S intfang<strong>en</strong> by my Öndergefchreev<strong>en</strong>e (als I daar toe geauthorifêerd zynde door d<strong>en</strong> Wel Edele HoogGeboorne Mevrouwe ANNA d e HAZE, Vrouwe van Mynd<strong>en</strong> <strong>en</strong> beyde de Loosclrecht<strong>en</strong>, Weduwe van wyl<strong>en</strong>» d<strong>en</strong> Wel Edele Groot Achtbaare Heer LIEVE GEELVINCK, Heere-van C aflriam, Burgermecfter der Stad Amjleldam &c. &c. &c. als meede van Sc h o u t , Bu u r m e e s t e r , '<strong>en</strong> Scheep<strong>en</strong><strong>en</strong> van de Loosdrccbt<strong>en</strong>) van 7
aakt<strong>en</strong> <strong>en</strong> dc behoefte aan landbouwgrond<strong>en</strong> steeg. Lambertus Hort<strong>en</strong>sius beschrijft in de 16de eeuw hoe het ve<strong>en</strong> in Gooiland werd geëxploiteerd. Dat was to<strong>en</strong> nog de droge verv<strong>en</strong>ing, waarbij het ve<strong>en</strong> afgegrav<strong>en</strong> werd <strong>en</strong> tot turv<strong>en</strong> gestok<strong>en</strong>. Dit was eig<strong>en</strong>lijk in heel Nederland het geval: er is nog ge<strong>en</strong> sprake van bagger<strong>en</strong>4*. Al vanaf de 14de eeuw grep<strong>en</strong> de overhed<strong>en</strong> in, omdat er 'wild’ geve<strong>en</strong>d werd, waardoor grote oppervlakt<strong>en</strong> land vol met putt<strong>en</strong> ontstond<strong>en</strong>, niet meer geschikt voor bouwof weiland. Er kwam<strong>en</strong> daarom allerlei bepaling<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuk land mocht verv<strong>en</strong><strong>en</strong> als m<strong>en</strong> het daarna weer ’toemaakte’ of ’vulde’, het land dus geschikt maakte tot ’zaai-, kor<strong>en</strong>- of houtland’41. Landbouw <strong>en</strong> veeteelt De begripp<strong>en</strong>, hierbov<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, 'toemak<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ’vull<strong>en</strong>’ zijn voor de ontginning van de Hollandse <strong>en</strong> Utrechtse v<strong>en</strong><strong>en</strong> bijzonder belangrijk geweest. M<strong>en</strong> besefte al gauw dat op zure ve<strong>en</strong>grond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gewas wil groei<strong>en</strong>. Dit kon pas als er e<strong>en</strong> stevigere laag op werd aangebracht, die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bemest moest word<strong>en</strong>. Langs de <strong>Vecht</strong>, waar kleigrond<strong>en</strong> voorkwam<strong>en</strong>, was dit betrekkelijk e<strong>en</strong>voudig. In het c<strong>en</strong>trale gebied was dit moeilijker. Het moest eerst ontwaterd word<strong>en</strong> door het grav<strong>en</strong> van wetering<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaart<strong>en</strong>. Op de teg<strong>en</strong>woordige kaart<strong>en</strong> is dit nu nog duidelijk zichtbaar door de min of meer loodrechte ligging van de vaart<strong>en</strong> die op de rivier uitwaterd<strong>en</strong>. Vanaf die vaart<strong>en</strong> ging dan de verkaveling verder. In Loosdrecht was de Drecht als afwatering op de <strong>Vecht</strong> al aanwezig, zodat in deze geme<strong>en</strong>te de bek<strong>en</strong>de karakteristieke veerkavelverdeling ontstond. Langs de <strong>Vecht</strong> was het verbouw<strong>en</strong> van gewass<strong>en</strong> mogelijk. Dit