Oosteinde-Parkweg - Gemeente Leidschendam-Voorburg
Oosteinde-Parkweg - Gemeente Leidschendam-Voorburg
Oosteinde-Parkweg - Gemeente Leidschendam-Voorburg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.4.4 Grondwater<br />
Het maaiveld van het plangebied varieert van circa NAP +0,70m NAP +0,90m. De<br />
grondwaterstand in het plangebied fluctueert, gebaseerd op de 10 grondwatermeetpunten in het<br />
gemeentelijk grondwatermeetnet (2007-2008), tussen NAP -0,20 m NAP -0,50 m. Dit betekent<br />
een gemiddeld grondwaterpeil dat varieert van 0,90 – 1,40 m onder maaiveld. Dit voldoet aan de<br />
gemeentelijke streefwaarde van een ontwateringsdiepte van minimaal 70 cm voor de<br />
gebiedsfunctie wonen en werken. Er zijn geen klachten van structurele grondwateroverlast<br />
bekend.<br />
6.4.5 Waterkwantiteit<br />
Het plangebied ligt tussen de Veen- en Binkhorstpolder en de Vliet. Het gebied is boezemland,<br />
dat wil zeggen dat alle watergangen in verbinding met De Vliet en elkaar staan. Op de meeste<br />
plekken gaat het om open water en op sommige plekken is het water door duikers met elkaar<br />
verbonden. Het waterpeil van het oppervlaktewater is in het hele gebied NAP -0,42 in de zomer<br />
en -0,47 in de winter en heeft een beoogd toekomstig peil van NAP -0,43. Het oppervlaktewater<br />
heeft een beperkte functie in de ontwatering van het gebied zelf, omdat het grootste gedeelte<br />
van het hemelwater wordt afgevoerd via het (hoofdzakelijk gemengde) rioolstelsel.<br />
Het hoogheemraadschap van Delfland toetst de waterberging op een T=100 situatie. Dit is een<br />
bui die eens per honderd jaar wordt bereikt of overschreden (kans van 1/100 per jaar), waarbij<br />
rekening wordt gehouden met klimaatsverandering conform het advies van de Commissie<br />
Waterbeheer 21e eeuw. Op dat moment mag geen wateroverlast vanuit het<br />
oppervlaktewatersysteem optreden, dat wil zeggen vanuit de sloot mag geen water op straat<br />
komen. Voor het stedelijk gebied is door Delfland deze norm vertaald in een waterbergingsnorm.<br />
Deze norm houdt vooralsnog in dat per hectare bruto bebouwd oppervlak 325 m³ water moet<br />
kunnen worden geborgen, tenzij er aanleiding is voor specifiekere uitgangspunten.<br />
In bestaand stedelijk gebied is de mate van verstedelijking en inrichtingen in grote mate een<br />
vast gegeven. De status als beschermd dorpsgezicht en de ontwikkelingen binnen het<br />
plangebied bieden nauwelijks mogelijkheden om de bergingscapaciteit van water te<br />
optimaliseren. De huidige hoeveelheid oppervlaktewater geldt dan als absoluut minimum. Waar<br />
mogelijk dient de bergingscapaciteit vergroot te worden indien er sprake is van herontwikkeling.<br />
6.4.6 Waterkwaliteit<br />
Het plangebied ligt in een gebied dat is voorzien van een grotendeels gemengd rioleringsstelsel.<br />
Er zijn rioolvervangingen voorzien op afzienbare termijn tot 2018. In het plangebied is geen<br />
afvalwater(pers)transportleiding aanwezig. De gemeente stelt als eis dat nieuwbouwplannen<br />
voorzien in het gescheiden aanbieden van vuilwater en schoon hemelwater. Schoon hemelwater<br />
kan dan (op termijn) worden 'afgekoppeld' van het gemengde rioolstelsel en (vertraagd) afgevoerd<br />
worden naar het oppervlaktewater als bijvoorbeeld de Broeksloot. Het onder vrijverval afvoeren<br />
van hemelwater via diep gelegen (>1,50 m diep) op boezemwatergangen is gezien de<br />
waterstand van NAP -0,40 meter niet gewenst. Hemelwaterstelsels in dergelijke gebieden<br />
blijven continu vol water staan met een slechte waterkwaliteit tot gevolg. Het leegpompen van<br />
hemelwaterstelsels wordt niet als duurzaam gezien.<br />
Om te zorgen dat schoon hemelwater ook schoon blijft, dient bij de keuze van bouwmaterialen<br />
hier rekening mee gehouden worden. Dus geen bitumineuze dakbedekking, maar bijvoorbeeld<br />
EPDM en geen uitlogende materialen als zink en koper. Een bouwplan zal zo nagenoeg geen<br />
negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater.<br />
6.4.7 Veiligheid<br />
In het plangebied bevinden zich geen waterkeringen. De kade van de Vliet is een boezemkering<br />
zonder kade- of dijkfunctie.<br />
61