13.07.2015 Views

DR. SM Goorhuis-Brouwer Geprotocolleerde diagnostiek bij ... - Fenac

DR. SM Goorhuis-Brouwer Geprotocolleerde diagnostiek bij ... - Fenac

DR. SM Goorhuis-Brouwer Geprotocolleerde diagnostiek bij ... - Fenac

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>DR</strong>. S.M. GOORHUIS-BROUWERlogopedische therapie of, wanneer deproblematiek leidt tot een onderwijsbeperking,<strong>bij</strong> een plaatsing op eenschool voor SH/E<strong>SM</strong>- onderwijs.Bij niet-specifiek spraak- en taalgestoordekinderen liggen de therapiekeuzesingewikkelder. Bijvoorbeeld:een kind met geleidingsgehoorverliezenzal in eerste instantie een KNOmedischeingreep ondergaan. Bij demeeste kinderen zal op een verbeterdgehoor een verbetering optreden inde spraak- en taalontwikkeling en isspecifieke aandacht voor het sprekenniet meer nodig. Bij een aantal kinderenmet geleidingsgehoorverliezenzal dit niet het geval zijn: extra aandachtvoor het spreken is dan nog welnodig. Bij deze kinderen zal, net als<strong>bij</strong> kinderen met perceptieve gehoorverliezen,de afweging gemaakt moetenworden: regulier onderwijs metextra logopedie of SH/E<strong>SM</strong>-onderwijs?Bij kinderen met cognitieve ontwikkelingsproblemenzal de taalproblematiekgeplaatst moeten worden binnenhet algehele ontwikkelingsbeeld:hoe verhouden zich de verbale en deniet-verbale ontwikkeling zich tenopzichte van elkaar? Kan volstaanworden met algehele ontwikkelingsstimulatie,<strong>bij</strong>voorbeeld binnen hetMLK/ZMLK-onderwijs (eventueelbinnen de school nog aangevuld metlogopedie) of moet gedacht worden,op basis van een grote discrepantietussen verbale en niet-verbale prestatiesten nadele van de verbale prestaties,aan een MG-plaatsing binnen hetSH / E<strong>SM</strong>-onderwijs?Bij kinderen met anatomische afwijkingenaan de spraakorganen, zal ineerste instantie gedacht worden aaneen operatief ingrijpen (<strong>bij</strong>voorbeeldprimaire plastisch chirurgische correcties<strong>bij</strong> kinderen met een schisis, ofeen pharynxplastiek <strong>bij</strong> kinderen meteen congenitaal te kort velum). Veelkinderen zullen nadien een goedespraak- en taalontwikkeling doormaken,maar ook hier zijn uiteraardweer uitzonderingen op.Bij kinderen met ADHD zal in eersteinstantie de beïnvloeding van hetgedrag voorop staan in de vorm vanmedicatie en/of aangepast onderwijs(LOM/Pedologisch Instituut), eventueelweer aangevuld met de eigenschoollogopedie.Bij kinderen met PDD-NOS of aanautisme verwante contactstoornissenstaat de begeleiding voor de socialeontwikkeling op de voorgrond. Gezienhet feit dat kinderen met dezeproblematiek overal '<strong>bij</strong>zonder' zijnen ze in ieder geval in hun taalgebruik(pragmatiek) opvallen, kunnendeze kinderen soms behoren tot deSH/E<strong>SM</strong>-populatie.Een goede differentiatie tussen specifieken niet-specifiek spraak- en taaigestoordekinderen is van essentieelbelang voor de eerste stap in het denkenover de te volgen therapie eneventuele schoolplaatsing. Deze differentiatiewordt mogelijk doorgeprotocolleerde multidisciplinaire<strong>diagnostiek</strong> waar<strong>bij</strong> naast de audioloogen de logopedist, de KNO-artsen de orthopedagoog/ontwikkelingspsycholoogeen essentiële inbrenghebben.3. OnderwijsbeperkingSmets en Hover gaan er vanuit dateen kind twee standaarddeviaties afmoet wijken van het gemiddelde <strong>bij</strong>een taaltest om van een onderwijsbeperkingte kunnen spreken. De vraagis hoe reëel dit uitgangspunt is.De commissie Verhoeven (VeBOSSnota1998) hanteert voor de analysevan het talige functioneren van kinderende volgende taaicomponenten(Bishop 1992)Problemen met het omzetten van taalin spraak: articulatiestoornissen envloeiendheidsstoornissen.Centraal auditieve verwerking: herkennenen synthetiseren van spraakklanken(auditieve waarneming,auditief geheugen).Grammaticaal ontleden en vormenvan zinnen: morfologie en syntaxis.Interpreteren en conceptualiseren vantaal: semantiek en pragmatiek.Hypothese toetsend leervermogen(afleiden van taalregels).Verbale informatieverwerking (onderdeelvan verbale intelligentie).Wanneer we de meest gebruikteNederlandse taaltesten overzienblijkt er in de eerste plaats geen taaitestvoorhanden die alle taaicomponentenanalyseert. Bovendien zijn detaaltesten sterk leeftijdsgebonden(<strong>Goorhuis</strong> & Schaerlaekens 1994).In de tweede plaats moeten een aantaltaaicomponenten gemeten wordenmet behulp van psychologischetests, (zie tabel 2).Uit tabel 2 kunnen we afleiden dattaaibegrip (semantiek en pragmatiek)en taalproduktie (articulatie, fonologie,morfologie en syntaxis) vooral <strong>bij</strong>jonge kinderen onderzocht kunnenworden. De 'hogere' talige functies(centraal auditieve verwerking, hypothesetoetsend verbaal leervermogenen verbale informatieverwerking)komen pas op oudere leeftijd aan deorde, tenminste wanneer het omobjectivering gaat.Voor de vaststelling van de ernst vande spraak- en taalstoornis in relatietot een eventuele onderwijsbeperkingmoeten we mogelijk onderscheidmaken tussen kinderen van de onderbouw(tot 7 jaar) en kinderen van dekernafdeling (boven 7 jaar).De opbouw van het spraak- en taalsysteemis voor de onderscheidengroepen ook verschillend.In het eerste levensjaar wordt <strong>bij</strong> kinderen,op basis van een goed gehoor,een begin gemaakt met de opbouwvan de auditieve waarneming, hetgeenuitmondt in een centraal auditiefverwerkingssyteem. Tevenswordt, op basis van een normalemotoriek, een begin gemaakt met deopbouw van de articulatiebasis.Vanaf 12 maanden wordt, geleid doorhet taalaanbod in de omgeving en hetleervermogen van het kind, een begingemaakt met de opbouw van hetwoordenboek (de semantiek) en tussen13 en 18 maanden verschijnen deeerste woordjes (start van de ontwikkelingvan het woordgebruik). Tussentwee en drie jaar wordt een begingemaakt met de ontwikkeling van dekennis van het grammaticale systeemen produceren de kinderen ook huneerste zinnetjes.Dit systeem van centraal auditievewaarneming, woordkennis, grammaticaalinzicht, klankvorming, woordvormingen zinsvorming vervolmaaktzich tot de leeftijd van ongeveerzes jaar, waarna zich hogere taligefuncties kunnen ontwikkelen alshypothese toetsend leervermogen enverbale informatie verwerking waardooro.a. lezen en schrijven mogelijkwordt.De basis voor het totale taalsysteemwordt dus gelegd in de eerste driejaar en de ontwikkeling van dit sys-VHZ • jaargang 39 nummer 2 • juni 1998

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!