LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
30<br />
Onenigheid over schooladvies 6<br />
INHOUD KLACHT<br />
Vader klaagt erover dat de groepsleerkracht een in zijn<br />
ogen verkeerd schooladvies heeft gegeven voor zijn<br />
dochter. Hij wijst er daarbij op dat de groepsleerkracht<br />
van groep 7 had gezegd dat zijn dochter MAVO zou<br />
kunnen volgen. De vader geeft aan dat wanneer zijn<br />
dochter een groep over had kunnen doen, zij meer kans<br />
had gehad om haar taalachterstand in te halen. De leerkracht<br />
van groep 8 is echter van mening dat de dochter<br />
VMBO/ LWOO zou moeten volgen.<br />
Daarnaast vindt de vader dat de leerkracht van groep 8<br />
onzorgvuldig heeft gehandeld. De leerkracht heeft de<br />
dochter geen CITO-toets laten maken omdat er al een<br />
schooladvies gegeven was.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De Commissie merkt op dat de klacht in wezen tegen<br />
(het systeem van) de school is gericht, aangezien de<br />
advisering voor het vervolgonderwijs het sluitstuk is van<br />
een proces dat in groep 6 aanvangt en waarbij het hele<br />
schoolteam betrokken is. Aan het einde van groep 6<br />
bestond er verschil van mening tussen de vader en de<br />
school over het door de dochter te volgen traject. Aan<br />
het einde van groep 7 was daarin geen verandering<br />
gekomen en in groep 8 is dit verschil van mening in<br />
volle omvang zichtbaar geworden toen de vader niet in<br />
kon stemmen met het door de leerkracht gegeven advies<br />
voor vervolgonderwijs. Het was toen te laat om alsnog<br />
aan de wensen van de vader tegemoet te komen.<br />
Het is de school te verwijten dat een zo fundamenteel<br />
verschil van mening gedurende twee jaar heeft kunnen<br />
voortbestaan. Eind groep 6 was het voor de school duidelijk<br />
dat de vader niet instemde met het door de school<br />
beoogde einddoel voor de dochter. Niettemin is de<br />
school vervolgens conform haar eigen inschatting aan<br />
het werk gegaan zonder daarover volkomen duidelijkheid<br />
aan de vader te verschaffen. Daaraan heeft de<br />
school niet verstandig gedaan omdat op die manier het<br />
verschil van mening met de vader aan het einde van het<br />
traject voorspelbaar in een conflict moest eindigen. Eén<br />
en ander is nog versterkt door de verschillende manieren<br />
waarop de leerkrachten de vorderingen van de dochter<br />
op de rapporten hebben vermeld. Weliswaar werden<br />
deze toegelicht tijdens de rapportbesprekingen, maar<br />
die tijd is te kort om aan de ouders duidelijk te maken<br />
hoe de gepresenteerde resultaten zich verhouden tot de<br />
werkelijke vorderingen. Bij de vader heeft aldus het idee<br />
kunnen ontstaan dat zijn eigen inschatting van de<br />
mogelijkheden van zijn dochter juister was dan de prognose<br />
van de school. De school had dit conflict kunnen<br />
voorkomen door aan het einde van groep 6 met de<br />
vader in overleg te treden over de manier waarop de<br />
dochter begeleid zou worden en de daarbij beoogde<br />
einddoelen. De vader heeft uitgesproken dat zijn dochter<br />
over de capaciteiten beschikt om de theoretische<br />
leerweg van het VMBO te volgen indien zij een jaar zou<br />
doubleren en daardoor haar taalachterstand zou<br />
inlopen. Hij baseert zich daarbij op een uitlating van de<br />
leerkracht van groep 7, die gezegd zou hebben dat de<br />
dochter MAVO zou kunnen halen, alsmede op de<br />
mening van een OALT-docent.<br />
Bij het beoordelen van een waardering van het kunnen<br />
en kennen van leerlingen neemt de Commissie een<br />
grote mate van terughoudendheid in acht. Alleen indien<br />
de inhoud van zo’n waardering kennelijk niet juist is of<br />
indien aan de totstandkoming daarvan zodanige gebreken<br />
kleven dat daaraan in redelijkheid niet vast kan worden<br />
gehouden, zal zij adviseren aan die beoordeling<br />
voorbij te gaan.<br />
Het is zeker niet uit te sluiten dat het volgen van een<br />
extra jaar basisonderwijs bij een substantieel aantal leerlingen<br />
van allochtone afkomst kan leiden tot een hoger<br />
niveau van vervolgopleiding.<br />
De dochter had echter niet alleen te kampen met een<br />
taalachterstand maar tevens met een rekenachterstand.<br />
Wat hiervoor gezegd is over taalachterstand bij leerlingen<br />
