TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Foto: Bart van Overbeeke<br />
Een tandemcel haalt<br />
meer uit de zon<br />
Plastic zonnecellen hebben normaal<br />
slechts één actieve laag die het zonlicht<br />
absorbeert. Wil je alle kleuren licht optimaal<br />
benutten, dan is één laag echter niet<br />
voldoende. Zonlicht bevat alle kleuren<br />
van de regenboog, elk gekarakteriseerd<br />
door een specifieke golflengte van grofweg<br />
400 tot 2500 nanometer. Eigenlijk<br />
wil je al dit licht benutten in de zonnecel,<br />
maar dan stuit je op een probleem: de<br />
spanning over de zonnecel wordt beperkt<br />
door de energie van het geabsorbeerde<br />
licht met de langste golflengte. Hoe meer<br />
je van het rode en infrarode deel van het<br />
spectrum wilt meepakken, hoe lager die<br />
spanning wordt. En omdat het vermogen<br />
van de zonnecel evenredig is met de<br />
spanning, heeft dat ongunstige effecten<br />
voor het rendement van de cel. Toch is<br />
er een manier om het vermogen te maximaliseren.<br />
Promovendus Jan Gilot van de<br />
faculteit Scheikundige Technologie plakte<br />
verschillende plastics op elkaar en wist<br />
zo het rendement flink op te krikken. Een<br />
betrekkelijk simpel idee, maar nog niet zo<br />
gemakkelijk gerealiseerd. Je moet de twee<br />
(of meer) zonnecellen namelijk via een<br />
speciale tussenlaag met elkaar verbinden.<br />
Gilot gebruikte als verbindingslaag een<br />
laagje nanodeeltjes van zinkoxide met<br />
hierop aangebracht een flinterdun laagje<br />
plastic (enkele tientallen nanometers). De<br />
nanodeeltjes zijn in staat elektronen te<br />
transporteren, terwijl de plasticlaag ‘gaten’(positief<br />
geladen gebiedjes waar een<br />
elektron ontbreekt) collecteert. Samen<br />
zorgen ze voor een gesloten stroomkring.<br />
De volgende stap was om eens te kijken<br />
naar twee verschillende plastics die elkaar<br />
goed aanvullen. Om vervolgens de juiste<br />
verhouding tussen de diktes van deze<br />
lagen te bepalen. Daarvoor stelde Gilot<br />
een model op met een verrassend resultaat<br />
tot gevolg: men dacht altijd dat bij de<br />
optimale laagdikte de cellen elk dezelfde<br />
stroom leveren. Maar uit het model van<br />
Gilot bleek dat niet zo te zijn. Je kunt het<br />
zo ontwerpen dat de laag die de meeste<br />
stroom genereert, de andere als het ware<br />
helpt.<br />
Foto: Bart van Overbeeke<br />
De atmosfeer<br />
steeds beter<br />
in beeld<br />
De aswolk boven de IJslandse vulkaan volgen<br />
of de luchtkwaliteit bij Beijing voor en tijdens<br />
de Olympische Spelen onderzoeken. Het is<br />
allemaal mogelijk dankzij OMI, het Ozone<br />
Monitoring Instrument. Prof.dr. Pieternel<br />
Levelt, deeltijdhoogleraar aan de TU/e, leidt<br />
bij het KNMI het internationale onderzoeksteam<br />
dat er de atmosfeer mee bestudeert.<br />
De langgekoesterde wens van wetenschappers<br />
om in een etmaal de hele atmosfeer te<br />
kunnen bestuderen, ging in 2004 in vervulling<br />
met de lancering van OMI - het instrument<br />
waarmee wetenschappelijk onderzoek wordt<br />
gedaan naar de ozonlaag, luchtkwaliteit en<br />
het klimaat. Het instrument van Nederlands/<br />
Finse makelij bevindt zich aan boord van<br />
de satelliet EOS-Aura van de Amerikaanse<br />
ruimtevaartorganisatie NASA. Levelt en het<br />
team van ongeveer zeventig Amerikaanse en<br />
Europese wetenschappers waaraan ze als<br />
principal investigator leiding geeft, stellen<br />
onderzoeksvragen op en verzamelen en analyseren<br />
de data. OMI heeft al vaak zijn dienst<br />
bewezen. De toepassingen zijn legio. Zo is<br />
aangetoond dat de maatregelen die voor de<br />
Olympische Spelen in Beijing zijn getroffen<br />
wel degelijk effect hadden. De hoeveelheid<br />
stikstofdioxide bleek aanzienlijk verminderd.<br />
Onlangs kon de aswolk bij de IJslandse vulkaan<br />
goed worden gedetecteerd. Steeds beter<br />
is ook te achterhalen wat de bron is van een<br />
bepaalde stof in de atmosfeer. Verbranding<br />
van biomassa kan bijvoorbeeld worden onderscheiden<br />
van industriële verbranding.<br />
M A T R i X / 3 / 2 0 1 0 2 3