelen tegen<br />
de groepsleerkracht te treffen.<br />
De Commissie oordeelt dat bij dergelijke incidenten van<br />
een directeur mag worden verwacht dat hij zich informeert<br />
over hetgeen er gebeurd is. De Commissie stelt<br />
vast dat de directeur zich door de leerkracht heeft laten<br />
informeren en naar aanleiding daarvan een afweging<br />
heeft gemaakt die binnen zijn beleidsvrijheid valt.<br />
Als overweging ten overvloede merkt de Commissie nog<br />
op dat toen er een moment van overleg met de ouders<br />
mogelijk was de directeur heeft verzuimd om de ouders<br />
hun visie over het incident uiteen te laten zetten. Het<br />
nalaten om informatie te vragen bij de ouders is onzorgvuldig.<br />
De Commissie acht het de taak van een directeur om op<br />
het moment dat hij constateert dat er een vertrouwensbreuk<br />
is ontstaan daar aandacht aan te besteden. Dat<br />
kan inhouden dat hij ouders adviseert een andere<br />
school voor hun kind te zoeken. Dat advies is in dit<br />
geval op een erg ongelukkig moment, te weten twee<br />
dagen voor het begin van de zomervakantie, aan de<br />
ouders meegedeeld. Deze omstandigheid is echter niet<br />
aan de directeur te wijten.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen.<br />
Onregelmatigheden bij afnemen herkansing<br />
schoolexamen 11<br />
INHOUD KLACHT<br />
De zoon van klagers kreeg een andere herkansing aangeboden<br />
dan hij had aangevraagd. Diezelfde middag<br />
moest hij ook nog de juiste herkansing maken. Zijn<br />
ouders stellen dat het besluit daartoe onbevoegd, want<br />
door een docent, genomen is. Volgens hen moest zo’n<br />
besluit door de directie worden genomen. Voorts klaagden<br />
zij erover dat de directie en het bevoegd gezag hun<br />
zoon ten onrechte niet een nieuwe herkansing hebben<br />
laten maken.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Het bevoegd gezag en de directie zijn verantwoordelijk<br />
voor het afnemen van de examens. In het<br />
Examenreglement zijn bevoegdheden, waaronder het<br />
vaststellen van het programma van toetsing en afsluiting,<br />
aan de directie toebedeeld. Ook in onvoorziene<br />
gevallen beslist de directie.<br />
Vaak zullen docenten of surveillanten bij het afnemen<br />
van examens deelbeslissingen moeten nemen. Het is<br />
alleen al uit praktisch oogpunt ondenkbaar dat de directie<br />
bij het nemen van al die beslissingen betrokken<br />
wordt. Wel vallen deze uiteindelijk onder verantwoordelijkheid<br />
van directie en bevoegd gezag.<br />
De docent heeft verklaard dat de beslissing over de herkansing<br />
in overleg met de conrector en met instemming<br />
van de rector is genomen. Niet gebleken is dat de leerling<br />
door de conrector onder druk gezet is om nog<br />
dezelfde middag te herkansen. De Commissie is van<br />
oordeel dat de directie de klacht over het onbevoegd<br />
genomen zijn van het besluit voldoende weerlegd heeft.<br />
Dat de leerling de toets aangeslagen en onder protest<br />
gemaakt heeft is voor de Commissie niet vast komen te<br />
staan. Eerst ruim na het afleggen van de toets hebben<br />
de ouders bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken.<br />
Met name het feit dat de leerling voor een ander vak een<br />
herkansing op die dag heeft voorbereid en (met succes)<br />
afgelegd duidt er niet op dat hij te zeer was aangeslagen<br />
om de toets, waarvoor hij zich voorbereid had, nog diezelfde<br />
middag af te leggen.<br />
Uit het e-mailverkeer tussen partijen valt af te leiden dat<br />
de directeur toegezegd heeft dat de leerling nogmaals<br />
mocht herkansen indien zou blijken dat de directie een<br />
verwijt zou kunnen worden gemaakt over het aanbieden<br />
van de verkeerde toets. Nu de directie bij het behandelen<br />
van de klacht heeft gesteld dat het aanbieden van de<br />
juiste toets haar verantwoordelijkheid is, kan de conclusie<br />
geen andere zijn dan dat de leerling in de gelegenheid<br />
had moeten worden gesteld de herkansing nogmaals<br />
te maken.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Gegrond voor wat betreft het aanbieden van de verkeerde<br />
opgaven en het niet nakomen van de toezegging dat<br />
opnieuw herkanst mocht worden. Ongegrond wat<br />
betreft het onbevoegd genomen zijn van de beslissing<br />
nog diezelfde middag te moeten herkansen.<br />
Bewerkstelligen dat mogelijke misverstanden over aanmeldingen<br />
voor (her)examens en herkansingen systematisch<br />
gesignaleerd en opgelost worden.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Advies met commentaar overgenomen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 35
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
36<br />
Pedagogische aanpak probleemleerling 12<br />
INHOUD KLACHT<br />
Vader klaagt erover dat zijn zoon om voor hem volstrekt<br />
onduidelijke redenen voor een langere periode niet tot<br />
de lessen en de school werd toegelaten. De vader heeft<br />
toen geprobeerd om de zoon op een andere school te<br />
plaatsen maar dit is niet gelukt omdat de schoolleiding<br />
een negatief advies heeft gegeven. De zoon zit nu al<br />
bijna anderhalf jaar thuis en kan geen onderwijs volgen.<br />
De vader heeft van de leerplichtambtenaar te horen<br />
gekregen dat zijn zoon inmiddels te oud is om terug<br />
naar school te gaan.<br />
De vader geeft aan dat hem door de school geen mogelijkheden<br />
zijn geboden om zijn zoon elders onderwijs te<br />
laten volgen. Als dit wel zo was geweest had hij<br />
uiteraard meegewerkt omdat het belangrijk is dat zijn<br />
zoon onderwijs kan volgen<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Gedurende het schooljaar werd de school in toenemende<br />
mate geconfronteerd met incidenten rond de zoon.<br />
Eerst ging het met name om brutaal gedrag, later maakte<br />
de zoon meerdere keren ruzie. Op een gegeven<br />
moment escaleerde de zaak toen de zoon een oudere<br />
voorbijganger uitschold. Deze man heeft vervolgens zijn<br />
beklag gedaan bij de administratie van de school. Voor<br />
straf moest de zoon toen een blokrooster volgen. Dit<br />
heeft hij maar half uitgevoerd. Op een dag vertelde de<br />
zoon dat hij naar de dokter moest omdat hij last had van<br />
zijn been. De afdelingsleider heeft hem laten gaan.<br />
Achteraf bleek dat hij pas veel later op de dag een<br />
afspraak had. Een week later kwam de zoon ‘s middags<br />
naar de afdelingsleider met de mededeling dat hij zich<br />
ziek voelde. De volgende dag hoorde de afdelingsleider<br />
van andere leerlingen dat de zoon helemaal niet ziek<br />
was maar dat hij had gezegd dat hij op deze manier<br />
mooi een middagje zijn straf (het blokrooster) ontliep.<br />
De afdelingsleider heeft de zoon hierop aangesproken<br />
en hem nog meer straf gegeven. In afwachting van een<br />
gesprek met de ouders werd de zoon kort geschorst.<br />
Omdat de hele procedure toch meer tijd bleek te vergen<br />
heeft de locatiedirecteur de vader meegedeeld dat de<br />
zoon niet tot de lessen toegelaten kon worden. In plaats<br />
hiervan moest de zoon twee keer per week huiswerk op<br />
komen halen dat bij het inleveren onmiddelijk ge<strong>corr</strong>igeerd<br />
en besproken werd.<br />
Terugkeer in de klas na de schorsing was voor de school<br />
geen mogelijkheid zonder dat overeenstemming<br />
bestond met de vader en er een oplossing/handelingsplan<br />
voor de zoon was. De schoolleiding wijst er op dat<br />
docenten bang waren voor het optreden van de vader.<br />
De huiswerkopdrachten zijn op een gegeven moment<br />
gestopt omdat de zoon de afspraken niet nakwam.<br />
Aangezien de vader weigerde in te gaan op de problematiek<br />
van zijn zoon, handhaafde de locatiedirecteur de<br />
weigering de zoon tot de lessen toe te laten.<br />
Vaststaat dat de zoon op school ontoelaatbaar gedrag<br />
vertoonde. Het is daarom te begrijpen dat de schoolleiding<br />
daar maatregelen tegen heeft genomen, zowel in<br />
het belang van de orde en rust op school als uit opvoedkundig<br />
oogpunt. De schoolleiding heeft ervoor gekozen<br />
de zoon de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem<br />
huiswerkopdrachten te geven die op school werden<br />
nagekeken.<br />
De schoolleiding heeft op zich een goede keuze<br />
gemaakt uit de haar ten dienste staande middelen. Door<br />
het treffen van deze maatregel kon de situatie tot rust<br />
komen zonder dat de schoolleiding onmiddellijk naar<br />
zwaardere middelen als formele schorsing of verwijdering<br />
hoefde te grijpen. De gekozen oplossing is<br />
daardoor te vergelijken met de in een protocol van de<br />
Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) inzake<br />
schorsing en verwijdering genoemde mogelijkheid een<br />
time-out maatregel te nemen.<br />
De door de schoolleiding getroffen maatregel kon echter<br />
slechts (zeer) tijdelijk van kracht blijven en diende er op<br />
gericht te zijn een duurzame oplossing mogelijk te<br />
maken. Deze laatste eis geldt, ook in het algemeen,<br />
temeer indien - zoals in het praktijkonderwijs - door het<br />
maken van huiswerk slechts een klein gedeelte van de<br />
leerstof aan bod kan komen.<br />
Door de zoon voor onbepaalde tijd de toegang tot de lessen<br />
te ontzeggen en niet tegelijkertijd voortvarend een<br />
meer definitieve oplossing na te streven heeft de schoolleiding<br />
onzorgvuldig jegens de zoon (en diens ouders)<br />
gehandeld.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
De Commissie adviseert het bevoegd gezag er zorg voor<br />
te dragen dat besluiten betreffende schorsing (en verwijdering)<br />
van leerlingen in voorkomende gevallen aan de<br />
formele vereisten voldoen. Voorts adviseert de<br />
Commissie om met de directie van de school de wijze<br />
van communiceren en de verslaglegging daarvan te<br />
bespreken.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen<br />
Begeleiding zorgleerling, onvoldoende<br />
middelen, zorginstrumenten 13<br />
INHOUD KLACHT<br />
De school heeft in strijd met de afspraken onvoldoende<br />
structurele zorg geboden op rekengebied en de moeder<br />
daarover te laat geïnformeerd. School heeft de problemen<br />
met rekenen steeds benoemd als gedragsproblematiek,<br />
maar daar verder geen onderzoek naar gedaan of<br />
oplossingen voor gezocht.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Wat betreft het begeleiden van zorgleerlingen is de<br />
Commissie van oordeel dat (de leiding van) een school<br />
de voorwaarden moet creëren om op een adequate wijze<br />
(extra) zorg aan de leerlingen te bieden. Instrumenten<br />
hiervoor zijn: deskundigheid binnen de school of de<br />
mogelijkheid deze deskundigheid extern in te roepen,<br />
een adequaat leerlingvolgsysteem, het opstellen, uitvoeren<br />
en evalueren van handelingsplannen, goede communicatie<br />
van personeel onderling en met ouders en<br />
