09.03.2016 Views

De Ambachtsheerlijkheid Kortenhoef

Geschreven door Bernardus Joannes Maria de Bont, ambachtsheer van Kortenhoef, Amsterdam, 1902

Geschreven door Bernardus Joannes Maria de Bont, ambachtsheer van Kortenhoef, Amsterdam, 1902

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6<br />

met zekerheid te geven, doch zij wordt ons eenigszins minder moeilijk<br />

gemaakt door het woord hovm of hoef, dat venne vervangen heeft. In<br />

oud-nederlandsch beteekent hoven of hoef een zeker stuk bebouwbaar<br />

land. Zoo spreekt men bijvoorbeeld van Egmond op den Hoef, op het<br />

land, in tegenstelling van Egmond aan Zee. Waarschijnlijk zal dus het<br />

tegenwoordige dorp <strong>Kortenhoef</strong>, dat wil zeggen de kom van de gemeente,<br />

begrensd door 't Meentje, de Zand- en Kleizuwe, een kort stuk bebouwbaar<br />

land geweest zijn.<br />

N u wij den oorsprong van den naam <strong>Kortenhoef</strong> zoo goed mogelijk<br />

tot zijne beteekenis hebben teruggebracht, zoo rest ons de vraag:<br />

waarom wordt <strong>Kortenhoef</strong> genoemd een Ambachts!teerlfjklzeid?<br />

Om de vraag te kunnen beantwoorden: wat is een Ambacht, wat is<br />

een Heerlfjkheid, is het noodzakelijk, dat wij ons nauwkeurig bekend<br />

maken met de allereerste inrichting van de regeering in ons vaderland,<br />

en een blik slaan op het ontstaan der erfelijke leenen en heerlijkheden.<br />

Wij zullen hier ons aileen bepalen tot het Bisdom Utrecht, daar<br />

<strong>Kortenhoef</strong>, waarover onze geschiedenis loopt, daaronder ressorteerde.<br />

Nadat het Westersch Romeinsch Rijk, waartoe ook ons land behoorde,<br />

vernietigd was, stichtte Clovis, die den christelijken godsdienst had aangenomen,<br />

omtrent het jaar sao het Frankische Rijk. Zijn afstammeling<br />

Dagobert I trachtte door het invoeren van den christelijken godsdienst<br />

de in zijn gebied wonende volkeren te beschaven. Hij stichtte daarom<br />

in de stad Wiltenburg, thans Utrecht, een kleine kapel. Ruim driekwart<br />

eeuw later, en wel in 695, werd de engelsche zendeling, de<br />

H. Willibrordus, door Paus Sergius tot bisschop gewijd. Hij vestigde<br />

zijn zetel te Utrecht, waarin hij voornamelijk steun vond bij Pepyn<br />

van Herstal 1) en later bij diens zoon Karel Martel, den stamvader<br />

van Karel den Groote, wiens regeering in vele opzichten zoo gezegend<br />

is geweest voor onze gewesten.<br />

Karel Martel, die om zijne betoonde dapperheid den bijnaam ontving<br />

"' I<br />

I) Pepyn was »hofmeyer", dat is eerste ambtenaar van den Frankischen koning.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!