LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />
38<br />
Te zware straffen opgelegd aan een leerling 14<br />
INHOUD KLACHT<br />
Vader klaagt over de zwaarte van de straffen die de<br />
school zijn zoon heeft gegeven tijdens een schoolkamp.<br />
Hij wijst er hierbij op dat de zoon vier uur op een bank<br />
moest zitten, alleen op een kamer heeft moeten slapen<br />
en de tweede dag naar huis is gestuurd. De vader merkt<br />
daarbij op dat zijn zoon wel en ‘mededaders’ niet<br />
gestraft zijn. De vader klaagt er tevens over dat de<br />
school geen hulp en begeleiding aan de zoon heeft gegeven<br />
bij de problemen die hij op school gaf.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Ten aanzien van de klacht over de eerste straf - vier uur<br />
zitten op een bank - oordeelt de Commissie dat niet vast<br />
is komen te staan dat de zoon voor straf vier uur op de<br />
bank heeft gezeten. Wel vast is komen te staan dat de<br />
zoon één uur voor straf op de bank heeft gezeten. Ten<br />
aanzien van de overige uren verschillen partijen van<br />
inzicht en geeft de moeder van de betreffende leerling<br />
onvoldoende aan hoe lang haar zoon voor straf op de<br />
bank heeft gezeten. De Commissie acht een uur op de<br />
bank zitten niet onredelijk, zodat de klacht op dit punt<br />
ongegrond is.<br />
Dat de zoon niet op de slaapzaal maar in een aparte<br />
kamer werd geplaatst vindt de Commissie terecht.<br />
De zoon vertoonde negatief gedrag gedurende de eerste<br />
dag van de werkweek. De school heeft met deze maatregel<br />
op de juiste wijze gereageerd. Dat een dergelijke<br />
maatregel door een leerling als straf wordt ervaren is<br />
niet onbegrijpelijk maar dit is niet te vermijden.<br />
Voor wat betreft het wegsturen van de zoon tijdens de<br />
14 03.043, primair onderwijs<br />
werkweek acht de Commissie de klacht gegrond. De<br />
Commissie baseert haar oordeel op de grondslag dat de<br />
school eerst minder ingrijpende maatregelen in overweging<br />
had moeten nemen vóórdat de maatregel van het<br />
wegsturen werd genomen. De Commissie neemt hierbij<br />
in haar oordeel mee dat verwacht had mogen worden<br />
dat telefonische interventie van de ouders een positief<br />
resultaat zou hebben gehad. De directeur stelde dat er<br />
met het blijven van de zoon een veiligheidsrisico zou<br />
kunnen ontstaan. Dit argument is volgens de<br />
Commissie niet sterk, er hadden zich rond de zoon<br />
nooit incidenten voorgedaan die tot een dergelijke conclusie<br />
konden leiden. De Commissie merkt op dat zij<br />
anders over de genomen maatregel zou oordelen indien<br />
van tevoren aan de ouders schriftelijk was meegedeeld<br />
dat bij vervelend gedrag de leerlingen naar huis zouden<br />
worden gestuurd. Zij beschikt niet over informatie dat<br />
dit gebeurd is. Voor de Commissie stond niet ter discussie<br />
dat de zoon een straf verdiende.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht ongegrond met uitzondering van de klacht over<br />
het naar huis sturen van de leerling.<br />
Geen.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel niet overgenomen: de ten opzichte van de leerling<br />
genomen maatregelen waren niet te zwaar. De<br />
ouders zijn voldoende geïnformeerd over het feit dat<br />
hun zoon bij wangedrag het schoolkamp moest verlaten.<br />
Onzorgvuldig handelen gymnastiekleraar 15<br />
INHOUD KLACHT<br />
Moeder klaagt erover dat de docent lichamelijke opvoeding<br />
onzorgvuldig heeft gehandeld jegens haar dochter.<br />
De docent heeft opmerkingen gemaakt over het uiterlijk<br />
van de dochter en over het feit dat zij zich daarover bij<br />
de schoolleiding beklaagd had. De dochter voelde zich<br />
door die opmerkingen onprettig. Zij is daarom niet<br />
meegegaan op schoolkamp, ze heeft niet meegedaan<br />
