Koninklijk besluit van 28 februari 1994 - fyto
Koninklijk besluit van 28 februari 1994 - fyto
Koninklijk besluit van 28 februari 1994 - fyto
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BELGISCH STAATSBLAD - 11.05.<strong>1994</strong>- MONITEURBELGE<br />
12509<br />
De aanvraag wordt in drie exemplaren aan de Minister gericht<br />
door of namens een persoon die in België of in een andere Lid-Staat<br />
<strong>van</strong> de Europese Gemeenschap is gevestigd en die er verantwoordelijk<br />
voor is dat het middel voor het eerst op het nationale grondgebied<br />
op de markt wordt gebracht.<br />
Art. 13. § 1. De aanvraag tot erkenning voor een bestrijdingsmiddel<br />
voor landbouwkundig gebruik moet vergezeld zijn <strong>van</strong>:<br />
10 een dossier dat in het licht <strong>van</strong> de wetenschappelijke en technische<br />
kennis aan de voorschriften <strong>van</strong> bijlage VIII voldoet, en<br />
2" voor iedere werkzame stof in het bestrijdingsmiddelyoor I~mdbouwkundig<br />
gebruik, een dossier dat in het licht <strong>van</strong> de wetenschappelijke<br />
en technische kennis aan de voorschriften <strong>van</strong> bijlage VII<br />
voldoet.<br />
§ 2. In afwijking <strong>van</strong> § 1 en onverminderd het bepaalde in de § § 3<br />
en 4 wordt de aanvrager er<strong>van</strong> vrijgesteld om de in § I, onder 2°,<br />
bedoelde informatie, uitgezonderd die ter identificatie <strong>van</strong> de werkzame<br />
stof, te verstrekken indien de werkzame stof reeds in bijlage I<br />
<strong>van</strong> de Richtlijn is opgenomen, rekening houdend met de voorwaarden<br />
voor opneming in die bijlage, en de zuiverheidsgraad en de<br />
aard <strong>van</strong> de onzuiverheden niet beduidend verschillen ten opzichte<br />
<strong>van</strong> de samenstelling zoals vermeld in het bij de oorspronkelijke<br />
aanvraag gevoegde dossier, of indien de werkzame stof reeds op de<br />
Belgische markt was op 25 juli 1993.<br />
§ 3. De in bijlage VII bedoelde informatie kan niet gebruikt<br />
worden ten voordele <strong>van</strong> andere aanvragers:<br />
1° tenzij de aanvrager met de oorspronkelijke aanvrager is<br />
overeengekomen dat deze informatie mag worden gebruikt, of<br />
20 voor een periode <strong>van</strong> tien jaar nadat een werkzame stof die op<br />
25 juli 1993 in geen enkele Lid-Staat <strong>van</strong> de Europese Gemeenschap<br />
op de markt was, voor het eerst in bijlage I <strong>van</strong> de Richtlijn is opgenomen,<br />
of<br />
30voor een periode. <strong>van</strong> tien jaar <strong>van</strong>af de datum <strong>van</strong> de beslissing<br />
<strong>van</strong> de Minister om een werkzame stof die op 25 juli 1993 reeds op<br />
de markt was in de Europese Gemeenschap, op de Belgische markt<br />
toe te laten, en<br />
4° voor een periode <strong>van</strong> vijf jaar na de datum <strong>van</strong> de beslissing<br />
<strong>van</strong> de Minister, volgend op de ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> de aanvullende informatie<br />
die nodig is voor de handhaving op de Belgische markt <strong>van</strong><br />
een werkzame stof die op 25 juli 1993 reeds op de markt was in de<br />
Europese Gemeenschap, of<br />
5° voor een periode <strong>van</strong> vijf jaar na de datum <strong>van</strong> de beslissing<br />
volgend op de ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> de aanvullende informatie die nodig is<br />
voor de eerste opneming in bijlage I <strong>van</strong> de Richtlijn of om de voorwaarden<br />
<strong>van</strong> opneming <strong>van</strong> een werkzame stof te wijzigen, dan wel<br />
de opneming in deze bijlage te handhaven, behalve wanneer deze<br />
'<br />
periode <strong>van</strong> vijf jaar eerder verstrijkt dan de periodes als bedoeld in<br />