van allochtone afkomst hoeft zeker niet ook voor<br />
rekenen te gelden.<br />
De school had er verstandig aan gedaan de dochter wel<br />
de CITO eindtoets af te laten leggen. Daardoor had aan<br />
de vader, die sinds eind groep 6 al niet instemde met de<br />
inschatting van de school, een actueel en extern getoetst<br />
inzicht in het prestatieniveau van zijn dochter geboden<br />
kunnen worden. Mits het doel van de toets haar goed<br />
uitgelegd zou zijn, had het afleggen daarvan voor de<br />
dochter ook geen teleurstellende ervaring behoeven te<br />
zijn. Een leerkracht van groep 8 mag geacht worden in<br />
staat te zijn dergelijke mogelijke teleurstellingen bij<br />
leerlingen te voorkomen.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
De klacht is op deze onderdelen ongegrond. Wel is<br />
het verschil van mening over de te bereiken onderwijsdoelen<br />
onnodig lang blijven bestaan.<br />
Bewerkstelligen dat verschillen van mening tussen<br />
ouders en de school over te bereiken onderwijsdoelen<br />
niet gedurende langere tijd kunnen blijven bestaan.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
Verzoek ouders om herkansing voor zoon<br />
afgewezen 7<br />
INHOUD KLACHT<br />
De ouders klagen erover dat het bevoegd gezag de handelwijze<br />
van de locatiedirectie heeft onderschreven om<br />
het aan hun zoon toegekende cijfer 1 voor een presentatie<br />
voor het vak Nederlands te handhaven. Het door de<br />
ouders gedane verzoek om hun zoon de presentatie te<br />
laten herkansen was afgewezen. De leerling werd ten<br />
gevolge van dit alles niet bevorderd.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
De vraag dient beantwoord te worden of het bevoegd<br />
gezag mocht besluiten het door de docente toegekende<br />
cijfer 1 voor het vak Nederlands te handhaven. De zoon<br />
kreeg dit cijfer omdat hij niet aanwezig was bij de presentatie<br />
van een opdracht voor het vak Nederlands en<br />
omdat hij aan de afdelingsleider, toen die daar bij zijn<br />
afmelding naar informeerde, niet heeft gemeld dat hij<br />
die dag nog een presentatie moest houden. Het bevoegd<br />
gezag heeft aangegeven dat het gegeven dat de zoon<br />
geen melding heeft gemaakt van zijn presentatie zwaar<br />
heeft meegewogen bij de beoordeling of het aan de zoon<br />
toegekende cijfer 1 gehandhaafd kon worden of dat hij<br />
de presentatie zou mogen herkansen.<br />
Op welke wijze sanctionerend wordt opgetreden door<br />
een school valt binnen de beleidsvrijheid van die school.<br />
De Commissie toetst door de school opgelegde sancties<br />
daarom slechts marginaal.<br />
De Commissie is van oordeel dat het toekennen van het<br />
cijfer 1 in het algemeen een passende straf kan zijn. De<br />
Commissie heeft tevens geconstateerd dat de zoon niet<br />
6 03.061, primair onderwijs<br />
7 03.076, voortgezet onderwijs<br />
is gewaarschuwd dat vluchtgedrag waarvan al eerder<br />
sprake was geweest, niet meer getolereerd zou worden.<br />
Het feit dat de zoon vooraf onvoldoende is duidelijk<br />
gemaakt wat de gevolgen zouden kunnen zijn van zijn<br />
vluchtgedrag in combinatie met de ingrijpende gevolgen<br />
van de straf, zou reden moeten zijn geweest voor het<br />
bevoegd gezag om het eerder gegeven cijfer 1 niet te<br />
handhaven. De klacht daarover is gegrond.<br />
De ouders verzochten om aan hun zoon hetzelfde cijfer<br />
toe te kennen als aan de medeleerling met wie hij de<br />
presentatie oorspronkelijk zou houden. De Commissie<br />
beschikt echter niet over de bevoegdheid om cijfers vast<br />
te stellen of waarderingen toe te kennen. Bovendien lag<br />
het inwilligen van het verzoek niet in de rede nu hun<br />
zoon geen presentatie heeft verzorgd<br />
Dit betekent dat de zoon in de gelegenheid behoort te<br />
worden gesteld zijn presentatie voor Nederlands alsnog<br />
te houden. Aan de hand van het behaalde resultaat dient<br />
het bevoegd gezag opnieuw te beoordelen of de zoon al<br />
dan niet voor bevordering in aanmerking komt.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Bevorderen dat de zoon alsnog in de gelegenheid wordt<br />
gesteld de presentatie te houden.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen (de leerling is na het<br />
alsnog houden van een presentatie bevorderd).<br />
JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 31