tenslotte een goede verslaglegging van alle handelingen.<br />
De Commissie is van oordeel dat, ook al houdt zij rekening<br />
met de situatie van beperkte middelen, de door de<br />
school gecreëerde voorwaarden voor het bieden van adequate<br />
zorg te wensen overlaten. Zodra een leerling als<br />
zorgleerling wordt gesignaleerd, dient er in beginsel een<br />
handelingsplan te worden opgesteld, ook als de zorgleerling<br />
nog geen ‘probleemleerling’ is. Wat er goed gaat<br />
dient ook te worden vastgelegd, zodat daarop kan worden<br />
teruggevallen wanneer er wel problemen zijn.<br />
In het onderhavige geval heeft de Commissie in de overgelegde<br />
stukken geen handelingsplan aangetroffen. Wel<br />
stond in een gespreksverslag van de leerlingbegeleider<br />
naar aanleiding van een gesprek met de moeder ver-<br />
12 03.024, voortgezet onderwijs<br />
13 03.027, primair onderwijs<br />
meld dat er een handelingsplan opgesteld moest worden,<br />
waarbij ook gemeld werd dat over de vorm van de<br />
begeleiding nog nagedacht moest worden. Hiermee is<br />
aannemelijk geworden dat de begeleiding van de leerling<br />
beperkt is gebleven tot losse, op zichzelf staande<br />
begeleidingsactiviteiten.<br />
De Commissie is van oordeel dat, gelet op de beperkte<br />
zorgmogelijkheden van de school, een planmatige aanpak,<br />
waarbij per periode doelen zijn vastgesteld, het<br />
begeleidingstraject overzichtelijk zou hebben gemaakt.<br />
Dit zou de begeleiding ten goede gekomen zijn.<br />
De Commissie is van oordeel dat het tot de verantwoordelijkheid<br />
van de schoolleiding behoort om er voor zorg<br />
te dragen dat de school een adequate zorgstructuur<br />
heeft. De Commissie stelt vast dat het deze school daaraan<br />
ontbreekt en acht daarmee het klachtonderdeel<br />
gegrond.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
1. Aandacht besteden aan de ontwikkeling van een<br />
adequate structuur voor de begeleiding van met<br />
name zorgleerlingen;<br />
2. Ten behoeve van de interne communicatie op de<br />
school de ontwikkeling van een deugdelijk registratiesysteem<br />
van de begeleiding van (zorg)leerlingen<br />
bevorderen;<br />
3. Met ouders gemaakte afspraken over begeleiding van<br />
hun kind schriftelijk vastleggen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 37
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
38<br />
Te zware straffen opgelegd aan een leerling 14<br />
INHOUD KLACHT<br />
Vader klaagt over de zwaarte van de straffen die de<br />
school zijn zoon heeft gegeven tijdens een schoolkamp.<br />
Hij wijst er hierbij op dat de zoon vier uur op een bank<br />
moest zitten, alleen op een kamer heeft moeten slapen<br />
en de tweede dag naar huis is gestuurd. De vader merkt<br />
daarbij op dat zijn zoon wel en ‘mededaders’ niet<br />
gestraft zijn. De vader klaagt er tevens over dat de<br />
school geen hulp en begeleiding aan de zoon heeft gegeven<br />
bij de problemen die hij op school gaf.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Ten aanzien van de klacht over de eerste straf - vier uur<br />
zitten op een bank - oordeelt de Commissie dat niet vast<br />
is komen te staan dat de zoon voor straf vier uur op de<br />
bank heeft gezeten. Wel vast is komen te staan dat de<br />
zoon één uur voor straf op de bank heeft gezeten. Ten<br />
aanzien van de overige uren verschillen partijen van<br />
inzicht en geeft de moeder van de betreffende leerling<br />
onvoldoende aan hoe lang haar zoon voor straf op de<br />
bank heeft gezeten. De Commissie acht een uur op de<br />
bank zitten niet onredelijk, zodat de klacht op dit punt<br />
ongegrond is.<br />
Dat de zoon niet op de slaapzaal maar in een aparte<br />
kamer werd geplaatst vindt de Commissie terecht.<br />
De zoon vertoonde negatief gedrag gedurende de eerste<br />
dag van de werkweek. De school heeft met deze maatregel<br />
op de juiste wijze gereageerd. Dat een dergelijke<br />
maatregel door een leerling als straf wordt ervaren is<br />
niet onbegrijpelijk maar dit is niet te vermijden.<br />
Voor wat betreft het wegsturen van de zoon tijdens de<br />
14 03.043, primair onderwijs<br />
werkweek acht de Commissie de klacht gegrond. De<br />
Commissie baseert haar oordeel op de grondslag dat de<br />
school eerst minder ingrijpende maatregelen in overweging<br />
had moeten nemen vóórdat de maatregel van het<br />
wegsturen werd genomen. De Commissie neemt hierbij<br />
in haar oordeel mee dat verwacht had mogen worden<br />
dat telefonische interventie van de ouders een positief<br />
resultaat zou hebben gehad. De directeur stelde dat er<br />
met het blijven van de zoon een veiligheidsrisico zou<br />
kunnen ontstaan. Dit argument is volgens de<br />
Commissie niet sterk, er hadden zich rond de zoon<br />
nooit incidenten voorgedaan die tot een dergelijke conclusie<br />
konden leiden. De Commissie merkt op dat zij<br />
anders over de genomen maatregel zou oordelen indien<br />
van tevoren aan de ouders schriftelijk was meegedeeld<br />
dat bij vervelend gedrag de leerlingen naar huis zouden<br />
worden gestuurd. Zij beschikt niet over informatie dat<br />
dit gebeurd is. Voor de Commissie stond niet ter discussie<br />
dat de zoon een straf verdiende.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond met uitzondering van de klacht over<br />
het naar huis sturen van de leerling.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel niet overgenomen: de ten opzichte van de leerling<br />
genomen maatregelen waren niet te zwaar. De<br />
ouders zijn voldoende geïnformeerd over het feit dat<br />
hun zoon bij wangedrag het schoolkamp moest verlaten.<br />
Onzorgvuldig handelen gymnastiekleraar 15<br />
INHOUD KLACHT<br />
Moeder klaagt erover dat de docent lichamelijke opvoeding<br />
onzorgvuldig heeft gehandeld jegens haar dochter.<br />
De docent heeft opmerkingen gemaakt over het uiterlijk<br />
van de dochter en over het feit dat zij zich daarover bij<br />
de schoolleiding beklaagd had. De dochter voelde zich<br />
door die opmerkingen onprettig. Zij is daarom niet<br />
meegegaan op schoolkamp, ze heeft niet meegedaan<br />
aan de sportdag en heeft de laatste weken voor de<br />
zomervakantie niet meer deelgenomen aan de lessen<br />
gymnastiek.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Weliswaar heeft de docent de opmerkingen die hij tegen<br />
de dochter en andere leerlingen heeft gemaakt in een<br />
context gezet die de opmerkingen voor hem acceptabel<br />
maken, maar dat wil niet zeggen dat ze dat voor de leerlingen<br />
in kwestie ook waren. Een leraar lichamelijke<br />
opvoeding behoort zich dit als professional te realiseren.<br />
Los van de vraag hoe de opmerkingen bedoeld zijn of<br />
hoe zij op de verschillende leerlingen zijn overgekomen<br />
toetst de Commissie hoe de opmerkingen objectief<br />
gezien geduid moeten worden.<br />
De opmerkingen waren niet steeds gericht op dezelfde<br />
leerling maar zijn wel steeds persoonlijk gericht<br />
geweest. Alle opmerkingen betroffen het uiterlijk van de<br />
betrokken meisjes. De docent had moeten weten dat die<br />
zich door de opmerkingen onbehaaglijk zouden kunnen<br />
voelen.<br />
Voor alle docenten geldt dat zij leerlingen en hun persoonlijke<br />
levenssfeer dienen te respecteren. Deze regel<br />
is specifiek voor docenten lichamelijke opvoeding vastgelegd<br />
in een reeds in 1996 door de Koninklijke<br />
Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding<br />
(KVLO) opgestelde (en onlangs geactualiseerde)<br />
beroepscode. Docenten lichamelijke opvoeding worden<br />
geacht zich in hun beroepsuitoefening aan deze code te<br />
houden. Door het maken van de opmerkingen over het<br />
15 03.069, voortgezet onderwijs<br />
Ongewenste intimiteiten<br />
Uit deze categorie wordt een drietal gegronde klachten beschreven. In de tweede<br />
samenvatting komt het beoordelingsschema van de <strong>LKC</strong> tot uiting zoals het op een<br />
studiedag in 2002 is besproken: indien een volwassene aangeeft zich ongewenst<br />
intiem bejegend te achten door bepaald gedrag, dient dat gedrag beëindigd te worden.<br />
uiterlijk van de betrokken leerlingen heeft de docent<br />
zich onprofessioneel en jegens die leerlingen onzorgvuldig<br />
opgesteld.<br />
De docent had moeite met de kledingkeus van bepaalde<br />
leerlingen. Hij heeft daarover opmerkingen gemaakt die<br />
de leerlingen persoonlijk raakten. Als professional had<br />
de leerkracht echter in de kledingkeus van de leerlingen<br />
aanleiding moeten zien om in overleg te treden met de<br />
sectie lichamelijke opvoeding om een kledingcode voor<br />
de gymlessen op te stellen. Het hanteren van zo’n kledingcode<br />
of het anderszins maken van afspraken zou<br />
immers zowel voor leerlingen als voor docenten helderheid<br />
kunnen verschaffen over wat qua kleding wel en<br />
niet is toegestaan in de gymles.<br />
In het verleden zijn door leerlingen vergelijkbare klachten<br />
over deze docent ingediend. Het bevoegd gezag<br />
heeft aangegeven hoe de docent naar aanleiding daarvan<br />
is begeleid. Ter bescherming van de leerlingen en van<br />
de betrokken docent beveelt de Commissie het bevoegd<br />
gezag aan gepaste maatregelen te treffen. Indien het<br />
bevoegd gezag meent dat genoemde maatregelen dienen<br />
te bestaan uit een nieuw begeleidingstraject wijst<br />
de Commissie erop dat een extern traject de voorkeur<br />
verdient. Daarnaast beveelt de Commissie het bevoegd<br />
gezag aan om afschrift van dit advies in het personeelsdossier<br />
van de docent op te nemen.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Gepaste maatregelen treffen, met in achtneming van<br />
hetgeen daarover is opgemerkt door de Commissie.<br />
Afschrift van dit advies opnemen in het personeelsdossier<br />
van de docent.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 39
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
40<br />
Ongewenste contacten van leraar jegens<br />
ouder 16<br />
INHOUD KLACHT<br />
Moeder klaagt erover dat nadat zij op verschillende<br />
momenten aan de leerkracht van haar dochter heeft duidelijk<br />
gemaakt dat zij geen persoonlijke of seksuele contacten,<br />
of contacten over de vorderingen van haar dochter<br />
met hem wilde onderhouden, deze toch steeds<br />
getracht heeft met haar in contact te komen.<br />
De leerkracht zocht onder meer oogcontact, rekte zich<br />
nadrukkelijk uit en gebruikte andere vormen van<br />
lichaamstaal. De moeder beschouwt het hiervoor<br />
beschreven gedrag jegens haar als seksueel intimiderend.<br />
De vader heeft de leerkracht ook enkele malen<br />
benaderd over de kwestie.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De moeder heeft duidelijk aan de groepsleerkracht aangegeven<br />
dat zij zich onprettig voelde bij de situatie en<br />
ook dat zij geen contact meer met hem wilde. Ook de<br />
