02.11.2016 Views

Watersportkampioen-1932

Het z.g. LOOSDRECHTNUMMER van De Waterkampioen van 29-7-1932

Het z.g. LOOSDRECHTNUMMER van De Waterkampioen van 29-7-1932

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE WATERKAMPIOEN.<br />

gaan, moet, volgens art. 2 I der Internationale<br />

Bepalingen, het andere zijn koers en zijn vaart<br />

behouden. Volgens art. 47 van het B. A. R.<br />

moet het andere vaartuig zijn koers blijven volgen,<br />

terwijl volgens art. 29 een stoomvaartuig,<br />

dat een ander vaartuig nadert, z66 dat er gevaar<br />

voor aanvaring bestaat, zoo noodig moet<br />

vaart verminderen, stoppen of achteruitslaan.<br />

Ook op het vaartuig, dat niet behoeft uit te wijken<br />

rust die plicht.<br />

In ons geval ben ik dus verplicht koers en<br />

vaart te behouden. Wat moet ik nu echter doen<br />

om een eventueele aanvaring te voorkomen?<br />

In de eerste plaats kijken of mijn navigatielichten<br />

goed branden en. niet in een of andere richting<br />

worden verduisterd. Verder mag ik, volgens<br />

art. I 2, om de aandacht te trekken, een stakellicht<br />

toonen of eenig knalsein geven, hetwelk<br />

niet voor een noodsein kan worden gehouden.<br />

T enslotte zal het andere vaartuig wel naar<br />

S.B. uitwijken en achter mij langs gaan, want<br />

art. 22 schrijft voor, dat elk vaartuig, dat verplicht<br />

is voor een ander vaartuig uit te wijken,<br />

vermijden moet v66r het andere over te gaan,<br />

als de omstandigheden het toelaten.<br />

Wanneer echter het andere vaartuig ondanks<br />

alles niet uitwijkt, zoodat ik mij er tenslotte<br />

zoo dicht bij bevindt, dat aanvaring door dit<br />

vaartuig alleen niet meer vermeden kan worden,<br />

dan ben ik volgens de noot van art. 2 I ook verplicht,<br />

zoodanige maatregelen te nemen, als ter<br />

voorkoming der aanvaring kunnen bijdragen.<br />

Het juiste oogenblik uit te kiezen, waarop moet<br />

worden ingegrepen, is natuurlijk in sommige<br />

gevallen zeer moeilij k.<br />

* * *<br />

Vraag 336 (Zeevaartkunde).<br />

V erschenen :<br />

DE RIJN<br />

van Mainz tot de N edcrlandschc grcns<br />

Stoomend m het<br />

Een gids voor watertoeristen,<br />

welke volledige gegevens bevat<br />

op elk gebied, benevens een<br />

uitvoerige uitslaande kaart.<br />

Voor kanovaarders, roeiers en<br />

motorboot-eigenaars een practische<br />

nieuwe aanwinst voor<br />

hun bibliotheek<br />

Prijs f 2.50<br />

Verkrijgbaar bij de A.N. W.B.-Bureaux: 's-Gravenhage,<br />

Parkstraat 18- 20, Postgiro 4880,<br />

Keizersgracht 588- 590, Amsterdam, Postgiro<br />

13153 en bij het Centraal Bureau voor Watersport,<br />

Sixhaven o.h. Y , Amsterdam.<br />

Engelsche Kanaal, peil ik het vuur van Casquets<br />

Z.O. 1 /s 0., terwij l ik tegeni!Jkert!Jd 6r vadem<br />

grond food. Hoe kan ik nu gemakkei!Jk m!Jn bestek<br />

bepalen, als de deviatie van m!Jn kompas -'/s streek<br />

bedraagt?<br />

Antwoord. Wij beginnen eerst met het herleiden<br />

van de compaspeiling van Casquets tot<br />

ware peiling, als volgt:<br />

Kompaspeiling Z .O.lf~O.<br />

deviatie = -'/8 streek<br />

Magnetische peiling = Z.O.t.O.<br />

vari.atie<br />

ware peiling N I I 1°0<br />

We zetten nu de peilingslijn in de kaart. Op<br />

A<br />

deze lijn moet ons vaartuig zich dus bevinden.<br />

We gaan nu na, welke dieptecijfers zich in<br />

de nabijheid van deze peilingslijn bevinden. In<br />

een oogopslag zien we, dat we ons bestek precies<br />

kunnen bepalen. We hebben n.l. precies<br />

de diepe geul het ,Hurd Deep" aangelood. In<br />

deze geul varieeren de diepten van 6o tot 90<br />

vadem, terwijl ze daarbuiten direct veel minder<br />

zijn.<br />

Vooral bij minder goed zicht hebben we een<br />

mooie gelegenheid ons bestek te verbeteren, als<br />

het ons gelukt deze geul aan te looden.<br />

* * *<br />

IVfEUWE VRAGE/1'.<br />

Vraag 337 (Vaartreglementen). Hoe moet ik<br />

handelen, als ik, met een motorjacht stoomende op een<br />

der R!Jksk analen, een sluis nader ?<br />

Vraag 338 (Zeevaartkunde). Stoomende op het<br />

I]selmeer· is het eenige uren achtereen mistig geweest .<br />

B !J het optrekken ~·an den mist zie ik den toren van<br />

Urk even voorl jker dan d1vars aan B.B. H oe kan ik<br />

nu m!Jn bestek bepalen, als ik N.O.t O op mijn<br />

kompas stuur en de deviatie op dezm koers - t streek<br />

bedraap,t?<br />

* * *<br />

V ragen op zeevaartkundig gebied en op het<br />

terrein van de Vaartreglementen worden behandeld<br />

door den heer M. H. Blokpoel, Harmoniehof<br />

I 8, Amsterdam Z. De andere vragen worden<br />

behandeld door de Redactie. D e oplossingen en<br />

uitwerkingen der vraagstukken kan men telkens<br />

I4 dagen later in deze rubriek vinden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!