§ 3 onder 2° en 30; in dat geval wordt de periode <strong>van</strong> vijf jaar<br />
verlengd zodat het verstrijken d,aar<strong>van</strong> samenvalt met het<br />
verstrijken <strong>van</strong> die periodes.<br />
§ 4. De in bijlage VIII bedoelde informatie kan niet gebruikt<br />
worden ten voordele <strong>van</strong> andere aanvragers:<br />
1° tenzij de erkenning voorafgaat aan de opneming in bijlage I<br />
<strong>van</strong> de Richtlijn<br />
zame stof, of<br />
<strong>van</strong> minstens één in het middel aanwezige werk-<br />
2° tenzij de aanvrager met de oorspronkelijke aanvrager overeen<br />
is gekomen<br />
of<br />
dat <strong>van</strong> deze informatie gebruik mag worden gemaakt,<br />
3° voor een periode <strong>van</strong> tien jaar na de eerste erkenning <strong>van</strong> het<br />
bestrijdingsmiddel voor landbouwkundig gebruik, indien deze<br />
erkenning volgt op de opneming in bijlage I <strong>van</strong> de Richtlijn <strong>van</strong><br />
alle in het middel aanwezige werkzame stoffen.<br />
Art. 14. In het geval <strong>van</strong> een aanvraag tot erkenning voor een<br />
gewasbeschermingsmiddel dat reeds in een andere Lid-Staat <strong>van</strong> de<br />
Europese Gemeenschap is toegelaten, en indien de aanvrager<br />
daarom verzoekt en documenten verstrekt ter staving <strong>van</strong> de<br />
beweerde vergelijkbaarheid, zal: " , ,<br />
- geen herhaling geëist worden <strong>van</strong> de proeven"enanalyses die<br />
reeds voor de toelating in de andere Lid-Staat zijn uitgevoerd, voor<br />
zover de agrarische, <strong>fyto</strong>sanitaire en milieu', met inbegrip <strong>van</strong><br />
klimatologische omstandigheden met betrekking tot het 'gebruik in<br />
deze Lid-Staat vergelijkbaar zijn met de omstandigheden op de<br />
plaatsen <strong>van</strong> het nationale grondgebied waar het produkt zal<br />
worderi'gebrüikt,en' .:' . , . .<br />
- wannNir het middel uitsluitend in bijlage' I vari de Riehtlijn<br />
opgenomen werkzame stoffen bevat, het middel erkend worden,<br />
voor zover de agrarische, <strong>fyto</strong>sanitaire en milieu-, met inbegrip'<strong>van</strong><br />
klimatologische. omstandigheden met betrekking tot het 'gebruik in<br />
de Lid-Staatwaa~.het middel reeds toegelaten is,.vergelij~baar ~ijn<br />
met de omstandigheden op de plaatsen <strong>van</strong> het natÎonalegrondgebied<br />
waar het produkt zal worden gebruikt, en voor zover de<br />
uniforme beginselen in bijlage IX bij dit <strong>besluit</strong> zijn vastgelegd.<br />
La demande est adressée en trois exemplaires au Ministre par ou<br />
pour le compte d'une personne établie en Belgique ou dans un autre<br />
Etat membre de la Communauté européenne et qui est responsabie<br />
de la première mise sur le marché sur le territoire nationaI.<br />
Art. 13. § Ier. La demande d'agréation pour un pesticide à usage<br />
;agricole doit être accompagnée :<br />
10 d'un dossier satisfaisant, compte tenu de l'état des connaissances<br />
scientifiques et techniques, aux exigences visées à I'annexe<br />
VIII, et<br />
20 pour chaque substance active contenue dan's le ,pesticide à<br />
usage agricole, d'un dossier satisfaisant, compte tenu.de)'état des.<br />
connaissances scientifique,s et techniques, aux exige.n~es visées à<br />
I'annexe VII. " '. < '."<br />
§ 2. Par dérogation au § Ier et sans préjudice des dispositions des<br />
§ § 3 et 4, le demandeur est dispensé de fournir les informations<br />
requises au § Ier, point 2°, à I'exception de celles concèrnant l'identité<br />
de la substance active, lorsque la sub stance active figure déjà à<br />
l'annexe.1 de la Directive, compte tenu des conditionsd'inscription à<br />
cette annexe, et ne diffère pas significativement, ,pour. ce qui<br />
concerne son degré de pureté et la nature de ses impuretés, de la<br />