vader heeft de groepsleerkracht daarover diverse malen<br />
benaderd. Ondanks herhaalde verzoeken van de ouders<br />
om dit niet te doen, heeft de groepsleerkracht toch<br />
steeds getracht met de moeder in contact te komen. Dat<br />
heeft hij ook zelf aangegeven. Hij heeft benadrukt dat<br />
hij in professionele zin juist wel contact zocht met de<br />
moeder omdat hij van mening is dat hij zijn functie als<br />
groepsleerkracht niet goed kan uitoefenen wanneer hij<br />
geen contact kan hebben met de ouder die zijn leerling<br />
ophaalt uit de klas. De groepsleerkracht heeft niet ontkend<br />
dat hij de door de moeder beschreven lichaamstaal<br />
heeft aangewend. De groepsleerkracht heeft echter<br />
onderstreept dat hij zich steeds normaal (net als ten<br />
opzichte van andere ouders) is blijven opstellen jegens<br />
de moeder. Het is naar zijn mening slechts interpretatie<br />
16 03.029, primair onderwijs<br />
17 02.107, primair onderwijs<br />
van de moeder dat zijn gedragingen intimiderend zouden<br />
zijn.<br />
In het door de moeder beschreven gedrag kan geen seksuele<br />
component gevonden worden en daarom kan het<br />
niet gekwalificeerd worden als seksuele intimidatie.<br />
De moeder heeft het gedrag van de groepsleerkracht<br />
echter als seksueel intimiderend ervaren. Dat de groepsleerkracht<br />
dit effect niet beoogde doet daar niet aan af.<br />
De leerkracht wist dat de moeder moeite had met zijn<br />
gedrag. De groepsleerkracht zou een professionele<br />
opstelling hebben getoond wanneer hij zijn gedrag had<br />
aangepast en meer afstand had genomen. Hij heeft er<br />
geen blijk van gegeven zich te realiseren in welke lastige<br />
positie de moeder zich bevond. De groepsleerkracht had<br />
zich terughoudender kunnen opstellen door bijvoorbeeld<br />
de andere groepsleerkracht de vorderingen van de<br />
dochter met de moeder te laten bespreken. Ook had de<br />
leerkracht een dag kunnen wachten en de vader aan<br />
kunnen spreken wanneer deze zijn dochter naar de klas<br />
bracht. Dat de groepsleerkracht naar eigen zeggen wel<br />
op zijn qui-vive was acht de Commissie onvoldoende.<br />
Voldoende aannemelijk is geworden dat de groepsleerkracht<br />
onzorgvuldig heeft opgetreden door zijn gedrag<br />
en lichaamstaal niet aan te passen na diverse verzoeken<br />
daartoe van de ouders.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Seksueel getint gedrag van leerkracht<br />
richting leerlingen 17<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat de groepsleerkracht een leerlinge<br />
op de grond gelegd heeft en boven haar is gaan<br />
hangen, waarbij hij bewegingen met zijn bekken en<br />
kreungeluiden heeft gemaakt. Zowel de kinderen als de<br />
ouders herkennen dit als seksueel getint gedrag. De<br />
ouders wijzen erop dat dit geen incident is maar dat<br />
hun kinderen hen vaker over soortgelijke gevallen hebben<br />
verteld.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De Commissie maakt onderscheid tussen in ieder geval<br />
twee soorten gedrag. Ten eerste gedrag dat expliciet<br />
geseksualiseerd is. Ten tweede gedrag dat als zodanig<br />
neutraal is maar kennelijk door anderen als geseksualiseerd<br />
wordt opgevat.<br />
Voorts is de Commissie van oordeel dat van een volwassene,<br />
in het bijzonder van een groepsleerkracht, gevoeligheid<br />
verwacht mag worden bij zijn fysieke omgang<br />
met (jonge) kinderen. Deze verwachting is temeer<br />
gerechtvaardigd wanneer een groepsleerkracht op zijn<br />
gedrag eerder attent is gemaakt.<br />
Vaststaat dat verweerder over/boven de leerlinge heeft<br />
gehangen en dat hij hierbij heeft bewogen en geluid<br />
heeft gemaakt. Eveneens staat vast dat dit door de kinderen<br />
als geseksualiseerd gedrag is opgevat.<br />
De Commissie is er niet van overtuigd dat dit gedrag als<br />
zodanig in dit geval als geseksualiseerd moet worden<br />
aangemerkt.<br />
Ondanks dat de leerkracht (na het eerdere voorval) zijn<br />
gedrag heeft aangepast heeft dit bij een aantal leerlingen<br />
onveilige gevoelens opgeroepen. Geconstateerd kan worden<br />
dat de leerkracht zichzelf al eens eerder in een situatie<br />
heeft gebracht waarbij aanstoot is genomen aan zijn<br />
gedrag. De Commissie vindt de voorvallen mede te wijten<br />
aan de school, er is namelijk geen beleid of protocol<br />
op school inzake de fysieke omgang met leerlingen. Er<br />
worden met het schoolteam geen gesprekken over dit<br />
onderwerp gevoerd. Dit had wel van de school verwacht<br />
mogen worden, zeker gelet op het eerdere voorval en de<br />
aandacht voor en ontwikkelingen op het gebied van de<br />
fysieke omgang met leerlingen, bijvoorbeeld in de vakliteratuur.<br />
Niettemin ontslaat dit de groepsleerkracht niet<br />
van zijn eigen verantwoordelijkheid om het effect van<br />
zijn handelen op een juiste manier in te schatten.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
De klacht is gegrond.<br />
Ervoor zorg dragen dat er beleid wordt ontwikkeld met<br />
betrekking tot de (fysieke) omgang met leerlingen.<br />
De leerkracht moet op korte termijn gestructureerd<br />
inzicht worden geboden in de mogelijke effecten van<br />
het handelen van volwassenen op (jonge) kinderen. Het<br />
advies opnemen in het personeelsdossier van de groepsleerkracht.<br />
In de jaarlijkse functioneringsgesprekken<br />
met de groepsleerkracht dient aandacht te worden<br />
besteed aan hetgeen in dit advies aan de orde is gesteld.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 41
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
42<br />
Hardhandige aanpak<br />
Hier vindt u een voorbeeld van toepassing van de criteria<br />
die de Commissie hanteert bij het beoordelen van klachten<br />
over het fysiek bejegenen van leerlingen. In het vorige <strong>jaarverslag</strong><br />
is daar uitgebreid aandacht aan besteed. In dit<br />
geval bestond er wel enig begrip bij de Commissie, maar<br />
niettemin achtte zij de klacht gegrond.<br />
18 03.099/100, primair onderwijs<br />
Hardhandige aanpak door leerkracht 18<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen erover dat de groepsleerkracht hun<br />
zoon zo hard beetgepakt heeft dat zijn arm blauw en<br />
rood geschaafd was. Een aantal dagen later is de zoon<br />
voor de tweede maal hardhandig vastgepakt door de<br />
groepsleerkracht. Volgens de groepsleerkracht heeft de<br />
zoon de schaafplek bij zichzelf veroorzaakt, omdat hij<br />
met zijn arm wild zwaaide in een poging zich los te<br />
rukken.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Klachten over hardhandige fysieke bejegening van een<br />
leerling door een groepsleerkracht, gepleegd met het<br />
oogmerk om gedrag van de leerling te <strong>corr</strong>igeren, worden<br />
door de Commissie beoordeeld aan de hand van het<br />
volgende criterium.<br />
Allereerst wordt beoordeeld of de hardhandige fysieke<br />
bejegening zich feitelijk heeft voorgedaan. Als dit is<br />
vastgesteld wordt bezien of de reden voor de groepsleerkracht<br />
om iemand fysiek te bejegenen dat optreden<br />
rechtvaardigt. Uitgangspunt daarbij is dat indien andere,<br />
minder ingrijpende middelen ten dienste staan om<br />
hetzelfde resultaat te bewerkstelligen als met het fysieke<br />
ingrijpen, die andere middelen de voorkeur verdienen.<br />
Voor omstandigheden waarin fysiek ingrijpen gerechtvaardigd<br />
zou zijn valt te denken aan situaties waarin de<br />
fysieke integriteit van anderen bedreigd wordt of wanneer<br />
een leerling een gevaar voor zichzelf vormt.<br />
De Commissie overweegt daarbij of er alternatieven<br />
voorhanden waren om op dat moment het gedrag van<br />
de leerling te <strong>corr</strong>igeren. Zo kan de groepsleerkracht bijvoorbeeld<br />
de hulp van de directeur of een collega inroepen.<br />
Deze alternatieven behoort de groepsleerkracht als<br />
professional te benutten.<br />
De Commissie merkt op dat zij gezien het voortdurend<br />
storende gedrag van de leerling in de klas en jegens<br />
andere leerlingen wel kan begrijpen dat verweerster<br />
hem op een bepaald moment heeft vastgegrepen.<br />
Niettemin acht zij de klacht gegrond omdat niet voldaan<br />
was aan de door de <strong>LKC</strong> voor fysiek ingrijpen ontwikkelde<br />
criteria.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen.<br />
Beperkte informatieverstrekking aan ouders<br />
door bevoegd gezag 19<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat het bevoegd gezag van de<br />
school hun klacht over een groepsleerkracht te beperkt<br />
heeft behandeld.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De ouders hebben bij het bevoegd gezag een klacht over<br />
ongewenst gedrag van de groepsleerkracht ten opzichte<br />
van de moeder ingediend. De Commissie heeft kennis<br />
genomen van een brief van het bevoegd gezag aan de<br />
groepsleerkracht. In deze brief is uiteengezet waaruit<br />
het onderzoek door het bevoegd gezag zou bestaan. In<br />
de brief is opgenomen dat het bevoegd gezag als werkgever<br />
in brede zin zou onderzoeken of de groepsleerkracht<br />
als werknemer iets te verwijten valt. Ook is in de<br />
brief aangegeven wat er zou gaan gebeuren na afronding<br />
van het onderzoek.<br />
Het bevoegd gezag heeft onderzocht of er in het professionele<br />
handelen van de groepsleerkracht verwijtbare<br />
zaken aan te tonen zijn en daarnaast of er in het verleden<br />
zaken zijn geweest die op niet-professioneel handelen<br />
van de groepsleerkracht wijzen. Het bevoegd gezag<br />
heeft gefocust op de vraag of het naar aanleiding van de<br />
uitkomst van het onderzoek rechtspositionele maatregelen<br />
kon nemen. In het kader van het onderzoek heeft<br />
het bevoegd gezag het personeelsdossier geraadpleegd.<br />
Daarin was niets terug te vinden over eerdere inciden-<br />
19 03.034, primair onderwijs<br />
Interne klachtbehandeling<br />
Niet zelden hebben klagers, alvorens een klacht bij de <strong>LKC</strong> in te dienen, al geprobeerd<br />
om de directie en/of het bevoegd gezag van een school tot actie te bewegen.<br />
Als dat niet tot het door de klager gewenste resultaat leidt, legt deze de behandeling<br />
van de klacht door het bevoegd gezag regelmatig tegelijk met de oorspronkelijke<br />
klacht ter beoordeling voor aan de <strong>LKC</strong>. Ook zijn enkele klachten opgenomen waarin<br />
aandacht besteed wordt aan de rol van de vertrouwenspersoon.<br />
ten of ongewenst of vrijpostig gedrag. Daarop heeft het<br />
bevoegd gezag informatie ingewonnen bij de directeur<br />
van de school en bij de directeur van de vorige school<br />
waar de groepsleerkracht werkte. Het bevoegd gezag<br />
voelde zich uiteindelijk genoodzaakt het nader onderzoek<br />
te stoppen omdat de groepsleerkracht de beweringen<br />
van de ouders steeds heeft ontkend.<br />
