27.09.2013 Views

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

LKC jaarverslag 2003/corr - Onderwijsgeschillen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong><br />

16<br />

Bijzonder was de klacht van een docent over een toegekend<br />

cijfer. Zij was het er niet mee eens dat een door haar gegeven<br />

cijfer door een aan de school fungerende geschillencommissie<br />

was verhoogd. De docent ontzegde de leden van die commissie<br />

de deskundigheid om een beoordeling op haar vakgebied te<br />

beoordelen.<br />

De Commissie onderschreef de stelling van de docente dat bij<br />

een vakinhoudelijke beoordeling vak(groep)genoten dienen te<br />

worden betrokken. Een deel van de beoordeling van een werkstuk<br />

heeft echter betrekking op de manier waarop het gemaakt<br />

is. De herbeoordeling was naar het oordeel van de Commissie<br />

op die aspecten gebaseerd. Daarvoor waren wel onderwijskundige<br />

kwaliteiten vereist, maar niet per se vakinhoudelijke. De<br />

klacht was daarom ongegrond. 42<br />

Met enige regelmaat ontvangt de <strong>LKC</strong> klachten waarin<br />

ouders stellen dat zij nooit op de hoogte zijn gebracht van<br />

achterblijvende leerprestaties van hun kind. Ook uit de<br />

schoolrapporten valt dan niet op te maken dat de leerling<br />

op een ander niveau beoordeeld wordt dan wanneer hij<br />

een gemiddelde ontwikkeling zou doormaken. Dit ‘pedagogisch<br />

cijferen’ vindt plaats om de leerling inzicht te<br />

geven hoe hij scoort ten opzichte van zijn eigen mogelijkheden.<br />

Vaak ook is er sprake van een zogenaamde eigen<br />

42 <strong>LKC</strong> 02.071<br />

43 Hier is sprake van voortschrijdend inzicht: in 1998 huldigde de Commissie<br />

nog de opvatting dat het mogelijk moet zijn om een rapport zodanig op te<br />

stellen dat het zonder mondelinge toelichting inzicht geeft in de resultaten<br />

van de leerling (<strong>LKC</strong> 98.007).<br />

44 <strong>LKC</strong> 03.061 en <strong>LKC</strong> 03.099<br />

45 <strong>LKC</strong> 99.077<br />

46 <strong>LKC</strong> 03.073; hoewel er een extern advies lag dat de school niet gevolgd had,<br />

