27.09.2013 Views

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en<br />

het algemeen toegankelijk onderwijs<br />

Jaarverslag<br />

<strong>2003</strong>


Samenvatting<br />

Kernactiviteit van iedere school is het bieden van onderwijs. In de loop der jaren heeft de <strong>LKC</strong> zich veelvuldig<br />

uitgesproken over klachten die gaan over de wijze waarop scholen zich van die opdracht hebben<br />

gekweten. In Hoofdstuk 1 van dit <strong>jaarverslag</strong> van de <strong>LKC</strong> worden deze klachten, samengevat onder de<br />

noemer onderwijskundig en opvoedkundig handelen, en de daarover uitgebrachte adviezen beschreven.<br />

De Commissie toetst bij dergelijke klachten de professionaliteit van de betrokken school, directie of<br />

leerkracht. Binnen die professionaliteit bestaat een ruime marge van handelen. Dat handelen zelf wordt<br />

daarom door de <strong>LKC</strong> terughoudend getoetst. Wel stelt de Commissie hoge eisen aan de manier waarop<br />

over de gevolgde werkwijze met de betrokkenen, doorgaans leerlingen en hun ouders/verzorgers, is<br />

gecommuniceerd. Langs deze lijn beoordeelt de <strong>LKC</strong> bijvoorbeeld klachten over de groepsindeling,<br />

het opleggen van sancties, de begeleiding van zorgleerlingen en beslissingen over bevordering naar een<br />

volgend leerjaar.<br />

De meeste betrokkenen komen niet vaker dan één keer in aanraking met een klacht die door de <strong>LKC</strong><br />

behandeld wordt. In haar <strong>corr</strong>espondentie besteedt de Commissie ruime aandacht aan voorlichting over<br />

de klachtprocedure. In de aanvang van Hoofdstuk 2 wordt deze nog eens in hoofdlijnen beschreven. Ook<br />

wordt aandacht besteed aan de studiedag van de Commissie. Zij bracht deze het afgelopen jaar door in<br />

Almere, waar een aantal scholen bezocht werd en de Commissie van gedachten kon wisselen met<br />

bestuurders en mensen uit de dagelijkse onderwijspraktijk.<br />

Ook wordt in Hoofdstuk 2 aandacht besteed aan de adviezen die de <strong>LKC</strong> op eigen initiatief (“ambtshalve”)<br />

aan schoolbesturen richt. Het betreft doorgaans aangelegenheden die de Commissie opvallen bij de<br />

behandeling van een klacht zonder dat deze expliciet over dat onderwerp gaat. Verder aandacht voor de<br />

ontvankelijkheid van klachten die betrekking hebben op het overblijven op school en voor de personele<br />

samenstelling van de <strong>LKC</strong> en van haar secretariaat.<br />

Zoals gebruikelijk bevat Hoofdstuk 3 een selectie van de adviezen die de <strong>LKC</strong> in het verslagjaar heeft uitgebracht.<br />

Met name voor de rubriek pedagogisch-didactisch handelen is veel ruimte gereserveerd.<br />

Enerzijds vanwege de samenhang met Hoofdstuk 1, anderzijds omdat hier de kern van het onderwijs<br />

wordt geraakt. Ook de relatieve toename van klachten op dit gebied, beschreven in Bijlage A bij dit<br />

verslag, rechtvaardigt de uitvoerige aandacht voor dit onderdeel van de klachtenpraktijk van de <strong>LKC</strong>.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 3


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

4<br />

5<br />

6<br />

18<br />

24<br />

54<br />

56<br />

58<br />

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord<br />

Hoofdstuk 1<br />

DE ONDERWIJSKUNDIGE EN OPVOEDKUNDIGE BEGELEIDING VAN LEERLINGEN<br />

Inleiding<br />

Groepsindeling<br />

Leerlingvolgsysteem en schriftelijke verslaglegging<br />

Leerlingzorg<br />

Zorgleerlingen<br />

Klimaat<br />

Sancties<br />

Schorsing en verwijdering<br />

Beoordelingen<br />

Bevordering en schooladvies<br />

Conclusie<br />

Hoofdstuk 2<br />

ORGANISATIE EN WERKWIJZE VAN DE <strong>LKC</strong><br />

Inleiding<br />

Studiedag<br />

Ambtshalve overwegingen en aanbevelingen<br />

Klachten over het overblijven<br />

Varia<br />

Ontwikkelingen binnen de Commissie en het secretariaat.<br />

De aansluiting bij de <strong>LKC</strong><br />

Hoofdstuk 3<br />

Bijlage A<br />

Bijlage B<br />

Bijlage C<br />

UITKOMST VAN DE DOOR DE <strong>LKC</strong> IN <strong>2003</strong> AFGEWIKKELDE KLACHTEN<br />

Inleiding<br />

Communicatie<br />

Pedagogisch-didactische begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Relatie werkgever-werknemer<br />

Overige<br />

DE IN <strong>2003</strong> INGEDIENDE KLACHTEN<br />

LIJST VAN IN <strong>2003</strong> UITGEBRACHTE ADVIEZEN<br />

V ASTGESTELDE JAARREKENING <strong>2003</strong><br />

Voorwoord<br />

In dit voorwoord bij het <strong>jaarverslag</strong> <strong>2003</strong> van de Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het<br />

algemeen toegankelijk onderwijs (<strong>LKC</strong>) wil ik graag nogmaals uw aandacht vragen voor één van de<br />

belangrijkste problemen in het onderwijs: de communicatie tussen school en ouders over het<br />

pedagogisch-didactische beleid van de school.<br />

Als na ruim 5 jaar klachtrecht één conclusie gerechtvaardigd is dan is het dat op het terrein van de<br />

communicatie over de onderwijskundige en opvoedkundige begeleiding van leerlingen niet alleen veel<br />

klachten ontstaan, maar ook dat er op dat terrein nog veel verbeterd kan worden.<br />

Gelukkig ontstaat in het onderwijsveld steeds meer het inzicht dat je niet alleen beleid moet ontwikkelen<br />

en toepassen, maar dat je er vooral ook goed over moet communiceren met ouders en leerlingen.<br />

Communicatieplannen en -protocollen zullen op bepaalde gebieden steeds meer gemeengoed gaan<br />

worden in het onderwijs. In de adviezen van de <strong>LKC</strong> over het informeren van ouders van zorgleerlingen<br />

is dat al zichtbaar. Leerkrachten dienen zich te realiseren dat mondelinge communicatie alleen vaak niet<br />

genoeg is. In klachtzaken wordt soms pijnlijk duidelijk dat, hoe goed de bedoelingen ook zijn geweest, de<br />

boodschap toch vaak niet of slechts ten dele is overgekomen. Zo’n klacht eindigt dan niet alleen in een<br />

‘welles-nietes’, maar ook in een aanbeveling van de <strong>LKC</strong> aan school en/of leerkracht om er zorg voor te<br />

dragen dat dit soort misverstanden niet langer kunnen ontstaan. De ontwikkeling van een professionele<br />

standaard waaraan de Commissie toetst, komt daarmee ook weer wat dichterbij.<br />

In dit <strong>jaarverslag</strong> wordt in hoofdstuk 1 aandacht besteed aan aspecten van een pedagogisch-didactisch<br />

beleid, zoals dat op scholen ontwikkeld wordt. Aan de hand van de beslissingen in concrete klachtzaken<br />

wordt getracht een lijn neer te zetten, die mogelijk kan bijdragen aan het op de scholen te ontwikkelen,<br />

dan wel te verbeteren beleid.<br />

De <strong>LKC</strong> heeft daarbij geenszins de pretentie de wijsheid in pacht te hebben. Zij tracht slechts aan de<br />

hand van die gevallen waarin serieuze klachten van ouders en/of leerlingen zijn ontstaan een positieve<br />

bijdrage te leveren aan de verbetering van de onderwijskundige en opvoedkundige begeleiding van<br />

leerlingen. Dit doel streeft uiteraard elke school en elke leerkracht na. Door ons uit te spreken over wat<br />

hier en daar niet helemaal goed is gegaan en daar open met elkaar over te spreken, hopen wij te kunnen<br />

voldoen aan één van de doelstellingen van de klachtencommissies: kwaliteitsverbetering in het onderwijs.<br />

Ook met dit <strong>jaarverslag</strong> is het laatste woord over de behandelde onderwerpen niet gesproken. Wij<br />

nodigen u ook dit jaar weer uit om te reageren op de inhoud van ons <strong>jaarverslag</strong> en ons zo te helpen bij<br />

het realiseren van onze doelstelling.<br />

Ik wens u in elk geval veel leesplezier toe en zie uw reactie graag tegemoet.<br />

Mr. H.Th. van der Meer,<br />

Voorzitter <strong>LKC</strong><br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 5


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

6<br />

De onderwijskundige<br />

en opvoedkundige<br />

begeleiding van leerlingen<br />

INLEIDING<br />

Hoeveel discussie er ook gevoerd wordt over welke taken<br />

al dan niet bij de school zouden liggen, over één ding zijn<br />

alle deelnemers aan die discussie het wel eens: school is<br />

een onderwijsinstelling, dus er moet geleerd worden.<br />

Dat is, onder meer, ook de wettelijke opdracht voor<br />

scholen. Zoals het bijvoorbeeld in artikel 8 van de Wet<br />

op het primair onderwijs, handelend over de uitgangspunten<br />

en doelstelling van het onderwijs, verwoord staat:<br />

1Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen<br />

een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.<br />

Het wordt afgestemd op de voortgang in de<br />

ontwikkeling van de leerlingen.<br />

2Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele<br />

en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen<br />

van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke<br />

kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.<br />

Voorts bevatten de verschillende onderwijswetten een<br />

aantal te bereiken doelen. Hoe die doelen vervolgens<br />

bereikt worden kunnen de scholen grotendeels, zij het<br />

onder (financierings)voorwaarden en onder toezicht van<br />

de onderwijsinspectie, zelf bepalen. Deze pluriformiteit<br />

maakt het mede mogelijk dat ouders een school kunnen<br />

kiezen waarvan zij verwachten dat deze aansluit bij hun<br />

eigen ideeën en/of de specifieke behoeften van hun kind.<br />

Het onderscheid tussen scholen bestaat onder meer uit<br />

de onderwijskundige aanpak, de organisatie en uitvoering<br />

van het leerproces en de (organisatie van de) manier<br />

waarop de bij de school betrokkenen met elkaar omgaan.<br />

De veelvormigheid van het onderwijs heeft ook een keerzijde:<br />

er bestaat geen overeenstemming over welke aanpak<br />

de optimale is. Scholen hebben een grote vrijheid als<br />

het gaat over de keuzes daarin. Het behoeft dan niemand<br />

te verbazen dat daar meningsverschillen uit voortkomen<br />

die aanleiding geven tot het indienen van klachten. De<br />

<strong>LKC</strong> behandelt deze klachten onder de rubriek ‘pedagogische<br />

en didactische begeleiding’. In dit hoofdstuk zal een<br />

aantal adviezen uit de afgelopen jaren verder gerubriceerd<br />

en besproken worden. Zo wil de <strong>LKC</strong> inzicht bieden in de<br />

lijnen waarlangs zij deze klachten beoordeelt en welke<br />

criteria zij daarbij aanlegt.<br />

Vijf jaar klachtbehandeling heeft geleerd dat er nagenoeg<br />

geen klacht is die niet ook aspecten van miscommunicatie<br />

in zich bergt. Zeker wanneer het over de begeleiding van<br />

kinderen gaat of over de sfeer waarin dat gebeurt, is het<br />

bijna ondenkbaar dat niet voorafgaand aan het indienen<br />

van een klacht bij de <strong>LKC</strong> uitvoerig en veelvuldig overleg<br />

tussen ouders en school heeft plaatsgevonden. Komt het<br />

tot een klacht dan is duidelijk dat zij elkaar in dat overleg<br />

niet hebben kunnen vinden of kwijt zijn geraakt. In het<br />

<strong>jaarverslag</strong> van de <strong>LKC</strong> over het jaar 2001 1 is aan het<br />

aspect communicatie uitvoerig aandacht besteed, ook in<br />

relatie tot de onderwijskundige en opvoedkundige benadering<br />

van leerlingen. Omdat communicatie over de begeleiding<br />

van leerlingen zo vaak aan de orde is in de <strong>LKC</strong>praktijk<br />

zal dit aspect ook dit keer regelmatig besproken<br />

worden.<br />

Dat het één soms niet zonder het andere kan blijkt wel uit een<br />

in 2001 bij de <strong>LKC</strong> ingediende klacht van een ouderpaar,<br />

handelend over de begeleiding van hun dochter en de informatieverstrekking<br />

daarover. In het advies komt de volgende overweging<br />

voor: ‘Uit eerdere klachten is de Commissie bekend dat<br />

de communicatie met en informatieverstrekking aan ouders<br />

van leerlingen die speciale zorg krijgen, extra nauw luistert.<br />

Een school dient te beseffen dat zij in de communicatie met de<br />

ouders haar positie duidelijk moet maken. Waar ouders er<br />

vaak van uit gaan dat het belang van alleen hun kind aan de<br />

1 Integraal te vinden op www.lgc-lkc.nl, in gedrukte vorm te bestellen<br />

via info-lgc-lkc@vosabb.nl of telefonisch op nummer 0348 405245.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 7


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

8<br />

orde is, heeft de school ook het belang van de andere leerlingen<br />

en de school in het oog te houden. Als dit onderscheid niet helder<br />

wordt uitgesproken bestaat het gevaar dat bij ouders te<br />

hoge verwachtingen worden gewekt over de mogelijkheden van<br />

begeleiding door de school.’ 2<br />

‘In het verlengde hiervan merkt de Commissie op dat een<br />

oplossing die onderwijskundig gezien voor de leerling wellicht<br />

het beste is, pas een goede kans van slagen heeft als daarvoor<br />

bij alle direct betrokkenen een draagvlak bestaat. Ook om dit<br />

draagvlak te creëren is een goede communicatie van belang.<br />

In dit kader wijst de Commissie er tevens op dat een school er<br />

oog voor moet hebben dat er met ouders van zorgleerlingen,<br />

misschien nog wel eerder dan bij reguliere leerlingen, gewerkt<br />

moet worden aan vertrouwen in de aanpak van de school. Dat<br />

kan bijvoorbeeld plaatsvinden door contact te hebben over<br />

positieve ontwikkelingen van hun kind en niet te wachten tot<br />

er problemen in de begeleiding rijzen. Ouders zullen dan eerder<br />

bereid zijn opmerkingen en conclusies over de negatieve<br />

punten te accepteren.’ 3<br />

GROEPSINDELING<br />

Met regelmaat neemt de Commissie klachten in behandeling<br />

van ouders over de indeling van hun kind in een<br />

groep. Al in het eerste, in 2000 verschenen, <strong>jaarverslag</strong><br />

wordt melding gemaakt van de situatie waarin de school<br />

tussentijds een nieuwe groep vormde. De Commissie<br />

sprak uit dat een (tussentijdse) wijziging van de groepssamenstelling<br />

altijd gepaard moet gaan met een duidelijk<br />

vastgelegde procedure, onder meer over de vaststelling<br />

van de criteria die bij de verdeling zullen gelden en over<br />

de invloed die ouders op welk moment wel, respectievelijk<br />

niet meer kunnen uitoefenen. 4 Sindsdien overweegt<br />

de Commissie standaard bij klachten als deze dat het<br />

vaststellen van de groepsindeling een bevoegdheid van de<br />

school is, met daaraan gekoppeld de eis van tijdige en heldere<br />

communicatie met ouders en leerlingen.<br />

Een en ander neemt niet weg dat aan individuele verzoeken<br />

en de daaraan ten grondslag liggende argumenten<br />

wel gepaste aandacht moet worden besteed.<br />

De klagers die hun zoon geplaatst wilden zien in groep 5/6,<br />

en niet in groep 6/7, hadden daarvoor een aantal argumenten,<br />

onder meer dat hun zoon zeer onlangs samen met de leerkracht<br />

van groep 5/6 een bijzonder zorgtraject was gestart.<br />

Deze argumenten werden ondersteund door een verklaring<br />

van een externe deskundige en tevens was er aantoonbaar een<br />

ruilmogelijkheid binnen de vastgestelde criteria. Onder die<br />

omstandigheden kon de school naar het oordeel van de<br />

Commissie in redelijkheid niet vasthouden aan de plaatsing<br />

in groep 6/7. 5<br />

Extra zorgvuldigheid is geboden indien wijziging wordt<br />

aangebracht in een groep leerlingen die al langer bij<br />

elkaar zitten. 6<br />

LEERLINGVOLGSYSTEEM EN<br />

SCHRIFTELIJKE VERSLAGLEGGING<br />

In tal van gevallen doet zich de situatie voor dat een andere<br />

dan de ‘eigen’ leerkracht met een leerling aan de slag<br />

moet. Zwangerschap of ziekte van een leerkracht, verhuizing,<br />

overgang naar een andere klas of school, interne<br />

begeleiding, invulling adv-uren, al deze redenen kunnen<br />

ertoe leiden dat iemand de begeleiding in handen krijgt<br />

van leerlingen die hij niet of minder goed kent. Zeker<br />

indien die situatie langdurig of structureel is, neemt het<br />

belang van een goede registratie van vorderingen, afspraken,<br />

handelingsplannen en dergelijke toe.<br />

Minstens zo belangrijk is het systematisch volgen van de<br />

vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen voor het<br />

zicht van de leerkracht op de te volgen leerroute.<br />

Naarmate het onderwijsleerproces individueler ingevuld<br />

wordt (adaptief onderwijs, studiehuis), zal iedere docent<br />

ook voor de eigen planning en organisatie, alsmede voor<br />

het behouden van overzicht, behoefte hebben aan een toegankelijke<br />

registratie van de vorderingen en ontwikkeling<br />

van iedere individuele leerling. Alleen dan is het mogelijk<br />

op professionele wijze gestelde doelen te evalueren en tijdig<br />

in te grijpen als het leerproces of de ontwikkeling van<br />

het kind dreigt te stagneren.<br />

Ook voor het onderhouden van het contact met ouders en<br />

verzorgers van de leerlingen is een goede documentatie<br />

van belang. Het spreekt voor zich dat de school hen te<br />

allen tijde nauwkeurig moet kunnen informeren over de<br />

voortgang in de begeleiding van hun kinderen.<br />

Een aanzienlijk gedeelte van de klachten die de <strong>LKC</strong> ontvangt,<br />

handelt over de onderwijs- of opvoedkundige begeleiding<br />

van leerlingen. Bijna geen van deze klachten komt<br />

uit de lucht vallen: meestal heeft er uitvoerig contact<br />

plaatsgevonden tussen school en de ouders. Met enige<br />

regelmaat blijken er forse communicatieproblemen te<br />

zijn ontstaan, mede door het ontbreken van schriftelijke<br />

afspraken of gespreksnotities. In die gevallen mondt een<br />

geschil over de begeleiding van een kind tevens uit in een<br />

conflict over het wel of niet nakomen van de al dan niet<br />

gemaakte afspraken. Niet alleen is het zonder deugdelijke<br />

registratie van plannen en afspraken lastig te achterhalen<br />

wat er zich precies heeft afgespeeld, maar ook dreigt datgene<br />

waar het uiteindelijk om te doen is – een optimale<br />

begeleiding van de leerling in kwestie – daardoor naar de<br />

achtergrond te verdwijnen. Dat is extra pijnlijk als men<br />

bedenkt dat het vaak om leerlingen gaat die meer dan<br />

gemiddelde aandacht en zorg behoeven.<br />

Een klacht luidde dat de school verzuimd had de ouders te<br />

informeren over een grote leerachterstand die bij hun dochter<br />

ontstaan was. De Commissie kwam niet alleen tot het oordeel<br />

dat die klacht gegrond was, maar eveneens dat de school volstrekt<br />

onvoldoende dossier had opgebouwd waaruit kon blijken<br />

dat zij zich van de leerproblemen van het meisje bewust was<br />

en een strategie ontwikkeld had om deze op te lossen. 7<br />

In een andere klacht was het verwijt van de ouders expliciet<br />

dat er intern op school onvoldoende werd gecommuniceerd,<br />

dat gemaakte afspraken niet waren nagekomen en dat onvoldoende<br />

schriftelijk was vastgelegd hoe de begeleiding verliep.<br />

Samengevat luidde de klacht van de ouders dat de school<br />

onvoldoende zorg had gedragen voor de begeleiding van hun<br />

dochter. De Commissie kon echter noch uit het (lijvige) dossier<br />

noch uit hetgeen ter zitting was verteld afleiden dat er sprake<br />

was van gebrekkige interne communicatie, verschil in visie<br />

tussen de leerkrachten of onvoldoende verslaglegging. Evenmin<br />

was gebleken dat gemaakte afspraken niet waren nagekomen.<br />

De begeleiding bleek dus goed te zijn geweest en aan de hand<br />

van het dossier kon de school gedocumenteerd laten zien wat<br />

er zoal aan begeleiding had plaatsgevonden. 8<br />

Het ontbreken van een bijgehouden dossier betekent nog<br />

niet dat de begeleiding dus niet goed is geweest. Alleen<br />

wordt het voor een school in zo’n geval wel moeilijk anderen<br />

ervan te overtuigen dat zij goed werk heeft geleverd.<br />

Ook de <strong>LKC</strong> zal bij het ontbreken van schriftelijke verslaglegging<br />

van de voortgang en begeleiding van een leerling<br />

een klacht eerder gegrond verklaren.<br />

Ter voorlichting aan een klaagster merkte de Commissie op<br />

dat de <strong>LKC</strong> niet in staat was om te beoordelen of haar dochter<br />

beter af geweest zou zijn met een verwijzing naar het speciale<br />

basisonderwijs. Het viel niet vast te stellen dat de leerachterstand<br />

in dat geval minder groot zou zijn geweest. Wel stelde<br />

de Commissie vast dat de organisatie van de onderwijskundige<br />

begeleiding onder de maat was: een uitgewerkt handelingsplan<br />

ontbrak, evenals geformuleerde (leer)doelen, toetsing en begeleiding<br />

en een schriftelijke registratie van dat alles. Te veel had<br />

de school blind gevaren op de individuele kwaliteiten van de<br />

leerkrachten, waardoor het bereiken van resultaat mede van<br />

toevalligheden afhankelijk was. 9<br />

In alle gevallen waarin de Commissie vaststelt dat het<br />

heeft ontbroken aan een deugdelijke registratie, adviseert<br />

zij het bevoegd gezag van de school te bevorderen dat<br />

daar op een systematische wijze aandacht aan wordt<br />

geschonken. Hoewel dat door leerkrachten (en incidenteel<br />

ook door directies) als belastend wordt ervaren en<br />

soms de stelling wordt opgeworpen dat deze administratieve<br />

ballast ten koste gaat van de voor het onderwijsleerproces<br />

beschikbare tijd, is de Commissie van oordeel dat<br />

de boven vermelde belangen (overdracht, overzicht en<br />

informatie) zwaarder wegen. Overigens hecht ook de<br />

onderwijsinspectie aan het systematisch volgen van de<br />

vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen: het is<br />

één van de indicatoren aan de hand waarvan de inspectie<br />

in het kader van het reguliere schooltoezicht de kwaliteit<br />

van de scholen beoordeelt. 10<br />

Tot slot is het hebben van inzicht in de actuele stand van<br />

zaken in het leerproces van de individuele leerlingen van<br />

belang in geval van de noodzaak tot overdracht aan anderen.<br />

Het meest duidelijk komt dat naar voren indien een<br />

leerling de school verlaat en aangemeld wordt bij een<br />

andere school. Later in dit hoofdstuk zal nog apart aandacht<br />

worden besteed aan de overgang van de basisschool<br />

naar het voortgezet onderwijs en de perikelen die dat met<br />

zich mee kan brengen. Tussentijds vinden er echter ook<br />

wisselingen van school plaats en is dus overdracht van<br />

een leerling nodig. 12 Indien de overgang naar een andere<br />

2 <strong>LKC</strong> 01.141<br />

3 Idem; ook in dit advies: De Commissie wijst er hierbij op dat<br />

het in bepaalde situaties raadzamer is de 'second-best' oplossing na<br />

te streven wanneer de 'best' door bijvoorbeeld een blokkade van<br />

ouders niet of slechts met veel moeite en schade te bereiken is.<br />

4 <strong>LKC</strong> 99.023<br />

5 <strong>LKC</strong> 03.081<br />

6 <strong>LKC</strong> 03.086<br />

7 <strong>LKC</strong> 99.074<br />

8 <strong>LKC</strong> 01.080<br />

9 <strong>LKC</strong> 01.105<br />

10 De beoordelingscriteria zijn te vinden op de website van<br />

de inspectie www.owinsp.nl<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 9


