Samenvattingen weefsels

capillairen hebben een veel grotere diameter dan de meeste andere capillairen.
Het endotheel is erg dun en celkernen zijn moeilijker te vinden dan in smallere
capillairen. Er zijn grote fenestraties in de cellen. De cellen, maar ook de basale
lamina zijn discontinu. De cellen in het endotheel hebben vrijwel altijd tight
junctions, die de permeabiliteit van macromoleculen beperken.
Opdracht 4: Desmosomen en intermediaire filamenten
Desmosomen bestaan uit verankeringseiwitten en adhesie-eiwitten. De
verankeringseiwitten zorgen voor de koppeling van de adhesie-eiwitten aan het
plasmamembraan. Deze eiwitten bestaan uit catenines. De adhesie-eiwitten,
transmembraaneiwitten, zorgen in de intercellulaire ruimte voor de koppeling van
de desmosoomdelen. Deze eiwitten bestaan uit cadherines. De catenines binden
aan plaque-eiwitten, die gebonden zijn aan intermediaire filamenten.
In epitheelweefsel zijn keratine-filamenten aanwezig. Deze hebben onder andere
een functie bij de verhoorning van de epidermis. De cellen van de epidermis
bestaat voornamelijk uit keratinocyten en voor een klein gedeelte uit melanocyten.
De epidermis is opgebouwd uit verschillende lagen die een rol spelen bij de
verhoorning van de keratinocyten. Epitheelweefsel bevat veel keratinefilamenten
voor de stevigheid en verhoorning van cellen.
Fouten in desmosomen kunnen zorgen voor kwetsbaarheid van de huid,
hartziektes en afwijkingen in ontwikkeling van weefsel van ectodermale oorsprong,
zoals haar.
Epithelia: werkgroep en zelfstudie 2
Zelfstudie
1. Celdelingen in weefsel kunnen zichtbaar worden gemaakt met behulp van
radioactief DNA of door DNA te koppelen aan fluorescerende stoffen.
2. Het 3 H-thymidine wordt in de S-fase ingebouwd, omdat deze reactieve stof
in het DNA wordt ingebouwd en de DNA-replicatie vindt plaats tijdens de
synthese-fase.
3. In darmepitheel zullen meer gelabelde ( 3 H-thymidine) aangetroffen worden
dan in leverweefsel. Dit komt omdat de darm veel sneller vervangen moet
worden, de levercellen zullen alleen bij beschadiging snel gaan delen.
Voor opdracht 1 en 2: zie practicum 2.
Opdracht 3: De dood van een darmepitheelcel
Het proces van apoptose vindt plaats in drie stappen:
1. Vroeg stadium: donker worden van de cel
2. Middenstadium: blebbing bij de plasmamembranen en celcontractie
3. Laat stadium: cel verlaat het vlak van de monolaag
Om dit te bestuderen werd bij epitheelcellen apoptose geïnduceerd met behulp
van UV-licht. In het vroege stadium zenden apoptotische cellen signaalmoleculen
uit die de formatie van een actine-myosinering stimuleert bij naburige cellen. Deze
actine-myosine-ring zorgt ervoor dat wanneer de stervende cel het vlak van de
monolaag verlaat er geen gat in de monolaag ontstaat. In onderstaande afbeelding
is te zien dat normaal (d) de cel uit de monolaag treedt. Bij blokkering van de
actine-polymerisatie (e) en bij blokkering van de myosine-contractie (f) is te zien
dat er een gat ontstaat in de monolaag en dat de stervende cel niet uit de laag kan
treden. Door onderzoek naar de expressie van een GFP-actine-fusie-eiwit werd
duidelijk dat de actine-myosinering wordt gevormd door de stervende cel en de