02.05.2013 Views

EEN VIRTUELE MASSAGE

EEN VIRTUELE MASSAGE

EEN VIRTUELE MASSAGE

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Korte evaluatie<br />

In dit eerste, inleidende hoofdstuk stond het brengen van enige inzichtelijkheid in de<br />

huidige problemen en opvattingen rondom heden-verleden en representatieverwijzing<br />

centraal. Voor de historiografie is het kenmerkend een onderzoeksobject<br />

te hebben dat niet meer direct aanwezig is in de zin van zichtbaar of aanraakbaar.<br />

Toch worden wij omgeven met zaken uit dit verleden, zodat de band tussen heden<br />

en verleden niet gebroken is. De vraag dient zich aan hoe deze band te<br />

karakteriseren of te waarderen. Als het heden wordt onderscheiden van het verleden<br />

dan is er sprake van een kloof die om overbrugging roept. Dit is het verlangen het<br />

verloren gegane weer present te stellen. Zo’n (re)presentatie brengt een aantal<br />

(structurele) problemen met zich mee. Deze zijn voornamelijk vanuit een linguïstisch<br />

perspectief beschreven. Taal en werkelijkheid schieten beiden tekort in het<br />

bewerkstelligen van een onmiddellijke aanwezigheid, en samenwerking tussen deze<br />

twee brengt ons ook niet verder. Toch moet hier mee geleefd en gedacht worden.<br />

Wat en hoe is het verleden nou precies? Derrida laat elke werkelijkheidsaanspraak<br />

varen en volgens hem moet er zelfs geconcludeerd worden dat het verleden niet is<br />

geweest, het heden niet is, en de toekomst nooit zal zijn.<br />

Een opmerking die ik hier nog wil maken betreft de andere mogelijke omgang met<br />

het ‘problematische’ verleden door historici in de drie besproken categorieën.<br />

Ervaring, kunst en schriftuur zijn niet zo strikt van elkaar onderscheiden zoals de<br />

bespreking en de ordening in subparagrafen doet voorkomen. Allen hebben een<br />

verlaten van het terrein van de representatie gemeen. Ervaring en kunst wijzen beide<br />

in de richting van een ervaringsmatige dimensie. Schriftuur verwijst naar een nietrepresenteerbare<br />

ruimte, een andersheid die de historische ervaring ook kent: ‘What<br />

we experience historically (...) is not ‘the past itself’, but the difference or distance<br />

between the present and the past’ (Ankersmit 1994, 201). Het retorische en<br />

metaforische taalgebruik dat de schriftuur prevaleert boven het meer rationele en<br />

logische taalgebruik duidt in de richting van de kunst. Op basis van deze<br />

overeenkomsten is het landschap van de historicus te betitelen als een ruimte waarin<br />

wordt rondgecirkeld (schriftuur), geschilderd (kunst) en getast (ervaring), zonder ooit<br />

op een kern of een waar gezicht van het verleden te stoten. Om het enigszins<br />

freudiaans uit drukken: de historicus heeft een liefde opgevat voor een gesluierde<br />

vrouw, en het zien van haar gelaat is de laatste wens. ‘Laatste’ moet hier gelezen<br />

worden in de betekenis van zowel het diepste als het meest afschrikwekkende<br />

verlangen.<br />

Het onderwerp van hoofdstuk 2 handelt niet langer over de onbereikbaarheid van de<br />

werkelijk ‘zoals die is’ (dit is afdoende in dit hoofdstuk aan bod gekomen), maar hoe<br />

onze werkelijkheid vorm wordt gegeven door ons taalgebruik en de media. Wanneer<br />

realiteit een realiteit ‘voor ons’ is, is er sprake van een constructiemoment. Het doel<br />

van het volgende hoofdstuk is dit moment op te sporen en te verhelderen.<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!