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

10<br />

school verband houdt met problemen, bijvoorbeeld omdat<br />

de leerling van school verwijderd wordt, levert ook de<br />

informatieverstrekking regelmatig problemen op. Zo kan<br />

het voorkomen dat een leerling niet toegelaten wordt op<br />

de door de ouders beoogde school als gevolg van informatie<br />

van de school van herkomst. In zo’n situatie overwoog<br />

de Commissie: ‘Voorts is het gebruikelijk dat basisscholen<br />

informatie met elkaar uitwisselen wanneer een leerling naar<br />

een andere school gaat. Gezien het klachtdossier is niet uit te<br />

sluiten dat niet alle informatie klagers welgevallig zal zijn.<br />

Zolang de informatieverstrekking echter naar eer en geweten<br />

verloopt, zullen zij zich met een nieuwe beoogde school moeten<br />

verstaan om hun mening daarover kenbaar te maken.’ 11<br />

Toekomstige klachten zullen uitspraken op moeten leveren<br />

waarin de grenzen van zowel de verplichting als de<br />

bevoegdheid tot het verstrekken van informatie scherper<br />

getrokken worden. 12 Hoe die grenzen ook getrokken<br />

worden, de school zal wel op een toegankelijke manier<br />

over de te verstrekken gegevens moeten beschikken.<br />

LEERLINGZORG<br />

Hiermee doelt de <strong>LKC</strong> op de zorg die vooral gericht is op<br />

het leerproces zelf en op de schoolvorderingen van de leerling.<br />

Uitgangspunt daarbij is de notie dat het overdragen<br />

van kennis en vaardigheden de kerntaak van het onderwijs<br />

is. Gaandeweg zijn de klachten op dit gebied de hoofdmoot<br />

gaan vormen van de werkzaamheden van de <strong>LKC</strong>.<br />

Nadat de ouders aangegeven hadden dat de ontwikkeling van<br />

hun dochter niet naar wens verliep, hebben zij een aantal<br />

keren overleg gevoerd, onder meer met de interne leerlingbegeleider.<br />

Dat resulteerde in onderzoek van de leerling, bespreking<br />

van de resultaten daarvan en uiteindelijk in een handelingsplan.<br />

Toen de school daarmee aan de slag wilde, gaven de<br />

ouders te kennen het met het plan van aanpak niet eens te<br />

zijn. School en de ouders kwamen niet tot overeenstemming,<br />

het kind kreeg niet de speciale begeleiding die het nodig had en<br />

de ouders dienden een klacht in. De Commissie achtte de<br />

klacht gegrond vanwege het feit dat de leerling te lang niet een<br />

specifiek op haar toegesneden begeleiding had ontvangen.<br />

Deze gegrondverklaring volgde op het ongegrond verklaren van<br />

de klacht over het vaststellen van het handelingsplan: anders<br />

dan de ouders vond de Commissie namelijk dat het uitsluitend<br />

de verantwoordelijkheid van de school is om een handelingsplan<br />

vast te stellen en uit te voeren. Overleg met de ouders<br />

daarover is noodzakelijk (en vanzelfsprekend), maar hun<br />

instemming met een handelingsplan is niet vereist. 13<br />

Daarbij is het raadzaam voor de school zich te houden<br />

aan de eigen uitgangspunten wat betreft de begeleiding.<br />

Het ligt voor de hand dat deze zowel voor de school als<br />

voor de ouders leidraad zijn voor de begeleiding van de<br />

leerlingen. De school die daar van het begin af aan in<br />

overleg met (en min of meer op aandrang van) de ouders<br />

van afweek, kwam mede daardoor in de problemen. Toen<br />

de gekozen aanpak niet de gewenste resultaten opleverde,<br />

kon de school vanwege de afwijkende afspraken met de<br />

ouders niet terugvallen op de bekende begeleidingsstructuur.<br />

Dit leidde tot een volledige patstelling tussen de<br />

ouders en de school. Schorsing en verwijdering van de<br />

leerling dreigden, maar voordat het zo ver kwam, hebben<br />

de ouders het kind op een andere school geplaatst. 14<br />

ZORGLEERLINGEN<br />

Een substantieel deel van de door de <strong>LKC</strong> behandelde<br />

klachten gaat over de opvoedkundige en onderwijskundige<br />

begeleiding van leerlingen die extra zorg behoeven. In<br />

het kader van het Weer Samen Naar School-beleid is het<br />

aantal zorgleerlingen dat het reguliere onderwijs bezoekt<br />

de afgelopen jaren in aantal toegenomen. Leerlingen die<br />

voorheen op scholen voor speciaal onderwijs terechtkwamen,<br />

vormen inmiddels, voorzien van extra begeleiding<br />

in allerlei vormen, een niet meer weg te denken deel van<br />

iedere schoolpopulatie. Het is niet verwonderlijk dat<br />

WSNS voor veel scholen onverwachte en niet vermoede<br />

uitdagingen met zich mee heeft gebracht. De ontwikkeling<br />

van kinderen kan op talloze manieren ontregeld<br />

raken of een ander verloop hebben dan gemiddeld. Ook<br />

het reguliere onderwijs is daarom bekend geraakt met<br />

begrippen als hoogbegaafdheid, dyslexie, ADHD, PDD-<br />

NOS en Asperger. Op die veelheid van verschillende zorgvragen<br />

past niet één steeds toepasbaar antwoord.<br />

Begeleiding op maat bieden is geen kunstje. Wel dienen<br />

signalering en begeleiding ingebed te zijn in een stevige<br />

zorgstructuur, waardoor in beginsel iedere school in staat<br />

is een antwoord te bieden op iedere vraag. Ook als die<br />

vraag nieuw is, dienen de deskundigheid (of de toegang<br />

daartoe) en de structuur aanwezig te zijn om een begeleidingsaanbod<br />

te kunnen verzorgen. Van de <strong>LKC</strong> mag daar<br />

wel enige tijd mee gemoeid zijn, als de bereidheid en de<br />

mogelijkheid om een zorgvraag te beantwoorden maar<br />

aanwezig zijn. 15<br />

De extra zorg kan een hele range beslaan, van het wegwerken<br />

van een incidenteel ontstane leerachterstand tot<br />

uiteindelijk het aanbieden van speciaal onderwijs. Dit<br />

laatste alleen als de school met goede argumenten kan<br />

aantonen dat alle andere middelen ontoereikend zijn voor<br />

het bieden van de specifiek vereiste zorg. Zowel in het<br />

schoolplan als in de schoolgids moet de school aangeven<br />

hoe zij vorm geeft aan de begeleiding van leerlingen met<br />

specifieke onderwijsbehoeften (in de praktijk en hier verder<br />

ook ‘zorgleerlingen’ genoemd).<br />

Verschillen van mening over de te bieden begeleiding<br />

gaan vaak met hevige emoties en soms met scherpe verwijten<br />

gepaard. Enerzijds is dat te begrijpen omdat de<br />

betrokkenheid van ouders bij het welbevinden van hun<br />

kinderen groot is. Anderzijds is het jammer omdat bij de<br />

door de <strong>LKC</strong> behandelde klachten op dit gebied nagenoeg<br />

steeds gebleken is dat op de scholen de betrokkenheid bij<br />

deze zelfde leerlingen eveneens zeer groot is.<br />

De algemene lijn die in de adviezen van de <strong>LKC</strong> op het<br />

gebied van de begeleiding van zorgleerlingen is ontwikkeld<br />

houdt in dat de school te allen tijde verantwoordelijk<br />

is voor de inhoud van die begeleiding. Daarbij dient de<br />

school wel steeds in overleg met de ouders te werk te<br />

gaan. 16 Juist deze fase leidt in de praktijk nogal eens tot<br />

verschillen van mening, hetzij omdat ouders er (althans<br />

naar hun idee) te weinig bij betrokken worden, hetzij<br />

omdat onvoldoende overeenstemming bestaat over de aan<br />

het kind te bieden begeleiding.<br />

De ouders van een leerling van groep 5 klaagden erover dat de<br />

school de diagnose ADHD-kenmerken had ontkend, hetgeen<br />

uitgemond zou zijn in verwaarlozing van het kind.<br />

De Commissie oordeelde dat (de leiding van) een school voorwaarden<br />

moet creëren om op een adequate wijze (extra) zorg<br />

aan de leerlingen te bieden. Instrumenten daarvoor zijn: deskundigheid<br />

binnen de school of de mogelijkheid deze extern in<br />

te roepen, een adequaat leerlingvolgsysteem, het opstellen, uitvoeren<br />

en evalueren van handelingsplannen, goede communicatie<br />

van personeel onderling en met ouders en ten slotte een<br />

goede verslaglegging van alle handelingen.<br />

De school was verwikkeld in een fusieproces en beschikte<br />

slechts over beperkte middelen om de zorgstructuur vorm te<br />

geven. Duidelijk werd dat er geen beleid was op het gebied<br />

van begeleiding van leerlingen met ADHD en evenmin werden<br />

er handelingsplannen opgesteld voor zorgleerlingen met<br />

gedragsproblemen. Sociaal-emotionele ontwikkelingen werden<br />

niet in het leerlingvolgsysteem opgenomen en van de overdracht<br />

van leerlingen werd slechts een gedeelte schriftelijk<br />

vastgelegd.<br />

Wat er ook zij van de organisatorische problemen, de<br />

Commissie vond dat het bieden van adequate zorg te wensen<br />

overliet. 17 Voorts overwoog de Commissie: ‘Zodra een leerling<br />

als zorgleerling wordt gesignaleerd, dient er in beginsel een<br />

handelingsplan te worden opgesteld, ook als de zorgleerling<br />

nog geen probleemleerling is.’<br />

Wat de <strong>LKC</strong> betrof moest het hele zorgbeleid van de school op<br />

de schop en de aanbevelingen van de Commissie naar aanleiding<br />

van deze klacht logen er dan ook niet om:<br />

‘De Commissie adviseert het bevoegd gezag nader beleid te<br />

ontwikkelen dat erop is gericht dat:<br />

• de communicatie over de zorg tussen leerkrachten,<br />

zorgteam, directeur en ouders beter wordt gestructureerd, bij<br />

voorkeur met schriftelijke verslaglegging;<br />

• ...<br />

• de school een vangnetconstructie ontwikkelt<br />

waardoor de intern begeleider niet alleen tijdens<br />

11 <strong>LKC</strong> 01.133; de overweging volgde niet uit de klacht en was daarom<br />

opgenomen in een overweging ten overvloede.<br />

Wellicht heeft het een nieuwe klacht kunnen voorkomen.<br />

12 Dat die bevoegdheid niet onbeperkt is lijkt af te leiden uit <strong>LKC</strong> 00.102.<br />

De klacht handelde over het verstrekken van vertrouwelijke informatie aan<br />

andere scholen. Waar het over (mogelijk) vertrouwelijke informatie gaat merkt<br />

de Commissie op dat het aan te raden is om deze uitsluitend met instemming<br />

van de ouders aan derden ter beschikking te stellen.<br />

13 <strong>LKC</strong> 01.085; de Commissie overwoog ook dat het uitblijven van de extra zorg<br />

zich gedurende korte tijd voor had mogen doen, maar dan alleen op weg naar<br />

een compleet begeleidingsaanbod.<br />

14 <strong>LKC</strong> 01.131<br />

15 <strong>LKC</strong> 01.080: ‘Nu de uitvoering van deze afspraken volgens plan verlopen is,<br />

komt de Commissie tot de conclusie dat van onvoldoende zorg voor de<br />

begeleiding … geen sprake is geweest. Dat er op dat moment nog geen<br />

specifiek onderwijskundig beleid ten aanzien van meer begaafde leerlingen<br />

was, doet daaraan niets af.’<br />

16 Indien het gescheiden ouders betreft dienen beide ouders, ook indien één van<br />

hen niet met het gezag over de kinderen is belast, desgewenst geïnformeerd<br />

te worden. Laatstelijk bevestigd in <strong>LKC</strong> 03.059.<br />

17 Een aantal keren hebben directies zich ook beroepen op een tekort<br />

aan leraren. Als gevolg daarvan stonden bijvoorbeeld intern begeleiders en<br />

remedial teachers voor de klas. Hoewel de Commissie wel begrip heeft voor de<br />

problemen is zij niettemin van oordeel dat de school zorg moet blijven dragen<br />

voor invulling van het zorgbeleid (onder meer in <strong>LKC</strong> 02.045).<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 11


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

12<br />

groepsbesprekingen maar ook tussentijds wordt<br />

geïnformeerd over nieuwe problemen;<br />

• de leerkracht in de toekomst (sneller) initiatieven<br />

onderneemt om bij problemen de intern begeleider in<br />

te schakelen.<br />

De Commissie adviseerde het bevoegd gezag tevens nader<br />

beleid te ontwikkelen dat erop is gericht de zorgstructuur (...)<br />

uit te breiden door:<br />

• voor alle zorgleerlingen handelingsplannen op te stellen;<br />

• het leerlingvolgsysteem uit te breiden met een<br />

sociaal-emotionele component;<br />

• de schriftelijke verslaglegging over de geboden zorg uit<br />

te breiden en zo nodig te verbeteren.’ 18<br />

In een ander geval nam de Commissie met verwondering<br />

kennis van de activiteiten van een door de ouders zelf<br />

ingeschakelde remedial teacher en de rol die de school<br />

daarin gespeeld had. ‘Zeker nu de werkzaamheden van deze<br />

remedial teacher ter vervanging dienden van de op school<br />

aangeboden rekenstof en bovendien onder schooltijd plaatsvonden,<br />

had het op de weg van de school gelegen tenminste<br />

overleg te voeren over de inhoud van het aangebodene. Door<br />

de regie over dit gedeelte van het aanbod van leerstof uit handen<br />

te geven heeft de school ... onvoldoende inhoud gegeven<br />

aan haar verantwoordelijkheid voor de inhoud van het te verstrekken<br />

onderwijs.’ 19<br />

Uit de voorbeelden wordt duidelijk dat de <strong>LKC</strong> grote<br />

waarde hecht aan het ontwikkelen en gebruik maken van<br />

een zorgstructuur. 20 Met name de continuïteit van de<br />

begeleiding van leerlingen wordt door een structurele<br />

benadering veilig gesteld. Het zijn vervolgens de kwaliteit<br />

en inzet van de schoolteams en de individuele leerkrachten<br />

die aan het zorgbeleid invulling geven.<br />

Bij de behandeling van een klacht over de begeleiding<br />

van een zorgleerling vraagt de Commissie daarom eerst<br />

naar het binnen de school bestaande beleid. Het beleid<br />

zelf wordt marginaal (dit is terughoudend) getoetst:<br />

18 <strong>LKC</strong> 00.063/086; deze criteria worden eveneens gehanteerd in<br />

<strong>LKC</strong> 03.027 en geven derhalve een constante lijn in de adviezen<br />

van de <strong>LKC</strong> weer.<br />

19 <strong>LKC</strong> 01.133<br />

20 Dat deze structuur kan bestaan uit het hanteren van individuele<br />

leerlijnen voor alle leerlingen overwoog de <strong>LKC</strong> eveneens in 01.133.<br />

21 <strong>LKC</strong> 99.001<br />

22 <strong>LKC</strong> 01.124<br />

23 <strong>LKC</strong> 02.027<br />

24 Naast meer praktische overwegingen als bereikbaarheid, de<br />

mogelijkheid van overblijven en dergelijke.<br />

25 <strong>LKC</strong> 02.012<br />

26 <strong>LKC</strong> 02.078; klacht gegrond vanwege het onvoldoende bijdragen aan<br />

het veiligheidsgevoel van tenminste een aantal leerlingen.<br />

27 <strong>LKC</strong> 03.016<br />

28 <strong>LKC</strong> 03.011/012<br />

29 <strong>LKC</strong> 98.002, klacht ongegrond.<br />

alleen als dit ondoelmatig of ontoereikend is of indien er<br />

op een wezenlijk onderdeel geen beleid is, spreekt de<br />

Commissie zich daarover uit. De gedachte daarachter is<br />

dat aan een school binnen de kaders die er zijn (wetten,<br />

door het bevoegd gezag vastgesteld beleid en dergelijke)<br />

de vrijheid toekomt het onderwijs naar eigen inzicht<br />

vorm te geven. Het is niet aan de klachtencommissie om<br />

gedetailleerd voor te schrijven welk zorgbeleid een school<br />

moet hanteren.<br />

Vervolgens bekijkt de Commissie of het handelen, waarover<br />

de klacht gaat, in overeenstemming is met het vastgestelde<br />

beleid. Als dat niet zo is, zullen daar goede redenen<br />

voor aanwezig moeten zijn. Soms zijn deze gelegen<br />

in de individualiteit van de betrokken leerling. Want hoe<br />

belangrijk vastgesteld beleid ook kan zijn, het is niet het<br />

hoogste goed. Dat is de begeleiding van leerlingen.<br />

Soms verschillen ouders en de school van mening over<br />

de wenselijkheid of de noodzaak van het afnemen van<br />

een test. Ook kan er onenigheid over de waardering van<br />

extern opgestelde testrapporten bestaan. Financiële<br />

beperkingen kunnen een rol spelen bij het bepalen of een<br />

leerling extern getest kan worden of niet. Als de school<br />

het op inhoudelijke gronden niet nodig acht dat een leerling<br />

extern getest wordt, hoeft een verzoek van de ouders<br />

daartoe niet gehonoreerd te worden. 21 Wel dienen<br />

ouders er dan op gewezen te worden dat zij te allen tijde<br />

zelf en voor eigen rekening hun kind extern kunnen<br />

laten testen. Als een school zorgmaatregelen, zoals het<br />

laten afnemen van een test, wel wenselijk of noodzakelijk<br />

acht, dienen deze ook zo snel mogelijk te worden getroffen.<br />

22 Dat het vaststellen van die noodzaak niet altijd<br />

eenvoudig is, blijkt uit het voorbeeld van de leerling die<br />

qua leerprestaties weliswaar redelijk scoorde, maar van<br />

wie de ouders consequent aangaven dat het toch niet<br />

goed ging. Ook de leerkracht merkte wel dat er iets niet<br />

goed zat, maar hij schreef dat toe aan motivatieproblemen.<br />

De school had op de momenten dat daar aanleiding<br />

voor was extra begeleiding verzorgd en dat ook geregistreerd.<br />

De ouders lieten hun dochter extern testen en<br />

daarbij bleek dat zij dyslectisch was. De Commissie<br />

kwam tot de conclusie ‘... dat de door de school gehanteerde<br />

cijfermatige criteria niet in alle gevallen afdoende zijn voor<br />

een tijdige signalering van leerproblemen. ... Het is raadzaam<br />

KLIMAAT<br />

ook andere ... criteria een rol te laten spelen bij de afweging of<br />

er een onderzoek moet worden aangevraagd. Hierbij valt met<br />

name te denken aan de professionele inbreng van leerkrachten<br />

en de informatie van ouders.’ 23<br />

Alleen al gelet op de hoeveelheid tijd die leerlingen, leerkrachten,<br />

directies en ondersteunend personeel op school<br />

doorbrengen is het van belang aandacht te besteden aan de<br />

manier waarop alle betrokkenen met elkaar omgaan. Vaak<br />

zullen ouders dit ook betrekken bij het bepalen van de<br />

keuze naar welke school zij hun kinderen laten gaan. 24<br />

Veiligheid (helaas niet alleen meer in de zin van geborgenheid,<br />

maar ook fysieke veiligheid), de mate van vrijheid<br />

of juist strengheid, welke levensbeschouwing wordt<br />

uitgedragen, hoe sluit de sfeer op school aan bij die van<br />

thuis, hoe is de aansluiting van een VO-school op de<br />

basisschool, kiest de school voor een bepaalde omvang,<br />

het zijn elementen die mede bepalend zijn voor het op<br />

een school heersende pedagogische klimaat.<br />

De primaire verantwoordelijkheid voor het zorg dragen<br />

voor een veilige en rustige leer- en werkomgeving op een<br />

school ligt bij de directie. 25 In het verlengde van die verantwoordelijkheid<br />

rust op de leerkrachten de taak om die<br />

rust en veiligheid in hun klassen en groepen te creëren.<br />

Die vertaalslag verloopt niet altijd even gemakkelijk, al<br />

was het maar omdat een leerkracht te maken heeft met<br />

een klas vol individuen. Dat bergt het risico in zich dat<br />

het een enkele keer niet klikt. Dat kan leiden tot ongenoegen<br />

en uitmonden in een klacht bij de <strong>LKC</strong>. Soms<br />

ook ontvangt de <strong>LKC</strong> een klacht (of meerdere) over leerkrachten<br />

die, althans volgens de klagers, niet in staat zijn<br />

een goede opvoedkundige omgeving te scheppen.<br />

Een moeder stelde dat haar zoon zich in zijn groep op de<br />

basisschool niet veilig voelde en dat de leerkracht daar de oorzaak<br />

van was. De moeder noemde een aantal voorbeelden<br />

waaruit dat zou moeten blijken. Zo speelde de leerkracht aan<br />

het begin van de gymles tikkertjesvoetbal, waarbij het de<br />

bedoeling was dat hij de leerlingen raakte. De Commissie ‘...<br />

acht het waarschijnlijk dat een aantal leerlingen daarvoor een<br />

zeker enthousiasme opbrengt. Bij de beoordeling van deze<br />

klacht gaat het echter juist om die leerlingen, waarvoor dat<br />

niet geldt. Deze leerlingen ... kunnen een dergelijk spel als<br />

zeer intimiderend en beangstigend ervaren.’ 26<br />

Niettemin hoeft een leerkracht niet iedere gevoeligheid te<br />

ontzien bij het creëren van de gewenste sfeer in de groep.<br />

Een ouderpaar klaagde erover dat hun zoon stelselmatig<br />

vervelend behandeld werd door de leerkracht. Deze was<br />

in de loop van het schooljaar juist in deze groep geplaatst<br />

omdat er een vervelende sfeer hing. Bij de behandeling<br />

van de klacht bleek dat de leerling inderdaad meer dan<br />

gemiddeld terechtgewezen werd en regelmatig uit de klas<br />

gestuurd werd. Naar het oordeel van de Commissie was<br />

dat echter niet zozeer het gevolg van onheus optreden<br />

van de leerkracht als wel van diens pedagogische aanpak:<br />

‘Deze was onmiskenbaar anders dan de leerlingen dat schooljaar<br />

gewend waren en daar was ook alle aanleiding voor.’ 27<br />

Bij niet lesgebonden activiteiten is de sfeer vaak losser<br />

dan tijdens de reguliere schoolweek. Ook in die situaties<br />

blijft de verantwoordelijkheid voor het pedagogisch klimaat<br />

in volle omvang op de professionele begeleiders<br />

rusten. Daarbij is het belangrijk dat de school eventuele<br />

niet-professionele begeleiders van tevoren op een aantal<br />

punten duidelijk instrueert. 28 Bijvoorbeeld over de<br />

manier waarop kinderen tot de orde geroepen worden en<br />

hoe de volwassenen met elkaar omgaan. Afspraken over<br />

het gebruik van alcohol kunnen daaronder vallen en ook<br />

de mate van onderlinge intimiteit. Hoewel het - ook naar<br />

het oordeel van de Commissie - volwassenen vrij staat<br />

om een relatie met elkaar aan te gaan, is daarbij tijdens<br />

een schoolkamp enige terughoudendheid geboden.<br />

Toen er een klacht ingediend werd over de directeur die tijdens<br />

het schoolkamp een relatie met een begeleidende moeder aanknoopte<br />

overwoog de Commissie: ‘... dat voor haar de kern<br />

van de klacht niet is óf er daadwerkelijk een verhouding<br />

gestart is, maar of hiervan leerlingen getuige geweest zijn door<br />

emotioneel en/of erotisch gekleurde gedragingen van verweerder,<br />

die niet in de uitoefening van zijn functie tijdens een<br />

schoolkamp passen.’ 29<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

13


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

14<br />

SANCTIES<br />

Scholen hebben behoefte aan mogelijkheden en middelen<br />

om <strong>corr</strong>igerend op te treden tegen leerlingen die zich niet<br />

aan de afspraken of regels houden. De manier waarop de<br />

school daarmee omgaat behoort in beginsel tot haar eigen<br />

beleidsvrijheid. De Commissie is daarom terughoudend<br />

in de toetsing van opgelegde strafmaatregelen: ‘Voor wat<br />

betreft de ... opgelegde sancties is de Commissie van oordeel<br />

dat dit tot het beleidsterrein van de school behoort. Het is de<br />

Commissie evenwel niet gebleken dat de mogelijke sancties, die<br />

alle helder verwoord zijn in de schoolgids, buitensporig zijn.<br />

De Commissie kan verweerders volgen in de stelling dat een<br />

gestructureerde aanpak door middel van duidelijke, consistente<br />

regelgeving voor lwoo-leerlingen nodig is.’ 30 In dit citaat<br />

staan in grote lijnen de criteria waaraan de <strong>LKC</strong> opgelegde<br />

straffen beoordeelt indien daarover een klacht is ingediend.<br />

De zwaarte van de sanctie dient in juiste verhouding<br />

te staan tot de ernst van het vergrijp. Buitensporig<br />

vond de Commissie verwijdering van een leerling van<br />

een excursie vanwege overtreding van een alcoholverbod.<br />

De Commissie was van oordeel dat er eerder sprake was<br />

van een foutieve inschatting van de leerling van het effect<br />

van alcohol dan van bewust wangedrag. De straf stond<br />

daarom naar het oordeel van de Commissie niet in verhouding<br />

tot het vergrijp. 31<br />

Ook dient de school zorgvuldigheid te betrachten bij het<br />

opleggen van sancties. Zo had de directeur, alvorens een<br />

zevenjarige leerling voor een dag te schorsen, niet alleen<br />

op het verhaal van de leerkracht af moeten gaan, maar<br />

ook de leerling zelf zijn verhaal moeten laten doen.<br />

De overweging daarover: ‘De Commissie onderschrijft de<br />

gedachte dat naarmate de maatregel sneller na de aanleiding<br />

daartoe ten uitvoer wordt gelegd, het effect waarschijnlijk groter<br />

zal zijn. Snelheid dient echter niet ten koste te gaan van de<br />

zorgvuldigheid bij het nemen van de beslissing.’ Omdat het<br />

zo’n jonge leerling betrof was de Commissie overigens ook van<br />

oordeel dat de moeder van het kind in dit geval bij het horen<br />

aanwezig had moeten zijn. 32<br />

SCHORSING EN VERWIJDERING 33<br />

De meest ingrijpende strafmaatregel in de onderwijspraktijk<br />

is het definitief verwijderen van een leerling van<br />

school. Vaak wordt vanwege de, althans in de ogen van de<br />

school, onhoudbare situatie de leerling in afwachting van<br />

de verwijdering de toegang tot de school of de lessen ontzegd<br />

(schorsing).<br />

Omdat in het openbaar onderwijs tegen deze maatregelen<br />

de rechtsmiddelen bezwaar en beroep openstaan, staat de<br />

inhoud van een schorsings- of verwijderingsbesluit bij de<br />

<strong>LKC</strong> niet ter discussie. De Commissie spreekt wel haar<br />

oordeel uit over de bejegeningsaspecten rondom zo’n<br />

besluit. Meermaals 34 heeft de <strong>LKC</strong> uitgesproken dat dergelijke<br />

ingrijpende besluiten zorgvuldig moeten worden<br />

genomen. Dat betekent dat in ieder geval in overeenstemming<br />

met wettelijke voorschriften worden gehandeld.<br />

Zo acht de Commissie het niet vermelden van de mogelijkheid<br />

van het indienen van een bezwaarschrift in strijd<br />

met de zorgvuldigheid en daarom klachtwaardig. Naar<br />

het oordeel van de Commissie dienen de ouders van een<br />

leerling in iedere fase van de verwijderingsprocedure<br />

schriftelijk te worden geïnformeerd. 35<br />

Ook al is de situatie op school onhoudbaar en kan een<br />

oplossing alleen gevonden worden in het nemen van<br />

rigoureuze maatregelen, dan nog dient de school zich<br />

bewust te zijn van de zorgplicht die op haar rust.<br />

Een vader klaagde erover dat zijn zoon om voor hem volstrekt<br />

onduidelijke redenen voor onbepaalde tijd niet tot de lessen en<br />

de school werd toegelaten. De onduidelijkheid bleek vooral te<br />

wijten aan problemen in de communicatie; problemen overigens<br />

waarin klager zelf (fors) de hand gehad bleek te hebben.<br />

De Commissie stelde vast dat de zoon inderdaad ontoelaatbaar<br />

gedrag had vertoond op school. Zowel uit het belang van<br />

orde en rust op school als uit pedagogisch oogpunt waren<br />

strenge maatregelen op hun plaats. De school besloot de leerling<br />

de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem huiswerkopdrachten<br />