aan de sportdag en heeft de laatste weken voor de<br />
zomervakantie niet meer deelgenomen aan de lessen<br />
gymnastiek.<br />
TOETSING DOOR COMMISSIE<br />
Weliswaar heeft de docent de opmerkingen die hij tegen<br />
de dochter en andere leerlingen heeft gemaakt in een<br />
context gezet die de opmerkingen voor hem acceptabel<br />
maken, maar dat wil niet zeggen dat ze dat voor de leerlingen<br />
in kwestie ook waren. Een leraar lichamelijke<br />
opvoeding behoort zich dit als professional te realiseren.<br />
Los van de vraag hoe de opmerkingen bedoeld zijn of<br />
hoe zij op de verschillende leerlingen zijn overgekomen<br />
toetst de Commissie hoe de opmerkingen objectief<br />
gezien geduid moeten worden.<br />
De opmerkingen waren niet steeds gericht op dezelfde<br />
leerling maar zijn wel steeds persoonlijk gericht<br />
geweest. Alle opmerkingen betroffen het uiterlijk van de<br />
betrokken meisjes. De docent had moeten weten dat die<br />
zich door de opmerkingen onbehaaglijk zouden kunnen<br />
voelen.<br />
Voor alle docenten geldt dat zij leerlingen en hun persoonlijke<br />
levenssfeer dienen te respecteren. Deze regel<br />
is specifiek voor docenten lichamelijke opvoeding vastgelegd<br />
in een reeds in 1996 door de Koninklijke<br />
Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding<br />
(KVLO) opgestelde (en onlangs geactualiseerde)<br />
beroepscode. Docenten lichamelijke opvoeding worden<br />
geacht zich in hun beroepsuitoefening aan deze code te<br />
houden. Door het maken van de opmerkingen over het<br />
15 03.069, voortgezet onderwijs<br />
Ongewenste intimiteiten<br />
Uit deze categorie wordt een drietal gegronde klachten beschreven. In de tweede<br />
samenvatting komt het beoordelingsschema van de <strong>LKC</strong> tot uiting zoals het op een<br />
studiedag in 2002 is besproken: indien een volwassene aangeeft zich ongewenst<br />
intiem bejegend te achten door bepaald gedrag, dient dat gedrag beëindigd te worden.<br />
uiterlijk van de betrokken leerlingen heeft de docent<br />
zich onprofessioneel en jegens die leerlingen onzorgvuldig<br />
opgesteld.<br />
De docent had moeite met de kledingkeus van bepaalde<br />
leerlingen. Hij heeft daarover opmerkingen gemaakt die<br />
de leerlingen persoonlijk raakten. Als professional had<br />
de leerkracht echter in de kledingkeus van de leerlingen<br />
aanleiding moeten zien om in overleg te treden met de<br />
sectie lichamelijke opvoeding om een kledingcode voor<br />
de gymlessen op te stellen. Het hanteren van zo’n kledingcode<br />
of het anderszins maken van afspraken zou<br />
immers zowel voor leerlingen als voor docenten helderheid<br />
kunnen verschaffen over wat qua kleding wel en<br />
niet is toegestaan in de gymles.<br />
In het verleden zijn door leerlingen vergelijkbare klachten<br />
over deze docent ingediend. Het bevoegd gezag<br />
heeft aangegeven hoe de docent naar aanleiding daarvan<br />
is begeleid. Ter bescherming van de leerlingen en van<br />
de betrokken docent beveelt de Commissie het bevoegd<br />
gezag aan gepaste maatregelen te treffen. Indien het<br />
bevoegd gezag meent dat genoemde maatregelen dienen<br />
te bestaan uit een nieuw begeleidingstraject wijst<br />
de Commissie erop dat een extern traject de voorkeur<br />
verdient. Daarnaast beveelt de Commissie het bevoegd<br />
gezag aan om afschrift van dit advies in het personeelsdossier<br />
van de docent op te nemen.<br />
OORDEEL<br />
ADVIES<br />
Klacht gegrond.<br />
Gepaste maatregelen treffen, met in achtneming van<br />
hetgeen daarover is opgemerkt door de Commissie.<br />
Afschrift van dit advies opnemen in het personeelsdossier<br />
van de docent.<br />
REACTIE BEVOEGD GEZAG<br />
Oordeel en advies overgenomen.<br />
<strong>jaarverslag</strong> <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 39