Teelt van Pootaardappelen.pdf - Kennisakker.nl
Teelt van Pootaardappelen.pdf - Kennisakker.nl
Teelt van Pootaardappelen.pdf - Kennisakker.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
optimale luchtvochtigheid drie tot zes weken bij een temperatuur <strong>van</strong> 5° C, één tot twee weken bij 10° C en<br />
drie tot zes dagen bij 20° C. In de praktijk is een periode <strong>van</strong> 7-14 dagen bij een temperatuur <strong>van</strong> 12-18° C<br />
en een relatieve luchtvochtigheid <strong>van</strong> 80-95% nodig voor een goede wondheling. Een hoge luchtvochtigheid<br />
kan worden bereikt door heel weinig te ventileren, bijvoorbeeld 1 à 2 maal per dag enkele minuten om de<br />
lucht te verversen en daarmee te voorkomen dat het CO 2 -gehalte in de bewaaratmosfeer teveel oploopt en<br />
er zuurstofgebrek optreedt. Als ventilatienorm hiervoor geldt 10 m 3 lucht per ton aardappelen per 24 uur.<br />
Als onrijpe aardappelen (ontvellingen) bij hoge temperatuur (> circa 25° C ) geoogst zijn dan kan de<br />
ademhaling en daarmee de CO 2 -produktie sterk oplopen. In een dergelijke situatie moet de genoemde<br />
ventilatienorm en het aantal keren ventileren tenminste worden verdubbeld. Tijdens de wondhelingsperiode<br />
moet worden voorkomen, dat de temperatuur <strong>van</strong> aardappelen tot boven de 20° C stijgt.<br />
16.6 Koelen en bewaren<br />
Na de wondhelingsperiode moet de temperatuur <strong>van</strong> de aardappelen worden teruggebracht tot de<br />
gewenste bewaartemperatuur. Vroeg in de herfst zullen de nachttemperaturen onvoldoende laag zijn om dit<br />
snel te bereiken. In principe is met buite<strong>nl</strong>uchtkoeling een temperatuur bereikbaar, die ongeveer<br />
overeenkomt met de gemiddelde minimumtemperatuur voor het betreffende tijdvak. Voor medio september,<br />
oktober en november bedraagt deze respectievelijk 10,5, 7 en 5° C. Door vroeg in de herfst enkele zeer<br />
koude nachten te benutten, kan soms al wat eerder een laag temperatuurniveau worden bereikt. Volgt er<br />
daarna een periode met warme nachten, dan kan de knoltemperatuur weer aanzie<strong>nl</strong>ijk stijgen (met 0,2 - 0,4<br />
° C per dag). Bovendien kunnen de knollen hierdoor vochtig worden als gevolg <strong>van</strong> condens. Condens moet<br />
in verband met uitbreiding <strong>van</strong> zilverschurft worden vermeden. Dergelijke temperatuursschommelingen<br />
kunnen, met name bij rassen met een lange kiemrust, leiden tot een iets kortere kiemrustduur. Om de<br />
gewichtsverliezen tijdens de bewaring te beperken, moet het aantal ventilatieuren zo laag mogelijk worden<br />
gehouden. Het gewichtsverlies is namelijk recht evenredig met de duur <strong>van</strong> de ventilatie. De koeling <strong>van</strong> het<br />
produkt zal sneller verlopen naarmate de ventilatiecapaciteit en het temperatuursverschil tussen produkt en<br />
buite<strong>nl</strong>ucht groter zijn. Tijdens de afkoelperiode verdient een flink temperatuursverschil, bijvoorbeeld circa 5<br />
° C, tussen buite<strong>nl</strong>ucht en produkt daarom de voorkeur.<br />
16.7 Gewenste bewaartemperatuur<br />
De gewenste bewaartemperatuur <strong>van</strong> pootaardappelen is als regel 34° C. Rassen met een erg lange<br />
kiemrust zoals Agria kunnen beter bij 5° C worden bewaard. Bij buite<strong>nl</strong>uchtkoeling is het, met name in<br />
zachte herfsten en winters, niet mogelijk om al vroeg deze lage temperatuur te bereiken en vervolgens te<br />
handhaven. Dit kan betekenen dat rassen met een korte kiemrust te vroeg beginnen te kiemen. Ook kan het<br />
een te snelle fysiologische veroudering inhouden voor rassen die daarvoor gevoelig zijn, zoals Jaerla, Doré,<br />
Première e.a. Het is daarom veiliger om dergelijke rassen in een mechanisch gekoelde ruimte te bewaren.<br />
Daarbij is zaak om de temperatuur door middel <strong>van</strong> mechanische koeling al in september tot circa 10° C<br />
terug te brengen. Afhankelijk <strong>van</strong> het tijdstip <strong>van</strong> sorteren kan de temperatuur dan in oktober of november<br />
verder omlaag worden gebracht. Dit verdient de voorkeur boven buite<strong>nl</strong>uchtkoeling tot november en<br />
vervolgens na sorteren mechanische koeling.<br />
Bewaring bij een temperatuur <strong>van</strong> 23° C kan voor rassen die slechts langzaam fysiologisch verouderen te<br />
laag zijn. Op het moment <strong>van</strong> poten zijn ze dan nog onvoldoende fysiologisch ontwikkeld. In zo'n geval zal<br />
een langduriger warmtestoot vereist zijn.<br />
Langdurige bewaring (langer dan drie maanden) <strong>van</strong> pootaardappelen bij temperaturen <strong>van</strong> ½ - 1° C wordt<br />
door de meeste rassen niet verdragen. Dit kan leiden tot koudeschade (uitwendig: ingezonken,<br />
donkergekleurde plekken en inwendige verkleuring <strong>van</strong> de knol) en/of slechte kieming.<br />
16.7.1 Ventileren tijdens vorstperiode?<br />
Tijdens vorstperiodes, wanneer de buitentemperatuur te laag is om uitsluitend met buite<strong>nl</strong>ucht te ventileren,<br />
zal met menglucht moeten worden gewerkt. In bewaarplaatsen, waar geen mengluchtinstallatie aanwezig is,<br />
PPO 2003. <strong>Teelt</strong>handleiding pootaardappelen<br />
47