composition indiquée dans le dossier accompagnant lil demande<br />
initiale, ou lorsque la substance active était déjà sur le marché beIge<br />
le 25 juillet 1993.<br />
§ 3. Les informations visées à I'annexe VII ne peuvent pas être<br />
utilisées au profit d'autres demandeurs :<br />
1° sauf si le demandeur est convenu avec le premier demandeur<br />
que ces informations pourraient être utilisées; ou<br />
2° pendant une période de dix ans après la première inscription à<br />
l'annexe I de la Directive d'une substance active ne se trou<strong>van</strong>t sur<br />
le marché dans aucun Etat membre de la Communauté européenne<br />
le 25 juillet 1993;ou , " "<br />
30 pendant une période de dix ans à partir de la date, de.Îa.décision<br />
du Ministre d'accepter sur le marché beige une substanèeactive se.<br />
trou<strong>van</strong>t déjà sur le marché de la Communauté européenne le<br />
25 juillet 1993;et < ,<br />
40 pour une période de cinq ans à compter de la date de décision<br />
du Ministre, faisant suite à la réception des informations supplémentaires<br />
nécessaires pour maintenir sur le marché beIge une<br />
substance active se trou<strong>van</strong>t déjà sur le marché de la Communauté<br />
européenne le 25 juillet 1993,ou<br />
50pendant une période de cinq ans à compter de la date de la décision<br />
faisant suite à la réception des informations supplémeritaires<br />
nécessaires pour la première inscription à I'annexe I de la Directive,<br />
ou pour modifier les conditions d'inscription d'une substance active<br />
à cette annexe,ou pour maintenir cette inscription, sauf si cette<br />
période expire a<strong>van</strong>t la période prévue au § 3 points 20 e,t3°, auquel<br />
cas la période de cinq ans est prolongée de manière à ce que sa date<br />
. d'expiration coïncide avec celle de ces périodes.<br />
§ 4. Les informations visées à I'annexe VIII ne peuvent pas être<br />
utilisées au profit d'autres demandeurs :<br />
10 sauf si I'agréation précède l'inclusion à I'annexe 'I;de la ,Directive<br />
d'au moins une substance active contenue dans le produit; ou<br />
20 sauf si:ile demandeur est convenu avec le premierdemandeur<br />
qu'il peut être recouru à ces informations; ou<br />
'<br />
30 pendant une période de dix ans après la première agréation du<br />
pesticide à usage agricole, si cette agréation suit I'inclusion à<br />
I'annexe I de la Directive de toutes les substances actives contenues<br />
dans le produit.<br />
Art. 14. Dans le cas d'une demande d'agréation d'un produit phytopharmaceutique<br />
déjà autorisé dans un autre Etat membre de la<br />
Communauté européenne et à la requête du demandeur, étayée par<br />
ce dernier des pièces justifiant les éléments de la comparabilité<br />
invoquée; .~j,-" ;"L:",'" '0,',<br />
-'- la répétltion des tests et analyses déjà effectuéspöUl',j'ài.ttOrlsa-::<br />
tion dUditpro!luitdans ce dernier Etat membre ne sêtiij>ás''exig'ée;'"<br />
dans la mesure ou les conditions agricoles, phytosaniiliires'et envi~ '<br />
ronnèmentales, notamment climatiques, relatives' à;' PûtiIisàtion ':.<br />
dans cet Etat"meIhbre, sont comparables aux conditiónS'prévalant<br />
sur les lieux du territoire national ou le produit estdêStirié id~tre',<br />
utilisé, et . ... :"'" ",-.' ',i<br />
- 'lorsqWé'~eproduit contient uniquement des substattt:es"a'éfhres'<br />
inscrites à l'annexe I de la Directive le produit sera agtéè,i:ians'lir ,;<br />
mesure ou les conditions agricoles, phytosanitairés:et:~vlt'o1It1ementales,<br />
y compris climatiques relatives à l'utilisati;oIt1da.n!!.J'~tat<br />
membre ouJe.,produit est déjà agréé, sont comparab~~mt.cQ.adi:<br />
1Ions prévalant. sur les lieux du territóire national oü Té',{IrÖduitest<br />
destiné à être utilisè, et dans la mesure ou les princi~"iiiiHI:iMiiè~" ,<br />
en anne~e IX du présent arrêté ont été fixés.<br />
'''(Jó''