Voor de Commissie is voldoende vast komen te staan<br />
dat het bevoegd gezag heeft gehandeld zoals het heeft<br />
aangekondigd in voornoemde brief. Het bevoegd gezag<br />
heeft de klacht over de groepsleerkracht niet te beperkt<br />
behandeld.<br />
Ambtshalve merkt de Commissie nog het volgende op.<br />
De brief waarin het bevoegd gezag aan de ouders meedeelt<br />
dat het onderzoek is beëindigd - zonder tot een<br />
oordeel te komen - is wel erg summier. Na verzending<br />
van die brief lag het op de weg van het bevoegd gezag<br />
de ouders met inachtneming van de privacy van de<br />
groepsleerkracht nader te informeren over de verdere<br />
gang van zaken na beëindiging van het onderzoek.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 43
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
44<br />
Doorleiden klacht naar vertrouwenspersoon<br />
in plaats van naar klachtencommissie 20<br />
INHOUD KLACHT<br />
Een moeder klaagt erover dat de directie een aan de<br />
klachtencommissie van de school gericht schrijven heeft<br />
doorgeleid aan de vertrouwenspersoon in plaats van te<br />
bewerkstelligen dat de klachtencommissie haar klachten<br />
behandelde.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De wijze van klachtafhandeling door de directie heeft de<br />
Commissie verbaasd. Op grond van de Kwaliteitswet<br />
(opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs) had<br />
de moeder direct toegang tot een onafhankelijke klachtencommissie<br />
dienen te krijgen. In dit geval is de <strong>LKC</strong><br />
die klachtencommissie. Anders dan de moeder mogelijk<br />
veronderstelt is er niet nog een klachtencommissie op<br />
schoolniveau.<br />
De voor de school geldende klachtenregeling bevat in<br />
artikel 4 de bepaling dat het bevoegd gezag zich aansluit<br />
bij de <strong>LKC</strong>. In artikel 5 van de regeling staat onder meer<br />
dat een klacht ingediend wordt bij het bevoegd gezag of<br />
bij de <strong>LKC</strong>, dat het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon<br />
of naar de klachtencommissie verwijst<br />
en dat het bevoegd gezag de klacht, indien deze eenvoudig<br />
is af te handelen, zelf kan afhandelen. In artikel 3,<br />
lid 3 is geregeld dat de vertrouwenspersoon nagaat of<br />
door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt,<br />
nagaat of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen<br />
van een klacht en de klager desgewenst bijstand<br />
biedt bij de verdere procedure.<br />
De moeder heeft haar brief gericht aan de klachtencommissie.<br />
Daarmee heeft zij te kennen gegeven dat zij de<br />
klacht door een onafhankelijke commissie wenste te<br />
laten beoordelen. De directie heeft in strijd met de eigen<br />
klachtenregeling gehandeld door niet de moeder naar<br />
de vertrouwenspersoon te verwijzen maar de klacht ter<br />
behandeling aan hem toe te spelen. De vertrouwenspersoon<br />
heeft zich vervolgens een oordeel gevormd over<br />
20 03.025/028, voortgezet onderwijs<br />
21 03.058, primair onderwijs<br />
22 03.078, voortgezet onderwijs<br />
de inhoud van de klacht en de moeder daarvan in<br />
kennis gesteld. Dat oordeel luidde dat de sector-adjunctdirecteur<br />
terecht was aangesproken en dat de directie<br />
de klacht daarover zorgvuldig had behandeld.<br />
Door op deze wijze te werk te gaan heeft de vertrouwenspersoon<br />
er onvoldoende blijk van gegeven te beseffen<br />
dat zijn functie bestaat uit het bijstaan van de<br />
ouders in een door hen gewenste klachtenprocedure.<br />
Nu heeft het er tenminste de schijn van dat de vertrouwenspersoon<br />
de klacht ten behoeve van de school<br />
behandeld en beoordeeld heeft. Weliswaar bevat de<br />
klachtenregeling de bepaling dat de vertrouwenspersoon<br />
nagaat of een gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen<br />
van een klacht, maar deze bepaling dient naar het<br />
oordeel van de <strong>LKC</strong> niet zodanig uitgelegd te worden<br />
dat, zoals in de onderhavige klachtprocedure gebeurd is,<br />
de vertrouwenspersoon overgaat tot een volledige inhoudelijke<br />
beoordeling van de klacht. Daardoor ontneemt<br />
hij immers zichzelf de mogelijkheid om een klager die<br />
zijn klacht aan de klachtencommissie voor wil leggen<br />
met overtuiging bij te kunnen staan. De klacht over de<br />
manier waarop de directie de klacht in eerste instantie<br />
heeft behandeld is dan ook gegrond. De Commissie zal<br />
hier een aanbeveling aan wijden.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
Samen met de directie en de vertrouwenspersoon de<br />
klachtenregeling van de school en de onderscheiden rollen<br />
van de daarin genoemde functionarissen nauwgezet<br />
doorspreken en in overweging nemen of de vertrouwenspersoon<br />
wellicht extern bijgeschoold dient te<br />
worden.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Directeur verstrekt onvolledige informatie<br />
over klachtenprocedure 21<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat de directeur van de school aan<br />
hen onjuiste en onvolledige informatie verschaft heeft<br />
over de voor de school geldende klachtenprocedure.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De directeur heeft erkend dat hij onjuiste informatie<br />
over de klachtenprocedure aan de ouders heeft verstrekt.<br />
Hij heeft de ouders naar de gemeente in plaats van naar<br />
het bevoegd gezag verwezen.<br />
De Commissie heeft vastgesteld dat de mogelijkheid om<br />
een klacht in te dienen bij een onafhankelijke klachtencommissie<br />
niet in de schoolgids wordt genoemd.<br />
Daardoor is voor ouders (en andere potentiële klagers)<br />
niet kenbaar dat de school aangesloten is bij een onafhankelijke<br />
klachtencommissie. Daarnaast staat ook niet<br />
in de schoolgids vermeld dat de ouders zich desgewenst<br />
rechtstreeks tot de <strong>LKC</strong> kunnen wenden. De Commissie<br />
heeft reeds eerder in haar adviezen uitgesproken dat<br />
klagers hun klacht zelfstandig moeten kunnen indienen,<br />
zonder eerst bij de school naar het adres van de<br />
Commissie te hoeven informeren. Daarom dient tenminste<br />
in de schoolgids vermeld te worden bij welke<br />
klachtencommissie de school is aangesloten en welke<br />
mogelijkheden klagers hebben om rechtstreeks met die<br />
commissie in contact te treden. Ook dient vermeld te<br />
worden op welke, voor potentiële klagers gemakkelijk te<br />
bereiken, plaats de geldende klachtenregeling kan worden<br />
ingezien.<br />
Gezien bovenstaande overwegingen en mede gezien het<br />
feit dat de directeur - binnen de school - de eindverantwoordelijke<br />
is voor de inhoud van de schoolgids is de<br />
klacht gegrond.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen.<br />
Vertrouwenspersoon gaat onzorgvuldig om<br />
met klacht ouders 22<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat de vertrouwenspersoon hun<br />
klacht over het stelselmatig en langdurig pesten en<br />
mishandelen van hun zoon door een medeleerling op<br />
onzorgvuldige wijze heeft aangepakt.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De ouders hebben aan de vertrouwenspersoon een brief<br />
overhandigd met daarbij het verhaal van hun zoon over<br />
een aantal gebeurtenissen op school. De vertrouwenspersoon<br />
heeft deze brief echter niet vertrouwelijk<br />
behandeld; tot verbazing van de ouders heeft zij de brief<br />
aan de adjunct-directeur gegeven. Deze heeft naar aanleiding<br />
van de brief contact opgenomen met de ouders.<br />
Voor de ouders was het niet duidelijk dat de vertrouwenspersoon<br />
binnen de school meerdere functies<br />
bekleedde.<br />
De vertrouwenspersoon was namenlijk tevens lid van<br />
het zorgteam en uit dien hoofde voortdurend betrokken<br />
bij de problemen van de zoon. De ouders hebben niet<br />
aangegeven haar als vertrouwenspersoon te benaderen.<br />
Dat bleek ook niet uit de vormgeving en de strekking<br />
van hun brief. De Commissie is daarom van oordeel dat<br />
de klacht ongegrond is. De Commissie merkt wel op dat<br />
een dubbelfunctie zoals deze werd vervuld door de vertrouwenspersoon<br />
niet ideaal is en de Commissie acht<br />
het dan ook juist dat de school deze situatie inmiddels<br />
heeft gewijzigd.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 45
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
46<br />
Traineren afhandeling klacht door bevoegd<br />
gezag 23<br />
INHOUD KLACHT<br />
Ouders klagen erover dat het bevoegd gezag, nadat zij<br />
mondeling hun beklag hadden gedaan over een beslissing<br />
van de directie, de afhandeling van hun klacht<br />
heeft getraineerd, o.a. door de vertrouwenspersoon in te<br />
schakelen en de indruk te wekken dat deze een bindende<br />
uitspraak zou kunnen doen, hetgeen volgens deze<br />
vertrouwenspersoon zelf niet tot haar bevoegdheid<br />
behoort.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De ouders klagen er in de kern over dat het bevoegd<br />
gezag hen verkeerde informatie heeft verstrekt over de<br />
klachtbehandeling, waardoor de afhandeling van de<br />
klacht langer heeft geduurd dan noodzakelijk. Het<br />
bevoegd gezag heeft de ouders na het indienen van de<br />
klacht gemeld dat de vertrouwenspersoon een formele<br />
klacht zou behandelen en een bindende uitspraak zou<br />
doen. Tegen deze uitspraak kon in beroep worden<br />
gegaan bij de <strong>LKC</strong>. De Commissie stelt vast dat de<br />
door het bevoegd gezag aan de ouders geschetste<br />
procedure anders is dan de in de klachtenregeling<br />
van de school vastgelegde.<br />
Daarnaast constateert de Commissie dat de ook door het<br />
bevoegd gezag voorgestane bemiddelende rol van een<br />
vertrouwenspersoon niet te verenigen is met het doen<br />
van een bindende uitspraak.<br />
De Commissie constateert dat als het bevoegd gezag<br />
reeds half juli de in de klachtenregeling neergelegde<br />
procedures aan de ouders kenbaar had gemaakt, deze<br />
reeds toen hadden kunnen weten dat zij een klacht<br />
rechtstreeks bij de <strong>LKC</strong> konden indienen.<br />
De Commissie acht de klacht gegrond. Zij merkt hierbij<br />
wel op dat haar van het bewust traineren van de klacht<br />
niet is gebleken.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
De Commissie adviseert het bevoegd gezag bij klachten<br />
direct te wijzen op de mogelijkheid een klacht in te dienen<br />
bij de Klachtencommissie.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
-<br />
Onzorgvuldig handelen bij ruzie<br />
tussen ouderparen 24<br />
INHOUD KLACHT<br />
Moeder klaagt erover dat de directie en het schoolbestuur<br />
van de basisschool niet tijdig en onvoldoende actie<br />
hebben ondernomen om haar dochter die gepest werd<br />
een veilig schoolklimaat te bieden.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Het is voorstelbaar dat pesterijen hebben plaatsgevonden.<br />