was de Commissie van oordeel dat de school zorgvuldig genoeg tot haar<br />

besluit was gekomen.<br />

47 <strong>LKC</strong> 03.098<br />

48 <strong>LKC</strong> 01.095<br />

49 <strong>LKC</strong> 01.097<br />

50 <strong>LKC</strong> 03.094<br />

leerlijn voor de leerling, waarbij hij leerstof op een eigen,<br />

van het gemiddelde van de klas afwijkend, niveau krijgt<br />

aangeboden. Deze werkwijze is algemeen geaccepteerd<br />

en ook de Commissie onderschrijft deze manier om leerlingen<br />

te stimuleren. 43 Wel stelt deze manier van becijferen<br />

hoge eisen aan de communicatie tussen school en<br />

ouders: voor de ouders moet duidelijk zijn op welk<br />

niveau hun kind functioneert. 44 Zij mogen door het<br />

opstellen van een stimulerend rapport niet op het verkeerde<br />

been worden gezet. 45<br />

BEVORDERING EN SCHOOLADVIES<br />

Over of niet? Zowel in het primair als in het voortgezet<br />

onderwijs is het een vraag die, vooral tegen het einde van<br />

het schooljaar, steeds meer op de voorgrond komt te<br />

staan. Aan het einde van de basisschool en van de<br />

periode van basisvorming in het VO doet zich ook nog<br />

eens de vraag voor welk vervolg er aan het tot dan toe<br />

genoten onderwijs gegeven gaat worden. Gelet op de<br />

belangen die ermee gemoeid zijn en de soms hoge verwachtingen<br />

die leerlingen en hun ouders hebben van de<br />

schoolloopbaan, is het niet verwonderlijk dat regelmatig<br />

klachten over de gang van zaken rondom deze beslissingen<br />

aan de <strong>LKC</strong> worden voorgelegd.<br />

De Commissie is, net als bij het beoordelen van gegeven<br />

cijfers, terughoudend in haar toetsing. In de klacht over<br />

het niet bevorderen van een leerling van groep 2 naar<br />

groep 3 (primair onderwijs) zette zij de criteria op een rij:<br />

‘Slechts indien de beslissing tot stand is gekomen zonder deugdelijk<br />

te zijn voorbereid of indien de beschikbare gegevens kennelijk<br />

tot een andere beslissing hadden dienen te leiden, zal<br />

een klacht hierover gegrond verklaard worden. Van een<br />

ondeugdelijke voorbereiding kan sprake zijn indien (bijvoorbeeld)<br />

geen overleg heeft plaatsgevonden met de ouders of verzorgenden,<br />

indien wel beschikbare gegevens niet bij het nemen<br />

van de beslissing zijn betrokken of indien geen extern advies is<br />

ingewonnen terwijl daarvoor wel een duidelijke aanleiding<br />

bestond. Bij het beoordelen van de vraag of de beschikbare<br />

gegevens tot een bepaalde beslissing moeten leiden beschikt de<br />

school over een ruime mate van professionele vrijheid.’ 46<br />

Met name in het basisonderwijs doet zich ook de situatie<br />

voor dat het juist de ouders zijn die erop aandringen dat<br />

hun kind een jaar langer in dezelfde groep blijft.<br />

Twee (gescheiden) ouders verschilden met elkaar van<br />

mening over de vraag of hun dochter groep 8 zou moeten<br />

overdoen of niet. Het schoolteam was al net zo verdeeld.<br />

De Cito-uitslag wees allerminst in de richting van een<br />

verlengde periode op de basisschool. Niettemin waren de<br />

groepsleerkracht en de moeder van mening dat de sociaal-emotionele<br />

ontwikkeling van de leerling gebaat zou<br />

zijn bij zo’n verlenging. Aldus geschiedde, tot ongenoegen<br />

van de vader. De <strong>LKC</strong> overwoog dat het op de weg<br />

van de school ligt om op een professionele manier een<br />

zorgvuldige afweging te maken en de gemaakte keuze te<br />

motiveren. 47<br />

In het voortgezet onderwijs liggen bevorderingsnormen<br />

doorgaans vast in de schoolgids of een ander document<br />

dat aan de leerlingen en hun ouders ter beschikking<br />

wordt gesteld. Het spreekt voor zich dat deze vastgelegde<br />

normen in beginsel doorslaggevend zijn bij een beslissing<br />

tot bevordering. Is echter besloten om een leerling te<br />

bespreken in een revisievergadering, dan gaat het niet<br />

aan uitsluitend de cijfermatige normering bij de besluitvorming<br />

te betrekken: dan dienen alle relevante belangen<br />

en omstandigheden te worden beoordeeld. 48<br />

In de normering bevindt zich altijd wel een grijs gebied,<br />

de verblijfplaats van de zogeheten ‘bespreekgevallen’. Een<br />

ouderpaar klaagde erover dat de school geen objectieve<br />

en doorzichtige criteria hanteerde bij de beslissing om<br />

hun dochter niet naar 4 gymnasium te bevorderen. De<br />