is heel lang het geval geweest. Door de inklinking van de v<strong>en</strong><strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van de ontwatering werd<strong>en</strong> grond<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>, waar ook vee op geweid kon word<strong>en</strong>. Voor de Loosdrechtse boer<strong>en</strong> gold al in de Middeleeuw<strong>en</strong> dat zij te weinig gewass<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> verbouw<strong>en</strong>. Vandaar dat zij al in die periode zeer uitgebreid bezig zijn geweest met de dunnere ve<strong>en</strong>lag<strong>en</strong> in het oost<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong> zelfs op Goois gebied. Daar lag<strong>en</strong> de grote ’vullingh<strong>en</strong>’ die op de kaart van Albertus Perk uit 1843 nog als zodanig word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>. Er wordt bij aangegev<strong>en</strong>, dat het hier om afgegrav<strong>en</strong> hoge v<strong>en</strong><strong>en</strong> ging. De bov<strong>en</strong>laag van de v<strong>en</strong><strong>en</strong>, niet geschikt voor turf, werd niet gebruikt. Na het delv<strong>en</strong> van de turf werd deze laag gebruikt, om aangevuld met zand, klei <strong>en</strong> mest het land geschikt te mak<strong>en</strong> tot bouwland. Zand was dichtbij voorradig. Klei haalde m<strong>en</strong> uit de <strong>Vecht</strong>6*. Daar is zoveel gebruik van gemaakt dat er later grote geschill<strong>en</strong> over ontstond<strong>en</strong>. De Stat<strong>en</strong> van Utrecht maakt<strong>en</strong> er in 1555 e<strong>en</strong> eind aan door middel van de Modderplakkat<strong>en</strong>, die het gebruik van de <strong>Vecht</strong>modder door de Loosdrechtse boer<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong>. De Naarder Kerk, die de Kerkeland<strong>en</strong> aan de boer<strong>en</strong> van Loosdrecht verpachtte, stelde namelijk het gebruik van de modder uit de <strong>Vecht</strong> als voorwaarde voor het in stand houd<strong>en</strong> van de vruchtbaarheid van de grond. Het was e<strong>en</strong> vrij groot aane<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> gebied t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> van de Rading vanaf ’s-Graveland, de Rading<strong>en</strong> richting Egelshoek, waar de Loosdrechtse boer<strong>en</strong> hun haver, rogge, boekweit, knoll<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke verbouwd<strong>en</strong>. Door de Gooiers werd dit, in navolging van hun eig<strong>en</strong> <strong>en</strong>g<strong>en</strong>, wel de Loosdrechtse Eng g<strong>en</strong>oemd. In 1898 versche<strong>en</strong> er nog e<strong>en</strong> artikeltje in de Gooi- <strong>en</strong> <strong>Eem</strong>lander over de slechte opbr<strong>en</strong>gst van de boekweit in dat jaar. Maar ook op Loosdrechts gebied, tuss<strong>en</strong> de Nieuw- <strong>en</strong> Oud-Loosdrechtse Dijk <strong>en</strong> de Rading, bevond<strong>en</strong> zich heel lang bouwland<strong>en</strong>, waarop gewass<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verbouwd. Tot in het begin van de jar<strong>en</strong> twintig van deze eeuw zelfs nog boekweit. Schrijver dezes herinnert zich nog de ’weggetjes door het kor<strong>en</strong>’ waarlangs hij naar de lagere school liep in e<strong>en</strong> tijd to<strong>en</strong> het kor<strong>en</strong> nog vol stond met kor<strong>en</strong>bloem<strong>en</strong> <strong>en</strong> klaproz<strong>en</strong>. Nu is dit allemaal verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> door de uitgebreide bebouwing<strong>en</strong>. Hoogst<strong>en</strong>s is er hier <strong>en</strong> daar nog e<strong>en</strong> maisakker te zi<strong>en</strong>. 57
