Samenvattingen weefsels

een immuunreactie in werking stellen. Deze cellen komen in heel veel
verschillende weefsels in je lichaam voor en hebben overal een andere naam.
Wanneer zo’n dendritische cel in je bloed terecht komt heet het een sluiercel.
Bindweefsel: practicum 3, microscopie bindweefsel
In het eerste preparaat, van de huid van de handpalm van een mens, zijn bij een
kleine vergroting de epidermis, dermis en hypodermis te zien. De grens tussen
de epidermis en onderliggend weefsel verloopt grillig. In de AZAN-coupe is de
grens van de roodgekleurde epidermis goed te zien, in de HE-coupe zit de
epidermis er veel minder homogeen uit. Het buitenste overwegend grijze gedeelte,
het stratus corneum of de hoornlaag, bestaat uit vele laagjes verhoornd epitheel.
Het binnenste gedeelte is paars en bestaat geheel uit cellen waarvan de blauwe
kernen duidelijke zijn te zien. Dit is het nog levende deel van de epidermis, het
stratum basale. Op de grens tussen epidermis en bindweefsel dringt het
bindweefsel met papillen de epidermis in. Deze laag heet daarom het stratum
papillare. Bij HE- en AZAN-kleuring is te zien dat bepaalde bindweefselstructuren,
de collageenvezels richting de hypodermis grover worden. De collageenvezels
(eosinofiel) zijn roze gekleurd bij HE, en blauw bij AZAN. Dit grovere gedeelte
heet het stratum reticulare. In alle bindweefsellagen onder de epidermis zijn
naast vezels ook bloedvaten, zenuwen en klierweefsel te zien.
In de AZAN-kleuringen lijken de capillairen bij lage vergroting paars gekleurd,
doordat de wanden heel dun zijn en de rode kleur van de kernen hierdoor
vermengt met de blauwe kleur van het cytoplasma.