te geven die op school werden nagekeken. De<br />

Commissie onderschreef deze aanpak en kwalificeerde deze<br />

niet als het opleggen van een schorsing. 36 Door het treffen<br />

van deze maatregel kon de situatie tot rust komen zonder dat<br />

de school onmiddellijk naar nog zwaardere middelen hoefde te<br />

grijpen.<br />

Feitelijk bleek er echter na enige tijd nauwelijks meer verschil<br />

met een schorsing, zeker niet toen het verstrekken van huiswerkopdrachten<br />

in het slop raakte. De school heeft nog wel<br />

enige inspanning verricht om de leerling op een goede plaats te<br />

krijgen, maar hij belandde uiteindelijk toch tussen de wal en<br />

het schip. De Commissie was van oordeel dat de school aldus<br />

ernstig tekort was geschoten in het naleven van haar zorgplicht<br />

jegens de leerling. 37<br />

Tot die zorgplicht behoort, ook als er wel sprake is van een formele<br />

schorsing, het aanbieden van schoolwerk dat de leerling<br />

thuis kan maken: ‘Als een leerling wordt geschorst, moet de<br />

school de desbetreffende leerling ... de mogelijkheid bieden om<br />

zo goed en zo kwaad als het kan de lesstof tot zich te nemen.<br />

Dat geldt des te meer als, ... , de geschorste leerling leerplichtig<br />

is.’ 38<br />

BEOORDELINGEN<br />

Dat leerlingen het niet eens zijn met de beoordeling van<br />

het door hen gemaakte werk is van alle tijden. In een aantal<br />

gevallen leidt dat tot een klacht bij de <strong>LKC</strong>. Het betreft<br />

dan echter wel gevallen, waarin iets bijzonders aan de<br />

hand is: de <strong>LKC</strong> is er niet als beroepsinstantie tegen de<br />

beoordeling van alle overhoringen. Sterker nog: ook in die<br />

gevallen waarin de <strong>LKC</strong> klachten over een beoordeling in<br />

behandeling nam, heeft zij niet die beoordeling zelf - bij<br />

uitstek behorend tot het professionele domein van de<br />

docent - beschouwd, maar wel de manier waarop die<br />

beoordeling tot stand gekomen is.<br />

Niet alledaags was de situatie waarin een docent tegen de<br />

kerstvakantie de school definitief verliet met achterlating<br />

van rapportcijfers voor de leerlingen, maar met medeneming<br />

van de samenstellende delen daarvan. Een leerling<br />

stelde dat een door hem wel ingeleverd werkstuk ten<br />

onrechte als niet ingeleverd (en daarom gehonoreerd met<br />

een 1) was betrokken bij de vaststelling van zijn cijfer.<br />

Aan de vertrokken docent kon geen opheldering meer<br />

worden gevraagd.<br />

De vraag was of de school terecht vasthield aan het door<br />

de docent vastgestelde cijfer. De directie bracht naar voren<br />

dat de leerling geen sluitend overzicht van de door hem<br />

behaalde cijfers kon overleggen. De Commissie kwam tot<br />

het oordeel dat de verantwoordelijkheid voor de registratie<br />

van door de leerlingen behaalde resultaten uitsluitend bij<br />

de school gelegen is. ‘Zo er op dit gebied van de leerlingen<br />

iets verwacht wordt, dient dat een pedagogisch en niet een<br />

bewijsrechtelijk doel.’ 39<br />

Het komt vaker voor dat een onregelmatigheid bij een<br />

proefwerk of tentamen leidt tot toekenning van het<br />

cijfer 1. In sommige omstandigheden kan de docent (of<br />

de docentenvergadering) daar naar het oordeel van de<br />

Commissie niet onverkort aan vasthouden. Een leerling<br />

kwam één rapportpunt tekort om te worden bevorderd<br />

naar 4 gymnasium. Dat kwam onder meer door een<br />

(betwiste) 1 voor een proefwerk. Een verzoek om revisie<br />

van de bevorderingsbeslissing was afgewezen. De<br />

Commissie vond zo’n cijfer van dien aard dat het in de<br />

rede ligt over de juistheid daarvan iedere twijfel weg te<br />

nemen. Het advies luidde om alsnog een revisievergadering<br />

te beleggen. 40<br />

Dat bepaalde ongewenste gedragingen rondom een proefwerk<br />

of opdracht bestraft worden met toekenning van het<br />

cijfer 1, moet voor de leerlingen van tevoren duidelijk zijn.<br />

De leerling die zich niet op de juiste wijze ziek had<br />

gemeld op de dag dat hij een presentatie moest verzorgen<br />

en op die grond een 1 kreeg, klaagde daar met succes over:<br />

‘Het feit dat (de leerling) vooraf onvoldoende duidelijk is<br />

gemaakt wat de gevolgen zouden zijn van vluchtgedrag in<br />

combinatie met de ingrijpende gevolgen van de straf, zou<br />

reden moeten zijn geweest voor het bevoegd gezag om het eerder<br />

gegeven cijfer niet te handhaven.’ 41<br />

30 <strong>LKC</strong> 01.020<br />

31 <strong>LKC</strong> 01.018; dat de ouders van de naar huis gestuurde leerling<br />

niet vooraf op de hoogte waren gebracht van het naar huis sturen<br />

achtte de Commissie eveneens klachtwaardig.<br />

32 <strong>LKC</strong> 02.045<br />

33 In het Jaarverslag 2002 is aandacht besteed aan de verhouding<br />

tussen het indienen van een klacht en de mogelijkheid van bezwaar<br />

en beroep.<br />

34 Bijvoorbeeld in <strong>LKC</strong> 02.029, waar de gang van zaken rondom de<br />

schorsing deel uitmaakte van de klacht. Vaker ook stuit de<br />

Commissie op onregelmatigheden en wijdt zij daar een ambtshalve<br />

overweging aan.<br />

35 <strong>LKC</strong> 02.041<br />

36 Onder verwijzing naar een protocol van de Algemene Vereniging van<br />

Schoolleiders, waarin de mogelijkheid genoemd wordt een time-out<br />

maatregel te treffen.<br />

37 <strong>LKC</strong> 03.024<br />

38 <strong>LKC</strong> 02.030; ook al is de communicatie vaak verstoord, rust<br />

niettemin op de school de verplichting deze op gang te houden.<br />

39 <strong>LKC</strong> 03.080; het mocht de leerling overigens niet baten: ook na<br />

aanpassing van het cijfer voldeed hij niet aan de criteria om te<br />

worden bevorderd naar de door hem gewenste klas.<br />

40 <strong>LKC</strong> 01.096; het betrof, zoals wel vaker bij klachten rondom<br />

bevordering, een versnelde behandeling.<br />

41 <strong>LKC</strong> 03.076<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 15


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

16<br />

Bijzonder was de klacht van een docent over een toegekend<br />

cijfer. Zij was het er niet mee eens dat een door haar gegeven<br />

cijfer door een aan de school fungerende geschillencommissie<br />

was verhoogd. De docent ontzegde de leden van die commissie<br />

de deskundigheid om een beoordeling op haar vakgebied te<br />

beoordelen.<br />

De Commissie onderschreef de stelling van de docente dat bij<br />

een vakinhoudelijke beoordeling vak(groep)genoten dienen te<br />

worden betrokken. Een deel van de beoordeling van een werkstuk<br />

heeft echter betrekking op de manier waarop het gemaakt<br />

is. De herbeoordeling was naar het oordeel van de Commissie<br />

op die aspecten gebaseerd. Daarvoor waren wel onderwijskundige<br />

kwaliteiten vereist, maar niet per se vakinhoudelijke. De<br />

klacht was daarom ongegrond. 42<br />

Met enige regelmaat ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten waarin<br />

ouders stellen dat zij nooit op de hoogte zijn gebracht van<br />

achterblijvende leerprestaties van hun kind. Ook uit de<br />

schoolrapporten valt dan niet op te maken dat de leerling<br />

op een ander niveau beoordeeld wordt dan wanneer hij<br />

een gemiddelde ontwikkeling zou doormaken. Dit ‘pedagogisch<br />

cijferen’ vindt plaats om de leerling inzicht te<br />

geven hoe hij scoort ten opzichte van zijn eigen mogelijkheden.<br />

Vaak ook is er sprake van een zogenaamde eigen<br />

42 <strong>LKC</strong> 02.071<br />

43 Hier is sprake van voortschrijdend inzicht: in 1998 huldigde de Commissie<br />

nog de opvatting dat het mogelijk moet zijn om een rapport zodanig op te<br />

stellen dat het zonder mondelinge toelichting inzicht geeft in de resultaten<br />

van de leerling (<strong>LKC</strong> 98.007).<br />

44 <strong>LKC</strong> 03.061 en <strong>LKC</strong> 03.099<br />

45 <strong>LKC</strong> 99.077<br />

46 <strong>LKC</strong> 03.073; hoewel er een extern advies lag dat de school niet gevolgd had,<br />

was de Commissie van oordeel dat de school zorgvuldig genoeg tot haar<br />

besluit was gekomen.<br />

47 <strong>LKC</strong> 03.098<br />

48 <strong>LKC</strong> 01.095<br />

49 <strong>LKC</strong> 01.097<br />

50 <strong>LKC</strong> 03.094<br />

leerlijn voor de leerling, waarbij hij leerstof op een eigen,<br />

van het gemiddelde van de klas afwijkend, niveau krijgt<br />

aangeboden. Deze werkwijze is algemeen geaccepteerd<br />

en ook de Commissie onderschrijft deze manier om leerlingen<br />

te stimuleren. 43 Wel stelt deze manier van becijferen<br />

hoge eisen aan de communicatie tussen school en<br />

ouders: voor de ouders moet duidelijk zijn op welk<br />

niveau hun kind functioneert. 44 Zij mogen door het<br />

opstellen van een stimulerend rapport niet op het verkeerde<br />

been worden gezet. 45<br />

BEVORDERING EN SCHOOLADVIES<br />

Over of niet? Zowel in het primair als in het voortgezet<br />

onderwijs is het een vraag die, vooral tegen het einde van<br />

het schooljaar, steeds meer op de voorgrond komt te<br />

staan. Aan het einde van de basisschool en van de<br />

periode van basisvorming in het VO doet zich ook nog<br />

eens de vraag voor welk vervolg er aan het tot dan toe<br />

genoten onderwijs gegeven gaat worden. Gelet op de<br />

belangen die ermee gemoeid zijn en de soms hoge verwachtingen<br />

die leerlingen en hun ouders hebben van de<br />

schoolloopbaan, is het niet verwonderlijk dat regelmatig<br />

klachten over de gang van zaken rondom deze beslissingen<br />

aan de <strong>LKC</strong> worden voorgelegd.<br />

De Commissie is, net als bij het beoordelen van gegeven<br />

cijfers, terughoudend in haar toetsing. In de klacht over<br />

het niet bevorderen van een leerling van groep 2 naar<br />

groep 3 (primair onderwijs) zette zij de criteria op een rij:<br />

‘Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen zonder deugdelijk<br />

te zijn voorbereid of indien de beschikbare gegevens kennelijk<br />

tot een andere beslissing hadden dienen te leiden, zal<br />

een klacht hierover gegrond verklaard worden. Van een<br />

ondeugdelijke voorbereiding kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld)<br />

geen overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />

indien wel beschikbare gegevens niet bij het nemen<br />

van de beslissing zijn betrokken of indien geen extern advies is<br />

ingewonnen terwijl daarvoor wel een duidelijke aanleiding<br />

bestond. Bij het beoordelen van de vraag of de beschikbare<br />

gegevens tot een bepaalde beslissing moeten leiden beschikt de<br />

school over een ruime mate van professionele vrijheid.’ 46<br />

Met name in het basisonderwijs doet zich ook de situatie<br />

voor dat het juist de ouders zijn die erop aandringen dat<br />

hun kind een jaar langer in dezelfde groep blijft.<br />

Twee (gescheiden) ouders verschilden met elkaar van<br />

mening over de vraag of hun dochter groep 8 zou moeten<br />

overdoen of niet. Het schoolteam was al net zo verdeeld.<br />

De Cito-uitslag wees allerminst in de richting van een<br />

verlengde periode op de basisschool. Niettemin waren de<br />

groepsleerkracht en de moeder van mening dat de sociaal-emotionele<br />

ontwikkeling van de leerling gebaat zou<br />

zijn bij zo’n verlenging. Aldus geschiedde, tot ongenoegen<br />

van de vader. De <strong>LKC</strong> overwoog dat het op de weg<br />

van de school ligt om op een professionele manier een<br />

zorgvuldige afweging te maken en de gemaakte keuze te<br />

motiveren. 47<br />

In het voortgezet onderwijs liggen bevorderingsnormen<br />

doorgaans vast in de schoolgids of een ander document<br />

dat aan de leerlingen en hun ouders ter beschikking<br />

wordt gesteld. Het spreekt voor zich dat deze vastgelegde<br />

normen in beginsel doorslaggevend zijn bij een beslissing<br />

tot bevordering. Is echter besloten om een leerling te<br />

bespreken in een revisievergadering, dan gaat het niet<br />

aan uitsluitend de cijfermatige normering bij de besluitvorming<br />

te betrekken: dan dienen alle relevante belangen<br />

en omstandigheden te worden beoordeeld. 48<br />

In de normering bevindt zich altijd wel een grijs gebied,<br />

de verblijfplaats van de zogeheten ‘bespreekgevallen’. Een<br />

ouderpaar klaagde erover dat de school geen objectieve<br />

en doorzichtige criteria hanteerde bij de beslissing om<br />

hun dochter niet naar 4 gymnasium te bevorderen. De<br />

docentenvergadering had vooral de werkhouding van de<br />

leerling aan de beslissing ten grondslag gelegd. Het<br />

gebruik van onder meer het criterium ‘werkhouding’<br />

stond, naast bijvoorbeeld ‘zelfreflectie’, en ‘zelfstandigheid’<br />

vermeld in het voor bevordering geldende normenboek.<br />

Doordat iedere docent in de vergadering een eigen<br />

inbreng heeft en zijn of haar mening over het leren en<br />

presteren van de leerling geeft, ontstaat volgens de<br />

Commissie een voldoende geobjectiveerd beeld.<br />

‘Anders dan klagers heeft de Commissie op het hanteren van<br />

deze criteria dan ook geen kritiek.’ 49<br />

Een bijzondere categorie besluiten betreft het schooladvies<br />

aan het einde van de basisschool. In combinatie<br />

met (meestal) de Cito-score is dit advies bepalend voor de<br />

toelating tot het voortgezet onderwijs. De leerkracht die<br />

volhield dat de ouders volledig vrij waren in hun keuze<br />

voor voortgezet onderwijs voor hun dochter had formeel<br />

wel gelijk: het staat ouders vrij om hun kind waar dan<br />

ook aan te melden. De leerkracht was echter ook op de<br />

hoogte van het toelatingsbeleid van de door de ouders en<br />

hun dochter beoogde school. Zonder positief schooladvies<br />

zou de leerling daar niet worden toegelaten. Die kennis<br />

had hij met de ouders en hun dochter moeten delen<br />

vond de Commissie: ‘Door de bij hem bekende informatie<br />

over de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />

VO-school niet of niet volledig met klagers te delen, heeft verweerder<br />

bij hen ten onrechte de indruk gewekt dat hun<br />

mening doorslaggevend zou zijn... .’ 50<br />

De ouders die erover klaagden dat hun dochter niet een<br />

jaar langer op de basisschool mocht blijven om een (door<br />

hen veronderstelde) leerachterstand weg te werken, zagen<br />

hun klacht ongegrond verklaard. De uitkomsten van alle<br />

toetsen en het schooladvies (VMBO, basisberoepsgerichte<br />

leerweg) lagen op één lijn. Het advies was daarom naar<br />

het oordeel van de Commissie voldoende onderbouwd en<br />

consistent. De Commissie nam met instemming kennis<br />

van het feit dat de leerling niettemin in de gelegenheid<br />

gesteld werd groep 8 nogmaals te volgen. Zoals al eerder<br />

vermeld is het soms goed genoegen te nemen met een<br />

‘second-best’-oplossing als door tegenstand van (bijvoorbeeld)<br />

ouders de beste oplossing niet haalbaar is.<br />

Of de school daartoe overgaat behoort ook tot haar eigen<br />

professionele beoordeling: een klacht hierover zal de<br />

Commissie alleen dan gegrond verklaren als de school<br />

niet in redelijkheid tot die beslissing heeft kunnen<br />

komen (marginale toetsing).<br />

CONCLUSIE<br />

Veel ouders kiezen een school vanwege de onderwijskundige<br />

en/of de opvoedkundige filosofie. Het is een van de<br />

mogelijkheden voor scholen om zich te onderscheiden<br />

van andere. Directies en docenten leggen er vaak eer in<br />

om die filosofie in de praktijk te brengen. Waar mensen<br />

zozeer betrokken zijn op hetzelfde, het beste onderwijs<br />

voor hun kinderen/leerlingen, kunnen niet alleen hechte<br />

bondgenootschappen, maar ook de diepste verschillen<br />

van mening ontstaan. Klachten over deze materie bieden<br />

vaak inzicht in de enorme betrokkenheid van zowel de<br />

klagers als de verweerders.<br />

De <strong>LKC</strong> is in beginsel terughoudend bij het toetsen van<br />

het professionele handelen van leerkrachten en directies.<br />

Bij het uitoefenen van hun belangwekkende en verantwoordelijke<br />

werkzaamheden moeten zij over handelingsvrijheid<br />

kunnen beschikken. Hebben zij die niet of wordt<br />

al hun doen en laten achteraf op een goudschaaltje gewogen,<br />

dan leidt dat tot passiviteit en defensief handelen.<br />

En dat gaat weer ten koste van de creativiteit die vereist is<br />

om kinderen in de richting van volwassenheid te begeleiden.<br />

De <strong>LKC</strong> betrekt daarom niet alleen het resultaat van<br />

het professionele handelen in haar beoordeling, maar<br />

meer nog de weg waarlangs dat resultaat is bereikt. Zo<br />

probeert de <strong>LKC</strong> invulling te geven aan haar opdracht een<br />

positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het<br />

onderwijs.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 17


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

18<br />

Organisatie en werkwijze<br />

van de <strong>LKC</strong><br />

I NLEIDING<br />

Net als de bij haar aangesloten scholen is de <strong>LKC</strong> een<br />

lerende organisatie. Hoewel de hoofdlijn van behandeling<br />

van klachten in het vijfjarige bestaan niet is gewijzigd,<br />

heeft de Commissie aan de hand van opgedane ervaringen<br />

op die lijn wel verfijningen en nuanceringen aangebracht.<br />

Grof geschetst ziet de procedure van klachtbehandeling er<br />

als volgt uit. Een klacht wordt behandeld door een<br />

Commissie die bestaat uit drie personen, te weten een<br />

voorzitter en twee leden. In het totaal bestaat de <strong>LKC</strong> uit<br />

zes voorzitters en elf leden. Indien de klacht daar aanleiding<br />

toe biedt - bijvoorbeeld in geval van discriminatie of<br />

ongewenste intimiteiten - zit er tenminste één lid met<br />

een specifieke deskundigheid in de Commissie.<br />

Een klacht wordt door het secretariaat in samenspraak<br />

met de voorzitter van de behandelende Commissie<br />

samengevat. Deze samenvatting is het uitgangspunt van<br />

de verdere behandeling. Degene tegen wie de klacht<br />

gericht is (in de stukken van de commissie verweerder<br />

genoemd) ontvangt een verzoek van de <strong>LKC</strong> om schriftelijk<br />

verweer te voeren tegen de klacht. In beginsel krijgen<br />

verweerders drie weken de tijd om hun verweerschrift in<br />

te dienen. Beide partijen ontvangen, hoge uitzonderingen<br />

daargelaten, afschrift van alle stukken die door de andere<br />

partij of door derden aan de Commissie zijn toegestuurd.<br />

In de volgende fase vindt de mondelinge behandeling van<br />

de klacht plaats. Partijen worden op een zitting van de<br />

Commissie in de gelegenheid gesteld hun standpunt<br />

nader toe te lichten en op dat van de andere partij te reageren.<br />

De Commissie hoort eventuele getuigen of deskundigen<br />

en ook stelt zij vragen aan de partijen. Na de<br />

zitting beraadt zij zich in beslotenheid (raadkamer) over<br />

de gegrondheid van de klacht en het advies dat zij aan het<br />

bestuur van de school uit zal brengen. Binnen vier weken<br />

na de zitting (indien nodig met eenmaal vier weken te<br />

verlengen) brengt de Commissie haar advies uit aan het<br />

bevoegd gezag. De klager en de verweerder(s) ontvangen<br />

afschrift van het advies. Het bevoegd gezag dient ten slot-<br />

te binnen vier weken aan de klager en aan de Commissie<br />

te laten weten of het instemt met het oordeel over de<br />

gegrondheid en of het de eventuele aanbevelingen overneemt.<br />

Al met al duurt de behandeling van een klacht op de<br />

beschreven manier ongeveer drie maanden. Het<br />

Reglement van de <strong>LKC</strong> bevat echter een bepaling die het<br />

mogelijk maakt een klacht versneld te behandelen indien<br />

de daarbij betrokken belangen daartoe aanleiding bieden.<br />

In dat geval worden alle termijnen verkort om aan de<br />

behoefte aan een snel advies te kunnen voldoen. Meestal<br />

kunnen de betrokkenen één dag na de zitting al mondeling<br />

op de hoogte worden gebracht van het oordeel van de<br />

Commissie. In <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> zes klachten versneld<br />

behandeld.<br />

S TUDIEDAG<br />

Jaarlijks belegt de <strong>LKC</strong> een studiedag waarop een onderwerp,<br />

waarmee de Commissie regelmatig te maken heeft,<br />

verder wordt uitgediept. In dat kader reisde de <strong>LKC</strong> op<br />

29 oktober <strong>2003</strong> af naar Almere om daar kennis te<br />

nemen van de manier waarop de Bestuurscommissie<br />

Openbaar Onderwijs Almere vorm heeft gegeven aan de<br />

leerlingenzorg in die gemeente. De Bestuurscommissie<br />

bestrijkt, net als de <strong>LKC</strong>, zowel het primair als het voortgezet<br />

en het voortgezet speciaal onderwijs. Daardoor was<br />

het voor de Commissie mogelijk veel zaken, die bij de<br />

klachtbehandeling regelmatig aan de orde komen, in de<br />

werkelijkheid en van dichtbij te aanschouwen.<br />

In groepjes bezochten de Commissieleden en de medewerkers<br />

van het secretariaat van de Commissie enkele<br />

basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs,<br />

een Praktijkschool, een school voor voortgezet onderwijs<br />

en een orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC,<br />

een school waar leerlingen aanvullend op de basisschool<br />

voorbereid worden op het voortgezet onderwijs). Met<br />

directeuren, intern leerlingbegeleiders en docenten werd<br />

bekeken en besproken hoe de zorg op de scholen is georganiseerd<br />

en hoe dat in de praktijk uitpakt.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 19


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

20<br />

Wat de Commissie in de eerste plaats is opgevallen is de<br />

bevlogenheid waarmee de individuele leerkrachten en de<br />

teams op de scholen aan het werk zijn. Ook waren de<br />

leerlingen veel rustiger aan het werk dan de meeste<br />

bezoekers verwacht hadden.<br />

De gedachte achter Weer Samen Naar School blijkt in<br />

Almere te zijn aangeslagen: zorgleerlingen worden waar<br />

mogelijk begeleid zonder hen uit het reguliere onderwijs<br />

te halen. Zowel op de basisscholen als in het voortgezet<br />

onderwijs wordt intensief aandacht besteed aan de zorgleerlingen<br />

(10 tot 15% van de totale schoolpopulatie).<br />

Voornamelijk met behulp van interne leerlingbegeleiding,<br />

ambulante ondersteuning en leerwegondersteuning worden<br />

zij binnen het reguliere onderwijs begeleid.<br />

Op basis van door de scholen aangegeven behoeften stelt<br />

de Bestuurscommissie kadernotities op die voor meer<br />

jaren gelden. Uitgangspunt daarbij is dat het bestuur<br />

investeert in mensen in het onderwijs. Op deze manier<br />

probeert het bestuur de omvang en de kwaliteit van de<br />

extra zorg aan leerlingen voor langere tijd te borgen.<br />

Het streven is om een doorlopende lijn aan te brengen<br />

tussen het primair en het voortgezet onderwijs. Dat is<br />

nog te vaak afhankelijk van de persoon van de leerkracht<br />

of de intern leerlingbegeleider. Men verwacht dat het<br />

geautomatiseerd opslaan van alle leerlinggegevens het<br />

mogelijk zal maken de overdracht te verbeteren.<br />

Over de rol van de <strong>LKC</strong> bij het verhogen van de kwaliteit<br />

van het onderwijs merkte één van de praktijkmensen op<br />

dat de adviezen vaak te abstract en te moeilijk geformuleerd<br />

zijn. Ook de informatie over de werkwijze en de<br />

mogelijkheden van de klachtencommissie zou in voor<br />

iedereen begrijpelijke taal moeten worden opgesteld.<br />

Ouders die naar de <strong>LKC</strong> stappen voelen zich volgens de<br />

mensen in het veld vaak niet begrepen. Dat komt ook<br />

terug in de adviezen van de <strong>LKC</strong>. De mensen in het<br />

veld hebben behoefte aan aanwijzingen over mogelijkheden<br />

om de communicatie met juist deze ouders open te<br />

houden.<br />

Tot slot vroeg één van de aanwezigen voor een open oog,<br />

ook bij de <strong>LKC</strong>, voor de problematische situatie waarin<br />

veel zorgleerlingen zich bevinden. Zij hebben niet alleen<br />

op school te kampen met (soms grote) problemen, maar<br />

ook buiten school. Uit de adviezen van de <strong>LKC</strong> blijkt niet<br />

altijd dat deze zich daar bewust van is. Het advies van<br />

deze praktijkman luidde om goed te blijven kijken naar<br />

oorzaken en gevolgen.<br />

De Commissie heeft de studiedag als buitengewoon leerzaam<br />

ervaren. Het was goed om ook (of juist) buiten een<br />

klachtsituatie kennis te nemen van de praktijk die zo vaak<br />

aan de Commissie ter beoordeling wordt voorgelegd. Aan<br />

het eind van de dag bedankte de Commissie niet alleen<br />

de Bestuurscommissie voor de perfecte voorbereiding en<br />

invulling van de dag, maar ook alle scholen en hun medewerkers<br />

die het mogelijk maakten dat de Commissie deze<br />

kijk in de keuken - in een enkel geval ook letterlijk - kon<br />

nemen.<br />

AMBTSHALVE OVERWEGINGEN EN AANBEVELINGEN<br />

De primaire taak van de <strong>LKC</strong> is zich uit te laten over de gegrondheid van een klacht. De manier waarop de<br />

Commissie de ingediende klachten ter hand neemt is hier boven in de inleiding beschreven. Een selectie van de in<br />

<strong>2003</strong> verstrekte adviezen treft u in Hoofdstuk 3 van dit <strong>jaarverslag</strong>.<br />

Bij de klachtbehandeling stuit de Commissie ook regelmatig op zaken waarover niet geklaagd is, maar die wel<br />

vraagtekens oproepen. Indien er enig verband met de klacht is en het past in het verloop van de klachtbehandeling<br />

besteedt de Commissie daar ter zitting vaak al aandacht aan. Deze onderwerpen kunnen ook terugkomen in de<br />

adviezen van de Commissie ook al handelde de klacht er niet over. De Commissie besteedt daar dan, zoals zij dat<br />

noemt, ambtshalve aandacht aan.<br />

De eerste ambtshalve overwegingen en aanbevelingen gingen voornamelijk over de klachtbehandeling in een eerder<br />

stadium en alles wat daarmee samenhangt. 1 Het was dan ook nog kort na de invoering van de Kwaliteitswet, die<br />

(onder meer) de verplichting tot aansluiting bij een klachtencommissie regelde.<br />

Inmiddels bevatten de adviezen van de <strong>LKC</strong> in toenemende mate ambtshalve overwegingen en aanbevelingen die<br />

ook over andere onderwerpen dan de klacht gaan. Zo heeft de Commissie in <strong>2003</strong> buiten de klacht om aandacht<br />

besteed aan de verplichting tot het toepassen van hoor en wederhoor alvorens na een incident maatregelen te treffen,<br />

de noodzaak tot schriftelijke verslaglegging van gesprekken met ouders, de ontvankelijkheid als een klacht eerder<br />

door het bevoegd gezag is behandeld en heeft zij in één geval ambtshalve geadviseerd een mediator in te schakelen. 2<br />