docentenvergadering had vooral de werkhouding van de<br />

leerling aan de beslissing ten grondslag gelegd. Het<br />

gebruik van onder meer het criterium ‘werkhouding’<br />

stond, naast bijvoorbeeld ‘zelfreflectie’, en ‘zelfstandigheid’<br />

vermeld in het voor bevordering geldende normenboek.<br />

Doordat iedere docent in de vergadering een eigen<br />

inbreng heeft en zijn of haar mening over het leren en<br />

presteren van de leerling geeft, ontstaat volgens de<br />

Commissie een voldoende geobjectiveerd beeld.<br />

‘Anders dan klagers heeft de Commissie op het hanteren van<br />

deze criteria dan ook geen kritiek.’ 49<br />

Een bijzondere categorie besluiten betreft het schooladvies<br />

aan het einde van de basisschool. In combinatie<br />

met (meestal) de Cito-score is dit advies bepalend voor de<br />

toelating tot het voortgezet onderwijs. De leerkracht die<br />

volhield dat de ouders volledig vrij waren in hun keuze<br />

voor voortgezet onderwijs voor hun dochter had formeel<br />

wel gelijk: het staat ouders vrij om hun kind waar dan<br />

ook aan te melden. De leerkracht was echter ook op de<br />

hoogte van het toelatingsbeleid van de door de ouders en<br />

hun dochter beoogde school. Zonder positief schooladvies<br />

zou de leerling daar niet worden toegelaten. Die kennis<br />

had hij met de ouders en hun dochter moeten delen<br />

vond de Commissie: ‘Door de bij hem bekende informatie<br />

over de gang van zaken bij de toelating van leerlingen op de<br />

VO-school niet of niet volledig met klagers te delen, heeft verweerder<br />

bij hen ten onrechte de indruk gewekt dat hun<br />

mening doorslaggevend zou zijn... .’ 50<br />

De ouders die erover klaagden dat hun dochter niet een<br />

jaar langer op de basisschool mocht blijven om een (door<br />

hen veronderstelde) leerachterstand weg te werken, zagen<br />

hun klacht ongegrond verklaard. De uitkomsten van alle<br />

toetsen en het schooladvies (VMBO, basisberoepsgerichte<br />

leerweg) lagen op één lijn. Het advies was daarom naar<br />

het oordeel van de Commissie voldoende onderbouwd en<br />

consistent. De Commissie nam met instemming kennis<br />

van het feit dat de leerling niettemin in de gelegenheid<br />

gesteld werd groep 8 nogmaals te volgen. Zoals al eerder<br />

vermeld is het soms goed genoegen te nemen met een<br />

‘second-best’-oplossing als door tegenstand van (bijvoorbeeld)<br />

ouders de beste oplossing niet haalbaar is.<br />

Of de school daartoe overgaat behoort ook tot haar eigen<br />

professionele beoordeling: een klacht hierover zal de<br />

Commissie alleen dan gegrond verklaren als de school<br />

niet in redelijkheid tot die beslissing heeft kunnen<br />

komen (marginale toetsing).<br />

CONCLUSIE<br />

Veel ouders kiezen een school vanwege de onderwijskundige<br />

en/of de opvoedkundige filosofie. Het is een van de<br />

mogelijkheden voor scholen om zich te onderscheiden<br />

van andere. Directies en docenten leggen er vaak eer in<br />

om die filosofie in de praktijk te brengen. Waar mensen<br />

zozeer betrokken zijn op hetzelfde, het beste onderwijs<br />

voor hun kinderen/leerlingen, kunnen niet alleen hechte<br />

bondgenootschappen, maar ook de diepste verschillen<br />

van mening ontstaan. Klachten over deze materie bieden<br />

vaak inzicht in de enorme betrokkenheid van zowel de<br />

klagers als de verweerders.<br />

De <strong>LKC</strong> is in beginsel terughoudend bij het toetsen van<br />

het professionele handelen van leerkrachten en directies.<br />

Bij het uitoefenen van hun belangwekkende en verantwoordelijke<br />

werkzaamheden moeten zij over handelingsvrijheid<br />

kunnen beschikken. Hebben zij die niet of wordt<br />

al hun doen en laten achteraf op een goudschaaltje gewogen,<br />

dan leidt dat tot passiviteit en defensief handelen.<br />

En dat gaat weer ten koste van de creativiteit die vereist is<br />

om kinderen in de richting van volwassenheid te begeleiden.<br />

De <strong>LKC</strong> betrekt daarom niet alleen het resultaat van<br />

het professionele handelen in haar beoordeling, maar<br />

meer nog de weg waarlangs dat resultaat is bereikt. Zo<br />

probeert de <strong>LKC</strong> invulling te geven aan haar opdracht een<br />

positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het<br />

onderwijs.<br />

JAARVERSLAG <strong>LKC</strong> <strong>2003</strong> 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!