De school heeft de problemen die in de groep<br />
speelden aangepakt door eerst zelf maatregelen te treffen.<br />
Later is het Schooladviescentrum ingeschakeld. Dat<br />
er sprake was van pesten en van een melding daarvan<br />
bij de directie is echter niet vast komen te staan. Van de<br />
onregelmatigheden bleek ook een conflict tussen de<br />
moeder en een overblijfouder deel uit te maken. In het<br />
steven naar een oplossing ontzegde de directie beide<br />
ouders het optreden als hulpouder. Niettemin bleek de<br />
andere ouder nog steeds als overblijfmoeder op te treden.<br />
Ook al was er geen afspraak dat de andere ouder<br />
dat niet meer zou doen mocht klaagster er wel op vertrouwen<br />
dat ook die activiteit zou worden opgeschort.<br />
Het is van het grootste belang beide partijen bij zo’n<br />
conflict gelijk te behandelen<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel niet overgenomen.<br />
23 03.081, primair onderwijs<br />
24 03.008, primair onderwijs<br />
25 03.036, primair onderwijs<br />
Pesten<br />
Een tweetal klachten op dit gebied, waarbij de Commissie<br />
te werk is gegaan zoals in het <strong>jaarverslag</strong> over 2002 is<br />
beschreven. Eerst wordt vastgesteld of er inderdaad sprake<br />
is (geweest) van pesten. Als dat zo blijkt te zijn gaat de<br />
Commissie na of de school over middelen beschikt om<br />
pesten te voorkomen en tegen te gaan en of die middelen<br />
in het concrete geval ook zijn aangewend.<br />
Leerling uitgescholden 25<br />
INHOUD KLACHT<br />
Vader klaagt over het onzorgvuldige optreden van de<br />
directie. Hij wijst er op dat de directie onvoldoende zorg<br />
heeft gedragen om zijn kinderen een veilig schoolklimaat<br />
te bieden. Hierdoor zijn zij gepest. Een dochter is regelmatig<br />
door een leerling op het schoolplein opgewacht en<br />
zij is door leerlingen uitgescholden.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Eerst zal vastgesteld moeten worden of de kinderen door<br />
hun medeleerlingen zijn gepest.<br />
De Commissie ziet als kenmerken voor pesten dat het<br />
structureel van aard is en gericht tegen één bepaalde persoon.<br />
Daarmee onderscheidt het zich van plagen.<br />
Plagerijen kunnen op ieder moment tegen elke willekeurige<br />
persoon gericht zijn. Op dat moment misschien niet<br />
altijd even leuk, maar daarna is het ook over. Pesten gaat<br />
door zolang het niet gestopt wordt.<br />
De vader heeft aangegeven dat zijn dochter werd uitgescholden<br />
en dat ze werd genegeerd. Daarnaast heeft de<br />
vader diverse voorvallen genoemd waar het pesten nog<br />
meer uit zou hebben bestaan. De directie heeft ontkend<br />
dat de kinderen werden gepest. Wel was het haar bekend<br />
dat een dochter werd uitgescholden. Zij heeft dit echter<br />
niet in verband gebracht met pesten.<br />
De Commissie is van oordeel dat het geven van een bijnaam,<br />
dat door de directie werd gezien als uitschelden,<br />
als pesten moet worden aangemerkt omdat het structureel<br />
van aard was en gericht was tegen één bepaalde persoon.<br />
De dochter was niet in staat zichzelf te verdedigen.<br />
Beoordeeld moet worden of de directie voldoende zorg<br />
heeft gedragen voor een veilig schoolklimaat voor haar.<br />
Wanneer kinderen elkaar bijnamen geven dient de<br />
groepsleerkracht er op toe te zien dat deze bijnaam voor<br />
het betrokken kind aanvaardbaar is en tevens of het kind<br />
het later nog steeds als prettig ervaart om zo genoemd te<br />
worden. In het geval van de dochter was zij de enige in<br />
haar klas met een bijnaam. Het behoort tot de verantwoordelijkheid<br />
van de school om zich ervan te vergewissen<br />
hoe een leerling het ervaart om zo genoemd te worden.<br />
Voor dit kind geldt dit des te meer. Zij was erg op<br />
zichzelf gericht en had leerproblemen waarvoor ze dagelijks<br />
individuele begeleiding kreeg. Deze omstandigheden<br />
brengen met zich mee dat zij vatbaar was voor pesten.<br />
De school heeft zich hier onvoldoende rekenschap van<br />
gegeven en heeft daarmee onvoldoende zorg gedragen<br />
voor een veilig schoolklimaat.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel niet overgenomen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 47
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
48<br />
26 03.004, voortgezet onderwijs<br />
27 02.083, primair onderwijs<br />
Relatie werkgever-werknemer<br />
In toenemende mate ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten van (meestal) docenten, die betrekking<br />
hebben op de onderlinge verhoudingen op school. Voor zover dit geen<br />
rechtspositionele aangelegenheden betreft, neemt de Commissie deze klachten in<br />
behandeling. De voor de meeste scholen geldende modelklachtenregeling staat hier<br />
niet aan in de weg. Naar inhoud spelen de meeste<br />
Intimidatie en chantage van docente door<br />
klachten zich af op het gebied van een al dan niet<br />
conrector<br />
zorgvuldige bejegening. In het laatst opgenomen<br />
advies handelde het over het niet optreden van de<br />
directie tegen leerlingen die een docent onheus<br />
hadden bejegend.<br />
26<br />
INHOUD KLACHT<br />
Een docente klaagt erover dat de conrector onderbouw,<br />
tevens haar direct leidinggevende, haar heeft geïntimideerd<br />
door haar onder druk te zetten om haar mond te<br />
houden over de seksuele intimidatie door een collega en<br />
over het feit dat deze in het verleden al eens te ver was<br />
gegaan in de omgang met een leerling. Voorts klaagt de<br />
docente erover dat de conrector haar heeft gechanteerd<br />
door haar minder lesuren aan te bieden.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De Commissie overweegt dat haar niet is gebleken dat<br />
de conrector de docente heeft geïntimideerd dan wel<br />
heeft gechanteerd. Naar het oordeel van de Commissie<br />
heeft de docente niet aannemelijk gemaakt dat de conrector<br />
haar op enigerlei wijze onder druk heeft gezet<br />
dan wel bewoordingen heeft gebruikt die als zodanig<br />
opgevat konden worden. De Commissie heeft daarentegen<br />
de indruk dat de conrector zich juist volledig heeft<br />
ingezet om weer te komen tot een goede verstandhouding<br />
tussen de docente en haar collega. Ook het aanbod<br />
van de conrector om een aantal lessen van de docente<br />
over te nemen, kan worden gezien als een poging om te<br />
komen tot werkhervatting c.q. verlichting van haar<br />
werkzaamheden. De Commissie acht de klacht ongegrond.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Geen<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Geen<br />
Onzorgvuldig handelen ten opzichte van<br />
groepsleerkracht na incident met collega 27<br />
INHOUD KLACHT<br />
Een leerkracht klaagt erover dat zowel het bevoegd<br />
gezag als de directeur van de basisschool ten opzichte<br />
van hem onzorgvuldig heeft gehandeld en onvoldoende<br />
rekening heeft gehouden met zijn belangen na een<br />
incident waarbij hij een collega op haar mond heeft<br />
gekust.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De Commissie is van oordeel dat wanneer een leerkracht<br />
tijdens de les uit de klas wordt gehaald dit altijd<br />
vragen oproept. De directeur heeft daarnaast ouders op<br />
een ouderavond laten weten dat de leerkracht het<br />
schoolgebouw niet meer zou mogen betreden. Hierdoor<br />
heeft hij beschadigend gehandeld ten aanzien van diens<br />
eer en goede naam.<br />
De Commissie komt tot het oordeel dat het optreden<br />
van de directeur onzorgvuldig is geweest en dat hij<br />
onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen<br />
van de leerkracht.<br />
Gebleken is dat het bevoegd gezag heeft nagelaten aan<br />
de collega van de leerkracht te vragen waar het betasten<br />
volgens haar precies uit heeft bestaan. Een dergelijke<br />
beschuldiging vraagt om een zorgvuldig onderzoek. Het<br />
behoorde tot de plicht van het bevoegd gezag om, nadat<br />
het de visie van de leerkracht had gehoord, de collega<br />
daarop te laten reageren en uit te zoeken waaruit haar<br />
beschuldigingen precies bestonden. Door dit niet te<br />
doen is het bevoegd gezag ernstig in gebreke gebleven.<br />
Daarnaast heeft het geen verslagen van de gevoerde<br />
gesprekken gemaakt. Ook dit is een ernstig gebrek.<br />
Het bevoegd gezag heeft zich zonder meer neergelegd<br />
bij de wens van de collega om niet via bemiddeling de<br />
lucht tussen beide leerkrachten te zuiveren. Daarmee is<br />
de leerkracht een mogelijkheid onthouden om de verhoudingen<br />
te herstellen.<br />
De leerkracht werd door het bevoegd gezag voor de<br />
keuze gesteld van een onderzoek/schorsing dan wel<br />
overplaatsing. Daarbij is ook de mogelijkheid van aangifte<br />
bij het OM genoemd. Het bevoegd gezag heeft de<br />
leerkracht door deze handelwijze op ongeoorloofde<br />
wijze onder druk gezet en geïntimideerd.<br />
Gelet op de bovenstaande overwegingen komt de<br />
Commissie tot het oordeel dat het bevoegd gezag uitermate<br />
onzorgvuldig heeft gehandeld en dat het onvoldoende<br />
rekening heeft gehouden met de belangen van<br />
de leerkracht. De klacht is dan ook gegrond.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
De Commissie adviseert het bevoegd gezag in soortgelijke<br />
procedures nauwkeurige verslaglegging van alle<br />
gesprekken te laten plaatsvinden en te heroverwegen of<br />
de directeur in bepaalde situaties een rol kan vervullen<br />
bij de afhandeling van een klacht over ongewenst<br />
gedrag. Daarnaast dient actie te worden ondernomen<br />
om de geruchten te ontkrachten die over het incident de<br />
ronde doen. Tevens moet de leerkracht de ruimte worden<br />
geboden om de emotionele problemen die hij<br />
ondervindt van de hele gang van zaken op te lossen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel niet overgenomen, advies deels overgenomen.<br />
Het bevoegd gezag ontwikkelt een protocol voor dit<br />
soort situaties, waarbij de verslaglegging van gesprekken<br />
zal worden meegenomen alsmede de rol van<br />
verschillende betrokkenen. Aanbod aan leerkracht<br />
gedaan voor begeleiding bij het oplossen van<br />
emotionele problemen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 49
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
50<br />
Intimiderend gedrag voorzitter centrale<br />
directie jegens docent 28<br />
INHOUD KLACHT<br />
Een docent klaagt over intimiderend gedrag van de voorzitter<br />
van de centrale directie van de school naar aanleiding<br />
van het mede door de docent ondertekenen van<br />
een brief van een deel van het personeel aan de bedrijfsarts<br />
en naar aanleiding van de verkiezing van de docent<br />
tot voorzitter van de medezeggenschapsraad. De docent<br />
wijst er onder meer op dat de voorzitter gedragsregels<br />
voor hem heeft opgesteld, het vertrouwen in de MR<br />