Door het opnemen van deze ambtshalve overwegingen en aanbevelingen geeft de <strong>LKC</strong> inhoud aan haar taak:<br />

Door het geven van een oordeel over de gegrondheid van een concrete klacht een bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering<br />

van het onderwijs in het algemeen.<br />

KLACHTEN OVER HET OVERBLIJVEN<br />

Ook tijdens het overblijven op school gaan er wel eens dingen mis die uiteindelijk leiden tot een klacht. Problemen<br />

over het overblijven worden in eerste instantie vaak bij de groepsleerkracht en/of de directeur aangekaart. Als dat<br />

niet leidt tot een oplossing en er een klacht bij de <strong>LKC</strong> wordt ingediend, is deze over het algemeen gericht tegen de<br />

directeur.<br />

Helemaal vanzelfsprekend is dat niet. Artikel 45 van de Wet op het primair onderwijs luidt:<br />

Het bevoegd gezag stelt leerlingen in de gelegenheid onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw en op het<br />

terrein van de school door te brengen. De kosten die hieruit voortvloeien komen voor rekening van de ouders, voogden<br />

of verzorgers. Het bevoegd gezag kan de overblijfmogelijkheid zelf organiseren. Indien leerlingen van de mogelijkheid<br />

bedoeld in de eerste volzin gebruik maken, draagt het bevoegd gezag zorg voor een verzekering tegen wettelijke<br />

aansprakelijkheid. (…)<br />

In veel gevallen wordt het overblijven georganiseerd door de Ouderraad en beperkt de school zich tot het beschikbaar<br />

stellen van de ruimte om over te blijven. Niet zelden is het verweer tegen een ingediende klacht dan ook dat<br />

het voorval dat tot de klacht geleid heeft niet onder de verantwoordelijkheid van de school valt. Een enkele keer heeft<br />

dat verweer succes gehad. Het bestuur van de overblijf had besloten dat een leerling die regelmatig voor problemen<br />

zou zorgen niet meer mocht overblijven. De moeder van de jongen diende daarop een klacht in die gericht was<br />

tegen de directeur. De <strong>LKC</strong> oordeelde echter dat deze geen verantwoordelijkheid droeg voor het besluit en dat de<br />

moeder haar klacht tegen het bestuur had moeten richten. 3<br />

Latere adviezen van de <strong>LKC</strong> bevatten een meer materiële benadering, inhoudende dat indien de school zich op enigerlei<br />

wijze met het overblijven bemoeit, zij daar ook op aangesproken kan worden. Een ouder klaagde erover dat er<br />

tijdens het overblijven te weinig toezicht was en dat zich al een tweetal incidenten had voorgedaan. De directeur<br />

verweerde zich door te stellen dat er, naast de overblijfouders, steeds een leerkracht op de achtergrond toezicht hield<br />

en dat leerlingen na geconstateerde overtreding van de regels bestraft werden. De directie overlegde regelmatig met<br />

het bestuur van de overblijf over de gang van zaken.<br />

De <strong>LKC</strong> oordeelde dat de klacht gegrond was omdat er te weinig toezicht op de overblijvers gehouden werd. Zij<br />

achtte de directie van de school daarvoor verantwoordelijk: zeker na een eerder incident had deze tot bijzondere<br />

voorzichtigheid moeten manen, ook al was zij formeel-juridisch niet verantwoordelijk voor het overblijven. 4<br />

1 Bijvoorbeeld <strong>LKC</strong> 99.077 over het opnemen van de klachtenregeling in de schoolgids,<br />

een vaak terugkerende overweging van de Commissie.<br />

2 Respectievelijk <strong>LKC</strong> 03.008, 03.020, 03.074, 03.029 en 03.073.<br />

3 <strong>LKC</strong> 99.059<br />

4 <strong>LKC</strong> 02.098<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 21


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

22<br />

VARIA<br />

Vertegenwoordiging ter zitting van verweerders<br />

Partijen die bij een klacht zijn betrokken kunnen zich laten bijstaan door een gemachtigde. Ook als er sprake is<br />

van meerdere verweerders, de klacht is bijvoorbeeld gericht tegen de directie en het bevoegd gezag, komt het voor dat<br />

een van de verweerders zich ter zitting laat vertegenwoordigen door een andere verweerder. Deze laatste voert dan<br />

namens beiden verweer. In beginsel is daar niets op tegen. Wel stelt de Commissie het ten zeerste op prijs indien zij<br />

na afloop van de zitting zo volledig mogelijk geïnformeerd is over de aangelegenheid waarover zij advies gaat uitbrengen.<br />

Wanneer een klacht dan ook gaat over feitelijke aangelegenheden heeft het sterk de voorkeur dat diegenen<br />

die daar zelf bij aanwezig waren, en er dus uit de eerste hand verklaringen over kunnen afleggen, de zitting van de<br />

Commissie bijwonen.<br />

Wraking en verschoning<br />

Het Reglement van de <strong>LKC</strong> 5 bevat een bepaling over wraking en verschoning. Wraking is aan de orde indien één<br />

van de partijen van mening is dat er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de<br />

Commissie schade zou kunnen leiden. In geval van verschoning is een commissielid zelf die mening toegedaan en<br />

verzoekt daarom van de behandeling van de klacht te worden ontheven.<br />

In <strong>2003</strong> is één maal een verzoek tot wraking ingediend. Een zittingvoorzitter had zich volgens klagers tijdens de<br />

zitting partijdig opgesteld. Een dag na de zitting deelden zij de Commissie mee zeer ontevreden te zijn over het verloop<br />

van de zitting, in het bijzonder over het optreden van de voorzitter. Zij dienden een verzoek tot wraking in.<br />

De Commissie kwam na het afluisteren van gedeelten van de geluidsopname, die van de zitting gemaakt was, tot<br />

het oordeel dat sommige uitspraken ter zitting wellicht minder gelukkig waren, maar dat er van partijdigheid geen<br />

sprake was. Het verzoek om wraking werd daarom afgewezen.<br />

Termijnen<br />

De gemachtigde van een klager heeft zich tot de <strong>LKC</strong> gewend met vragen over termijnen voor het indienen van<br />

stukken. Hij vond dat hem te weinig tijd gegund was tussen de ontvangst van het verweerschrift en de zitting.<br />

Overleg met zijn cliënt bleek daardoor niet of nauwelijks mogelijk.<br />

Hoewel de <strong>LKC</strong> de hand had gehouden aan de reglementaire termijnen, heeft zij wel besloten om waar mogelijk<br />

tegemoet te komen aan de opgeworpen bezwaren, bijvoorbeeld door klachten zo snel mogelijk na ontvangst in<br />

behandeling te nemen. Het gevolg daarvan is bijna altijd dat er meer tijd zit tussen de ontvangst van het verweerschrift<br />

en de geplande zitting. Voor nadere stukken, zoals getuigenverklaringen en dergelijke, die kort voor de zitting<br />

maar wel tijdig worden ingediend, biedt deze werkwijze geen soelaas. Bij een volgende wijziging van het Reglement<br />

zullen alle daarin genoemde termijnen nog eens tegen het licht worden gehouden.<br />

Brochures over klachten in het onderwijs<br />

In <strong>2003</strong> zag een tweetal brochures over klagen in het onderwijs het licht. Met financiële steun van het Ministerie<br />

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gaf een aantal ouderorganisaties een handreiking uit voor ouders met<br />

een klacht over het onderwijs. De werkgeversorganisaties richtten zich met de uitgave “Klachten voorkomen” tot de<br />

scholen. In beide uitgaven wordt alle betrokkenen bij een klacht nadrukkelijk geadviseerd de hakken niet te stevig in<br />

het zand te plaatsen en zoveel mogelijk te blijven communiceren. 6<br />

5 Het Reglement is evenals het Instellingsbesluit te vinden op de website lgc-lkc.nl<br />

6 Tenzij de aard van de klacht zich daar niet toe leent. Een beschuldiging ter zake<br />

van een zedendelict laat zich niet in een gesprek oplossen.<br />

O NTWIKKELINGEN BINNEN DE C OMMISSIE EN HET SECRETARIAAT.<br />

Ook in dit verslagjaar is de samenstelling van de Commissie niet gewijzigd. Wel hebben zich wederom enkele wijzigingen<br />

in het personeelsbestand van het secretariaat van de Commissie voorgedaan. Mevrouw M.R. Backer is met<br />

ingang van 1 januari <strong>2003</strong> benoemd tot secretaris van de <strong>LKC</strong> en in die hoedanigheid belast met de verantwoordelijkheid<br />

voor de ondersteuning van de Commissie. Mevrouw E.J.J. Kits Nieuwenkamp is als adjunct-secretaris werkzaam<br />

geweest vanaf 15 januari <strong>2003</strong>. Mevrouw I.M. Speel, eveneens adjunct-secretaris, heeft het secretariaat per<br />

1 juli <strong>2003</strong> verlaten. Met ingang van 15 september <strong>2003</strong> heeft mevrouw P.E. van Althuis haar plaats ingenomen.<br />

Vanwege deze wisselingen en enige onderbezetting heeft het secretariaat gedurende de<br />

tweede helft van het jaar op bescheiden schaal gebruik gemaakt van juristen op detacheringsbasis. Mede daardoor<br />

is voorkomen dat de werkvoorraad aan het einde van het jaar onacceptabel hoog uit zou komen. In bijlage A van<br />

dit verslag valt te lezen dat het aantal onderhanden dossiers aan het einde van <strong>2003</strong> exact even hoog was als een<br />

jaar daarvoor (29).<br />

DE AANSLUITING BIJ DE <strong>LKC</strong><br />

Nog steeds is er sprake van een groei van zowel het aantal bij de <strong>LKC</strong> aangesloten scholen als van het aantal leerlingen<br />

op de aangesloten scholen. Het aantal scholen groeide met 71 tot 2446. Verreweg de meeste daarvan, 2182,<br />

zijn openbare basisscholen. Op de aangesloten scholen zaten 721.880 leerlingen (in 2002: 675.150). Het aantal<br />

aangesloten besturen is met 21 afgenomen tot 388. Aangenomen mag worden dat de reden hiervoor bestuurlijke<br />

schaalvergroting is.<br />

Het aantal aangesloten samenwerkingsverbanden WSNS is ongewijzigd gebleven (33). Anders dan verwacht hebben<br />

zich geen nieuwe onderwijsbegeleidingsdiensten of muziekscholen aangemeld. De <strong>LKC</strong> heeft binnen deze groep<br />

in <strong>2003</strong> ook niet actief geworven.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 23


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

24<br />

Uitkomst van de door de <strong>LKC</strong><br />

in <strong>2003</strong> afgewikkelde klachten<br />

INLEIDING<br />

Zoals ieder jaar heeft de <strong>LKC</strong> een selectie gemaakt van de<br />

in het verslagjaar uitgebrachte adviezen. De daaraan ten<br />

grondslag liggende klachten zijn hetzij representatief voor<br />

het soort klachten in het algemeen, hetzij opmerkelijk<br />

genoeg om hier weer te geven.<br />

De klachten worden weergegeven in sterk samengevatte<br />

vorm. Alleen de essentie van het advies wordt weergegeven,<br />

waardoor de lezer snel een overzicht kan krijgen van<br />

de soort klachten die de <strong>LKC</strong> krijgt voorgeschoteld. Het<br />

spreekt voor zich dat een dergelijke verkorte weergave in<br />

de meeste gevallen geen recht doet aan alle nuances van<br />

de klacht en het advies daarover. Deze zijn wel terug te<br />

vinden in de weergave op de website www.lgc-lkc.nl: de<br />

adviezen worden daar uitgebreider samengevat met in<br />

beginsel opname van de volledige overwegingen van de<br />

Commissie. Het beleid van de <strong>LKC</strong> is om de uitgebrachte<br />

adviezen niet eerder dan na drie maanden op de website<br />

te publiceren. In de loop der jaren is daarin achterstand<br />

ontstaan. De inspanningen blijven er op gericht om alle<br />

uitgebrachte adviezen (geanonimiseerd) te publiceren.<br />

Van nagenoeg alle in de tekst van dit <strong>jaarverslag</strong> opgenomen<br />

adviezen zijn inmiddels samenvattingen op de<br />

website geplaatst.<br />

Evenals in voorgaande jaren zijn het voornamelijk in<br />

<strong>2003</strong> ouders/verzorgers geweest die klachten hebben<br />

ingediend. Gelet op de aard van de meeste klachten,<br />

pedagogisch-didactische begeleiding en communicatie,<br />

hoeft dat geen verwondering te wekken. Opvallend is dat<br />

het aantal werknemers dat de weg naar de <strong>LKC</strong> weet te<br />

vinden gestaag groeit. Daardoor maken zij gebruik van de<br />

mogelijkheid die niet alleen de Kwaliteitswet, maar ook de<br />

door een groot aantal onderwijsorganisaties ontworpen<br />

modelklachtenregeling hen biedt.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 25


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

26<br />

Communicatie<br />

In dit <strong>jaarverslag</strong> een viertal klachten over de communicatie tussen school en<br />

ouders/leerlingen. Hoewel communicatie per definitie meerzijdig is, legt de <strong>LKC</strong><br />

op de professionele betrokkene bij een conflict een extra verantwoordelijkheid voor<br />

het openhouden of herstellen van de communicatie. In de vier beschreven gevallen<br />

heeft het daar geheel of ten dele aan geschort. Van de vijftien klachten die de<br />

<strong>LKC</strong> in <strong>2003</strong> op dit gebied heeft behandeld zijn er vijf ongegrond verklaard.<br />

Gebrekkige communicatie tussen ouder en<br />

directeur 1<br />

INHOUD KLACHT<br />

De vader is werkzaam als vrijwilliger op een school. Hij<br />

klaagt erover dat de directie heeft nagelaten te voorkomen<br />

dat hij in een situatie is terecht gekomen waarin<br />

hij zich zonder bijstand van een leerkracht of van andere<br />

vrijwilligers, heeft moeten verweren tegen een agressieve<br />

mede-ouder en haar zoon. Het voorval deed zich<br />

voor op het voetbalveld van de school. De directie heeft<br />

aan de vader, in de voorlichting aan alle andere ouders,<br />

vechtersgedrag toegeschreven. De directeur heeft geweigerd<br />

in te gaan op het verzoek van de vader om rectificatie<br />

daarvan.<br />

De directie heeft de vader kort na het incident niet volgens<br />

afspraak op school, maar alleen op het politiebureau<br />

te woord willen staan, hetgeen hij als misplaatst en<br />

grievend heeft ervaren.<br />

Het bevoegd gezag heeft hem bij wijze van ordemaatregel<br />

de toegang tot de school ontzegd vanwege zijn<br />

betrokkenheid bij het incident.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Het ging hier om een door de school gevraagde vrijwilliger<br />

en een ouder. De Commissie merkt hierbij op dat<br />

op het moment dat een ouder als vrijwilliger binnen de<br />

school behulpzaam is hij tot de medewerkers van de<br />

school behoort. Het had van behoorlijk optreden getuigd<br />

wanneer de directie de vader ook na het voorval als een<br />

medewerker van de school had behandeld.<br />

Gebleken is dat de directie geen onderzoek heeft gedaan<br />

naar wat er op het voetbalveld heeft plaatsgevonden. De<br />

Commissie is van oordeel dat dit wel tot haar verantwoordelijkheid<br />

behoort. Dat er inmiddels een politie-<br />

onderzoek was gestart doet daar niet aan af. Door zelf<br />

na te gaan wat er was gebeurd had de directie de ouders<br />

op juiste wijze kunnen informeren. Op het moment dat<br />

het voor de directie duidelijk was wat er zich had afgespeeld<br />

had zij dit alsnog aan de ouders bekend kunnen<br />

maken. Feitelijk heeft de directie de ouders (onjuist)<br />

voorgelicht zonder de betrokken vrijwilliger/medewerker<br />

van de school (klager) voldoende te horen. Hier<br />

wreekt zich het nalaten van de toepassing van het beginsel<br />

van hoor en wederhoor. Dit klachtonderdeel is dan<br />

ook gegrond. De directie heeft langere tijd een goed<br />

contact met de vader gehad. De vader heeft nooit eerder<br />

fysiek geweld gebruikt en hij stond ook niet bekend als<br />

gewelddadig. De Commissie is van oordeel dat de<br />

opstelling van de directie om de vader alleen op het politiebureau<br />

te woord te staan misplaatst en grievend is.<br />

Vanuit het oogpunt van orde en rust vindt de<br />

Commissie de getroffen maatregel, inhoudende dat de<br />

vader een periode niet op school mocht komen, terecht.<br />

Echter, de rust en orde had op korte termijn hersteld<br />

kunnen worden. Een ordemaatregel voor de duur van<br />

twee maanden is in dit geval niet gerechtvaardigd.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op deze onderdelen deels gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen op het punt van onderzoek<br />

doen naar de situatie op het voetbalveld. Er was niemand<br />

van de school aanwezig toen het voorval plaatsvond.<br />

Onzorgvuldig handelen van groepsleerkracht<br />

tegen leerling en ouder 2<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt over het onzorgvuldige en onbehoorlijke<br />

optreden van de groepsleerkracht jegens haar zoon en<br />

jegens haar als ouder.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De zoon kwam tussen de middag thuis en gaf aan niet<br />

meer naar school te willen. De moeder heeft hierop telefonisch<br />

contact gezocht met de groepsleerkracht. Na de<br />

opmerking ‘voor dit soort flauwekul heb ik geen tijd’<br />

heeft de groepsleerkracht het telefoongesprek abrupt<br />

afgebroken.<br />

‘s Middags is de groepsleerkracht in de klas hierop<br />

teruggekomen. Hij heeft toen duidelijk gemaakt dat hij<br />

het niet leuk vond om in de lunchpauze door een ouder<br />

te worden gebeld, ‘zeker niet voor een hoop onzin, waar<br />

de kinderen zelf schuld aan hadden.’<br />

Dat de groepsleerkracht ‘s middags in algemene zin<br />

klassikaal zijn ongenoegens heeft geuit over het feit dat<br />

hij in zijn lunchpauze is gestoord, vindt de Commissie<br />

klachtwaardig. De leerlingen stonden hier immers buiten.<br />

De groepsleerkracht had tegen degene die hij heeft<br />

gesproken zijn ongenoegens moeten uiten en het daarbij<br />

moeten laten. De klacht is op dit punt gegrond. De<br />

Commissie acht het begrijpelijk dat het gesprek voor de<br />

groepsleerkracht na een hectische ochtend niet op een<br />

gunstig tijdstip kwam. Ondanks dat aan een professional<br />

op het gebied van communicatie met ouders hogere<br />

eisen worden gesteld, ontslaat dit ouders niet van hun<br />

eigen verantwoordelijkheid om een situatie op juiste<br />

wijze in te schatten. De moeder kent haar eigen zoon en<br />

zijn problematiek. Zij had er ook voor kunnen kiezen<br />

om op een ander moment met de groepsleerkracht te<br />

spreken dan tijdens de lunchpauze.<br />

Tevens heeft de groepsleerkracht in een volle klas tegen<br />

de zoon gezegd: ‘let jij eens even op want straks met de<br />

CITO snap je er weer niets van en krijg je weer pijn in<br />

je buikje.’ De zoon vond dit een vervelende opmerking<br />

en heeft dit eerst aan de directeur en later in een briefje<br />

aan de groepsleerkracht kenbaar gemaakt. Gelet op de<br />

vertrouwensrelatie die de groepsleerkracht met de zoon<br />

meende te hebben lijkt het niet aannemelijk dat de<br />

opmerking vervelend bedoeld was.<br />

De groepsleerkracht heeft tenslotte tegen de zoon<br />

gezegd dat hij maar eens op moest houden om thuis<br />

alles tegen zijn moeder te vertellen en dat hij ook niet<br />

naar de directeur moest gaan maar gewoon naar de<br />

groepsleerkracht zelf. De Commissie vindt het niet van<br />

een professionele houding getuigen wanneer een<br />

groepsleerkracht zijn ongenoegen over een ouder tegen<br />

een leerling uit. Wel kan de Commissie zich er in vinden<br />

dat zowel ouders als leerlingen hun vragen, opmerkingen,<br />

ongenoegens etc. in eerste instantie bespreken<br />

met de direct betrokkene en niet voor alles direct de<br />

directeur benaderen.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

De klacht is gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

1 03.011/12, primair onderwijs<br />

2 03.030, primair onderwijs<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 27


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

28<br />

Gebrekkige communicatie 3<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen over de onbehoorlijke en onzorgvuldige<br />

communicatie door de directie en het bevoegd gezag<br />

van de school over de schoolcarrière van hun zoon.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Gebleken is dat de communicatie tussen de ouders en<br />

de directie van de school verre van vlekkeloos is verlopen.<br />

Voor de Commissie staat vast dat de ouders daarin<br />

ook een belangrijk aandeel hebben gehad. De directie<br />

heeft een aantal keren telefonisch contact met de ouders<br />

opgenomen. Vaststaat dat beide ouders de Nederlandse<br />

taal niet of slechts zeer beperkt machtig zijn. De directie<br />

was daarvan op de hoogte aangezien er bij de gesprekken<br />

die zij met de ouders voerde altijd iemand aanwezig<br />

moest zijn die als tolk op kon treden.<br />

De Commissie twijfelt ernstig aan de effectiviteit van<br />

het voeren van telefoongesprekken met ouders die de<br />

Nederlandse taal niet of in slechts in beperkte mate<br />

beheersen. In die gevallen waarin dat onvermijdelijk<br />

was, had de directie zich er (achteraf) van dienen te vergewissen<br />

of haar gesprekspartner begrepen had wat er<br />

besproken was. Ondanks alle problemen in de communicatie<br />

met de ouders had de directie hen ook steeds<br />

schriftelijk dienen te informeren over de stand van<br />

zaken, haar voornemens en de te verwachten gevolgen<br />

daarvan voor het vervolg van de schoolcarrière van hun<br />

zoon. Er zijn van de gevoerde gesprekken geen verslagen<br />

gemaakt. Hierdoor is niet vast te stellen wat er precies<br />

besproken en eventueel afgesproken is; ook tussen<br />

partijen zelf kan daarover verschil van mening ontstaan.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag van de<br />

school om met de directie van de school de wijze van<br />

communiceren en de verslaglegging daarvan te bespreken.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Onvolledige informatie gegeven aan ouders<br />

door directeur 4<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de directeur van de school<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld ten opzichte van hen.<br />

De directeur heeft de vader en een andere ouder bij<br />

hem uitgenodigd voor een gesprek. Hij heeft hen van<br />

elkaars aanwezigheid tijdens dat gesprek niet vooraf<br />

op de hoogte gebracht.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De directeur heeft tegen het klachtonderdeel dat betrekking<br />

heeft op het gesprek tussen de vader en de andere<br />

ouder ingebracht dat hij de risico’s van tevoren heeft<br />

ingeschat. Hij dacht niet dat het samenbrengen van de<br />

vaders tot grote spanning zou leiden. Hij heeft wel<br />

erkend dat er enige spanning tussen de twee vaders<br />

voelbaar was. De Commissie acht het niet aannemelijk<br />

dat de directeur door te handelen zoals hij heeft gedaan<br />

een onverantwoord risico heeft genomen. Wel acht de<br />

Commissie de door de directeur gekozen handelwijze<br />

onzorgvuldig.<br />

De Commissie heeft er ook kennis van genomen dat<br />

aan de vader pas tijdens het gesprek is meegedeeld met<br />

welk doel hij was uitgenodigd voor het gesprek.<br />

De Commissie stelt voorop dat het van <strong>corr</strong>ect gedrag<br />

getuigt iemand vooraf te vertellen wat de reden is voor<br />

het aangaan van een gesprek en diegene ook van tevoren<br />

op de hoogte te stellen van het feit dat er ook een<br />

andere partij is uitgenodigd. Dit laatste is zeker noodzakelijk<br />

wanneer de uitnodigende partij op de hoogte is<br />

van het feit dat er mogelijk frictie bestaat tussen de twee<br />

andere die hij uitnodigt.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht is op dit onderdeel gegrond.<br />

In overleg treden met de directeur van de basisschool<br />

over de wijze waarop in de schoolgids aandacht besteed<br />

dient te worden aan de werking van de op de school<br />

geldende klachtenregeling.<br />

Met de directeur bespreken hoe op <strong>corr</strong>ecte wijze in<br />

gesprek gegaan moet worden met ouders.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Pedagogisch-didactische begeleiding<br />

Mede ter illustratie van hetgeen in hoofdstuk 1 is besproken is een relatief groot aantal<br />

adviezen uit deze categorie opgenomen. Verschillen van mening over schooladviezen,<br />

herkansingen en plaatsing in een andere groep. Maar ook de inmiddels meer traditionele<br />

klachten over de begeleiding van leerlingen. Met name de begeleiding van zorgleerlingen,<br />

alsmede de registratie daarvan en communicatie daarover luisteren vaak nauw.<br />

Meningsverschil over overgang van leerling 5<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de school weigert hun<br />

dochter naar groep 3 te laten gaan, ondanks een positief<br />

advies daarover van een onafhankelijke deskundige.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Ter beoordeling ligt de vraag of de leerkracht in redelijkheid<br />

tot de beslissing heeft kunnen komen om de dochter<br />

voor het volgende schooljaar opnieuw in groep 2 te<br />

plaatsen.<br />

Een dergelijke beslissing toetst de Commissie marginaal.<br />

Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen<br />

zonder deugdelijk te zijn voorbereid of indien de<br />

beschikbare gegevens kennelijk tot een andere beslissing<br />

hadden dienen te leiden, zal een klacht hierover<br />

gegrond verklaard worden. Van een ondeugdelijke voorbereiding<br />

kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld) geen<br />

overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />

indien wel beschikbare gegevens niet bij het<br />

nemen van de beslissing zijn betrokken, of als geen<br />

extern advies is ingewonnen terwijl daarvoor wel een<br />

duidelijke aanleiding bestond. Bij het beantwoorden van<br />

de vraag of de beschikbare gegevens tot een bepaalde<br />

beslissing moeten leiden beschikt de school over een<br />

ruime mate van professionele vrijheid.<br />

Er heeft veelvuldig contact over de dochter plaatsgevonden<br />

tussen de ouders en de school. Het feit dat de dochter<br />

zich op school qua prestaties en aanwezigheid<br />

anders manifesteert dan in andere situaties is daarbij<br />

onderwerp van gesprek geweest. Een intern begeleider<br />

3 03.024, voortgezet onderwijs<br />

4 03.058, primair onderwijs 5 03.073, primair onderwijs<br />

heeft niet alleen de ontwikkelingen van de dochter<br />

gedurende het schooljaar in ogenschouw genomen,<br />

maar heeft de dochter ook een extra toets afgenomen.<br />

Door op de beschreven manier te werk te gaan heeft de<br />

school het besluit voldoende zorgvuldig voorbereid. Er<br />

waren voldoende gegevens beschikbaar op basis waarvan<br />

de leerkracht tot dit besluit heeft kunnen komen,<br />

zelfs al waren de ouders een andere mening toegedaan<br />

die bovendien ondersteund werd door de conclusie van<br />

het door hen ingeschakelde onderzoeksbureau.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Ambtshalve: gebleken is dat er een fors communicatieprobleem<br />

bestaat tussen de ouders en de school. De<br />

ouders enerzijds, de leerkracht en een intern begeleider<br />

anderzijds hebben aangegeven het idee te hebben tegen<br />

een muur te praten.Omdat de ouders hun kinderen op<br />

deze school willen houden is het noodzakelijk externe<br />

deskundige begeleiding in te schakelen ten einde partijen<br />

behulpzaam te zijn bij het oplossen van de gerezen<br />

problemen en te komen tot constructieve communicatie.<br />

Inschakelen van een externe communicatiedeskundige<br />

of mediator is aan te raden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen. Advies met betrekking tot het<br />

inschakelen van een mediator is overgenomen.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 29