- Page 1 and 2: 6e jaargang 2, mei 1988 Pia vtrlard
- Page 3 and 4: 6e jaargang, nr. 2, mei 1988 Tussen
- Page 5 and 6: Woord vooraf Enig chauvinisme is ge
- Page 7 and 8: oft r .iv n x M .'n t f t o f i w i
- Page 9: hout gemaakt. Het leverde volgens L
- Page 13 and 14: Gezien het voor het land ruïneuze
- Page 15 and 16: den. Ten oosten van de NH-Kerk in N
- Page 17 and 18: allerlei ontwikkelingen een open ri
- Page 19 and 20: tswaL IÉéLvIt < j 3 3 “ t -j/Ld
- Page 21 and 22: , , || I rScI I Kannetje van Jacque
- Page 23 and 24: Jan Jansz Pos, turfhandelaar in Nie
- Page 25 and 26: liggen van land in onbruik was gera
- Page 27 and 28: Strafrechtspleging en criminaliteit
- Page 29 and 30: Loosdrecht benoemde vanouds de zeve
- Page 31 and 32: manier, op de ordinaire manier en d
- Page 33 and 34: de advokaten mr N. Sinderarm en mr
- Page 35 and 36: zwaard was omgebracht, werd daar on
- Page 37 and 38: Stil? In 1922 vonden sommigen dat h
- Page 39 and 40: veertien regionale verenigingen wer
- Page 41 and 42: s; Een Pampus start. Zaterdags en z
- Page 43 and 44: door onder andere (ik noem uit art.
- Page 45 and 46: Loosdrecht en voor het plassengebie
- Page 47 and 48: zieningen te komen. In 1974 werd de
- Page 49 and 50: ecreatiecentrum Mijnden en de uniek
- Page 51 and 52: herfst te zien zijn. De grote boter
- Page 53 and 54: *J|H m w Schaatsers op de Loosdrech
- Page 55 and 56: */>/
- Page 57 and 58: opvallende verschijning is de fuut,
- Page 59 and 60: Ruimtelijke ordening in Loosdrecht
- Page 61 and 62:
stergebied en het mede voor agraris
- Page 63 and 64:
gemeenteraad ter vaststelling aan t
- Page 65 and 66:
Spoorweg Hilversum-Loosdrecht- Nieu
- Page 67 and 68:
AMLEM ® O j c / e r p S I o t e r
- Page 69 and 70:
4'V jj .fctmpm _ ,„, ,*.».......
- Page 71 and 72:
ik , JFR) i Duidelijk zichtbaar het
- Page 73 and 74:
"
- Page 75 and 76:
MM T * ' H ^ “De Bellemcm". een g
- Page 77 and 78:
Een kerkklok in Oud-Loosdrecht met
- Page 79 and 80:
pc Admiraliteit opgesloten. In 1676
- Page 81 and 82:
Het kasteel Sypesteyn te Nieuw-Loos
- Page 83 and 84:
Uit dc episode van Cornelis Ascaniu
- Page 85 and 86:
m m . ? '■ ' H f Ü :x ï>Mk Ha O
- Page 87 and 88:
Naast deze hoofdbestanddelen is nog
- Page 89 and 90:
Oude mutsen in Loosdrecht, niet mee
- Page 91 and 92:
Johanna Schipper-Slotboom (1830-192
- Page 93 and 94:
5 ■ j i ■ A.D. Meijers-Hermsen
- Page 95 and 96:
schien, twee zijnaaiden gebruikt in
- Page 97 and 98:
gehoord maar de gedachten daarover
- Page 99 and 100:
Dante-kenner. Op Eikenrode vonden d
- Page 101 and 102:
Loosdrechts porselein 1774-1784 bes
- Page 103 and 104:
ongeveer 1770 ook porselein gemaakt
- Page 105 and 106:
verbonden. Voor de lunch zal een be
- Page 107 and 108:
Activiteiten van de Vereniging van
- Page 109 and 110:
Varia Auteurs Dr G.F.M. Bossers (ge
- Page 111 and 112:
Ja, want u hééft meer aan een ban
- Page 113 and 114:
c ADVIEZEN n MAKELAARS TAXATEURSog
- Page 115 and 116:
Vereniging van Vrienden van het Goo