13.07.2015 Views

Discussie Werkwoord- plaatsing - Nederlandse Taalkunde

Discussie Werkwoord- plaatsing - Nederlandse Taalkunde

Discussie Werkwoord- plaatsing - Nederlandse Taalkunde

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

sjef barbiersde geïntraponeerde constituent in zijn basispositie of in zijn landingsplaats uit te spellen.Omdat PF en LF elkaar niet kunnen zien heeft verschil in uitspelling geen gevolgen voorde semantische interpretatie.Deze grammatica van het Nederlands definieert zo de variatieruimte. Welke van devolgordeopties daadwerkelijk voorkomen in een bepaalde variant van het Nederlands istenslotte afhankelijk van taalexterne (omgevings-)factoren. Dit maakt het noodzakelijkbinnen de klasse van niet-voorkomende volgordes een onderscheid te maken tussenonmogelijke volgordes en ongerealiseerde volgordes.Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de voorgestelde analyse houdbaar isindien getoetst aan complexere verschijnselen zoals partikel<strong>plaatsing</strong> en andere typenclusterdoorbreking, en aan interlinguïstische verschillen in de (achterop)<strong>plaatsing</strong> vanconstituenten.• Vraag aan de Westgermaanse Dialectvergelijking 1Arnold E. Evers ∗Om mijn contra-betoogje over de Westgermaanse V-cluster een beetje broodnodige steunte geven, heb ik het iets complexere voorbeeld in (1) nodig.(1) als de tovenaar 2,1 Alladin 3,2 een Geest 4,3 uit 4een lamp had 1laten 2oppoetsen 3Er zijn vier predicatieve elementen in (1), voorzien van een subscript. Die elementen roepende gedachte op dat er vier predicatieve patronen in elkaar geschoven zijn. Dat uit 4 inuit 4 de lamp zegt iets over de habitat van die Geest 4,3 . Het oppoetsen 3heeft een meer perifererelatie met die Geest 4,3 , maar is wel nodig. Niet alleen magisch nodig (misschien) en literair(dat zeker), maar ook grammaticaal. Het is op grond van onze kennis van het Nederlands,eerder dan op grond van onze kennis van magie dat de frase een Geest 4,3 uit 4een lamp er alsgebeurtenis in (2)a niet goed doorkomt en in (2)b juist wel.(2) a. *een Geest 4,3 uit 4een lamp eist wel de juiste lampb. een Geest 4,3 uit 4een lamp oppoetsen 3eist wel de juiste lampDe superscripts bij Geest 4,3 geven die dubbele (grammaticale) afhankelijkheid aan. Datherhaalt zich. Alladin 3,2 is duidelijk aan het oppoetsen 3gezet. Grammaticaal past dat in (3)wanneer laten 2toegevoegd wordt.(3) a. *Alladin 3,2 een Geest 4,3 uit 4een lamp oppoetsen 3vereist enige taktb. Alladin 3,2 een Geest 4,3 uit 4een lamp laten 2oppoetsen 3vereist enige takt∗Arnold E. Evers email: Arnold.Evers@let.uu.nl188

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!