09.03.2016 Views

De Ambachtsheerlijkheid Kortenhoef

Geschreven door Bernardus Joannes Maria de Bont, ambachtsheer van Kortenhoef, Amsterdam, 1902

Geschreven door Bernardus Joannes Maria de Bont, ambachtsheer van Kortenhoef, Amsterdam, 1902

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

B IJ LAG EN.<br />

N°. I.<br />

Keizer Fredrik I beslist het geschil tusschen de Kanunniken van<br />

s. Maria te Utrecht en Egbert van Amstel, in 't jaar I I s6.<br />

In den naam der heilige en onverdeelde Drie-eenheid, Amen. Ik,<br />

Fredrik, door Gods genade Roomsch Keizer, Vermeerderaar des Rijks,<br />

doe kond beide aan nakomelingen en tijdgenooten, dat wij den twist,<br />

die tusschen onze broeders, de Kanunniken van S. Maria, en Egbertus,<br />

Dienstman van S. Maarten, geweest is, beslecht, en de klacht, die zij<br />

voor ons hebben gebracht, bij wijzen raad onzer vorsten, ter neder<br />

gelegd hebben. Want naardien de gemelde broeders, met hunncn<br />

advocaat, Henrik, Graaf van Gelder, aan ons geklaagd hadden, dat<br />

gemelde Egbertus zich, opnieuw, had toegeeigend het recht van eenige<br />

novalen, cijnzen en tienden, hetwelk hij voor Bisschop Herbert goeder<br />

gedachtenis erkend had hun toe te behooren; en zij, ten bewijze hiervan,<br />

wettige getuigen hadden bijgebracht; zoo is hij ten laatste genoodzaakt<br />

geworden het (aangenomen) bewind af te staan, en alles, waarover de<br />

broeders geklaagd hadden, aan de Kerk, aan den advocaat, en aan de<br />

broeders, in onze tegenwoordigheid, over te geven. Doch, alzoo er

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!