19.06.2013 Views

Ter Doest & Herne_II. Twee Vlaamse scriptoria, een ... - Cartusiana

Ter Doest & Herne_II. Twee Vlaamse scriptoria, een ... - Cartusiana

Ter Doest & Herne_II. Twee Vlaamse scriptoria, een ... - Cartusiana

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een monnikenwerk. Reconstructie van het middeleeuwse kloosterscriptorium. Case...<br />

Het obituarium van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong>, samen met het martyrologium bewaard in handschrift<br />

St. 395, dateert uit ca. 1500 en vermeldt de naam van drie scriptores:<br />

Henricus, scriptor, monachus.<br />

Willelmus, monachus, scriptor.<br />

Johannes, monachus et scriptor.<br />

De eerste, Henricus, kan waarschijnlijk geïdentificeerd worden met de reeds vaak<br />

vermelde Henricus van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong>. In hetzelfde obituarium komt echter ook de naam<br />

Henricus conversus voor, waarmee hij al zijn werken signeerde[226]. Of we hier met<br />

dezelfde scribent te maken hebben is niet duidelijk[227].<br />

Zoals gezegd was Henricus de kopiist van zes verzorgde handschriften (drie<br />

betreffende Bijbel, Gs. 4/1, 5/191 en St. 6; drie Augustinus, St. 13, 112 en 114). Zijn<br />

schrijfwerk maakt zonder meer <strong>een</strong> grote indruk. Gezien de zuiverheid in lettervorm<br />

en de gave en strakke versiering moet hij <strong>een</strong> uiterst vakbekwaam scribent geweest<br />

zijn. Volgens A. Hoste zat Henricus zo’n twee jaar aan <strong>een</strong> handschrift van circa 340<br />

folio’s (het gemiddelde formaat van de zes overgeleverde handschriften)[228].<br />

Henricus kon bovendien <strong>een</strong> zekere vorm van humor wel appreciëren daar hij zichzelf<br />

in het eigendomsmerk steeds voorstelde met <strong>een</strong> baard.<br />

Zowel A. De Poorter (enkel voor de handschriften bewaard in de Brugse<br />

Stadsbibliotheek) als A. Hoste hebben <strong>een</strong> poging gedaan de scribenten van <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong><br />

in de handschriften op het spoor te komen[229]. Hun resultaten tonen veel<br />

gelijkenissen. Naast Henricus vermelden beiden Antonius de Deckere (eind 15 de eeuw,<br />

St. 35), ene Simon waarvan zijn familienaam niet gekend is (14 de eeuw, St. 294) en<br />

Laurentius Hartoghen (2 de helft 14 de eeuw, St. 517). Over St. 91 bestaat g<strong>een</strong><br />

<strong>een</strong>duidigheid. De Poorter m<strong>een</strong>t dit handschrift te mogen toeschrijven aan ene Hugo,<br />

terwijl Hoste <strong>een</strong> anonieme kopiist uit de 13 de eeuw voor ogen heeft.<br />

Het eigendomsmerk van Gs. 120/159 en 160/4, ‘frater Michael, filius Ryquardi,<br />

oriundus de Slusa…’ openbaart <strong>een</strong> andere scriptor: Michaël, zoon van Rijkaard[230].<br />

Hij was als lekenbroeder afkomstig uit het naburige Sluis, alwaar <strong>Ter</strong> <strong>Doest</strong> vele<br />

hectaren grond bezat. Hoste vermeldt vervolgens nog twee kopiisten uit de dertiende<br />

eeuw die De Poorter over het hoofd zag: Johannes de Capella (St. 513) en Petrus<br />

Grauwe (St. 182).<br />

Verder stammen uit de 15 de eeuw Antonius Rogiers, die <strong>een</strong> Liber ordinarius op papier<br />

schreef (Brussel KB <strong>II</strong> 2758)[231], en drie kopiisten die aan de Tragedies van Seneca<br />

(Leiden BPL 45A) werkten. Als eerste begon prior Thomas Feye. Na zijn dood werd hij<br />

opgevolgd door de monnik Cornelius Heyns en Jacobus Egidii, die de glossen maakte.<br />

Het hele werk werd voltooid in 1477.<br />

http://www.ethesis.net/monnikenwerk/monnikenwerk_deel_2.htm<br />

Page 22 of 71<br />

14/12/2009

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!