heeft opgezegd en in gesprekken en <strong>corr</strong>espondentie<br />
met derden zijn eer en goede naam aantast.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De Commissie stelt vast dat het voornemen om gedragsregels<br />
voor de docent op schrift te stellen enige keren<br />
onderwerp van gesprek is geweest. De Commissie is<br />
van oordeel dat het begrijpelijk is schriftelijk in gedragsregels<br />
vast te leggen wat er mondeling is besproken.<br />
Het neerleggen van gedragsregels is op zich niet intimiderend,<br />
zeker niet als ze reeds in gesprekken aan de<br />
orde zijn geweest.<br />
De Commissie constateert dat de voorzitter een ongelukkige<br />
term heeft gebruikt door te melden het vertrouwen<br />
in de MR op te zeggen. Gebleken is dat hij heeft<br />
bedoeld dat hij zich aan de wettelijke verplichtingen zou<br />
houden, maar geen extra contacten met MR-leden zou<br />
onderhouden. De Commissie is van oordeel dat de voor-<br />
28 03.013, voortgezet onderwijs<br />
29 03.035, voortgezet onderwijs<br />
zitter tactisch ongelukkig heeft gehandeld.<br />
Ten slotte stelt de docent dat de voorzitter zijn eer en<br />
goede naam heeft aangetast. Vaststaat dat de voorzitter<br />
het vertrouwelijke gedeelte van een onderzoeksrapport<br />
aan ouderleden van de MR heeft meegegeven. Deze<br />
MR-leden zijn echter gebonden aan hun geheimhoudingsplicht.<br />
De Commissie is van oordeel dat de voorzitter in zijn<br />
brief aan de medewerkers van de school te gedetailleerd<br />
ingaat op zijn geschiedenis met de docent. Dit had meer<br />
in algemene zin gekund zonder uitgebreid stil te staan<br />
bij opvattingen en disciplinaire maatregelen.<br />
Naar het oordeel van de Commissie heeft de voorzitter<br />
hiermee de eer en goede naam van de docent in beperkte<br />
mate aangetast. De Commissie onderschrijft ook op<br />
dit punt niet dat de handelwijze van de voorzitter intimiderend<br />
voor de docent is.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond.<br />
Het bevoegd gezag van de school zal zelf een bemiddelende<br />
rol moeten spelen en dient te bewerkstelligen dat<br />
het wederzijds vertrouwen tussen de directie en de MR<br />
weer wordt hersteld.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen<br />
Grof taalgebruik jegens docent, veiligheidsprotocol<br />
29<br />
INHOUD KLACHT<br />
Docent klaagt erover dat de directie twee leerlingen<br />
onbestraft heeft gelaten die jegens hem grove en beledigende<br />
taal hebben geuit.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Ter zitting is niet vast komen te staan dat de betrokken<br />
leerlingen zijn gestraft voor het beledigen van de<br />
docent. Zij hebben in ieder geval niet het gevoel gehad<br />
te zijn gestraft. De eventuele strafoplegging is ook nergens<br />
gedocumenteerd.<br />
Op de school geldt een veiligheidsprotocol. Daarin staat<br />
dat verbaal geweld wordt onderzocht en dat van de<br />
resultaten verslag wordt opgemaakt. De Commissie<br />
vindt dat de inhoud van het protocol in dit geval niet is<br />
nageleefd. Daarmee staat vast dat de school onzorgvuldig<br />
heeft gehandeld jegens klager, zeker nu ook vast is<br />
komen te staan dat niet alle betrokkenen in de school op<br />
de hoogte waren van het bestaan en de inhoud van het<br />
protocol.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Er zorg voor dragen dat de inhoud van het veiligheidsprotocol<br />
bij iedereen op wie het betrekking heeft<br />
bekend is.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 51
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
52<br />
Overige<br />
Perikelen rondom een leerlingdossier. De klagende ouders wilden het de<br />
school verbieden de klachtencommissie van de inhoud daarvan in kennis te<br />
stellen. Onder verwijzing naar de vertrouwelijke behandeling van een<br />
klacht heeft de Commissie dat verbod van de hand<br />
gewezen: klagers moeten het niet in hun macht Gebruik leerlingdossier<br />
hebben het verweerder onmogelijk te maken<br />
inhoudelijk verweer te voeren.<br />
30<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen erover dat de directeur zonder hun<br />
toestemming gegevens uit het leerlingdossier heeft<br />
gebruikt voor het voeren van verweer in de klachtenprocedure.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De ouders hebben bij brief verboden om derden inzage<br />
in het dossier te verschaffen of om kopieën van het dossier<br />
ter beschikking van derden te stellen. Tot die derden<br />
rekenden zij ook de <strong>LKC</strong>.<br />
Met het door de ouders opgelegde verbod zouden zij het<br />
de school feitelijk onmogelijk maken hun visie met<br />
schriftelijk materiaal te onderbouwen. De Commissie<br />
oordeelt dat het gebruik van de gegevens noodzakelijk<br />
was voor de verdediging van gerechtvaardigde belangen.<br />
Daarbij neemt zij in aanmerking dat de stukken noch<br />
de zitting in de klachtprocedure openbaar is, zodat het<br />
recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />
van de leerling niet wordt geschaad.<br />
De Commissie heeft kennis genomen van een brief van<br />
de ouders aan de ouders van de klasgenoten van hun<br />
kinderen. Uitlatingen in die brief zijn grievend jegens<br />
de school omdat het vakmanschap van de directeur en<br />
een leerkracht in twijfel worden getrokken.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Het klachtonderdeel over het gebruik van het leerlingdossier<br />
is ongegrond.<br />
Zorg te dragen voor een passende rehabilitatie van verweerders<br />
binnen de school.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Onheuse bejegening MR-lid door voorzitter<br />
tijdens fusieperikelen 31<br />
INHOUD KLACHT<br />
Een MR-lid klaagt erover dat de voorzitter van een voorlopige<br />
GMR haar tijdens een roerige bijeenkomst heeft<br />
toegevoegd dat ze maar op moest sodemieteren. Het<br />
incident speelde zich af tijdens een fusieproces dat niet<br />
geheel vlekkeloos verliep<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Over de ontvankelijkheid merkt de Commissie op dat<br />
beide scholen onder hetzelfde bevoegd gezag vallen en<br />
dat beide aangesloten zijn bij de <strong>LKC</strong>. Omdat de scholen<br />
zich in de dagelijkse praktijk als één school manifesteren<br />
maken de betrokkenen deel uit van hetzij<br />
dezelfde schoolgemeenschap, hetzij van elkaars schoolgemeenschap.<br />
De klaagster valt daarom onder het<br />
begrip “klager” uit de klachtenregeling van de scholen.<br />
Het is voor de betrokkenen niet eenvoudig om in de<br />
complexe en emotioneel geladen situatie steeds de juiste<br />
bewoordingen te kiezen. Nochtans mogen zij jegens<br />
elkaar aanspraak maken op een respectvolle wederzijdse<br />
omgang.<br />
Vaststaat dat de voorzitter zich jegens het MR-lid in de<br />
gewraakte bewoordingen heeft uitgelaten. De voorzitter<br />
van de (voorlopige) GMR heeft een voorbeeldfunctie.<br />
Hoewel er, mede gelet op de niet altijd even fijnzinnige<br />
manier waarop het MR-lid meningen naar voren brengt,<br />
wellicht enig begrip kan worden opgebracht voor de<br />
emotionele uitlating van de voorzitter, moet de conclusie<br />
luiden dat deze verwijtbaar onzorgvuldig gehandeld<br />
heeft.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Afschrift van het advies opnemen in het personeelsdossier.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel overgenomen, advies voorlopig overgenomen<br />
(in afwachting van arbeidsrechtelijk advies).<br />
30 03.058, primair onderwijs<br />
31 03.038, primair onderwijs; klacht uitsluitend schriftelijk behandeld<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 53
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
54<br />
bijlage a<br />
De in <strong>2003</strong> ingediende klachten<br />
(naar aantal en soort)<br />
Afhankelijk van de inhoud van een klacht krijgt deze één of meerdere dossiernummers<br />
toegekend. Dient iemand bijvoorbeeld een klacht in tegen een directie en een bevoegd<br />
gezag vanwege het ontbreken van anti-pestbeleid, dan wordt dit beschouwd als één klacht.<br />
Een klacht over een door de directie opgelegde straf en over de manier waarop het bevoegd<br />
gezag de bezwaren daartegen heeft afgehandeld leidt tot twee dossiernummers: het betreft<br />
dan twee klachten die niet over hetzelfde gaan en die gericht zijn tegen twee verschillende<br />
verweerders. Ook indien meerdere klagers zich onafhankelijk van elkaar beklagen over<br />
eenzelfde voorval of beslissing leidt dat tot toekenning van meerdere dossiernummers.<br />
In <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> 14 klachten meer ontvangen dan het jaar daarvoor, namelijk 129.<br />
In het (top)jaar 2001 was dat aantal 145.<br />
DOORLOOPTIJD<br />
In het jaar <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> 158 klachten in behandeling<br />
gehad: behalve de 129 nieuw ingediende klachten<br />
tevens de werkvoorraad op 1 januari <strong>2003</strong> (29). Aan het<br />
einde van het jaar resteerde wederom een aantal van 29<br />
in behandeling zijnde klachten, zodat de conclusie is dat<br />
in het verslagjaar 129 klachten zijn afgehandeld.<br />
Verheugend is het te kunnen melden dat alle klachten<br />
binnen een periode van 5 maanden zijn afgehandeld. In<br />
ruim 2/3 van de gevallen lukte dat binnen 3 maanden.<br />
Daarbij moet wel aangetekend worden dat zich in deze<br />
categorie ook de ingetrokken en anderszins opgeloste<br />
klachten bevinden. Deze vergen doorgaans beduidend<br />
minder behandeltijd dan klachten die in een advies van<br />
de Commissie eindigen.<br />
DOORLOOPTIJD IN MAANDEN AFGEDANE KLACHTEN<br />
2002<br />
0-3 68<br />
3-4 22<br />
4-5 12<br />
5-6 9<br />
>6 3<br />
<strong>2003</strong><br />
0-3<br />
3-4<br />
4-5<br />
>5<br />
87<br />
29<br />
13<br />
0<br />
2002<br />
<strong>2003</strong><br />
VERDELING VAN DE INGEDIENDE KLACHTEN NAAR<br />
ONDERWIJSSOORT<br />
PO<br />
VO<br />
SO<br />
PO<br />
VO<br />
SO<br />
In het vijfjarig bestaan van de <strong>LKC</strong> is het merendeel van<br />
de klachten steeds afkomstig geweest uit het primair<br />
onderwijs. Dat beeld is het afgelopen jaar alleen nog maar<br />
versterkt: van de 129 afgehandelde klachten kwamen er<br />
85 (66%) uit het primair onderwijs. Een jaar eerder was<br />
dat nog 55%. Het voortgezet onderwijs genereerde 40<br />
klachten en 4 klachten waren afkomstig uit het speciaal<br />
onderwijs.<br />
VERDELING INGEDIENDE KLACHTEN NAAR<br />
ONDERWIJSSOORT<br />
63<br />
47<br />
5<br />
85<br />
40<br />
4<br />
VERDELING INGEDIENDE KLACHT NAAR INHOUD<br />
KLACHT<br />
2002<br />
Communicatie<br />
Ped.did. begeleiding<br />
Ongewenste intimiteiten<br />
Hardhandige aanpak<br />
Interne klachtbehandeling<br />
Pesten<br />
Werkgever/werknemer<br />
Overige zaken<br />
<strong>2003</strong><br />
Communicatie<br />
