TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
TUE Matrix - Technische Universiteit Eindhoven
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3 0<br />
De Vonk<br />
dal getrokken. Ik merk dat we nu op veel gebieden kunnen<br />
oogsten. De modellen die we ontwikkelen, stoelen<br />
op een theoretische basis en worden bijvoorbeeld<br />
gebruikt in het hart van de softwarecodes van de gasturbines<br />
van Rolls Royce. Hoewel je me kunt beschouwen<br />
als exponent van de verwetenschappelijking van de<br />
werktuigbouwkunde, vind ik dat je niet alles vanachter<br />
je computer moet doen. Je moet ook stevig met je voeten<br />
in de praktijk staan. De laatste jaren zie ik kennisvalorisatie<br />
en innovatie steeds meer als een uitdaging.<br />
Uit onze groep zijn sinds 2007 twee spin-offs ontstaan.<br />
Afstudeerder Jasper Winkes ontwikkelt in zijn bedrijf<br />
Fistuca een nieuw type schone heimachine. Een tweede<br />
spin-off is Progression Industry. Daar wordt gewerkt aan<br />
een poreuze injector, waarvoor Jos Reijnders in juni de<br />
TU/e Perspectiefprijs heeft gewonnen.<br />
Een van de andere uitvindingen uit onze groep is<br />
CyclOx, waarop Michael Boot recent is gepromoveerd.<br />
Door deze stof aan diesel toe te voegen vermindert<br />
de uitstoot van roet aanzienlijk. We denken dat we die<br />
stof kunnen produceren uit biomassa. De structuur van<br />
CyclOx lijkt namelijk sterk op die van lignine, een afvalproduct<br />
van biomassa. Kun je dat hergebruiken, dan<br />
M a t r i x / 3 / 2 0 1 0<br />
De Goey: ‘Ik vind het jammer dat er<br />
binnen de TU/e zo weinig intellectueel debat<br />
is over de aanpak van innovatie.’<br />
heb je een nette productieroute te pakken: geen roet,<br />
geen NOx en ook nog eens uit een duurzame bron.<br />
Simon Stevin Meester<br />
In oktober krijg ik de Simon Stevin Meester onderscheiding<br />
en daar ben ik best trots op. Net als mijn<br />
vrouw, kinderen en familie. Ik mag een half miljoen euro<br />
besteden aan onderzoek. Ik ga dat geld waarschijnlijk<br />
inzetten voor onderzoek aan flameballs. Heel kleine<br />
vlammetjes van een paar millimeter. Vele jaren werd gedacht<br />
dat je die alleen zou kunnen produceren onder de<br />
zwaartekrachtcondities zoals die in een ruimtestation<br />
aanwezig zijn. Dat is aangetoond in een experiment in<br />
het ISS-ruimtestation: het bleken perfect symmetrische,<br />
bolvormige systemen. We hebben ze nu, waarschijnlijk<br />
als eerste ter wereld, ook in ons lab kunnen maken. In<br />
de zomer presenteerden we de eerste resultaten op<br />
een groot congres in Beijing. Met het Stevingeld wil ik<br />
die vlammetjes nog meer tunen om nog nauwkeurigere<br />
modellen te maken.<br />
Ik geef nu leiding aan een van de grotere groepen binnen<br />
de faculteit, inclusief de afstudeerders zo’n zeventig<br />
man. Ik hoor nog net tot de generatie die wat in de<br />
luwte wordt gehouden wat betreft bestuurstaken. Ik<br />
vind het geweldig om allerlei onderzoeksinitiatieven te<br />
nemen en met bedrijven samen te werken. Ik ben in alle<br />
projecten de theoreticus op de achtergrond en daardoor<br />
de rode draad. Als ik achttien zou zijn, zou ik weer voor<br />
theoretische natuurkunde kiezen. Het maakt daarna niet<br />
zoveel uit welke richting je uitgaat.<br />
Wat ik over vijf jaar zal doen? Ik ben wetenschapper en<br />
dat blijf ik. Het starten van een eigen bedrijf zou me wel<br />
aanspreken, maar dan in combinatie met het hoogleraarschap<br />
en dat is in de praktijk niet eenvoudig. Ik zie<br />
vooralsnog geen reden een andere universiteit te zoeken.<br />
Vorig jaar heeft Aken aan me getrokken, waar een<br />
belangrijke leerstoel vrijkwam. Maar ik heb me gerealiseerd<br />
dat ik hier veel vrijheid heb en een goede groep,<br />
waarmee we kunnen blijven oogsten. Ik ben bezig met<br />
een kweekvijver van studenten die het leuk vinden om<br />
innovatieve dingen uit te proberen. Ik vind het overigens<br />
jammer dat er binnen de TU/e zo weinig intellectueel<br />
debat is over de aanpak van innovatie. De meeste collega’s<br />
houden toch liever vast aan de fundamentele aanpak<br />
van hun onderzoek. Ik denk dat we als Nederland<br />
een paar tandjes moeten bijzetten. Ik hoop dat ook het<br />
nieuwe energie-instituut een extra impuls kan geven.<br />
<strong>Eindhoven</strong> lijkt de centrale plek voor energieonderzoek<br />
te gaan worden in Nederland. We scoren<br />
wereldwijd al heel hoog. Met ECN en FOM er bij wordt<br />
het nog leuker. Ik hoop daar met onze groep inhoudelijk<br />
aan bij te dragen. We doen ons best!’