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

30<br />

Onenigheid over schooladvies 6<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt erover dat de groepsleerkracht een in zijn<br />

ogen verkeerd schooladvies heeft gegeven voor zijn<br />

dochter. Hij wijst er daarbij op dat de groepsleerkracht<br />

van groep 7 had gezegd dat zijn dochter MAVO zou<br />

kunnen volgen. De vader geeft aan dat wanneer zijn<br />

dochter een groep over had kunnen doen, zij meer kans<br />

had gehad om haar taalachterstand in te halen. De leerkracht<br />

van groep 8 is echter van mening dat de dochter<br />

VMBO/ LWOO zou moeten volgen.<br />

Daarnaast vindt de vader dat de leerkracht van groep 8<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld. De leerkracht heeft de<br />

dochter geen CITO-toets laten maken omdat er al een<br />

schooladvies gegeven was.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie merkt op dat de klacht in wezen tegen<br />

(het systeem van) de school is gericht, aangezien de<br />

advisering voor het vervolgonderwijs het sluitstuk is van<br />

een proces dat in groep 6 aanvangt en waarbij het hele<br />

schoolteam betrokken is. Aan het einde van groep 6<br />

bestond er verschil van mening tussen de vader en de<br />

school over het door de dochter te volgen traject. Aan<br />

het einde van groep 7 was daarin geen verandering<br />

gekomen en in groep 8 is dit verschil van mening in<br />

volle omvang zichtbaar geworden toen de vader niet in<br />

kon stemmen met het door de leerkracht gegeven advies<br />

voor vervolgonderwijs. Het was toen te laat om alsnog<br />

aan de wensen van de vader tegemoet te komen.<br />

Het is de school te verwijten dat een zo fundamenteel<br />

verschil van mening gedurende twee jaar heeft kunnen<br />

voortbestaan. Eind groep 6 was het voor de school duidelijk<br />

dat de vader niet instemde met het door de school<br />

beoogde einddoel voor de dochter. Niettemin is de<br />

school vervolgens conform haar eigen inschatting aan<br />

het werk gegaan zonder daarover volkomen duidelijkheid<br />

aan de vader te verschaffen. Daaraan heeft de<br />

school niet verstandig gedaan omdat op die manier het<br />

verschil van mening met de vader aan het einde van het<br />

traject voorspelbaar in een conflict moest eindigen. Eén<br />

en ander is nog versterkt door de verschillende manieren<br />

waarop de leerkrachten de vorderingen van de dochter<br />

op de rapporten hebben vermeld. Weliswaar werden<br />

deze toegelicht tijdens de rapportbesprekingen, maar<br />

die tijd is te kort om aan de ouders duidelijk te maken<br />

hoe de gepresenteerde resultaten zich verhouden tot de<br />

werkelijke vorderingen. Bij de vader heeft aldus het idee<br />

kunnen ontstaan dat zijn eigen inschatting van de<br />

mogelijkheden van zijn dochter juister was dan de prognose<br />

van de school. De school had dit conflict kunnen<br />

voorkomen door aan het einde van groep 6 met de<br />

vader in overleg te treden over de manier waarop de<br />

dochter begeleid zou worden en de daarbij beoogde<br />

einddoelen. De vader heeft uitgesproken dat zijn dochter<br />

over de capaciteiten beschikt om de theoretische<br />

leerweg van het VMBO te volgen indien zij een jaar zou<br />

doubleren en daardoor haar taalachterstand zou<br />

inlopen. Hij baseert zich daarbij op een uitlating van de<br />

leerkracht van groep 7, die gezegd zou hebben dat de<br />

dochter MAVO zou kunnen halen, alsmede op de<br />

mening van een OALT-docent.<br />

Bij het beoordelen van een waardering van het kunnen<br />

en kennen van leerlingen neemt de Commissie een<br />

grote mate van terughoudendheid in acht. Alleen indien<br />

de inhoud van zo’n waardering kennelijk niet juist is of<br />

indien aan de totstandkoming daarvan zodanige gebreken<br />

kleven dat daaraan in redelijkheid niet vast kan worden<br />

gehouden, zal zij adviseren aan die beoordeling<br />

voorbij te gaan.<br />

Het is zeker niet uit te sluiten dat het volgen van een<br />

extra jaar basisonderwijs bij een substantieel aantal leerlingen<br />

van allochtone afkomst kan leiden tot een hoger<br />

niveau van vervolgopleiding.<br />

De dochter had echter niet alleen te kampen met een<br />

taalachterstand maar tevens met een rekenachterstand.<br />

Wat hiervoor gezegd is over taalachterstand bij leerlingen<br />

van allochtone afkomst hoeft zeker niet ook voor<br />

rekenen te gelden.<br />

De school had er verstandig aan gedaan de dochter wel<br />

de CITO eindtoets af te laten leggen. Daardoor had aan<br />

de vader, die sinds eind groep 6 al niet instemde met de<br />

inschatting van de school, een actueel en extern getoetst<br />

inzicht in het prestatieniveau van zijn dochter geboden<br />

kunnen worden. Mits het doel van de toets haar goed<br />

uitgelegd zou zijn, had het afleggen daarvan voor de<br />

dochter ook geen teleurstellende ervaring behoeven te<br />

zijn. Een leerkracht van groep 8 mag geacht worden in<br />

staat te zijn dergelijke mogelijke teleurstellingen bij<br />

leerlingen te voorkomen.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

De klacht is op deze onderdelen ongegrond. Wel is<br />

het verschil van mening over de te bereiken onderwijsdoelen<br />

onnodig lang blijven bestaan.<br />

Bewerkstelligen dat verschillen van mening tussen<br />

ouders en de school over te bereiken onderwijsdoelen<br />

niet gedurende langere tijd kunnen blijven bestaan.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Verzoek ouders om herkansing voor zoon<br />

afgewezen 7<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat het bevoegd gezag de handelwijze<br />

van de locatiedirectie heeft onderschreven om<br />

het aan hun zoon toegekende cijfer 1 voor een presentatie<br />

voor het vak Nederlands te handhaven. Het door de<br />

ouders gedane verzoek om hun zoon de presentatie te<br />

laten herkansen was afgewezen. De leerling werd ten<br />

gevolge van dit alles niet bevorderd.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De vraag dient beantwoord te worden of het bevoegd<br />

gezag mocht besluiten het door de docente toegekende<br />

cijfer 1 voor het vak Nederlands te handhaven. De zoon<br />

kreeg dit cijfer omdat hij niet aanwezig was bij de presentatie<br />

van een opdracht voor het vak Nederlands en<br />

omdat hij aan de afdelingsleider, toen die daar bij zijn<br />

afmelding naar informeerde, niet heeft gemeld dat hij<br />

die dag nog een presentatie moest houden. Het bevoegd<br />

gezag heeft aangegeven dat het gegeven dat de zoon<br />

geen melding heeft gemaakt van zijn presentatie zwaar<br />

heeft meegewogen bij de beoordeling of het aan de zoon<br />

toegekende cijfer 1 gehandhaafd kon worden of dat hij<br />

de presentatie zou mogen herkansen.<br />

Op welke wijze sanctionerend wordt opgetreden door<br />

een school valt binnen de beleidsvrijheid van die school.<br />

De Commissie toetst door de school opgelegde sancties<br />

daarom slechts marginaal.<br />

De Commissie is van oordeel dat het toekennen van het<br />

cijfer 1 in het algemeen een passende straf kan zijn. De<br />

Commissie heeft tevens geconstateerd dat de zoon niet<br />

6 03.061, primair onderwijs<br />

7 03.076, voortgezet onderwijs<br />

is gewaarschuwd dat vluchtgedrag waarvan al eerder<br />

sprake was geweest, niet meer getolereerd zou worden.<br />

Het feit dat de zoon vooraf onvoldoende is duidelijk<br />

gemaakt wat de gevolgen zouden kunnen zijn van zijn<br />

vluchtgedrag in combinatie met de ingrijpende gevolgen<br />

van de straf, zou reden moeten zijn geweest voor het<br />

bevoegd gezag om het eerder gegeven cijfer 1 niet te<br />

handhaven. De klacht daarover is gegrond.<br />

De ouders verzochten om aan hun zoon hetzelfde cijfer<br />

toe te kennen als aan de medeleerling met wie hij de<br />

presentatie oorspronkelijk zou houden. De Commissie<br />

beschikt echter niet over de bevoegdheid om cijfers vast<br />

te stellen of waarderingen toe te kennen. Bovendien lag<br />

het inwilligen van het verzoek niet in de rede nu hun<br />

zoon geen presentatie heeft verzorgd<br />

Dit betekent dat de zoon in de gelegenheid behoort te<br />

worden gesteld zijn presentatie voor Nederlands alsnog<br />

te houden. Aan de hand van het behaalde resultaat dient<br />

het bevoegd gezag opnieuw te beoordelen of de zoon al<br />

dan niet voor bevordering in aanmerking komt.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Bevorderen dat de zoon alsnog in de gelegenheid wordt<br />

gesteld de presentatie te houden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen (de leerling is na het<br />

alsnog houden van een presentatie bevorderd).<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 31


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

32<br />

Bezwaren door ouders tegen overplaatsing<br />

van zoon naar een andere groep 8<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de school hun zoon heeft<br />

overgeplaatst naar een nieuwe combinatiegroep zonder<br />

open te staan voor hun bezwaren daartegen.<br />

De ouders klagen er tevens over dat de school heeft aangegeven<br />

niet ontvankelijk te zijn voor hun bezwaren<br />

gelet op de door de school gestelde ondeskundigheid<br />

van ouders op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling<br />

van het kind.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De groepsindeling is een proces dat met de grootst<br />

mogelijke zorgvuldigheid dient plaats te vinden. Dat<br />

geldt temeer indien door de school wijziging wordt aangebracht<br />

in een groep leerlingen die al langer bij elkaar<br />

zitten. De Commissie heeft bij klachten over de groepsindeling<br />

steeds als uitgangspunt gehanteerd dat het de<br />

school is die uiteindelijk bepaalt in welke groep een<br />

leerling komt te zitten. Tegelijkertijd worden aan de<br />

communicatie daarover met ouders en leerlingen hoge<br />

eisen gesteld.<br />

De directie heeft naar voren gebracht dat zij uit overwegingen<br />

van zorgvuldigheid de ouders van de leerlingen,<br />

die naar de andere groep zouden gaan, heeft uitgenodigd<br />

voor een gesprek. Daarmee miskent de directie dat<br />

het aanbrengen van een wijziging in een groep gevolgen<br />

heeft voor de hele groep. Zeker nu onrust en onevenwichtigheid<br />

in de groep de aanleiding waren om enkele<br />

leerlingen in een andere groep te plaatsen, had het op<br />

de weg van de directie gelegen om alle ouders daarover<br />

te informeren.<br />

De directie heeft in redelijkheid tot de beslissing kunnen<br />

komen om de zoon over te plaatsen naar een nieuwe<br />

combinatiegroep. De directie heeft op goede gron-<br />

8 03.086, primair onderwijs<br />

9 03.094, primair onderwijs<br />

den, te weten haar inschatting van het belang van het<br />

kind, tot het besluit kunnen komen hem in de combinatiegroep<br />

te plaatsen. De klacht hierover is daarom ongegrond.<br />

Er heeft een gesprek tussen de ouders en de directeur<br />

plaatsgevonden. Dit gesprek ging over de plaatsing van<br />

de zoon in de combinatiegroep. Naar aanleiding van de<br />

uitkomst van dat gesprek, namelijk dat de zoon<br />

geplaatst zou worden in een andere groep, is het begrijpelijk<br />

dat de ouders daaraan de indruk hebben overgehouden<br />

dat de directeur zich beter dan de ouders in<br />

staat achtte de sociaal-emotionele ontwikkeling van de<br />

zoon te beoordelen. Even begrijpelijk is echter de uitleg<br />

die de directeur over de betekenis van dit gedeelte van<br />

het gesprek heeft gegeven, namelijk dat bij het nemen<br />

van beslissingen over groepsindeling het welbevinden<br />

van alle leerlingen moet worden betrokken en dat de<br />

school daarop meer zicht heeft dan een individuele<br />

ouder. De Commissie komt tot het oordeel dat de klacht<br />

hierover niet gegrond is.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Bewerkstelligen dat het nemen van pedagogische maatregelen,<br />

waaronder het plaatsen van een leerling in een<br />

andere groep, niet plaatsvindt dan nadat de school daarover<br />

voorafgaand met de ouders/verzorgers overleg<br />

heeft gevoerd. Samen met de directie van de school<br />

nagaan of de communicatie met de ouders van aandachtsleerlingen<br />

voldoende is en als dat niet het geval is<br />

bevorderen dat daarin verbetering wordt aangebracht.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Advies vervolgonderwijs onzorgvuldig 9<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen over onzorgvuldige behandeling van<br />

het proces rondom het schooladvies van hun dochter<br />

door de leerkracht van groep 8. Zij wijzen erop dat een<br />

ander schooladvies is uitgebracht aan de vervolgschool<br />

dan het advies dat tijdens een gesprek van de ouders<br />

met de leerkracht was afgesproken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Gelet op de belangen die met de keuze voor het vervolgonderwijs<br />

zijn gemoeid, dienen degenen op de basisschool,<br />

die met de begeleiding van het maken van de<br />

keuze belast zijn, daarmee met de grootst mogelijke<br />

zorgvuldigheid te werk te gaan. Dat betekent dat zij niet<br />

alleen hun professionele inschatting van de mogelijkheden<br />

van hun leerlingen zo zorgvuldig mogelijk dienen<br />

te maken, maar ook dat zij deze leerlingen en hun<br />

ouders c.q. verzorgers volledig en eenduidig moeten<br />

informeren over de mogelijkheden in het vervolgonderwijs.<br />

De leerkracht heeft de ouders voorgehouden dat zij volledig<br />

vrij zouden zijn in de keuze voor vervolgonderwijs<br />

voor hun dochter. Ook de via de schoolgids verstrekte<br />

informatie over de schoolkeuze na de basisschool wijst<br />

in die richting. De leerkracht heeft daarbij onvoldoende<br />

aandacht gevestigd op het feit dat de scholen in het vervolgonderwijs<br />

een eigen aannamebeleid voeren.<br />

Evenmin heeft de leerkracht de ouders erop gewezen<br />

dat het advies van de basisschool een cruciale rol speelt<br />

in dat beleid. Door de bij hem bekende informatie over<br />

de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />

VO-school niet of niet volledig met de ouders te delen,<br />

heeft de leerkracht bij hen ten onrechte de indruk<br />

gewekt dat hun mening doorslaggevend zou zijn voor<br />

de keuze van het niveau van instroom van hun dochter<br />

in het vervolgonderwijs. De klacht hierover is gegrond.<br />

De leerkracht heeft, nadat dit door klagers was ondertekend,<br />

op het aanmeldingsformulier voor het voortgezet<br />

onderwijs informatie opgenomen over extra begeleiding<br />

die de dochter voor spelling gekregen zou hebben. De<br />

leerkracht dient ouders (en anderen) een formulier pas<br />

ter ondertekening voor te leggen nadat dat volledig is<br />

ingevuld. Alleen op die manier kunnen de betreffende<br />

ouders zich ervan vergewissen wat zij ondertekenen.<br />

Voor de leerkracht zelf is deze handelwijze van belang<br />

omdat hij zich alleen dan met vrucht kan beroepen op<br />

de inhoud van een door ouders ondertekend formulier.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Bewerkstelligen dat de tekst in de schoolgids over de<br />

keuze voor het vervolgonderwijs meer eenduidige informatie<br />

bevat. Ouders en anderen dienen uitsluitend<br />

geheel ingevulde formulieren ter ondertekening aangeboden<br />

te krijgen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 33


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

34<br />

10 03.100, primair onderwijs<br />

11 03.009, voortgezet onderwijs<br />

Reactie directeur op klacht over leerkracht 10<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de directeur onvoldoende<br />

heeft opgetreden tegen de groepsleerkracht toen de<br />

ouders zich over haar hardhandige aanpak beklaagden<br />

en hen in plaats daarvan heeft aangeraden een andere<br />

school te zoeken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De directeur heeft opgemerkt dat de groepsleerkracht<br />

niet moedwillig een hardhandige aanpak heeft toegepast<br />

en doordat zij ook direct haar excuses heeft aangeboden<br />

hij het niet nodig vond nog andere maatregelen tegen<br />

de groepsleerkracht te treffen.<br />

De Commissie oordeelt dat bij dergelijke incidenten van<br />

een directeur mag worden verwacht dat hij zich informeert<br />

over hetgeen er gebeurd is. De Commissie stelt<br />

vast dat de directeur zich door de leerkracht heeft laten<br />

informeren en naar aanleiding daarvan een afweging<br />

heeft gemaakt die binnen zijn beleidsvrijheid valt.<br />

Als overweging ten overvloede merkt de Commissie nog<br />

op dat toen er een moment van overleg met de ouders<br />

mogelijk was de directeur heeft verzuimd om de ouders<br />

hun visie over het incident uiteen te laten zetten. Het<br />

nalaten om informatie te vragen bij de ouders is onzorgvuldig.<br />

De Commissie acht het de taak van een directeur om op<br />

het moment dat hij constateert dat er een vertrouwensbreuk<br />

is ontstaan daar aandacht aan te besteden. Dat<br />

kan inhouden dat hij ouders adviseert een andere<br />

school voor hun kind te zoeken. Dat advies is in dit<br />

geval op een erg ongelukkig moment, te weten twee<br />

dagen voor het begin van de zomervakantie, aan de<br />

ouders meegedeeld. Deze omstandigheid is echter niet<br />

aan de directeur te wijten.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

Onregelmatigheden bij afnemen herkansing<br />

schoolexamen 11<br />

INHOUD KLACHT<br />

De zoon van klagers kreeg een andere herkansing aangeboden<br />

dan hij had aangevraagd. Diezelfde middag<br />

moest hij ook nog de juiste herkansing maken. Zijn<br />

ouders stellen dat het besluit daartoe onbevoegd, want<br />

door een docent, genomen is. Volgens hen moest zo’n<br />

besluit door de directie worden genomen. Voorts klaagden<br />

zij erover dat de directie en het bevoegd gezag hun<br />

zoon ten onrechte niet een nieuwe herkansing hebben<br />

laten maken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Het bevoegd gezag en de directie zijn verantwoordelijk<br />

voor het afnemen van de examens. In het<br />

Examenreglement zijn bevoegdheden, waaronder het<br />

vaststellen van het programma van toetsing en afsluiting,<br />

aan de directie toebedeeld. Ook in onvoorziene<br />

gevallen beslist de directie.<br />

Vaak zullen docenten of surveillanten bij het afnemen<br />

van examens deelbeslissingen moeten nemen. Het is<br />

alleen al uit praktisch oogpunt ondenkbaar dat de directie<br />

bij het nemen van al die beslissingen betrokken<br />

wordt. Wel vallen deze uiteindelijk onder verantwoordelijkheid<br />

van directie en bevoegd gezag.<br />

De docent heeft verklaard dat de beslissing over de herkansing<br />

in overleg met de conrector en met instemming<br />

van de rector is genomen. Niet gebleken is dat de leerling<br />

door de conrector onder druk gezet is om nog<br />

dezelfde middag te herkansen. De Commissie is van<br />

oordeel dat de directie de klacht over het onbevoegd<br />

genomen zijn van het besluit voldoende weerlegd heeft.<br />

Dat de leerling de toets aangeslagen en onder protest<br />

gemaakt heeft is voor de Commissie niet vast komen te<br />

staan. Eerst ruim na het afleggen van de toets hebben<br />

de ouders bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken.<br />

Met name het feit dat de leerling voor een ander vak een<br />

herkansing op die dag heeft voorbereid en (met succes)<br />

afgelegd duidt er niet op dat hij te zeer was aangeslagen<br />

om de toets, waarvoor hij zich voorbereid had, nog diezelfde<br />

middag af te leggen.<br />

Uit het e-mailverkeer tussen partijen valt af te leiden dat<br />

de directeur toegezegd heeft dat de leerling nogmaals<br />

mocht herkansen indien zou blijken dat de directie een<br />

verwijt zou kunnen worden gemaakt over het aanbieden<br />

van de verkeerde toets. Nu de directie bij het behandelen<br />

van de klacht heeft gesteld dat het aanbieden van de<br />

juiste toets haar verantwoordelijkheid is, kan de conclusie<br />

geen andere zijn dan dat de leerling in de gelegenheid<br />

had moeten worden gesteld de herkansing nogmaals<br />

te maken.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Gegrond voor wat betreft het aanbieden van de verkeerde<br />

opgaven en het niet nakomen van de toezegging dat<br />

opnieuw herkanst mocht worden. Ongegrond wat<br />

betreft het onbevoegd genomen zijn van de beslissing<br />

nog diezelfde middag te moeten herkansen.<br />

Bewerkstelligen dat mogelijke misverstanden over aanmeldingen<br />

voor (her)examens en herkansingen systematisch<br />

gesignaleerd en opgelost worden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Advies met commentaar overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 35


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

36<br />

Pedagogische aanpak probleemleerling 12<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt erover dat zijn zoon om voor hem volstrekt<br />

onduidelijke redenen voor een langere periode niet tot<br />

de lessen en de school werd toegelaten. De vader heeft<br />

toen geprobeerd om de zoon op een andere school te<br />

plaatsen maar dit is niet gelukt omdat de schoolleiding<br />

een negatief advies heeft gegeven. De zoon zit nu al<br />

bijna anderhalf jaar thuis en kan geen onderwijs volgen.<br />

De vader heeft van de leerplichtambtenaar te horen<br />

gekregen dat zijn zoon inmiddels te oud is om terug<br />

naar school te gaan.<br />

De vader geeft aan dat hem door de school geen mogelijkheden<br />

zijn geboden om zijn zoon elders onderwijs te<br />

laten volgen. Als dit wel zo was geweest had hij<br />

uiteraard meegewerkt omdat het belangrijk is dat zijn<br />

zoon onderwijs kan volgen<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Gedurende het schooljaar werd de school in toenemende<br />

mate geconfronteerd met incidenten rond de zoon.<br />

Eerst ging het met name om brutaal gedrag, later maakte<br />

de zoon meerdere keren ruzie. Op een gegeven<br />

moment escaleerde de zaak toen de zoon een oudere<br />

voorbijganger uitschold. Deze man heeft vervolgens zijn<br />

beklag gedaan bij de administratie van de school. Voor<br />

straf moest de zoon toen een blokrooster volgen. Dit<br />

heeft hij maar half uitgevoerd. Op een dag vertelde de<br />

zoon dat hij naar de dokter moest omdat hij last had van<br />

zijn been. De afdelingsleider heeft hem laten gaan.<br />

Achteraf bleek dat hij pas veel later op de dag een<br />

afspraak had. Een week later kwam de zoon ‘s middags<br />

naar de afdelingsleider met de mededeling dat hij zich<br />

ziek voelde. De volgende dag hoorde de afdelingsleider<br />

van andere leerlingen dat de zoon helemaal niet ziek<br />

was maar dat hij had gezegd dat hij op deze manier<br />

mooi een middagje zijn straf (het blokrooster) ontliep.<br />

De afdelingsleider heeft de zoon hierop aangesproken<br />

en hem nog meer straf gegeven. In afwachting van een<br />

gesprek met de ouders werd de zoon kort geschorst.<br />

Omdat de hele procedure toch meer tijd bleek te vergen<br />

heeft de locatiedirecteur de vader meegedeeld dat de<br />

zoon niet tot de lessen toegelaten kon worden. In plaats<br />

hiervan moest de zoon twee keer per week huiswerk op<br />

komen halen dat bij het inleveren onmiddelijk ge<strong>corr</strong>igeerd<br />

en besproken werd.<br />

Terugkeer in de klas na de schorsing was voor de school<br />

geen mogelijkheid zonder dat overeenstemming<br />

bestond met de vader en er een oplossing/handelingsplan<br />

voor de zoon was. De schoolleiding wijst er op dat<br />

docenten bang waren voor het optreden van de vader.<br />

De huiswerkopdrachten zijn op een gegeven moment<br />

gestopt omdat de zoon de afspraken niet nakwam.<br />

Aangezien de vader weigerde in te gaan op de problematiek<br />

van zijn zoon, handhaafde de locatiedirecteur de<br />

weigering de zoon tot de lessen toe te laten.<br />

Vaststaat dat de zoon op school ontoelaatbaar gedrag<br />

vertoonde. Het is daarom te begrijpen dat de schoolleiding<br />

daar maatregelen tegen heeft genomen, zowel in<br />

het belang van de orde en rust op school als uit opvoedkundig<br />

oogpunt. De schoolleiding heeft ervoor gekozen<br />

de zoon de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem<br />

huiswerkopdrachten te geven die op school werden<br />

nagekeken.<br />

De schoolleiding heeft op zich een goede keuze<br />

gemaakt uit de haar ten dienste staande middelen. Door<br />

het treffen van deze maatregel kon de situatie tot rust<br />

komen zonder dat de schoolleiding onmiddellijk naar<br />

zwaardere middelen als formele schorsing of verwijdering<br />

hoefde te grijpen. De gekozen oplossing is<br />

daardoor te vergelijken met de in een protocol van de<br />

Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) inzake<br />

schorsing en verwijdering genoemde mogelijkheid een<br />

time-out maatregel te nemen.<br />

De door de schoolleiding getroffen maatregel kon echter<br />

slechts (zeer) tijdelijk van kracht blijven en diende er op<br />

gericht te zijn een duurzame oplossing mogelijk te<br />

maken. Deze laatste eis geldt, ook in het algemeen,<br />

temeer indien - zoals in het praktijkonderwijs - door het<br />

maken van huiswerk slechts een klein gedeelte van de<br />

leerstof aan bod kan komen.<br />

Door de zoon voor onbepaalde tijd de toegang tot de lessen<br />

te ontzeggen en niet tegelijkertijd voortvarend een<br />

meer definitieve oplossing na te streven heeft de schoolleiding<br />

onzorgvuldig jegens de zoon (en diens ouders)<br />

gehandeld.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag er zorg voor<br />

te dragen dat besluiten betreffende schorsing (en verwijdering)<br />

van leerlingen in voorkomende gevallen aan de<br />

formele vereisten voldoen. Voorts adviseert de<br />

Commissie om met de directie van de school de wijze<br />

van communiceren en de verslaglegging daarvan te<br />

bespreken.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen<br />

Begeleiding zorgleerling, onvoldoende<br />

middelen, zorginstrumenten 13<br />

INHOUD KLACHT<br />

De school heeft in strijd met de afspraken onvoldoende<br />

structurele zorg geboden op rekengebied en de moeder<br />

daarover te laat geïnformeerd. School heeft de problemen<br />

met rekenen steeds benoemd als gedragsproblematiek,<br />

maar daar verder geen onderzoek naar gedaan of<br />

oplossingen voor gezocht.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Wat betreft het begeleiden van zorgleerlingen is de<br />