Ped.did. begeleiding<br />
Ongewenste intimiteiten<br />
Hardhandige aanpak<br />
Interne klachtbehandeling<br />
Pesten<br />
Werkgever/werknemer<br />
Overige zaken<br />
18<br />
36<br />
9<br />
15<br />
12<br />
11<br />
4<br />
10<br />
23<br />
52<br />
8<br />
5<br />
19<br />
5<br />
7<br />
10<br />
V ERDELING VAN DE INGEDIENDE KLACHTEN NAAR INHOUD<br />
Bij de indeling van de ontvangen klachten hanteert de<br />
<strong>LKC</strong> de volgende categorieën:<br />
• communicatie tussen school en ouders/leerlingen<br />
• pedagogisch-didactische begeleiding<br />
• ongewenste intimiteiten<br />
• hardhandige aanpak van leerlingen<br />
• klachtbehandeling binnen de school of door het<br />
bevoegd gezag<br />
• pesten<br />
• de relatie werkgever/werknemer<br />
• overige zaken.<br />
Zoals in hoofdstuk 1 reeds opgemerkt is speelt communicatie<br />
een belangrijke rol bij veel klachten. Eveneens is<br />
daar gewezen op de procentuele toename van de klachten<br />
over pedagogisch-didactische begeleiding (van 31% naar<br />
40%). Het aantal klachten over de interne klachtbehandeling<br />
is eveneens relatief gestegen. Een afname daarentegen<br />
valt waar te nemen in de categorieën hardhandige<br />
aanpak en pesten.<br />
D E VERDELING NAAR DE WIJZE VAN<br />
AFHANDELEN VAN DE KLACHTEN<br />
2002<br />
niet gegrond 30<br />
deels gegrond 30<br />
gegrond 19<br />
ingetrokken 10<br />
bemiddeld 1<br />
niet ontvankelijk 14<br />
ter kennisname 10<br />
<strong>2003</strong><br />
niet gegrond 37<br />
deels gegrond 39<br />
gegrond 21<br />
ingetrokken 16<br />
bemiddeld 0<br />
niet ontvankelijk 12<br />
ter kennisname 4<br />
SPREIDING VAN HET OORDEEL OVER DE<br />
AARD VAN DE KLACHT IN <strong>2003</strong><br />
NIET GEGROND<br />
Communicatie 5<br />
Ped.did. begeleiding 13<br />
Ongewenste intimiteiten 1<br />
Hardhandige aanpak 4<br />
Interne klachtbehandeling 7<br />
Pesten 3<br />
Werkgever/werknemer 1<br />
Overige zaken 3<br />
DEELS GEGROND<br />
Communicatie 8<br />
Ped.did. begeleiding 18<br />
Ongewenste intimiteiten 1<br />
Hardhandige aanpak 2<br />
Interne klachtbehandeling 4<br />
Pesten 4<br />
Werkgever/werknemer 1<br />
Overige zaken 1<br />
GEGROND<br />
Communicatie<br />
Ped.did. begeleiding<br />
Ongewenste intimiteiten<br />
Hardhandige aanpak<br />
Interne klachtbehandeling<br />
Pesten<br />
Werkgever/werknemer<br />
Overige zaken<br />
D E VERDELING NAAR DE WIJZE VAN AFHANDELEN VAN<br />
DE KLACHTEN<br />
In <strong>2003</strong> heeft de Commissie 129 zaken afgedaan. Dit kan<br />
zijn doordat de klacht tussentijds is ingetrokken of direct<br />
aan het begin van de behandeling niet ontvankelijk is verklaard.<br />
In het merendeel van de zaken heeft de <strong>LKC</strong> echter<br />
naar aanleiding van de klacht een oordeel en advies<br />
aan het bevoegd gezag uitgebracht (75%). In de grafiek<br />
“verdeling van de afgehandelde klachten naar afdoening”<br />
is dit inzichtelijk gemaakt.<br />
Wanneer de Commissie toekomt aan de inhoudelijke<br />
beoordeling van de klacht verklaart zij deze (geheel of<br />
gedeeltelijk) gegrond of ongegrond. In de verslagperiode<br />
heeft de Commissie in totaal 97 zaken inhoudelijk beoordeeld.<br />
Deze beoordeling leidde in de verslagperiode tot de volgende<br />
percentages : ongegrond 38%; deels gegrond 40%<br />
en gegrond 22%.<br />
S PREIDING VAN HET OORDEEL OVER DE AARD<br />
VAN DE KLACHT<br />
Bovenstaande grafiek geeft de inhoudelijke beoordeling<br />
van de klachten, onderverdeeld naar onderwerp weer.<br />
Hoewel in de meeste categorieën het absolute aantal klachten<br />
te laag is om aan verschuivingen conclusies te kunnen<br />
verbinden, valt wel op te merken dat de verhouding<br />
gegrond:ongegrond in de categorieën communicatie en<br />
pedagogisch-didactische begeleiding (die de grootste aantal<br />
klachten vormen) vergelijkbaar is met een jaar eerder.<br />
2<br />
7<br />
2<br />
0<br />
3<br />
1<br />
4<br />
2<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 55
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
56<br />
bijlage b<br />
Lijst van de in <strong>2003</strong><br />
uitgebrachte adviezen<br />
DOSSIER COMMUNICATIE AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.080 Handelwijze directeur inzake de groepsindeling nieuwe schooljaar deels gegrond PO<br />
02.102 Slechte communicatie school inzake toelating tot internationale opleiding deels gegrond VO<br />
02.104 Wijze waarop school incident op toilet heeft afgehandeld ongegrond PO<br />
03.007 Juridisch medewerker school geeft opzettelijk onjuiste informatie ongegrond VO<br />
03.011 Vrijwilliger beklaagt zich over afhandeling handgemeen tussen hem en andere ouder door directie deels gegrond PO<br />
03.012 Zie 03.011, maar dan door bestuur deels gegrond PO<br />
03.014 Crisis na fusieperikelen en tegenwerking MR-lid door directie deels gegrond PO<br />
03.033 Begeleiding leerling met gedragsproblemen deels gegrond PO<br />
03.039 Directeur <strong>corr</strong>igeert groepsleerkracht niet, geeft geen huiswerk en beticht ouder en leerling van leugens ongegrond PO<br />
03.042 Groepsleerkracht bejegent leerling en zijn moeder in<strong>corr</strong>ect deels gegrond PO<br />
03.047 Onzorgvuldig en onbehoorlijk optreden directie gegrond PO<br />
03.048 Directie heeft ouders verkeerd geïnformeerd over inschrijving dochter en het<br />
verschuldigd zijn van schoolgeld ongegrond VO<br />
03.058 Directeur communiceert niet goed met ouders over inhoud van een gesprek en over klachtenregeling deels gegrond PO<br />
03.059 Informatie aan niet met het ouderlijk gezag belaste ouder gegrond VO<br />
03.077 Aantal beoordelingen ten onrechte niet herzien ongegrond VO<br />
DOSSIER PEDAGOGISCH- DIDACTISCHE BEGELEIDING AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.077 School heeft geen adequate actie ondernomen inzake de taalproblemen van leerling gegrond PO<br />
02.086 Handelwijze school bij overplaatsing dochter deels gegrond PO<br />
02.088 School laat leerling ten onrechte niet doorstromen naar Vmbo-T ongegrond VO<br />
02.089 Geen veilige leeromgeving geboden; onprofessionele begeleiding door leerkracht deels gegrond PO<br />
02.094 Onvoldoende begeleiding, leerachterstand en informatie daarover ongegrond SO<br />
02.096 Gebrekkige begeleiding aan leerling en te lange tijd tot aanmelding voor onderzoek gegrond PO<br />
02.097 Onvoldoende begeleiding bij rekenonderwijs ongegrond PO<br />
02.098 Optreden directeur in het kader van incidenten tijdens overblijf en verwijdering van schoolkamp deels gegrond PO<br />
02.100 School heeft geen adequate begeleiding gegeven aan leerling ongegrond PO<br />
03.002 Onprofessionele opstelling directeur bij begeleiding van leerling ongegrond PO<br />
03.003 Onpedagogisch optreden directeur ongegrond PO<br />
03.009 Leerling voelt zich gedupeerd door verkeerde herkansing en nasleep daarvan deels gegrond VO<br />
03.010 Leerling gymnasium niet toegestaan vak Grieks te volgen gegrond VO<br />
03.016 Pedagogische begeleiding door leerkracht ongegrond PO<br />
03.018 School heeft leerplichtige leerling ten onrechte tijdelijk de toegang tot de school ontzegd ongegrond VO<br />
03.020 Niet nakomen afspraak m.b.t. begeleiding; onprofessionele communicatie met ouders deels gegrond PO<br />
03.024 School ontzegt leerling voor langere tijd de toegang tot de lessen en de school deels gegrond VO<br />
03.026 Onvoldoende begeleiding leerling; klagers niet geïnformeerd en afspraak niet nagekomen deels gegrond PO<br />
03.027 Inadequate zorgstructuur en gebrekkige communicatie over begeleiding deels gegrond PO<br />
03.030 Opmerkingen onderwijsassistent en vuurwerk geven aan basisschoolleerling (ook 03.041 en 03.044) deels gegrond PO<br />
03.031 Zoon van klager wordt niet in de gelegenheid gesteld stage te lopen ongegrond SO<br />
03.041 Opmerkingen leerkracht over ouder in bijzijn leerlingen (ook 03.030 en 03.044) gegrond PO<br />
03.043 Verwijdering van schoolkamp te zware straf deels gegrond PO<br />
03.045 Ouders zijn het niet eens met schooladvies vervolgonderwijs voor hun dochter ongegrond PO<br />
03.054 Pedagogische benadering. Aanpak krabbende leerling deels gegrond PO<br />
03.061 Onvoldoende didactische begeleiding van dochter en mogelijke discriminatie (ook 03.082 en 03.083) deels gegrond PO<br />
03.064 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp deels gegrond PO<br />
03.073 Weigering dochter naar groep 3 te laten gaan ondanks positief advies externe deskundige ongegrond PO<br />
03.076 Bevoegd gezag wijst verzoek om herkansing presentatie af gegrond VO<br />
03.079 Niet goed omgaan met allergie leerling ongegrond VO<br />
03.080 Cijfer economie niet aangepast; daardoor ten onrechte niet bevorderd naar 4 Havo deels gegrond VO<br />
03.081 School heeft zoon in nieuwe schooljaar geplaatst in nieuwe groep (ook 03.087) gegrond PO<br />
03.082 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp (ook 03.064 en 03.083) deels gegrond PO<br />
03.083 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp (ook 03.064 en 03.082) deels gegrond PO<br />
03.084 Straffen en opsluiten tijdens schoolkamp deels gegrond PO<br />
03.086 Plaatsing leerling in parallelgroep ongegrond PO<br />
03.090 Pedagogisch-didactische begeleiding door leerkracht ongegrond PO<br />
03.094 Advies vervolgonderwijs gegrond PO<br />
03.098 School laat leerlinge groep 8 nog een keer doen terwijl Cito-score daar geen<br />
aanleiding toe geeft deels gegrond PO<br />
DOSSIER ONGEWENSTE INTIMITEITEN AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.107 Seksuele intimidatie door leerkracht gegrond PO<br />
03.006 Ongewenste intimiteiten van collega ongegrond VO<br />
03.029 Ongewenst contact leerkracht met ouder deels gegrond PO<br />
03.069 Gymleraar heeft tegen leerling ongepaste opmerkingen gemaakt (zie 03.070) gegrond VO<br />
DOSSIER HARDHANDIGE AANPAK AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.092 Hardhandige aanpak van zoon door leerkracht (ook 02.095) deels gegrond PO<br />
02.108 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />
02.109 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />
02.111 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />
02.112 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />
03.099 Hardhandig optreden leerkracht deels gegrond PO<br />
DOSSIER KLACHTBEHANDELING AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.068 Negeren klacht over overblijven; laten escaleren incident in bijzijn andere ouders deels gegrond PO<br />
02.095 Klachtbehandeling door bevoegd gezag (ook 02.092) ongegrond PO<br />
02.101 Gebrekkig optreden directeur tegen pestgedrag van en mishandeling door leerlingen<br />
en leerkrachten (ook 02.108, 02.109, 02.110, 02.111 en 02.112) gegrond PO<br />
02.103 Wijze van klachtafhandeling door bevoegd gezag (ook 02.098) ongegrond PO<br />
03.028 Klachtafhandeling door directie (ook 03.025) deels gegrond VO<br />
