Ter Doest & Herne_II. Twee Vlaamse scriptoria, een ... - Cartusiana
Ter Doest & Herne_II. Twee Vlaamse scriptoria, een ... - Cartusiana
Ter Doest & Herne_II. Twee Vlaamse scriptoria, een ... - Cartusiana
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een monnikenwerk. Reconstructie van het middeleeuwse kloosterscriptorium. Case...<br />
onduidelijk of beschadigd. De eerste drie versregels van het eerste in totaal uit<br />
achttien regels bestaande gedicht, zijn representatief voor de toon van beide<br />
gedichten[215]:<br />
“Dreine wyf ghi doet<br />
mi pine Ghi syt mynre<br />
herten medicine”.<br />
Verder bewaart St. 7 vijf versregels over de Guldensporenslag, die tot de vroegste<br />
getuigenissen behoren van Vlaanderens overwinning op de Franse ridders. Tenslotte is<br />
er <strong>een</strong> fraai gedicht uit 72 strofen van drie versregels dat het cenobietenleven prijst en<br />
bejubelt. Het komt in twee handschriften voor: St. 150 (14 de eeuw) en St. 418 (13 de -<br />
14 de eeuw)[216].<br />
Wat de typologie der handschriften geschreven in het scriptorium van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong><br />
betreft, mogen we besluiten dat we hier te maken hebben met <strong>een</strong> karakteristiek<br />
Cisterciënzerscriptorium. Ondanks het geringe aantal 12 de -eeuwse<br />
Cisterciënzerauteurs – dit omdat waarschijnlijk vele van deze teksten verloren zijn<br />
gegaan – ging de interesse in <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong> vooral uit naar christelijke werken. De bijbel<br />
(commentaren), liturgische handschriften en kerkvaders (met voorop de werken van<br />
Augustinus, verspreid over niet minder dan 13 handschriften!) in de eerste plaats,<br />
maar tevens de heiligenlevens en successchrijvers uit andere ordes (Hugo van St.<br />
Victor en Ludolf van Saksen) waren heel geliefd. De niet-christelijke, laat staan de<br />
niet-religieuze werken, waren traditioneel ondervertegenwoordigd en werden<br />
overwegend aangekocht of uit Parijs meegebracht. Opvallend is de overheersende,<br />
gem<strong>een</strong>schappelijke cultuur van de latinitas, gekenmerkt door de uitsluitend Latijnse<br />
afschriften. De monniken van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong> haalden onder abt De Smidt zelfs het traktaat<br />
Die cierheit der gheesteliker brulocht van de Middelnederlandse mysticus Jan van<br />
Ruusbroec binnen in <strong>een</strong> Latijnse vertaling. Typerend voor het conservatieve<br />
Cisterciënzerkarakter tenslotte zijn ‘illegale’ teksten in dichtvorm, heimelijk<br />
binnengesmokkeld in de vrome handschriften.<br />
3.3.3. Artistieke vormgeving<br />
Page 16 of 71<br />
In dit hoofdstuk behandelen we het aspect van de handschriften dat, zowel specialist<br />
als leek, altijd het meest heeft aangesproken, namelijk de illustraties en de vormen<br />
van decoratie. De handschriften uit het scriptorium van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong> zullen echter eerst<br />
codicologisch worden benaderd. Anders dan de kleurrijke versiering gaat het bij deze<br />
over de minder spectaculaire, materiële aspecten van de codex. Vermelden we eerst<br />
en vooral dat de overgeleverde handschriften van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong> zowel codicologisch als<br />
decoratief grote over<strong>een</strong>komsten vertonen met deze uit de moederabdij Ten Duinen.<br />
http://www.ethesis.net/monnikenwerk/monnikenwerk_deel_2.htm<br />
14/12/2009