Commissie van oordeel dat (de leiding van) een school<br />

de voorwaarden moet creëren om op een adequate wijze<br />

(extra) zorg aan de leerlingen te bieden. Instrumenten<br />

hiervoor zijn: deskundigheid binnen de school of de<br />

mogelijkheid deze deskundigheid extern in te roepen,<br />

een adequaat leerlingvolgsysteem, het opstellen, uitvoeren<br />

en evalueren van handelingsplannen, goede communicatie<br />

van personeel onderling en met ouders en<br />

tenslotte een goede verslaglegging van alle handelingen.<br />

De Commissie is van oordeel dat, ook al houdt zij rekening<br />

met de situatie van beperkte middelen, de door de<br />

school gecreëerde voorwaarden voor het bieden van adequate<br />

zorg te wensen overlaten. Zodra een leerling als<br />

zorgleerling wordt gesignaleerd, dient er in beginsel een<br />

handelingsplan te worden opgesteld, ook als de zorgleerling<br />

nog geen ‘probleemleerling’ is. Wat er goed gaat<br />

dient ook te worden vastgelegd, zodat daarop kan worden<br />

teruggevallen wanneer er wel problemen zijn.<br />

In het onderhavige geval heeft de Commissie in de overgelegde<br />

stukken geen handelingsplan aangetroffen. Wel<br />

stond in een gespreksverslag van de leerlingbegeleider<br />

naar aanleiding van een gesprek met de moeder ver-<br />

12 03.024, voortgezet onderwijs<br />

13 03.027, primair onderwijs<br />

meld dat er een handelingsplan opgesteld moest worden,<br />

waarbij ook gemeld werd dat over de vorm van de<br />

begeleiding nog nagedacht moest worden. Hiermee is<br />

aannemelijk geworden dat de begeleiding van de leerling<br />

beperkt is gebleven tot losse, op zichzelf staande<br />

begeleidingsactiviteiten.<br />

De Commissie is van oordeel dat, gelet op de beperkte<br />

zorgmogelijkheden van de school, een planmatige aanpak,<br />

waarbij per periode doelen zijn vastgesteld, het<br />

begeleidingstraject overzichtelijk zou hebben gemaakt.<br />

Dit zou de begeleiding ten goede gekomen zijn.<br />

De Commissie is van oordeel dat het tot de verantwoordelijkheid<br />

van de schoolleiding behoort om er voor zorg<br />

te dragen dat de school een adequate zorgstructuur<br />

heeft. De Commissie stelt vast dat het deze school daaraan<br />

ontbreekt en acht daarmee het klachtonderdeel<br />

gegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

1. Aandacht besteden aan de ontwikkeling van een<br />

adequate structuur voor de begeleiding van met<br />

name zorgleerlingen;<br />

2. Ten behoeve van de interne communicatie op de<br />

school de ontwikkeling van een deugdelijk registratiesysteem<br />

van de begeleiding van (zorg)leerlingen<br />

bevorderen;<br />

3. Met ouders gemaakte afspraken over begeleiding van<br />

hun kind schriftelijk vastleggen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 37


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

38<br />

Te zware straffen opgelegd aan een leerling 14<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt over de zwaarte van de straffen die de<br />

school zijn zoon heeft gegeven tijdens een schoolkamp.<br />

Hij wijst er hierbij op dat de zoon vier uur op een bank<br />

moest zitten, alleen op een kamer heeft moeten slapen<br />

en de tweede dag naar huis is gestuurd. De vader merkt<br />

daarbij op dat zijn zoon wel en ‘mededaders’ niet<br />

gestraft zijn. De vader klaagt er tevens over dat de<br />

school geen hulp en begeleiding aan de zoon heeft gegeven<br />

bij de problemen die hij op school gaf.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Ten aanzien van de klacht over de eerste straf - vier uur<br />

zitten op een bank - oordeelt de Commissie dat niet vast<br />

is komen te staan dat de zoon voor straf vier uur op de<br />

bank heeft gezeten. Wel vast is komen te staan dat de<br />

zoon één uur voor straf op de bank heeft gezeten. Ten<br />

aanzien van de overige uren verschillen partijen van<br />

inzicht en geeft de moeder van de betreffende leerling<br />

onvoldoende aan hoe lang haar zoon voor straf op de<br />

bank heeft gezeten. De Commissie acht een uur op de<br />

bank zitten niet onredelijk, zodat de klacht op dit punt<br />

ongegrond is.<br />

Dat de zoon niet op de slaapzaal maar in een aparte<br />

kamer werd geplaatst vindt de Commissie terecht.<br />

De zoon vertoonde negatief gedrag gedurende de eerste<br />

dag van de werkweek. De school heeft met deze maatregel<br />

op de juiste wijze gereageerd. Dat een dergelijke<br />

maatregel door een leerling als straf wordt ervaren is<br />

niet onbegrijpelijk maar dit is niet te vermijden.<br />

Voor wat betreft het wegsturen van de zoon tijdens de<br />

14 03.043, primair onderwijs<br />

werkweek acht de Commissie de klacht gegrond. De<br />

Commissie baseert haar oordeel op de grondslag dat de<br />

school eerst minder ingrijpende maatregelen in overweging<br />

had moeten nemen vóórdat de maatregel van het<br />

wegsturen werd genomen. De Commissie neemt hierbij<br />

in haar oordeel mee dat verwacht had mogen worden<br />

dat telefonische interventie van de ouders een positief<br />

resultaat zou hebben gehad. De directeur stelde dat er<br />

met het blijven van de zoon een veiligheidsrisico zou<br />

kunnen ontstaan. Dit argument is volgens de<br />

Commissie niet sterk, er hadden zich rond de zoon<br />

nooit incidenten voorgedaan die tot een dergelijke conclusie<br />

konden leiden. De Commissie merkt op dat zij<br />

anders over de genomen maatregel zou oordelen indien<br />

van tevoren aan de ouders schriftelijk was meegedeeld<br />

dat bij vervelend gedrag de leerlingen naar huis zouden<br />

worden gestuurd. Zij beschikt niet over informatie dat<br />

dit gebeurd is. Voor de Commissie stond niet ter discussie<br />

dat de zoon een straf verdiende.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond met uitzondering van de klacht over<br />

het naar huis sturen van de leerling.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen: de ten opzichte van de leerling<br />

genomen maatregelen waren niet te zwaar. De<br />

ouders zijn voldoende geïnformeerd over het feit dat<br />

hun zoon bij wangedrag het schoolkamp moest verlaten.<br />

Onzorgvuldig handelen gymnastiekleraar 15<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt erover dat de docent lichamelijke opvoeding<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld jegens haar dochter.<br />

De docent heeft opmerkingen gemaakt over het uiterlijk<br />

van de dochter en over het feit dat zij zich daarover bij<br />

de schoolleiding beklaagd had. De dochter voelde zich<br />

door die opmerkingen onprettig. Zij is daarom niet<br />

meegegaan op schoolkamp, ze heeft niet meegedaan<br />

aan de sportdag en heeft de laatste weken voor de<br />

zomervakantie niet meer deelgenomen aan de lessen<br />

gymnastiek.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Weliswaar heeft de docent de opmerkingen die hij tegen<br />

de dochter en andere leerlingen heeft gemaakt in een<br />

context gezet die de opmerkingen voor hem acceptabel<br />

maken, maar dat wil niet zeggen dat ze dat voor de leerlingen<br />

in kwestie ook waren. Een leraar lichamelijke<br />

opvoeding behoort zich dit als professional te realiseren.<br />

Los van de vraag hoe de opmerkingen bedoeld zijn of<br />

hoe zij op de verschillende leerlingen zijn overgekomen<br />

toetst de Commissie hoe de opmerkingen objectief<br />

gezien geduid moeten worden.<br />

De opmerkingen waren niet steeds gericht op dezelfde<br />

leerling maar zijn wel steeds persoonlijk gericht<br />

geweest. Alle opmerkingen betroffen het uiterlijk van de<br />

betrokken meisjes. De docent had moeten weten dat die<br />

zich door de opmerkingen onbehaaglijk zouden kunnen<br />

voelen.<br />

Voor alle docenten geldt dat zij leerlingen en hun persoonlijke<br />

levenssfeer dienen te respecteren. Deze regel<br />

is specifiek voor docenten lichamelijke opvoeding vastgelegd<br />

in een reeds in 1996 door de Koninklijke<br />

Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding<br />

(KVLO) opgestelde (en onlangs geactualiseerde)<br />

beroepscode. Docenten lichamelijke opvoeding worden<br />

geacht zich in hun beroepsuitoefening aan deze code te<br />

houden. Door het maken van de opmerkingen over het<br />

15 03.069, voortgezet onderwijs<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Uit deze categorie wordt een drietal gegronde klachten beschreven. In de tweede<br />

samenvatting komt het beoordelingsschema van de <strong>LKC</strong> tot uiting zoals het op een<br />

studiedag in 2002 is besproken: indien een volwassene aangeeft zich ongewenst<br />

intiem bejegend te achten door bepaald gedrag, dient dat gedrag beëindigd te worden.<br />

uiterlijk van de betrokken leerlingen heeft de docent<br />

zich onprofessioneel en jegens die leerlingen onzorgvuldig<br />

opgesteld.<br />

De docent had moeite met de kledingkeus van bepaalde<br />

leerlingen. Hij heeft daarover opmerkingen gemaakt die<br />

de leerlingen persoonlijk raakten. Als professional had<br />

de leerkracht echter in de kledingkeus van de leerlingen<br />

aanleiding moeten zien om in overleg te treden met de<br />

sectie lichamelijke opvoeding om een kledingcode voor<br />

de gymlessen op te stellen. Het hanteren van zo’n kledingcode<br />

of het anderszins maken van afspraken zou<br />

immers zowel voor leerlingen als voor docenten helderheid<br />

kunnen verschaffen over wat qua kleding wel en<br />

niet is toegestaan in de gymles.<br />

In het verleden zijn door leerlingen vergelijkbare klachten<br />

over deze docent ingediend. Het bevoegd gezag<br />

heeft aangegeven hoe de docent naar aanleiding daarvan<br />

is begeleid. Ter bescherming van de leerlingen en van<br />

de betrokken docent beveelt de Commissie het bevoegd<br />

gezag aan gepaste maatregelen te treffen. Indien het<br />

bevoegd gezag meent dat genoemde maatregelen dienen<br />

te bestaan uit een nieuw begeleidingstraject wijst<br />

de Commissie erop dat een extern traject de voorkeur<br />

verdient. Daarnaast beveelt de Commissie het bevoegd<br />

gezag aan om afschrift van dit advies in het personeelsdossier<br />

van de docent op te nemen.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Gepaste maatregelen treffen, met in achtneming van<br />

hetgeen daarover is opgemerkt door de Commissie.<br />

Afschrift van dit advies opnemen in het personeelsdossier<br />

van de docent.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 39


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

40<br />

Ongewenste contacten van leraar jegens<br />

ouder 16<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt erover dat nadat zij op verschillende<br />

momenten aan de leerkracht van haar dochter heeft duidelijk<br />

gemaakt dat zij geen persoonlijke of seksuele contacten,<br />

of contacten over de vorderingen van haar dochter<br />

met hem wilde onderhouden, deze toch steeds<br />

getracht heeft met haar in contact te komen.<br />

De leerkracht zocht onder meer oogcontact, rekte zich<br />

nadrukkelijk uit en gebruikte andere vormen van<br />

lichaamstaal. De moeder beschouwt het hiervoor<br />

beschreven gedrag jegens haar als seksueel intimiderend.<br />

De vader heeft de leerkracht ook enkele malen<br />

benaderd over de kwestie.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De moeder heeft duidelijk aan de groepsleerkracht aangegeven<br />

dat zij zich onprettig voelde bij de situatie en<br />

ook dat zij geen contact meer met hem wilde. Ook de<br />

vader heeft de groepsleerkracht daarover diverse malen<br />

benaderd. Ondanks herhaalde verzoeken van de ouders<br />

om dit niet te doen, heeft de groepsleerkracht toch<br />

steeds getracht met de moeder in contact te komen. Dat<br />

heeft hij ook zelf aangegeven. Hij heeft benadrukt dat<br />

hij in professionele zin juist wel contact zocht met de<br />

moeder omdat hij van mening is dat hij zijn functie als<br />

groepsleerkracht niet goed kan uitoefenen wanneer hij<br />

geen contact kan hebben met de ouder die zijn leerling<br />

ophaalt uit de klas. De groepsleerkracht heeft niet ontkend<br />

dat hij de door de moeder beschreven lichaamstaal<br />

heeft aangewend. De groepsleerkracht heeft echter<br />

onderstreept dat hij zich steeds normaal (net als ten<br />

opzichte van andere ouders) is blijven opstellen jegens<br />

de moeder. Het is naar zijn mening slechts interpretatie<br />

16 03.029, primair onderwijs<br />

17 02.107, primair onderwijs<br />

van de moeder dat zijn gedragingen intimiderend zouden<br />

zijn.<br />

In het door de moeder beschreven gedrag kan geen seksuele<br />

component gevonden worden en daarom kan het<br />

niet gekwalificeerd worden als seksuele intimidatie.<br />

De moeder heeft het gedrag van de groepsleerkracht<br />

echter als seksueel intimiderend ervaren. Dat de groepsleerkracht<br />

dit effect niet beoogde doet daar niet aan af.<br />

De leerkracht wist dat de moeder moeite had met zijn<br />

gedrag. De groepsleerkracht zou een professionele<br />

opstelling hebben getoond wanneer hij zijn gedrag had<br />

aangepast en meer afstand had genomen. Hij heeft er<br />

geen blijk van gegeven zich te realiseren in welke lastige<br />

positie de moeder zich bevond. De groepsleerkracht had<br />

zich terughoudender kunnen opstellen door bijvoorbeeld<br />

de andere groepsleerkracht de vorderingen van de<br />

dochter met de moeder te laten bespreken. Ook had de<br />

leerkracht een dag kunnen wachten en de vader aan<br />

kunnen spreken wanneer deze zijn dochter naar de klas<br />

bracht. Dat de groepsleerkracht naar eigen zeggen wel<br />

op zijn qui-vive was acht de Commissie onvoldoende.<br />

Voldoende aannemelijk is geworden dat de groepsleerkracht<br />

onzorgvuldig heeft opgetreden door zijn gedrag<br />

en lichaamstaal niet aan te passen na diverse verzoeken<br />

daartoe van de ouders.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Seksueel getint gedrag van leerkracht<br />

richting leerlingen 17<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de groepsleerkracht een leerlinge<br />

op de grond gelegd heeft en boven haar is gaan<br />

hangen, waarbij hij bewegingen met zijn bekken en<br />

kreungeluiden heeft gemaakt. Zowel de kinderen als de<br />

ouders herkennen dit als seksueel getint gedrag. De<br />

ouders wijzen erop dat dit geen incident is maar dat<br />

hun kinderen hen vaker over soortgelijke gevallen hebben<br />

verteld.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie maakt onderscheid tussen in ieder geval<br />

twee soorten gedrag. Ten eerste gedrag dat expliciet<br />

geseksualiseerd is. Ten tweede gedrag dat als zodanig<br />

neutraal is maar kennelijk door anderen als geseksualiseerd<br />

wordt opgevat.<br />

Voorts is de Commissie van oordeel dat van een volwassene,<br />

in het bijzonder van een groepsleerkracht, gevoeligheid<br />

verwacht mag worden bij zijn fysieke omgang<br />

met (jonge) kinderen. Deze verwachting is temeer<br />

gerechtvaardigd wanneer een groepsleerkracht op zijn<br />

gedrag eerder attent is gemaakt.<br />

Vaststaat dat verweerder over/boven de leerlinge heeft<br />

gehangen en dat hij hierbij heeft bewogen en geluid<br />

heeft gemaakt. Eveneens staat vast dat dit door de kinderen<br />

als geseksualiseerd gedrag is opgevat.<br />

De Commissie is er niet van overtuigd dat dit gedrag als<br />

zodanig in dit geval als geseksualiseerd moet worden<br />

aangemerkt.<br />

Ondanks dat de leerkracht (na het eerdere voorval) zijn<br />

gedrag heeft aangepast heeft dit bij een aantal leerlingen<br />

onveilige gevoelens opgeroepen. Geconstateerd kan worden<br />

dat de leerkracht zichzelf al eens eerder in een situatie<br />

heeft gebracht waarbij aanstoot is genomen aan zijn<br />

gedrag. De Commissie vindt de voorvallen mede te wijten<br />

aan de school, er is namelijk geen beleid of protocol<br />

op school inzake de fysieke omgang met leerlingen. Er<br />

worden met het schoolteam geen gesprekken over dit<br />

onderwerp gevoerd. Dit had wel van de school verwacht<br />

mogen worden, zeker gelet op het eerdere voorval en de<br />

aandacht voor en ontwikkelingen op het gebied van de<br />

fysieke omgang met leerlingen, bijvoorbeeld in de vakliteratuur.<br />

Niettemin ontslaat dit de groepsleerkracht niet<br />

van zijn eigen verantwoordelijkheid om het effect van<br />

zijn handelen op een juiste manier in te schatten.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

De klacht is gegrond.<br />

Ervoor zorg dragen dat er beleid wordt ontwikkeld met<br />

betrekking tot de (fysieke) omgang met leerlingen.<br />

De leerkracht moet op korte termijn gestructureerd<br />

inzicht worden geboden in de mogelijke effecten van<br />

het handelen van volwassenen op (jonge) kinderen. Het<br />

advies opnemen in het personeelsdossier van de groepsleerkracht.<br />

In de jaarlijkse functioneringsgesprekken<br />

met de groepsleerkracht dient aandacht te worden<br />

besteed aan hetgeen in dit advies aan de orde is gesteld.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 41


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

42<br />

Hardhandige aanpak<br />

Hier vindt u een voorbeeld van toepassing van de criteria<br />

die de Commissie hanteert bij het beoordelen van klachten<br />

over het fysiek bejegenen van leerlingen. In het vorige <strong>jaarverslag</strong><br />

is daar uitgebreid aandacht aan besteed. In dit<br />

geval bestond er wel enig begrip bij de Commissie, maar<br />

niettemin achtte zij de klacht gegrond.<br />

18 03.099/100, primair onderwijs<br />

Hardhandige aanpak door leerkracht 18<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de groepsleerkracht hun<br />

zoon zo hard beetgepakt heeft dat zijn arm blauw en<br />

rood geschaafd was. Een aantal dagen later is de zoon<br />

voor de tweede maal hardhandig vastgepakt door de<br />

groepsleerkracht. Volgens de groepsleerkracht heeft de<br />

zoon de schaafplek bij zichzelf veroorzaakt, omdat hij<br />

met zijn arm wild zwaaide in een poging zich los te<br />

rukken.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Klachten over hardhandige fysieke bejegening van een<br />

leerling door een groepsleerkracht, gepleegd met het<br />

oogmerk om gedrag van de leerling te <strong>corr</strong>igeren, worden<br />

door de Commissie beoordeeld aan de hand van het<br />

volgende criterium.<br />

Allereerst wordt beoordeeld of de hardhandige fysieke<br />

bejegening zich feitelijk heeft voorgedaan. Als dit is<br />

vastgesteld wordt bezien of de reden voor de groepsleerkracht<br />

om iemand fysiek te bejegenen dat optreden<br />

rechtvaardigt. Uitgangspunt daarbij is dat indien andere,<br />

minder ingrijpende middelen ten dienste staan om<br />

hetzelfde resultaat te bewerkstelligen als met het fysieke<br />

ingrijpen, die andere middelen de voorkeur verdienen.<br />

Voor omstandigheden waarin fysiek ingrijpen gerechtvaardigd<br />

zou zijn valt te denken aan situaties waarin de<br />

fysieke integriteit van anderen bedreigd wordt of wanneer<br />

een leerling een gevaar voor zichzelf vormt.<br />

De Commissie overweegt daarbij of er alternatieven<br />

voorhanden waren om op dat moment het gedrag van<br />

de leerling te <strong>corr</strong>igeren. Zo kan de groepsleerkracht bijvoorbeeld<br />

de hulp van de directeur of een collega inroepen.<br />

Deze alternatieven behoort de groepsleerkracht als<br />

professional te benutten.<br />

De Commissie merkt op dat zij gezien het voortdurend<br />

storende gedrag van de leerling in de klas en jegens<br />

andere leerlingen wel kan begrijpen dat verweerster<br />

hem op een bepaald moment heeft vastgegrepen.<br />

Niettemin acht zij de klacht gegrond omdat niet voldaan<br />

was aan de door de <strong>LKC</strong> voor fysiek ingrijpen ontwikkelde<br />

criteria.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

Beperkte informatieverstrekking aan ouders<br />

door bevoegd gezag 19<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat het bevoegd gezag van de<br />

school hun klacht over een groepsleerkracht te beperkt<br />

heeft behandeld.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders hebben bij het bevoegd gezag een klacht over<br />

ongewenst gedrag van de groepsleerkracht ten opzichte<br />

van de moeder ingediend. De Commissie heeft kennis<br />

genomen van een brief van het bevoegd gezag aan de<br />

groepsleerkracht. In deze brief is uiteengezet waaruit<br />

het onderzoek door het bevoegd gezag zou bestaan. In<br />

de brief is opgenomen dat het bevoegd gezag als werkgever<br />

in brede zin zou onderzoeken of de groepsleerkracht<br />

als werknemer iets te verwijten valt. Ook is in de<br />

brief aangegeven wat er zou gaan gebeuren na afronding<br />

van het onderzoek.<br />

Het bevoegd gezag heeft onderzocht of er in het professionele<br />

handelen van de groepsleerkracht verwijtbare<br />

zaken aan te tonen zijn en daarnaast of er in het verleden<br />

zaken zijn geweest die op niet-professioneel handelen<br />

van de groepsleerkracht wijzen. Het bevoegd gezag<br />

heeft gefocust op de vraag of het naar aanleiding van de<br />

uitkomst van het onderzoek rechtspositionele maatregelen<br />

kon nemen. In het kader van het onderzoek heeft<br />

het bevoegd gezag het personeelsdossier geraadpleegd.<br />

Daarin was niets terug te vinden over eerdere inciden-<br />

19 03.034, primair onderwijs<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Niet zelden hebben klagers, alvorens een klacht bij de <strong>LKC</strong> in te dienen, al geprobeerd<br />

om de directie en/of het bevoegd gezag van een school tot actie te bewegen.<br />

Als dat niet tot het door de klager gewenste resultaat leidt, legt deze de behandeling<br />

van de klacht door het bevoegd gezag regelmatig tegelijk met de oorspronkelijke<br />

klacht ter beoordeling voor aan de <strong>LKC</strong>. Ook zijn enkele klachten opgenomen waarin<br />

aandacht besteed wordt aan de rol van de vertrouwenspersoon.<br />

ten of ongewenst of vrijpostig gedrag. Daarop heeft het<br />

bevoegd gezag informatie ingewonnen bij de directeur<br />

van de school en bij de directeur van de vorige school<br />

waar de groepsleerkracht werkte. Het bevoegd gezag<br />

voelde zich uiteindelijk genoodzaakt het nader onderzoek<br />

te stoppen omdat de groepsleerkracht de beweringen<br />

van de ouders steeds heeft ontkend.<br />

Voor de Commissie is voldoende vast komen te staan<br />

dat het bevoegd gezag heeft gehandeld zoals het heeft<br />

aangekondigd in voornoemde brief. Het bevoegd gezag<br />

heeft de klacht over de groepsleerkracht niet te beperkt<br />

behandeld.<br />

Ambtshalve merkt de Commissie nog het volgende op.<br />

De brief waarin het bevoegd gezag aan de ouders meedeelt<br />

dat het onderzoek is beëindigd - zonder tot een<br />

oordeel te komen - is wel erg summier. Na verzending<br />

van die brief lag het op de weg van het bevoegd gezag<br />

de ouders met inachtneming van de privacy van de<br />

groepsleerkracht nader te informeren over de verdere<br />

gang van zaken na beëindiging van het onderzoek.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 43


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

44<br />

Doorleiden klacht naar vertrouwenspersoon<br />

in plaats van naar klachtencommissie 20<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een moeder klaagt erover dat de directie een aan de<br />

klachtencommissie van de school gericht schrijven heeft<br />

doorgeleid aan de vertrouwenspersoon in plaats van te<br />

bewerkstelligen dat de klachtencommissie haar klachten<br />

behandelde.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De wijze van klachtafhandeling door de directie heeft de<br />