03.034 Te beperkte klachtafhandeling door bevoegd gezag (ook 03.029) ongegrond PO<br />
03.044 Aanpak directeur na klachten over onderwijsassistent en leerkracht (ook 03.030/041) ongegrond PO<br />
03.070 Locatiedirecteur heeft klacht over ongepaste opmerkingen docent niet adequaat afgehandeld (ook 03.069) gegrond VO<br />
03.078 Niet vertrouwelijke behandeling informatie door vertrouwenspersoon ongegrond SO<br />
03.085 Klachtbehandeling door directeur (ook 03.064/082-084) deels gegrond PO<br />
03.087 Bevoegd gezag geeft verkeerde informatie over klachtenprocedure (ook 03.081) gegrond PO<br />
03.092 Optreden directeur na klachten over leerkracht ongegrond PO<br />
03.100 Handelwijze directeur na klacht over hardhandige aanpak van groepsleerkracht deels gegrond PO<br />
DOSSIER PESTEN AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.090 Niet optreden tegen pestende ouderhulp; daardoor leerachterstand opgelopen ongegrond PO<br />
02.110 Gebrekkig optreden directeur tegen pestgedrag van en mishandeling door leerlingen en leerkrachten gegrond PO<br />
03.036 Pesten deels gegrond PO<br />
03.057 Geen veilig schoolklimaat, pesten deels gegrond PO<br />
03.063 Niet adequaat optreden leerkracht tegen pesten deels gegrond PO<br />
03.072 Optreden directie na pesten en mishandeling leerling ongegrond VO<br />
03.074 Directeur en groepsleerkracht hebben leerling van school gepest door hem als problematisch<br />
kind te kenschetsen. deels gegrond PO<br />
03.089 Niet adequaat optreden tegen pestgedrag leerling ongegrond VO<br />
DOSSIER WERKGEVER - WERKNEMER AFDOENING ONDERWIJS<br />
02.083 Leerkracht klaagt over onware verklaringen in eerdere klacht gegrond PO<br />
03.001 Handelwijze directeur jegens invalleerkracht gegrond PO<br />
03.013 Directie intimideert personeelslid/MR-lid ongegrond VO<br />
03.032 Schoolleiding legt docente beperkingen op wegens haar kritiek op taakbeleid deels gegrond VO<br />
03.035 Directie treedt onvoldoende op tegen leerlingen nadat deze grove en beledigende taal hebben<br />
geuit jegens docent gegrond VO<br />
03.067 Onvoldoende begeleiding docent door directie na incidenten met leerling gegrond VO<br />
DOSSIER OVERIGE AFDOENING ONDERWIJS<br />
03.004 Intimidatie door leidinggevende om te zwijgen over seksuele intimidatie door collega ongegrond VO<br />
03.008 Handelwijze school en bevoegd gezag in kader van ruzie tussen ouderparen deels gegrond PO<br />
03.023 Directeur ontloopt zijn verantwoordelijkheid (zie ook 03.001-003) ongegrond PO<br />
03.025 Verstrekken informatie in procedure tussen ouders over gezag over de kinderen gegrond VO<br />
03.038 Onheuse uitlating voorzitter MR gefuseerde school jegens MR-lid gegrond PO<br />
03.095 Keuze groepen voor dislocatie ongegrond PO<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 57
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
58<br />
bijlage c<br />
Vastgestelde jaarrekening <strong>2003</strong><br />
De <strong>LKC</strong> stelt op grond van artikel 29 van het Instellingsbesluit<br />
jaarlijks de jaarrekening van het afgelopen jaar<br />
vast. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.<br />
De jaarrekening over <strong>2003</strong> is als volgt.<br />
REKENING BEGROTING<br />
INKOMSTEN <strong>2003</strong> <strong>2003</strong><br />
Bijdrage aangesloten besturen 311.155 300.786<br />
Overige inkomsten - -<br />
Totaal 311.155 300.786<br />
LASTEN<br />
Secretariaatskosten 310.600 342.332<br />
Vacatiegelden 55.611 78.000<br />
Reiskosten leden 3.967 6.500<br />
Vergaderkosten 10.212 11.000<br />
Studiedagen 2.217 3.000<br />
Kosten <strong>jaarverslag</strong> en brochure 18.308 18.500<br />
Website 1.999 3.500<br />
Onvoorzien 39 3.000<br />
Totaal 402.953 465.832<br />
Saldo -91.798 -165.046<br />
T OELICHTING OP DE JAARREKENING <strong>2003</strong><br />
1. Inkomsten<br />
In <strong>2003</strong> is van de aangesloten schoolbesturen een bijdrage<br />
van 1 0,44 per leerling gevraagd. Dit bedrag lag 1 0,05<br />
onder hetgeen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en<br />
Wetenschappen aan scholen voor het primair onderwijs<br />
beschikbaar had gesteld voor de behandeling van klachten.<br />
Hiertoe heeft de instandhouder, VOS/ABB, besloten<br />
om voor haar leden de facilitering van met name vertrouwenspersonen<br />
mogelijk te maken.<br />
De jaarrekening laat zien dat de inkomsten hoger zijn uitgevallen<br />
dan begroot door de stijging van het aantal leerlingen.<br />
De uitgaven zijn onder de begroting gebleven.<br />
Niettemin is een negatief saldo ontstaan.<br />
2. Lasten<br />
a. secretariaatsvergoeding<br />
De toerekening van de kosten van het secretariaat vindt<br />
tot nu toe plaats aan de hand van een verdeelsleutel. Het<br />
secretariaat verleent ondersteuning aan vier verschillende<br />
commissies en de kosten van deze ondersteuning worden<br />
thans naar evenredigheid over alle commissies verdeeld.<br />
In de verdeelsleutel wordt enerzijds rekening gehouden<br />
met de overhead, die de instandhouding van een commissie<br />
als de <strong>LKC</strong> vergt, en anderzijds het beroep dat de commissie<br />
doet op de ondersteuning door het secretariaat bij<br />
de behandeling van de klachten. De <strong>LKC</strong> heeft in <strong>2003</strong><br />
wederom in belangrijke mate de werkzaamheden van het<br />
secretariaat bepaald.<br />
b. de kosten van de Commissie<br />
De directe kosten van de Commissie, zoals onder meer de<br />
vacatiegelden en de reiskosten, zijn binnen de begroting<br />
gebleven.<br />
De post “website” is lager uitgevallen dan voorzien omdat<br />
we niet zijn toegekomen aan een updating van de site, die<br />
wel beoogd was. Op het publicitaire vlak staan voor 2004<br />
behalve de actualisering van de website zowel de herziening<br />
van de brochure over de werkwijze van de <strong>LKC</strong> als<br />
het uitbrengen van een gewijzigd Reglement gepland.<br />
3. Het rekeningresultaat<br />
Het feit dat de inkomsten hoger zijn uitgevallen dan<br />
begroot door de stijging van het aantal leerlingen en de<br />
uitgaven tezelfdertijd onder de begroting zijn gebleven,<br />
leidt tot een minder groot negatief saldo dan voorzien.<br />
De instandhouder VOS/ABB heeft het negatief rekeningresultaat<br />
<strong>2003</strong> afgedekt. De positieve resultaten vanuit de<br />
andere door VOS/ABB instandgehouden commissies<br />
waren daarvoor toereikend.<br />
4. Veranderde begrotingswijze<br />
Omdat nu gedurende vijf jaar de instandhouding van de<br />
Landelijke Klachtencommissie mede mogelijk is geweest<br />
door de positieve resultaten die andere commissies behaalden<br />
en de toerekening van de overheadkosten überhaupt<br />
via een gefingeerde verdeelsleutel tot stand kwam, heeft<br />
VOS/ABB besloten voor het jaar 2004 de begroting voor<br />
alle door haar instandgehouden commissies meer te laten<br />
aansluiten bij de begrotingswijze die zij voor VOS/ABB<br />
zelf hanteert. Dit betekent o.a. dat niet meer alle ten<br />
behoeve van de commissies gemaakte kosten herleidbaar<br />
zijn tot elke specifieke commissie. Alleen de als ‘directe<br />
kosten’ te beschouwen uitgaven, zoals bijvoorbeeld de vacatie-<br />
en reisgelden en de kosten voor publicaties worden<br />
nog per commissie uitgesplitst. De overige uitgaven worden<br />
via toerekening (ten dele op basis van uurloon per<br />
medewerker) doorbelast aan de commissies gezamenlijk.<br />
Eén en ander zal voor het <strong>jaarverslag</strong> over 2004 tot gevolg<br />
hebben dat het eindresultaat van alle door VOS/ABB<br />
instandgehouden commissies in één jaarrekening zal<br />
worden verantwoord.<br />
COLOFON<br />
SAMENSTELLING LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE<br />
VOOR HET OPENBAAR EN HET ALGEMEEN<br />
TOEGANKELIJK ONDERWIJS<br />
( PER 31 DECEMBER <strong>2003</strong>)<br />
Dhr. mr. H.Th. van der Meer<br />
(voorzitter) – vice-president arrondissementsrechtbank, sector<br />
Kanton<br />
Mw. mr. E.N. Brons<br />
(plv. voorzitter) – vice-voorzitter Commissie Gelijke<br />
Behandeling<br />
Dhr. mr. J.P.L.C. Dijkgraaf<br />
(plv. voorzitter) – advocaat<br />
Dhr. mr. R.H. Haveman<br />
(plv. voorzitter) – universitair hoofddocent straf(proces)recht<br />
Mw. mr. R. Holtmaat<br />
(plv. voorzitter) – hoogleraar Europees non-discriminatierecht,<br />
freelance onderzoeker en adviseur op het terrein van gelijke<br />
behandeling en non-discriminatie<br />
Mw. mr. M.E.A. Wildenburg<br />
(plv. voorzitter) – raadsheer gerechtshof Amsterdam<br />
Mw. drs. T. Bartel-Lely<br />
(lid) – lid van diverse commissies in de thuiszorg en maatschappelijk<br />
werk. Voormalig bestuurslid Consumentenbond<br />
Dhr. S.J. Drijver<br />
(lid) – voormalig hoofd afdeling onderwijs gemeente Dordrecht<br />
Mw. W. Dulfer-Visser<br />
(lid) – voormalig psychotherapeut RIAGG<br />
Mw. drs. D.J. Duyvis<br />
(lid) – klinisch psycholoog en seksuoloog<br />
Mw. mr. N. Gunes<br />
(lid) – juridisch medewerker Commissie Gelijke Behandeling<br />
Mw. S.Y. Kuurstra-Brons<br />
(lid) – leerlingbegeleider Voortgezet Onderwijs<br />
Dhr. R. Limper<br />
(lid) – directeur bureau VOO<br />
Mw. drs. G. van der Meulen<br />
(lid) – hoofd afdeling Welzijn, Sport en Onderwijs gemeente<br />
Leusden. Voorheen orthopedagoog<br />
Mw. drs. M. Polderman<br />
(lid) – schoolarts<br />
Dhr. J. Toes sr.<br />
(lid) – docent lichamelijke opvoeding<br />
Dhr. R.C.A. Wilcke<br />
(lid) – voorzitter college van bestuur ROC<br />
Uitgave Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs<br />
Vormgeving Studio Bauman bno, Rotterdam<br />
Fotografie Studio Bauman bno, Rotterdam (Arno Bauman) en Rob Limper<br />
Ontwerp logo B. Colsen, ’s-Gravenhage<br />
Druk Drukzaken, Rotterdam<br />
Oplage 3500 exemplaren<br />
Bestellen Secretariaat <strong>LKC</strong> • Postbus 162 • 3440 AD Woerden • Telefoon 0348 40 52 45<br />
SAMENSTELLING SECRETARIAAT<br />
( PER 31 DECEMBER <strong>2003</strong>)<br />
Mw. drs. M.R. Backer<br />
secretaris<br />
Mw. mr. P.E. van Althuis<br />
adjunct-secretaris<br />
Mw. mr. E.J.J. Kits Nieuwenkamp<br />
adjunct-secretaris<br />
Dhr. mr. M. Smulders<br />
adjunct-secretaris<br />
Dhr. drs. J. van Velzen<br />
adjunct-secretaris<br />
Mw. E.A. Telkamp-Lafeber<br />
secretaresse<br />
Mw. M.J. van den Elzen-van Mil<br />
administratief medewerker<br />
TEN BEHOEVE VAN DE BEHANDELING VAN<br />
KLACHTEN, AFKOMSTIG UIT HET ALGEMEEN<br />
TOEGANKELIJK ONDERWIJS<br />
Mw. mr. H. Mertens<br />
secretaris SGO<br />
Mw. mr. R. de Bekker<br />
adjunct-secretaris SGO<br />
Dhr. mr. J.A. Breunesse<br />
adjunct-secretaris SGO<br />
Mw. M. Schuur<br />
secretaresse<br />
Mw. E. Clarijs<br />
administratief medewerker<br />
ADRESGEGEVENS VAN DE <strong>LKC</strong><br />
Postbus 162<br />
3440 AD Woerden<br />
Telefoon 0348 40 52 45<br />
Fax 0348 40 52 44<br />
Bezoekadres: Polanerbaan 15, Woerden<br />
Website: www.lgc-lkc.nl