Samenvattingen weefsels
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De milt is een orgaan dat twee belangrijke functies heeft; één voor de specifieke<br />
afweer en één voor de selecteren en verwijderen van versleten erythrocyten. De<br />
milt heeft een dun bindweefselkapsel. Het bevat een reticulum en veel bloedvaten.<br />
Het orgaan gaat vrij makkelijk kapot bij trauma. In milt liggen allerlei follikelachtige<br />
structuren in grote velden van blauw weefsel. Er is ook veel weefsel dat wat lichter<br />
van kleur is, de witte pulpa. De donkere structuren met de follikels heet de rode<br />
pulpa. Er zijn ook bind<strong>weefsels</strong>chotten te zien die het weefsel verdeeld en vooral<br />
versterkt.<br />
Er zijn veel bloedvaten te zien, kleine trabeculaire arteriën en grote trabeculaire<br />
venen. De trabeculaire arterie maakt zich op een gegeven moment los van het<br />
bindweefselkapsel en gaat dan verder in het reticulum. Die arterie heeft allerlei<br />
kleinere vaten. Dat bloed komt in het reticulum terecht. Onder invloed van de druk<br />
van het bloed komt het terecht in grote wijdmazige veneuze bloedvaten die het<br />
bloed opvangen en afvoeren via de vene naar buiten toe. De witte pulpa zit<br />
rondom de arteriën in het reticulum.<br />
Om de trabeculaire arterie die het bindweefsel ingaat ligt de PALS (periarteriolaire<br />
lymfocytschede) die vol zit met T-cellen met daarbuiten B-cellen en follikels.<br />
De veneuze sinussen in de milt worden bekleed door endotheelcellen. Deze<br />
hebben en typische ligging in de miltsinussen. Het zijn lange cellen die losjes tegen<br />
elkaar aan liggen. Ze hebben niet veel onderlinge contacten. Ze worden aan elkaar<br />
gehouden door retucline-vezels die er netjes gestructureerd omheen liggen. Deze<br />
houden de veneuze sinussen bij elkaar. Er is nog wel genoeg ruimte tussen de<br />
endotheelcellen voor cellen om in en uit te treden. Wanneer de erythrocyten oud<br />
en minder soepel zijn kunnen ze niet meer door de wand heen en worden ze in de<br />
milt gevangen en opgeruimd.<br />
Basale immunologie: hoorcollege 14, mucosaal immuunsysteem<br />
In het darmepitheel liggen er heel veel stukjes los lymfoied weefsel met 1 follikel.<br />
Een tonsil (amandelen) behoort ook bij het mucosale immuunsysteem. Hier zitten<br />
heel veel follikels in. Aan het einde van de dunnen darm en in de appendix zit ook<br />
veel lymfoied weefsel.<br />
De ring van tonsillen ligt aan het begin van de pharynx. De keelamandelen zijn<br />
uitstulpingen van het pharynxweefsel, verdikkingen. Ze zijn helemaal bekleed met<br />
meerlagig plaveiselepitheel met diepe crypten. Onder die crypten liggen veel<br />
follikels. In al die follikels gebeurt hetzelfde. Er is een plotselingen overgang van<br />
epitheel naar epitheel dat is geinvadeerd door lymfocyten en plasmacellen.<br />
Antigenen maar ook lymfocyten kunnen makkelijk door dit epitheel heen bewegen.<br />
Na de slokdarm is het maagdarmkanaal bekleed met eenlagig epitheel. Dit<br />
epitheel bevat membranelikecells (M-cellen). Dit zijn koepelvormige cellen met een<br />
dun cytoplasma. Onder dit soort cellen liggen vaak dendritische cellen, macrofagen<br />
en lymfocyten. Deze cellen nemen kleine slokjes van wat er langs komt en<br />
transcyteerd dit naar de andere kant waar het door de gastcellen van het<br />
immuunsysteem kan worden gecontroleerd.<br />
Peyerse platen zijn duidelijke verhogingen van endotheelweefsel. Wanneer er iets<br />
in de darm binnenkomt dat niet in orde is gaan de epitheelcellen daarop reageren.<br />
Hierdoor komen macrofagen en andere gastcellen naar het weefsel toe. Er