Commissie verbaasd. Op grond van de Kwaliteitswet<br />

(opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs) had<br />

de moeder direct toegang tot een onafhankelijke klachtencommissie<br />

dienen te krijgen. In dit geval is de <strong>LKC</strong><br />

die klachtencommissie. Anders dan de moeder mogelijk<br />

veronderstelt is er niet nog een klachtencommissie op<br />

schoolniveau.<br />

De voor de school geldende klachtenregeling bevat in<br />

artikel 4 de bepaling dat het bevoegd gezag zich aansluit<br />

bij de <strong>LKC</strong>. In artikel 5 van de regeling staat onder meer<br />

dat een klacht ingediend wordt bij het bevoegd gezag of<br />

bij de <strong>LKC</strong>, dat het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon<br />

of naar de klachtencommissie verwijst<br />

en dat het bevoegd gezag de klacht, indien deze eenvoudig<br />

is af te handelen, zelf kan afhandelen. In artikel 3,<br />

lid 3 is geregeld dat de vertrouwenspersoon nagaat of<br />

door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt,<br />

nagaat of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen<br />

van een klacht en de klager desgewenst bijstand<br />

biedt bij de verdere procedure.<br />

De moeder heeft haar brief gericht aan de klachtencommissie.<br />

Daarmee heeft zij te kennen gegeven dat zij de<br />

klacht door een onafhankelijke commissie wenste te<br />

laten beoordelen. De directie heeft in strijd met de eigen<br />

klachtenregeling gehandeld door niet de moeder naar<br />

de vertrouwenspersoon te verwijzen maar de klacht ter<br />

behandeling aan hem toe te spelen. De vertrouwenspersoon<br />

heeft zich vervolgens een oordeel gevormd over<br />

20 03.025/028, voortgezet onderwijs<br />

21 03.058, primair onderwijs<br />

22 03.078, voortgezet onderwijs<br />

de inhoud van de klacht en de moeder daarvan in<br />

kennis gesteld. Dat oordeel luidde dat de sector-adjunctdirecteur<br />

terecht was aangesproken en dat de directie<br />

de klacht daarover zorgvuldig had behandeld.<br />

Door op deze wijze te werk te gaan heeft de vertrouwenspersoon<br />

er onvoldoende blijk van gegeven te beseffen<br />

dat zijn functie bestaat uit het bijstaan van de<br />

ouders in een door hen gewenste klachtenprocedure.<br />

Nu heeft het er tenminste de schijn van dat de vertrouwenspersoon<br />

de klacht ten behoeve van de school<br />

behandeld en beoordeeld heeft. Weliswaar bevat de<br />

klachtenregeling de bepaling dat de vertrouwenspersoon<br />

nagaat of een gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen<br />

van een klacht, maar deze bepaling dient naar het<br />

oordeel van de <strong>LKC</strong> niet zodanig uitgelegd te worden<br />

dat, zoals in de onderhavige klachtprocedure gebeurd is,<br />

de vertrouwenspersoon overgaat tot een volledige inhoudelijke<br />

beoordeling van de klacht. Daardoor ontneemt<br />

hij immers zichzelf de mogelijkheid om een klager die<br />

zijn klacht aan de klachtencommissie voor wil leggen<br />

met overtuiging bij te kunnen staan. De klacht over de<br />

manier waarop de directie de klacht in eerste instantie<br />

heeft behandeld is dan ook gegrond. De Commissie zal<br />

hier een aanbeveling aan wijden.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Samen met de directie en de vertrouwenspersoon de<br />

klachtenregeling van de school en de onderscheiden rollen<br />

van de daarin genoemde functionarissen nauwgezet<br />

doorspreken en in overweging nemen of de vertrouwenspersoon<br />

wellicht extern bijgeschoold dient te<br />

worden.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Directeur verstrekt onvolledige informatie<br />

over klachtenprocedure 21<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de directeur van de school aan<br />

hen onjuiste en onvolledige informatie verschaft heeft<br />

over de voor de school geldende klachtenprocedure.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De directeur heeft erkend dat hij onjuiste informatie<br />

over de klachtenprocedure aan de ouders heeft verstrekt.<br />

Hij heeft de ouders naar de gemeente in plaats van naar<br />

het bevoegd gezag verwezen.<br />

De Commissie heeft vastgesteld dat de mogelijkheid om<br />

een klacht in te dienen bij een onafhankelijke klachtencommissie<br />

niet in de schoolgids wordt genoemd.<br />

Daardoor is voor ouders (en andere potentiële klagers)<br />

niet kenbaar dat de school aangesloten is bij een onafhankelijke<br />

klachtencommissie. Daarnaast staat ook niet<br />

in de schoolgids vermeld dat de ouders zich desgewenst<br />

rechtstreeks tot de <strong>LKC</strong> kunnen wenden. De Commissie<br />

heeft reeds eerder in haar adviezen uitgesproken dat<br />

klagers hun klacht zelfstandig moeten kunnen indienen,<br />

zonder eerst bij de school naar het adres van de<br />

Commissie te hoeven informeren. Daarom dient tenminste<br />

in de schoolgids vermeld te worden bij welke<br />

klachtencommissie de school is aangesloten en welke<br />

mogelijkheden klagers hebben om rechtstreeks met die<br />

commissie in contact te treden. Ook dient vermeld te<br />

worden op welke, voor potentiële klagers gemakkelijk te<br />

bereiken, plaats de geldende klachtenregeling kan worden<br />

ingezien.<br />

Gezien bovenstaande overwegingen en mede gezien het<br />

feit dat de directeur - binnen de school - de eindverantwoordelijke<br />

is voor de inhoud van de schoolgids is de<br />

klacht gegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

Vertrouwenspersoon gaat onzorgvuldig om<br />

met klacht ouders 22<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat de vertrouwenspersoon hun<br />

klacht over het stelselmatig en langdurig pesten en<br />

mishandelen van hun zoon door een medeleerling op<br />

onzorgvuldige wijze heeft aangepakt.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders hebben aan de vertrouwenspersoon een brief<br />

overhandigd met daarbij het verhaal van hun zoon over<br />

een aantal gebeurtenissen op school. De vertrouwenspersoon<br />

heeft deze brief echter niet vertrouwelijk<br />

behandeld; tot verbazing van de ouders heeft zij de brief<br />

aan de adjunct-directeur gegeven. Deze heeft naar aanleiding<br />

van de brief contact opgenomen met de ouders.<br />

Voor de ouders was het niet duidelijk dat de vertrouwenspersoon<br />

binnen de school meerdere functies<br />

bekleedde.<br />

De vertrouwenspersoon was namenlijk tevens lid van<br />

het zorgteam en uit dien hoofde voortdurend betrokken<br />

bij de problemen van de zoon. De ouders hebben niet<br />

aangegeven haar als vertrouwenspersoon te benaderen.<br />

Dat bleek ook niet uit de vormgeving en de strekking<br />

van hun brief. De Commissie is daarom van oordeel dat<br />

de klacht ongegrond is. De Commissie merkt wel op dat<br />

een dubbelfunctie zoals deze werd vervuld door de vertrouwenspersoon<br />

niet ideaal is en de Commissie acht<br />

het dan ook juist dat de school deze situatie inmiddels<br />

heeft gewijzigd.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 45


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

46<br />

Traineren afhandeling klacht door bevoegd<br />

gezag 23<br />

INHOUD KLACHT<br />

Ouders klagen erover dat het bevoegd gezag, nadat zij<br />

mondeling hun beklag hadden gedaan over een beslissing<br />

van de directie, de afhandeling van hun klacht<br />

heeft getraineerd, o.a. door de vertrouwenspersoon in te<br />

schakelen en de indruk te wekken dat deze een bindende<br />

uitspraak zou kunnen doen, hetgeen volgens deze<br />

vertrouwenspersoon zelf niet tot haar bevoegdheid<br />

behoort.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders klagen er in de kern over dat het bevoegd<br />

gezag hen verkeerde informatie heeft verstrekt over de<br />

klachtbehandeling, waardoor de afhandeling van de<br />

klacht langer heeft geduurd dan noodzakelijk. Het<br />

bevoegd gezag heeft de ouders na het indienen van de<br />

klacht gemeld dat de vertrouwenspersoon een formele<br />

klacht zou behandelen en een bindende uitspraak zou<br />

doen. Tegen deze uitspraak kon in beroep worden<br />

gegaan bij de <strong>LKC</strong>. De Commissie stelt vast dat de<br />

door het bevoegd gezag aan de ouders geschetste<br />

procedure anders is dan de in de klachtenregeling<br />

van de school vastgelegde.<br />

Daarnaast constateert de Commissie dat de ook door het<br />

bevoegd gezag voorgestane bemiddelende rol van een<br />

vertrouwenspersoon niet te verenigen is met het doen<br />

van een bindende uitspraak.<br />

De Commissie constateert dat als het bevoegd gezag<br />

reeds half juli de in de klachtenregeling neergelegde<br />

procedures aan de ouders kenbaar had gemaakt, deze<br />

reeds toen hadden kunnen weten dat zij een klacht<br />

rechtstreeks bij de <strong>LKC</strong> konden indienen.<br />

De Commissie acht de klacht gegrond. Zij merkt hierbij<br />

wel op dat haar van het bewust traineren van de klacht<br />

niet is gebleken.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag bij klachten<br />

direct te wijzen op de mogelijkheid een klacht in te dienen<br />

bij de Klachtencommissie.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

-<br />

Onzorgvuldig handelen bij ruzie<br />

tussen ouderparen 24<br />

INHOUD KLACHT<br />

Moeder klaagt erover dat de directie en het schoolbestuur<br />

van de basisschool niet tijdig en onvoldoende actie<br />

hebben ondernomen om haar dochter die gepest werd<br />

een veilig schoolklimaat te bieden.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Het is voorstelbaar dat pesterijen hebben plaatsgevonden.<br />

De school heeft de problemen die in de groep<br />

speelden aangepakt door eerst zelf maatregelen te treffen.<br />

Later is het Schooladviescentrum ingeschakeld. Dat<br />

er sprake was van pesten en van een melding daarvan<br />

bij de directie is echter niet vast komen te staan. Van de<br />

onregelmatigheden bleek ook een conflict tussen de<br />

moeder en een overblijfouder deel uit te maken. In het<br />

steven naar een oplossing ontzegde de directie beide<br />

ouders het optreden als hulpouder. Niettemin bleek de<br />

andere ouder nog steeds als overblijfmoeder op te treden.<br />

Ook al was er geen afspraak dat de andere ouder<br />

dat niet meer zou doen mocht klaagster er wel op vertrouwen<br />

dat ook die activiteit zou worden opgeschort.<br />

Het is van het grootste belang beide partijen bij zo’n<br />

conflict gelijk te behandelen<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen.<br />

23 03.081, primair onderwijs<br />

24 03.008, primair onderwijs<br />

25 03.036, primair onderwijs<br />

Pesten<br />

Een tweetal klachten op dit gebied, waarbij de Commissie<br />

te werk is gegaan zoals in het <strong>jaarverslag</strong> over 2002 is<br />

beschreven. Eerst wordt vastgesteld of er inderdaad sprake<br />

is (geweest) van pesten. Als dat zo blijkt te zijn gaat de<br />

Commissie na of de school over middelen beschikt om<br />

pesten te voorkomen en tegen te gaan en of die middelen<br />

in het concrete geval ook zijn aangewend.<br />

Leerling uitgescholden 25<br />

INHOUD KLACHT<br />

Vader klaagt over het onzorgvuldige optreden van de<br />

directie. Hij wijst er op dat de directie onvoldoende zorg<br />

heeft gedragen om zijn kinderen een veilig schoolklimaat<br />

te bieden. Hierdoor zijn zij gepest. Een dochter is regelmatig<br />

door een leerling op het schoolplein opgewacht en<br />

zij is door leerlingen uitgescholden.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Eerst zal vastgesteld moeten worden of de kinderen door<br />

hun medeleerlingen zijn gepest.<br />

De Commissie ziet als kenmerken voor pesten dat het<br />

structureel van aard is en gericht tegen één bepaalde persoon.<br />

Daarmee onderscheidt het zich van plagen.<br />

Plagerijen kunnen op ieder moment tegen elke willekeurige<br />

persoon gericht zijn. Op dat moment misschien niet<br />

altijd even leuk, maar daarna is het ook over. Pesten gaat<br />

door zolang het niet gestopt wordt.<br />

De vader heeft aangegeven dat zijn dochter werd uitgescholden<br />

en dat ze werd genegeerd. Daarnaast heeft de<br />

vader diverse voorvallen genoemd waar het pesten nog<br />

meer uit zou hebben bestaan. De directie heeft ontkend<br />

dat de kinderen werden gepest. Wel was het haar bekend<br />

dat een dochter werd uitgescholden. Zij heeft dit echter<br />

niet in verband gebracht met pesten.<br />

De Commissie is van oordeel dat het geven van een bijnaam,<br />

dat door de directie werd gezien als uitschelden,<br />

als pesten moet worden aangemerkt omdat het structureel<br />

van aard was en gericht was tegen één bepaalde persoon.<br />

De dochter was niet in staat zichzelf te verdedigen.<br />

Beoordeeld moet worden of de directie voldoende zorg<br />

heeft gedragen voor een veilig schoolklimaat voor haar.<br />

Wanneer kinderen elkaar bijnamen geven dient de<br />

groepsleerkracht er op toe te zien dat deze bijnaam voor<br />

het betrokken kind aanvaardbaar is en tevens of het kind<br />

het later nog steeds als prettig ervaart om zo genoemd te<br />

worden. In het geval van de dochter was zij de enige in<br />

haar klas met een bijnaam. Het behoort tot de verantwoordelijkheid<br />

van de school om zich ervan te vergewissen<br />

hoe een leerling het ervaart om zo genoemd te worden.<br />

Voor dit kind geldt dit des te meer. Zij was erg op<br />

zichzelf gericht en had leerproblemen waarvoor ze dagelijks<br />

individuele begeleiding kreeg. Deze omstandigheden<br />

brengen met zich mee dat zij vatbaar was voor pesten.<br />

De school heeft zich hier onvoldoende rekenschap van<br />

gegeven en heeft daarmee onvoldoende zorg gedragen<br />

voor een veilig schoolklimaat.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht op dit onderdeel gegrond.<br />

Geen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 47


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

48<br />

26 03.004, voortgezet onderwijs<br />

27 02.083, primair onderwijs<br />

Relatie werkgever-werknemer<br />

In toenemende mate ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten van (meestal) docenten, die betrekking<br />

hebben op de onderlinge verhoudingen op school. Voor zover dit geen<br />

rechtspositionele aangelegenheden betreft, neemt de Commissie deze klachten in<br />

behandeling. De voor de meeste scholen geldende modelklachtenregeling staat hier<br />

niet aan in de weg. Naar inhoud spelen de meeste<br />

Intimidatie en chantage van docente door<br />

klachten zich af op het gebied van een al dan niet<br />

conrector<br />

zorgvuldige bejegening. In het laatst opgenomen<br />

advies handelde het over het niet optreden van de<br />

directie tegen leerlingen die een docent onheus<br />

hadden bejegend.<br />

26<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een docente klaagt erover dat de conrector onderbouw,<br />

tevens haar direct leidinggevende, haar heeft geïntimideerd<br />

door haar onder druk te zetten om haar mond te<br />

houden over de seksuele intimidatie door een collega en<br />

over het feit dat deze in het verleden al eens te ver was<br />

gegaan in de omgang met een leerling. Voorts klaagt de<br />

docente erover dat de conrector haar heeft gechanteerd<br />

door haar minder lesuren aan te bieden.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie overweegt dat haar niet is gebleken dat<br />

de conrector de docente heeft geïntimideerd dan wel<br />

heeft gechanteerd. Naar het oordeel van de Commissie<br />

heeft de docente niet aannemelijk gemaakt dat de conrector<br />

haar op enigerlei wijze onder druk heeft gezet<br />

dan wel bewoordingen heeft gebruikt die als zodanig<br />

opgevat konden worden. De Commissie heeft daarentegen<br />

de indruk dat de conrector zich juist volledig heeft<br />

ingezet om weer te komen tot een goede verstandhouding<br />

tussen de docente en haar collega. Ook het aanbod<br />

van de conrector om een aantal lessen van de docente<br />

over te nemen, kan worden gezien als een poging om te<br />

komen tot werkhervatting c.q. verlichting van haar<br />

werkzaamheden. De Commissie acht de klacht ongegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Geen<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Geen<br />

Onzorgvuldig handelen ten opzichte van<br />

groepsleerkracht na incident met collega 27<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een leerkracht klaagt erover dat zowel het bevoegd<br />

gezag als de directeur van de basisschool ten opzichte<br />

van hem onzorgvuldig heeft gehandeld en onvoldoende<br />

rekening heeft gehouden met zijn belangen na een<br />

incident waarbij hij een collega op haar mond heeft<br />

gekust.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie is van oordeel dat wanneer een leerkracht<br />

tijdens de les uit de klas wordt gehaald dit altijd<br />

vragen oproept. De directeur heeft daarnaast ouders op<br />

een ouderavond laten weten dat de leerkracht het<br />

schoolgebouw niet meer zou mogen betreden. Hierdoor<br />

heeft hij beschadigend gehandeld ten aanzien van diens<br />

eer en goede naam.<br />

De Commissie komt tot het oordeel dat het optreden<br />

van de directeur onzorgvuldig is geweest en dat hij<br />

onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen<br />

van de leerkracht.<br />

Gebleken is dat het bevoegd gezag heeft nagelaten aan<br />

de collega van de leerkracht te vragen waar het betasten<br />

volgens haar precies uit heeft bestaan. Een dergelijke<br />

beschuldiging vraagt om een zorgvuldig onderzoek. Het<br />

behoorde tot de plicht van het bevoegd gezag om, nadat<br />

het de visie van de leerkracht had gehoord, de collega<br />

daarop te laten reageren en uit te zoeken waaruit haar<br />

beschuldigingen precies bestonden. Door dit niet te<br />

doen is het bevoegd gezag ernstig in gebreke gebleven.<br />

Daarnaast heeft het geen verslagen van de gevoerde<br />

gesprekken gemaakt. Ook dit is een ernstig gebrek.<br />

Het bevoegd gezag heeft zich zonder meer neergelegd<br />

bij de wens van de collega om niet via bemiddeling de<br />

lucht tussen beide leerkrachten te zuiveren. Daarmee is<br />

de leerkracht een mogelijkheid onthouden om de verhoudingen<br />

te herstellen.<br />

De leerkracht werd door het bevoegd gezag voor de<br />

keuze gesteld van een onderzoek/schorsing dan wel<br />

overplaatsing. Daarbij is ook de mogelijkheid van aangifte<br />

bij het OM genoemd. Het bevoegd gezag heeft de<br />

leerkracht door deze handelwijze op ongeoorloofde<br />

wijze onder druk gezet en geïntimideerd.<br />

Gelet op de bovenstaande overwegingen komt de<br />

Commissie tot het oordeel dat het bevoegd gezag uitermate<br />

onzorgvuldig heeft gehandeld en dat het onvoldoende<br />

rekening heeft gehouden met de belangen van<br />

de leerkracht. De klacht is dan ook gegrond.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

De Commissie adviseert het bevoegd gezag in soortgelijke<br />

procedures nauwkeurige verslaglegging van alle<br />

gesprekken te laten plaatsvinden en te heroverwegen of<br />

de directeur in bepaalde situaties een rol kan vervullen<br />

bij de afhandeling van een klacht over ongewenst<br />

gedrag. Daarnaast dient actie te worden ondernomen<br />

om de geruchten te ontkrachten die over het incident de<br />

ronde doen. Tevens moet de leerkracht de ruimte worden<br />

geboden om de emotionele problemen die hij<br />

ondervindt van de hele gang van zaken op te lossen.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel niet overgenomen, advies deels overgenomen.<br />

Het bevoegd gezag ontwikkelt een protocol voor dit<br />

soort situaties, waarbij de verslaglegging van gesprekken<br />

zal worden meegenomen alsmede de rol van<br />

verschillende betrokkenen. Aanbod aan leerkracht<br />

gedaan voor begeleiding bij het oplossen van<br />

emotionele problemen.<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 49


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

50<br />

Intimiderend gedrag voorzitter centrale<br />

directie jegens docent 28<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een docent klaagt over intimiderend gedrag van de voorzitter<br />

van de centrale directie van de school naar aanleiding<br />

van het mede door de docent ondertekenen van<br />

een brief van een deel van het personeel aan de bedrijfsarts<br />

en naar aanleiding van de verkiezing van de docent<br />

tot voorzitter van de medezeggenschapsraad. De docent<br />

wijst er onder meer op dat de voorzitter gedragsregels<br />

voor hem heeft opgesteld, het vertrouwen in de MR<br />

heeft opgezegd en in gesprekken en <strong>corr</strong>espondentie<br />

met derden zijn eer en goede naam aantast.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De Commissie stelt vast dat het voornemen om gedragsregels<br />

voor de docent op schrift te stellen enige keren<br />

onderwerp van gesprek is geweest. De Commissie is<br />

van oordeel dat het begrijpelijk is schriftelijk in gedragsregels<br />

vast te leggen wat er mondeling is besproken.<br />

Het neerleggen van gedragsregels is op zich niet intimiderend,<br />

zeker niet als ze reeds in gesprekken aan de<br />

orde zijn geweest.<br />

De Commissie constateert dat de voorzitter een ongelukkige<br />

term heeft gebruikt door te melden het vertrouwen<br />

in de MR op te zeggen. Gebleken is dat hij heeft<br />

bedoeld dat hij zich aan de wettelijke verplichtingen zou<br />

houden, maar geen extra contacten met MR-leden zou<br />

onderhouden. De Commissie is van oordeel dat de voor-<br />

28 03.013, voortgezet onderwijs<br />

29 03.035, voortgezet onderwijs<br />

zitter tactisch ongelukkig heeft gehandeld.<br />

Ten slotte stelt de docent dat de voorzitter zijn eer en<br />

goede naam heeft aangetast. Vaststaat dat de voorzitter<br />

het vertrouwelijke gedeelte van een onderzoeksrapport<br />

aan ouderleden van de MR heeft meegegeven. Deze<br />

MR-leden zijn echter gebonden aan hun geheimhoudingsplicht.<br />

De Commissie is van oordeel dat de voorzitter in zijn<br />

brief aan de medewerkers van de school te gedetailleerd<br />

ingaat op zijn geschiedenis met de docent. Dit had meer<br />

in algemene zin gekund zonder uitgebreid stil te staan<br />

bij opvattingen en disciplinaire maatregelen.<br />

Naar het oordeel van de Commissie heeft de voorzitter<br />

hiermee de eer en goede naam van de docent in beperkte<br />

mate aangetast. De Commissie onderschrijft ook op<br />

dit punt niet dat de handelwijze van de voorzitter intimiderend<br />

voor de docent is.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht ongegrond.<br />

Het bevoegd gezag van de school zal zelf een bemiddelende<br />

rol moeten spelen en dient te bewerkstelligen dat<br />

het wederzijds vertrouwen tussen de directie en de MR<br />

weer wordt hersteld.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen<br />

Grof taalgebruik jegens docent, veiligheidsprotocol<br />

29<br />

INHOUD KLACHT<br />

Docent klaagt erover dat de directie twee leerlingen<br />

onbestraft heeft gelaten die jegens hem grove en beledigende<br />

taal hebben geuit.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Ter zitting is niet vast komen te staan dat de betrokken<br />

leerlingen zijn gestraft voor het beledigen van de<br />

docent. Zij hebben in ieder geval niet het gevoel gehad<br />

te zijn gestraft. De eventuele strafoplegging is ook nergens<br />

gedocumenteerd.<br />

Op de school geldt een veiligheidsprotocol. Daarin staat<br />

dat verbaal geweld wordt onderzocht en dat van de<br />

resultaten verslag wordt opgemaakt. De Commissie<br />

vindt dat de inhoud van het protocol in dit geval niet is<br />

nageleefd. Daarmee staat vast dat de school onzorgvuldig<br />

heeft gehandeld jegens klager, zeker nu ook vast is<br />

komen te staan dat niet alle betrokkenen in de school op<br />

de hoogte waren van het bestaan en de inhoud van het<br />

protocol.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Er zorg voor dragen dat de inhoud van het veiligheidsprotocol<br />

bij iedereen op wie het betrekking heeft<br />

bekend is.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 51


<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

52<br />

Overige<br />

Perikelen rondom een leerlingdossier. De klagende ouders wilden het de<br />

school verbieden de klachtencommissie van de inhoud daarvan in kennis te<br />

stellen. Onder verwijzing naar de vertrouwelijke behandeling van een<br />

klacht heeft de Commissie dat verbod van de hand<br />

gewezen: klagers moeten het niet in hun macht Gebruik leerlingdossier<br />

hebben het verweerder onmogelijk te maken<br />

inhoudelijk verweer te voeren.<br />

30<br />

INHOUD KLACHT<br />

De ouders klagen erover dat de directeur zonder hun<br />

toestemming gegevens uit het leerlingdossier heeft<br />

gebruikt voor het voeren van verweer in de klachtenprocedure.<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

De ouders hebben bij brief verboden om derden inzage<br />

in het dossier te verschaffen of om kopieën van het dossier<br />

ter beschikking van derden te stellen. Tot die derden<br />

rekenden zij ook de <strong>LKC</strong>.<br />

Met het door de ouders opgelegde verbod zouden zij het<br />

de school feitelijk onmogelijk maken hun visie met<br />

schriftelijk materiaal te onderbouwen. De Commissie<br />

oordeelt dat het gebruik van de gegevens noodzakelijk<br />

was voor de verdediging van gerechtvaardigde belangen.<br />

Daarbij neemt zij in aanmerking dat de stukken noch<br />

de zitting in de klachtprocedure openbaar is, zodat het<br />

recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer<br />

van de leerling niet wordt geschaad.<br />

De Commissie heeft kennis genomen van een brief van<br />

de ouders aan de ouders van de klasgenoten van hun<br />

kinderen. Uitlatingen in die brief zijn grievend jegens<br />

de school omdat het vakmanschap van de directeur en<br />

een leerkracht in twijfel worden getrokken.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Het klachtonderdeel over het gebruik van het leerlingdossier<br />

is ongegrond.<br />

Zorg te dragen voor een passende rehabilitatie van verweerders<br />

binnen de school.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel en advies overgenomen.<br />

Onheuse bejegening MR-lid door voorzitter<br />

tijdens fusieperikelen 31<br />

INHOUD KLACHT<br />

Een MR-lid klaagt erover dat de voorzitter van een voorlopige<br />

GMR haar tijdens een roerige bijeenkomst heeft<br />

toegevoegd dat ze maar op moest sodemieteren. Het<br />

incident speelde zich af tijdens een fusieproces dat niet<br />

geheel vlekkeloos verliep<br />

TOETSING DOOR COMMISSIE<br />

Over de ontvankelijkheid merkt de Commissie op dat<br />

beide scholen onder hetzelfde bevoegd gezag vallen en<br />

dat beide aangesloten zijn bij de <strong>LKC</strong>. Omdat de scholen<br />

zich in de dagelijkse praktijk als één school manifesteren<br />

maken de betrokkenen deel uit van hetzij<br />

dezelfde schoolgemeenschap, hetzij van elkaars schoolgemeenschap.<br />

De klaagster valt daarom onder het<br />

begrip “klager” uit de klachtenregeling van de scholen.<br />

Het is voor de betrokkenen niet eenvoudig om in de<br />

complexe en emotioneel geladen situatie steeds de juiste<br />

bewoordingen te kiezen. Nochtans mogen zij jegens<br />

elkaar aanspraak maken op een respectvolle wederzijdse<br />

omgang.<br />

Vaststaat dat de voorzitter zich jegens het MR-lid in de<br />

gewraakte bewoordingen heeft uitgelaten. De voorzitter<br />

van de (voorlopige) GMR heeft een voorbeeldfunctie.<br />

Hoewel er, mede gelet op de niet altijd even fijnzinnige<br />

manier waarop het MR-lid meningen naar voren brengt,<br />

wellicht enig begrip kan worden opgebracht voor de<br />

emotionele uitlating van de voorzitter, moet de conclusie<br />

luiden dat deze verwijtbaar onzorgvuldig gehandeld<br />

heeft.<br />

OORDEEL<br />

ADVIES<br />

Klacht gegrond.<br />

Afschrift van het advies opnemen in het personeelsdossier.<br />

REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />

Oordeel overgenomen, advies voorlopig overgenomen<br />

(in afwachting van arbeidsrechtelijk advies).<br />

30 03.058, primair onderwijs<br />

31 03.038, primair onderwijs; klacht uitsluitend schriftelijk behandeld<br />

<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 53


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

54<br />

bijlage a<br />

De in <strong>2003</strong> ingediende klachten<br />

(naar aantal en soort)<br />

Afhankelijk van de inhoud van een klacht krijgt deze één of meerdere dossiernummers<br />

toegekend. Dient iemand bijvoorbeeld een klacht in tegen een directie en een bevoegd<br />

gezag vanwege het ontbreken van anti-pestbeleid, dan wordt dit beschouwd als één klacht.<br />

Een klacht over een door de directie opgelegde straf en over de manier waarop het bevoegd<br />

gezag de bezwaren daartegen heeft afgehandeld leidt tot twee dossiernummers: het betreft<br />

dan twee klachten die niet over hetzelfde gaan en die gericht zijn tegen twee verschillende<br />

verweerders. Ook indien meerdere klagers zich onafhankelijk van elkaar beklagen over<br />

eenzelfde voorval of beslissing leidt dat tot toekenning van meerdere dossiernummers.<br />

In <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> 14 klachten meer ontvangen dan het jaar daarvoor, namelijk 129.<br />

