Samenvattingen weefsels
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wanneer onrijpe T-cellen van het beenmerg naar de thymus gaan hebben ze nog<br />
geen T-celreceptor, heeft de gene rearrangement nog niet plaatsgevonden en zijn<br />
ze nog helemaal blanco. Ieder individu heeft een eigen aantal soorten eiwitten die<br />
aangeboden kunnen worden door een MHC. De cytotoxische T-cel moet leren om<br />
hiervan niet op de lichaamseigen eiwitten te reageren, maar wel op de<br />
lichaamsvreemde. Dit doet de T-cel in de thymus. De delen van de T-celreceptor<br />
die binden aan de constante delen van de MHC moeten moet niet te sterk en niet<br />
te zwak binden. Daarnaast mag de T-celreceptor dus ook nooit binden met een<br />
lichaamseigen peptide. Alle T-cellen gaan dood behalve degene die een MHC op de<br />
juiste manier binden.<br />
Het grootste gedeelte van de T-cellen voldoet niet aan de eisen en wordt aangezet<br />
tot apoptose. De T-cel die binnenkomt in de thymus gaat een T-celreceptor maken<br />
en zet deze op zijn oppervlak. De T-helpercel moet bij een immuunreactie niet alle<br />
de B-cel maar ook de T-cel kunnen helpen. Er zijn twee klassen MHC, MHC I en<br />
MHC II. De cytotoxische T-cel moet alle cellen van het lichaam kunnen controleren.<br />
De T-helpercelreceptor herkent ook peptiden op MHC, maar moet alleen contact<br />
maken met een APC. De APC gaat in de lymfeknoop zitten en wacht tot er een<br />
juiste T-cel voorbij komt. De cytotoxische T-cel herkent MHC II, de soort MHC die op<br />
alle lichaamscellen zit. MHC II zit alleen op antigeen presenterende cellen, maar<br />
kan herkent worden door de T-helpercel.<br />
De T-cel heeft naast zijn receptor nog een andere receptor die niks met antigenen<br />
te maken heeft. Deze herkent een specifiek deel van het MHC-molecuul. Zo weet<br />
de T-cel of het MHC I of II is. De CD4 kijkt of het MHC II is, CD8 kijkt of het MHC I is.<br />
De T-cel kan in twee verschillende vormen differentiëren, voor een T-helpercel met<br />
CD4 en voor een cytotoxische T-cel met CD8. Ze beginnen met beide receptoren<br />
maar verliezen er in de ontwikkeling één.<br />
Er wordt in de thymus dus eerst gekeken of de T-cel met MHC I of twee kan binden,<br />
zo niet dan gaat de cel dood. Afhankelijk van welke MHC wordt gebonden valt CD4<br />
of CD8 eraf. T-cellen met CD8 die met MHC I reageren of CD4 die met MHC II<br />
reageren gaan ook in apoptose. In de thymus zitten cellen die het hele genoom tot<br />
expressie laten komen, zodat er gekeken kan worden of de T-cellen hier goed op<br />
reageren.<br />
In de cortex komen de T-cellen binden, daar gaan ze de receptoren binden. Binden<br />
ze goed aan MHC dan mogen ze verder naar het merg (medulla). Hier worden alle<br />
peptiden van het lichaam gepresenteerd zodat ze geen lichaamseigen eiwitten<br />
zullen herkennen. De cellen die overblijven met de juiste receptor mogen delen en<br />
zich in het lichaam verspreiden.<br />
Basale immunologie: hoorcollege 17, Ag-presenterende cellen en<br />
cytokinen<br />
Cytokinen roepen een immuunreactie op. Zo zorgt interleukine 1 (IL-1) voor slaap,<br />
koorts, het stoppen van de activiteit van het darmstelsel en het zorgt ervoor dat<br />
energie uit de spieren wordt gehaald. Alle lichaamscellen kunnen IL-1 produceren<br />
als reactie op antigenen (dit kunnen bacteriën zijn, maar ook al het andere dat<br />
lichaamsvreemd is). Tumor necrosis factor (TNF) is een andere cytokine, die dus<br />
een net ander effect heeft. Cytokinen, zoals TNF, hebben voordelen en nadelen.<br />
Voordelen zijn dat ze helpen bij de afweer tegen virussen en bij TNF specifiek<br />
tegen tumoren. Een nadeel is dat wanneer er teveel van is de afweerreactie kan<br />
doorslaan, waardoor je in shock kan raken of dood kan gaan. Het weefsel zelf<br />
maakt cytokinen, maar de immuuncellen in het weefsel maken ook cytokinen. Een