In het (top)jaar 2001 was dat aantal 145.<br />

DOORLOOPTIJD<br />

In het jaar <strong>2003</strong> heeft de <strong>LKC</strong> 158 klachten in behandeling<br />

gehad: behalve de 129 nieuw ingediende klachten<br />

tevens de werkvoorraad op 1 januari <strong>2003</strong> (29). Aan het<br />

einde van het jaar resteerde wederom een aantal van 29<br />

in behandeling zijnde klachten, zodat de conclusie is dat<br />

in het verslagjaar 129 klachten zijn afgehandeld.<br />

Verheugend is het te kunnen melden dat alle klachten<br />

binnen een periode van 5 maanden zijn afgehandeld. In<br />

ruim 2/3 van de gevallen lukte dat binnen 3 maanden.<br />

Daarbij moet wel aangetekend worden dat zich in deze<br />

categorie ook de ingetrokken en anderszins opgeloste<br />

klachten bevinden. Deze vergen doorgaans beduidend<br />

minder behandeltijd dan klachten die in een advies van<br />

de Commissie eindigen.<br />

DOORLOOPTIJD IN MAANDEN AFGEDANE KLACHTEN<br />

2002<br />

0-3 68<br />

3-4 22<br />

4-5 12<br />

5-6 9<br />

>6 3<br />

<strong>2003</strong><br />

0-3<br />

3-4<br />

4-5<br />

>5<br />

87<br />

29<br />

13<br />

0<br />

2002<br />

<strong>2003</strong><br />

VERDELING VAN DE INGEDIENDE KLACHTEN NAAR<br />

ONDERWIJSSOORT<br />

PO<br />

VO<br />

SO<br />

PO<br />

VO<br />

SO<br />

In het vijfjarig bestaan van de <strong>LKC</strong> is het merendeel van<br />

de klachten steeds afkomstig geweest uit het primair<br />

onderwijs. Dat beeld is het afgelopen jaar alleen nog maar<br />

versterkt: van de 129 afgehandelde klachten kwamen er<br />

85 (66%) uit het primair onderwijs. Een jaar eerder was<br />

dat nog 55%. Het voortgezet onderwijs genereerde 40<br />

klachten en 4 klachten waren afkomstig uit het speciaal<br />

onderwijs.<br />

VERDELING INGEDIENDE KLACHTEN NAAR<br />

ONDERWIJSSOORT<br />

63<br />

47<br />

5<br />

85<br />

40<br />

4<br />

VERDELING INGEDIENDE KLACHT NAAR INHOUD<br />

KLACHT<br />

2002<br />

Communicatie<br />

Ped.did. begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Werkgever/werknemer<br />

Overige zaken<br />

<strong>2003</strong><br />

Communicatie<br />

Ped.did. begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Werkgever/werknemer<br />

Overige zaken<br />

18<br />

36<br />

9<br />

15<br />

12<br />

11<br />

4<br />

10<br />

23<br />

52<br />

8<br />

5<br />

19<br />

5<br />

7<br />

10<br />

V ERDELING VAN DE INGEDIENDE KLACHTEN NAAR INHOUD<br />

Bij de indeling van de ontvangen klachten hanteert de<br />

<strong>LKC</strong> de volgende categorieën:<br />

• communicatie tussen school en ouders/leerlingen<br />

• pedagogisch-didactische begeleiding<br />

• ongewenste intimiteiten<br />

• hardhandige aanpak van leerlingen<br />

• klachtbehandeling binnen de school of door het<br />

bevoegd gezag<br />

• pesten<br />

• de relatie werkgever/werknemer<br />

• overige zaken.<br />

Zoals in hoofdstuk 1 reeds opgemerkt is speelt communicatie<br />

een belangrijke rol bij veel klachten. Eveneens is<br />

daar gewezen op de procentuele toename van de klachten<br />

over pedagogisch-didactische begeleiding (van 31% naar<br />

40%). Het aantal klachten over de interne klachtbehandeling<br />

is eveneens relatief gestegen. Een afname daarentegen<br />

valt waar te nemen in de categorieën hardhandige<br />

aanpak en pesten.<br />

D E VERDELING NAAR DE WIJZE VAN<br />

AFHANDELEN VAN DE KLACHTEN<br />

2002<br />

niet gegrond 30<br />

deels gegrond 30<br />

gegrond 19<br />

ingetrokken 10<br />

bemiddeld 1<br />

niet ontvankelijk 14<br />

ter kennisname 10<br />

<strong>2003</strong><br />

niet gegrond 37<br />

deels gegrond 39<br />

gegrond 21<br />

ingetrokken 16<br />

bemiddeld 0<br />

niet ontvankelijk 12<br />

ter kennisname 4<br />

SPREIDING VAN HET OORDEEL OVER DE<br />

AARD VAN DE KLACHT IN <strong>2003</strong><br />

NIET GEGROND<br />

Communicatie 5<br />

Ped.did. begeleiding 13<br />

Ongewenste intimiteiten 1<br />

Hardhandige aanpak 4<br />

Interne klachtbehandeling 7<br />

Pesten 3<br />

Werkgever/werknemer 1<br />

Overige zaken 3<br />

DEELS GEGROND<br />

Communicatie 8<br />

Ped.did. begeleiding 18<br />

Ongewenste intimiteiten 1<br />

Hardhandige aanpak 2<br />

Interne klachtbehandeling 4<br />

Pesten 4<br />

Werkgever/werknemer 1<br />

Overige zaken 1<br />

GEGROND<br />

Communicatie<br />

Ped.did. begeleiding<br />

Ongewenste intimiteiten<br />

Hardhandige aanpak<br />

Interne klachtbehandeling<br />

Pesten<br />

Werkgever/werknemer<br />

Overige zaken<br />

D E VERDELING NAAR DE WIJZE VAN AFHANDELEN VAN<br />

DE KLACHTEN<br />

In <strong>2003</strong> heeft de Commissie 129 zaken afgedaan. Dit kan<br />

zijn doordat de klacht tussentijds is ingetrokken of direct<br />

aan het begin van de behandeling niet ontvankelijk is verklaard.<br />

In het merendeel van de zaken heeft de <strong>LKC</strong> echter<br />

naar aanleiding van de klacht een oordeel en advies<br />

aan het bevoegd gezag uitgebracht (75%). In de grafiek<br />

“verdeling van de afgehandelde klachten naar afdoening”<br />

is dit inzichtelijk gemaakt.<br />

Wanneer de Commissie toekomt aan de inhoudelijke<br />

beoordeling van de klacht verklaart zij deze (geheel of<br />

gedeeltelijk) gegrond of ongegrond. In de verslagperiode<br />

heeft de Commissie in totaal 97 zaken inhoudelijk beoordeeld.<br />

Deze beoordeling leidde in de verslagperiode tot de volgende<br />

percentages : ongegrond 38%; deels gegrond 40%<br />

en gegrond 22%.<br />

S PREIDING VAN HET OORDEEL OVER DE AARD<br />

VAN DE KLACHT<br />

Bovenstaande grafiek geeft de inhoudelijke beoordeling<br />

van de klachten, onderverdeeld naar onderwerp weer.<br />

Hoewel in de meeste categorieën het absolute aantal klachten<br />

te laag is om aan verschuivingen conclusies te kunnen<br />

verbinden, valt wel op te merken dat de verhouding<br />

gegrond:ongegrond in de categorieën communicatie en<br />

pedagogisch-didactische begeleiding (die de grootste aantal<br />

klachten vormen) vergelijkbaar is met een jaar eerder.<br />

2<br />

7<br />

2<br />

0<br />

3<br />

1<br />

4<br />

2<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 55


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

56<br />

bijlage b<br />

Lijst van de in <strong>2003</strong><br />

uitgebrachte adviezen<br />

DOSSIER COMMUNICATIE AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.080 Handelwijze directeur inzake de groepsindeling nieuwe schooljaar deels gegrond PO<br />

02.102 Slechte communicatie school inzake toelating tot internationale opleiding deels gegrond VO<br />

02.104 Wijze waarop school incident op toilet heeft afgehandeld ongegrond PO<br />

03.007 Juridisch medewerker school geeft opzettelijk onjuiste informatie ongegrond VO<br />

03.011 Vrijwilliger beklaagt zich over afhandeling handgemeen tussen hem en andere ouder door directie deels gegrond PO<br />

03.012 Zie 03.011, maar dan door bestuur deels gegrond PO<br />

03.014 Crisis na fusieperikelen en tegenwerking MR-lid door directie deels gegrond PO<br />

03.033 Begeleiding leerling met gedragsproblemen deels gegrond PO<br />

03.039 Directeur <strong>corr</strong>igeert groepsleerkracht niet, geeft geen huiswerk en beticht ouder en leerling van leugens ongegrond PO<br />

03.042 Groepsleerkracht bejegent leerling en zijn moeder in<strong>corr</strong>ect deels gegrond PO<br />

03.047 Onzorgvuldig en onbehoorlijk optreden directie gegrond PO<br />

03.048 Directie heeft ouders verkeerd geïnformeerd over inschrijving dochter en het<br />

verschuldigd zijn van schoolgeld ongegrond VO<br />

03.058 Directeur communiceert niet goed met ouders over inhoud van een gesprek en over klachtenregeling deels gegrond PO<br />

03.059 Informatie aan niet met het ouderlijk gezag belaste ouder gegrond VO<br />

03.077 Aantal beoordelingen ten onrechte niet herzien ongegrond VO<br />

DOSSIER PEDAGOGISCH- DIDACTISCHE BEGELEIDING AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.077 School heeft geen adequate actie ondernomen inzake de taalproblemen van leerling gegrond PO<br />

02.086 Handelwijze school bij overplaatsing dochter deels gegrond PO<br />

02.088 School laat leerling ten onrechte niet doorstromen naar Vmbo-T ongegrond VO<br />

02.089 Geen veilige leeromgeving geboden; onprofessionele begeleiding door leerkracht deels gegrond PO<br />

02.094 Onvoldoende begeleiding, leerachterstand en informatie daarover ongegrond SO<br />

02.096 Gebrekkige begeleiding aan leerling en te lange tijd tot aanmelding voor onderzoek gegrond PO<br />

02.097 Onvoldoende begeleiding bij rekenonderwijs ongegrond PO<br />

02.098 Optreden directeur in het kader van incidenten tijdens overblijf en verwijdering van schoolkamp deels gegrond PO<br />

02.100 School heeft geen adequate begeleiding gegeven aan leerling ongegrond PO<br />

03.002 Onprofessionele opstelling directeur bij begeleiding van leerling ongegrond PO<br />

03.003 Onpedagogisch optreden directeur ongegrond PO<br />

03.009 Leerling voelt zich gedupeerd door verkeerde herkansing en nasleep daarvan deels gegrond VO<br />

03.010 Leerling gymnasium niet toegestaan vak Grieks te volgen gegrond VO<br />

03.016 Pedagogische begeleiding door leerkracht ongegrond PO<br />

03.018 School heeft leerplichtige leerling ten onrechte tijdelijk de toegang tot de school ontzegd ongegrond VO<br />

03.020 Niet nakomen afspraak m.b.t. begeleiding; onprofessionele communicatie met ouders deels gegrond PO<br />

03.024 School ontzegt leerling voor langere tijd de toegang tot de lessen en de school deels gegrond VO<br />

03.026 Onvoldoende begeleiding leerling; klagers niet geïnformeerd en afspraak niet nagekomen deels gegrond PO<br />

03.027 Inadequate zorgstructuur en gebrekkige communicatie over begeleiding deels gegrond PO<br />

03.030 Opmerkingen onderwijsassistent en vuurwerk geven aan basisschoolleerling (ook 03.041 en 03.044) deels gegrond PO<br />

03.031 Zoon van klager wordt niet in de gelegenheid gesteld stage te lopen ongegrond SO<br />

03.041 Opmerkingen leerkracht over ouder in bijzijn leerlingen (ook 03.030 en 03.044) gegrond PO<br />

03.043 Verwijdering van schoolkamp te zware straf deels gegrond PO<br />

03.045 Ouders zijn het niet eens met schooladvies vervolgonderwijs voor hun dochter ongegrond PO<br />

03.054 Pedagogische benadering. Aanpak krabbende leerling deels gegrond PO<br />

03.061 Onvoldoende didactische begeleiding van dochter en mogelijke discriminatie (ook 03.082 en 03.083) deels gegrond PO<br />

03.064 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp deels gegrond PO<br />

03.073 Weigering dochter naar groep 3 te laten gaan ondanks positief advies externe deskundige ongegrond PO<br />

03.076 Bevoegd gezag wijst verzoek om herkansing presentatie af gegrond VO<br />

03.079 Niet goed omgaan met allergie leerling ongegrond VO<br />

03.080 Cijfer economie niet aangepast; daardoor ten onrechte niet bevorderd naar 4 Havo deels gegrond VO<br />

03.081 School heeft zoon in nieuwe schooljaar geplaatst in nieuwe groep (ook 03.087) gegrond PO<br />

03.082 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp (ook 03.064 en 03.083) deels gegrond PO<br />

03.083 Pedagogisch-didactische handelwijze groepsleerkracht in klas en tijdens schoolkamp (ook 03.064 en 03.082) deels gegrond PO<br />

03.084 Straffen en opsluiten tijdens schoolkamp deels gegrond PO<br />

03.086 Plaatsing leerling in parallelgroep ongegrond PO<br />

03.090 Pedagogisch-didactische begeleiding door leerkracht ongegrond PO<br />

03.094 Advies vervolgonderwijs gegrond PO<br />

03.098 School laat leerlinge groep 8 nog een keer doen terwijl Cito-score daar geen<br />

aanleiding toe geeft deels gegrond PO<br />

DOSSIER ONGEWENSTE INTIMITEITEN AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.107 Seksuele intimidatie door leerkracht gegrond PO<br />

03.006 Ongewenste intimiteiten van collega ongegrond VO<br />

03.029 Ongewenst contact leerkracht met ouder deels gegrond PO<br />

03.069 Gymleraar heeft tegen leerling ongepaste opmerkingen gemaakt (zie 03.070) gegrond VO<br />

DOSSIER HARDHANDIGE AANPAK AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.092 Hardhandige aanpak van zoon door leerkracht (ook 02.095) deels gegrond PO<br />

02.108 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

02.109 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

02.111 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

02.112 Mishandeling leerling door leerkracht ongegrond PO<br />

03.099 Hardhandig optreden leerkracht deels gegrond PO<br />

DOSSIER KLACHTBEHANDELING AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.068 Negeren klacht over overblijven; laten escaleren incident in bijzijn andere ouders deels gegrond PO<br />

02.095 Klachtbehandeling door bevoegd gezag (ook 02.092) ongegrond PO<br />

02.101 Gebrekkig optreden directeur tegen pestgedrag van en mishandeling door leerlingen<br />

en leerkrachten (ook 02.108, 02.109, 02.110, 02.111 en 02.112) gegrond PO<br />

02.103 Wijze van klachtafhandeling door bevoegd gezag (ook 02.098) ongegrond PO<br />

03.028 Klachtafhandeling door directie (ook 03.025) deels gegrond VO<br />

03.034 Te beperkte klachtafhandeling door bevoegd gezag (ook 03.029) ongegrond PO<br />

03.044 Aanpak directeur na klachten over onderwijsassistent en leerkracht (ook 03.030/041) ongegrond PO<br />

03.070 Locatiedirecteur heeft klacht over ongepaste opmerkingen docent niet adequaat afgehandeld (ook 03.069) gegrond VO<br />

03.078 Niet vertrouwelijke behandeling informatie door vertrouwenspersoon ongegrond SO<br />

03.085 Klachtbehandeling door directeur (ook 03.064/082-084) deels gegrond PO<br />

03.087 Bevoegd gezag geeft verkeerde informatie over klachtenprocedure (ook 03.081) gegrond PO<br />

03.092 Optreden directeur na klachten over leerkracht ongegrond PO<br />

03.100 Handelwijze directeur na klacht over hardhandige aanpak van groepsleerkracht deels gegrond PO<br />

DOSSIER PESTEN AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.090 Niet optreden tegen pestende ouderhulp; daardoor leerachterstand opgelopen ongegrond PO<br />

02.110 Gebrekkig optreden directeur tegen pestgedrag van en mishandeling door leerlingen en leerkrachten gegrond PO<br />

03.036 Pesten deels gegrond PO<br />

03.057 Geen veilig schoolklimaat, pesten deels gegrond PO<br />

03.063 Niet adequaat optreden leerkracht tegen pesten deels gegrond PO<br />

03.072 Optreden directie na pesten en mishandeling leerling ongegrond VO<br />

03.074 Directeur en groepsleerkracht hebben leerling van school gepest door hem als problematisch<br />

kind te kenschetsen. deels gegrond PO<br />

03.089 Niet adequaat optreden tegen pestgedrag leerling ongegrond VO<br />

DOSSIER WERKGEVER - WERKNEMER AFDOENING ONDERWIJS<br />

02.083 Leerkracht klaagt over onware verklaringen in eerdere klacht gegrond PO<br />

03.001 Handelwijze directeur jegens invalleerkracht gegrond PO<br />

03.013 Directie intimideert personeelslid/MR-lid ongegrond VO<br />

03.032 Schoolleiding legt docente beperkingen op wegens haar kritiek op taakbeleid deels gegrond VO<br />

03.035 Directie treedt onvoldoende op tegen leerlingen nadat deze grove en beledigende taal hebben<br />

geuit jegens docent gegrond VO<br />

03.067 Onvoldoende begeleiding docent door directie na incidenten met leerling gegrond VO<br />

DOSSIER OVERIGE AFDOENING ONDERWIJS<br />

03.004 Intimidatie door leidinggevende om te zwijgen over seksuele intimidatie door collega ongegrond VO<br />

03.008 Handelwijze school en bevoegd gezag in kader van ruzie tussen ouderparen deels gegrond PO<br />

03.023 Directeur ontloopt zijn verantwoordelijkheid (zie ook 03.001-003) ongegrond PO<br />

03.025 Verstrekken informatie in procedure tussen ouders over gezag over de kinderen gegrond VO<br />

03.038 Onheuse uitlating voorzitter MR gefuseerde school jegens MR-lid gegrond PO<br />

03.095 Keuze groepen voor dislocatie ongegrond PO<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 57


JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

58<br />

bijlage c<br />

Vastgestelde jaarrekening <strong>2003</strong><br />

De <strong>LKC</strong> stelt op grond van artikel 29 van het Instellingsbesluit<br />

jaarlijks de jaarrekening van het afgelopen jaar<br />

vast. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.<br />

De jaarrekening over <strong>2003</strong> is als volgt.<br />

REKENING BEGROTING<br />

INKOMSTEN <strong>2003</strong> <strong>2003</strong><br />

Bijdrage aangesloten besturen 311.155 300.786<br />

Overige inkomsten - -<br />

Totaal 311.155 300.786<br />

LASTEN<br />

Secretariaatskosten 310.600 342.332<br />

Vacatiegelden 55.611 78.000<br />

Reiskosten leden 3.967 6.500<br />

Vergaderkosten 10.212 11.000<br />

Studiedagen 2.217 3.000<br />

Kosten <strong>jaarverslag</strong> en brochure 18.308 18.500<br />

Website 1.999 3.500<br />

Onvoorzien 39 3.000<br />

Totaal 402.953 465.832<br />

Saldo -91.798 -165.046<br />

T OELICHTING OP DE JAARREKENING <strong>2003</strong><br />

1. Inkomsten<br />

In <strong>2003</strong> is van de aangesloten schoolbesturen een bijdrage<br />

van 1 0,44 per leerling gevraagd. Dit bedrag lag 1 0,05<br />

onder hetgeen het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en<br />

Wetenschappen aan scholen voor het primair onderwijs<br />

beschikbaar had gesteld voor de behandeling van klachten.<br />

Hiertoe heeft de instandhouder, VOS/ABB, besloten<br />

om voor haar leden de facilitering van met name vertrouwenspersonen<br />

mogelijk te maken.<br />

De jaarrekening laat zien dat de inkomsten hoger zijn uitgevallen<br />

dan begroot door de stijging van het aantal leerlingen.<br />

De uitgaven zijn onder de begroting gebleven.<br />

Niettemin is een negatief saldo ontstaan.<br />

2. Lasten<br />

a. secretariaatsvergoeding<br />

De toerekening van de kosten van het secretariaat vindt<br />

tot nu toe plaats aan de hand van een verdeelsleutel. Het<br />

secretariaat verleent ondersteuning aan vier verschillende<br />

commissies en de kosten van deze ondersteuning worden<br />

thans naar evenredigheid over alle commissies verdeeld.<br />

In de verdeelsleutel wordt enerzijds rekening gehouden<br />

met de overhead, die de instandhouding van een commissie<br />

als de <strong>LKC</strong> vergt, en anderzijds het beroep dat de commissie<br />

doet op de ondersteuning door het secretariaat bij<br />

de behandeling van de klachten. De <strong>LKC</strong> heeft in <strong>2003</strong><br />

wederom in belangrijke mate de werkzaamheden van het<br />

secretariaat bepaald.<br />

b. de kosten van de Commissie<br />

De directe kosten van de Commissie, zoals onder meer de<br />

vacatiegelden en de reiskosten, zijn binnen de begroting<br />

gebleven.<br />

De post “website” is lager uitgevallen dan voorzien omdat<br />

we niet zijn toegekomen aan een updating van de site, die<br />

wel beoogd was. Op het publicitaire vlak staan voor 2004<br />

behalve de actualisering van de website zowel de herziening<br />

van de brochure over de werkwijze van de <strong>LKC</strong> als<br />

het uitbrengen van een gewijzigd Reglement gepland.<br />

3. Het rekeningresultaat<br />

Het feit dat de inkomsten hoger zijn uitgevallen dan<br />

begroot door de stijging van het aantal leerlingen en de<br />

uitgaven tezelfdertijd onder de begroting zijn gebleven,<br />

leidt tot een minder groot negatief saldo dan voorzien.<br />

De instandhouder VOS/ABB heeft het negatief rekeningresultaat<br />

<strong>2003</strong> afgedekt. De positieve resultaten vanuit de<br />

andere door VOS/ABB instandgehouden commissies<br />

waren daarvoor toereikend.<br />

4. Veranderde begrotingswijze<br />

Omdat nu gedurende vijf jaar de instandhouding van de<br />

Landelijke Klachtencommissie mede mogelijk is geweest<br />

door de positieve resultaten die andere commissies behaalden<br />

en de toerekening van de overheadkosten überhaupt<br />

via een gefingeerde verdeelsleutel tot stand kwam, heeft<br />

VOS/ABB besloten voor het jaar 2004 de begroting voor<br />

alle door haar instandgehouden commissies meer te laten<br />

aansluiten bij de begrotingswijze die zij voor VOS/ABB<br />

zelf hanteert. Dit betekent o.a. dat niet meer alle ten<br />

behoeve van de commissies gemaakte kosten herleidbaar<br />

zijn tot elke specifieke commissie. Alleen de als ‘directe<br />

kosten’ te beschouwen uitgaven, zoals bijvoorbeeld de vacatie-<br />

en reisgelden en de kosten voor publicaties worden<br />

nog per commissie uitgesplitst. De overige uitgaven worden<br />

via toerekening (ten dele op basis van uurloon per<br />

medewerker) doorbelast aan de commissies gezamenlijk.<br />

Eén en ander zal voor het <strong>jaarverslag</strong> over 2004 tot gevolg<br />

hebben dat het eindresultaat van alle door VOS/ABB<br />

instandgehouden commissies in één jaarrekening zal<br />

worden verantwoord.<br />

COLOFON<br />

SAMENSTELLING LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE<br />

VOOR HET OPENBAAR EN HET ALGEMEEN<br />

TOEGANKELIJK ONDERWIJS<br />

( PER 31 DECEMBER <strong>2003</strong>)<br />

Dhr. mr. H.Th. van der Meer<br />

(voorzitter) – vice-president arrondissementsrechtbank, sector<br />

Kanton<br />

Mw. mr. E.N. Brons<br />

(plv. voorzitter) – vice-voorzitter Commissie Gelijke<br />

Behandeling<br />

Dhr. mr. J.P.L.C. Dijkgraaf<br />

(plv. voorzitter) – advocaat<br />

Dhr. mr. R.H. Haveman<br />

(plv. voorzitter) – universitair hoofddocent straf(proces)recht<br />

Mw. mr. R. Holtmaat<br />

(plv. voorzitter) – hoogleraar Europees non-discriminatierecht,<br />

freelance onderzoeker en adviseur op het terrein van gelijke<br />

behandeling en non-discriminatie<br />

Mw. mr. M.E.A. Wildenburg<br />

(plv. voorzitter) – raadsheer gerechtshof Amsterdam<br />

Mw. drs. T. Bartel-Lely<br />

(lid) – lid van diverse commissies in de thuiszorg en maatschappelijk<br />

werk. Voormalig bestuurslid Consumentenbond<br />

Dhr. S.J. Drijver<br />

(lid) – voormalig hoofd afdeling onderwijs gemeente Dordrecht<br />

Mw. W. Dulfer-Visser<br />

(lid) – voormalig psychotherapeut RIAGG<br />

Mw. drs. D.J. Duyvis<br />

(lid) – klinisch psycholoog en seksuoloog<br />

Mw. mr. N. Gunes<br />

(lid) – juridisch medewerker Commissie Gelijke Behandeling<br />

Mw. S.Y. Kuurstra-Brons<br />

(lid) – leerlingbegeleider Voortgezet Onderwijs<br />

Dhr. R. Limper<br />

(lid) – directeur bureau VOO<br />

Mw. drs. G. van der Meulen<br />

(lid) – hoofd afdeling Welzijn, Sport en Onderwijs gemeente<br />

Leusden. Voorheen orthopedagoog<br />

Mw. drs. M. Polderman<br />

(lid) – schoolarts<br />

Dhr. J. Toes sr.<br />

(lid) – docent lichamelijke opvoeding<br />

Dhr. R.C.A. Wilcke<br />

(lid) – voorzitter college van bestuur ROC<br />

Uitgave Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs<br />

Vormgeving Studio Bauman bno, Rotterdam<br />

Fotografie Studio Bauman bno, Rotterdam (Arno Bauman) en Rob Limper<br />

Ontwerp logo B. Colsen, ’s-Gravenhage<br />

Druk Drukzaken, Rotterdam<br />

Oplage 3500 exemplaren<br />

Bestellen Secretariaat <strong>LKC</strong> • Postbus 162 • 3440 AD Woerden • Telefoon 0348 40 52 45<br />

SAMENSTELLING SECRETARIAAT<br />

( PER 31 DECEMBER <strong>2003</strong>)<br />

Mw. drs. M.R. Backer<br />

secretaris<br />

Mw. mr. P.E. van Althuis<br />

adjunct-secretaris<br />

Mw. mr. E.J.J. Kits Nieuwenkamp<br />

adjunct-secretaris<br />

Dhr. mr. M. Smulders<br />

adjunct-secretaris<br />

Dhr. drs. J. van Velzen<br />

adjunct-secretaris<br />

Mw. E.A. Telkamp-Lafeber<br />

secretaresse<br />

Mw. M.J. van den Elzen-van Mil<br />

administratief medewerker<br />

TEN BEHOEVE VAN DE BEHANDELING VAN<br />

KLACHTEN, AFKOMSTIG UIT HET ALGEMEEN<br />

TOEGANKELIJK ONDERWIJS<br />

Mw. mr. H. Mertens<br />

secretaris SGO<br />

Mw. mr. R. de Bekker<br />

adjunct-secretaris SGO<br />

Dhr. mr. J.A. Breunesse<br />

adjunct-secretaris SGO<br />

Mw. M. Schuur<br />

secretaresse<br />

Mw. E. Clarijs<br />

administratief medewerker<br />

ADRESGEGEVENS VAN DE <strong>LKC</strong><br />

Postbus 162<br />

3440 AD Woerden<br />

Telefoon 0348 40 52 45<br />

Fax 0348 40 52 44<br />

Bezoekadres: Polanerbaan 15, Woerden<br />

Website: www.lgc-lkc.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!