pdf-version - E-thesis
pdf-version - E-thesis
pdf-version - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. Het differentiedenken van Deleuze en Derrida<br />
De Theatrale Cyborg<br />
De theoretische basis voor mijn onderzoek naar de betekenis van het lichaam in de multitechnologische<br />
performance wordt gevormd door het differentiedenken van Gilles Deleuze en<br />
Jacques Derrida. De reden hiervoor is, zoals ik in de inleiding al aangaf, dat deze filosofische<br />
stroming directe raakvlakken heeft met de studie van zowel het theatrale als het technologische<br />
lichaam in de personen van respectievelijk Antonin Artaud en Rosi Braidotti. Het<br />
differentiedenken vormt zo een goed uitgangspunt om het denken over het lichaam in de<br />
theaterwetenschap en dat binnen de studie van de nieuwe media en digitale cultuur samen te<br />
brengen in één interpretatiekader.<br />
In dit hoofdstuk geef ik een korte uiteenzetting van de theorie van Deleuze en Derrida. Omdat het<br />
onmogelijk is het werk van beide filosofen in al hun complexiteit hier weer te geven, beperk ik<br />
mij hier tot die elementen die van belang zijn met betrekking tot de betekenis van het lichaam<br />
binnen de differentiefilosofie. Het theoretisch kader dat hieruit ontstaat zal vervolgens als<br />
vertrekpunt dienen voor de bespreking van respectievelijk het theatrale en het technologische<br />
lichaam later in dit onderzoek.<br />
1.1 Het openbreken van het systeem van representatie<br />
Het differentiedenken, dat ook wel aangeduid wordt met de term poststructuralisme, is een<br />
stroming die in de jaren zestig opkomt binnen met name de Franse filosofie en die in de decennia<br />
daarna uitgroeit tot één van de belangrijkste filosofische fundamenten van de postmoderne<br />
samenleving. Voortbouwend op de inzichten van het structuralisme van onder andere Levi<br />
Strauss en Louis Althusser, geven filosofen als Georges Bataille, Gilles Deleuze, Jacques Derrida,<br />
Jean-François Lyotard en Luce Irigaray de idee dat betekenis en kennis subjectieve,<br />
contextgebonden gegevens zijn verder vorm. Ze creëren hiermee een denkwijze die zich afkeert<br />
van de idealen van eenheid, waarheid en objectiviteit welke de basis vormden van het moderne<br />
denken en verzetten zich tegen de gesloten en hiërarchische structuur van het systeem van<br />
representatie.<br />
Dit systeem van representatie, dat vanaf Plato het westerse denken grotendeels beheerst heeft<br />
(Deleuze en Guattari:1987:xi), is een wijze van betekenisconstructie die gebaseerd is op het<br />
principe van binaire oppositie. Individuele verschijnselen worden beschouwd als representaties<br />
van een abstract ideaal en krijgen betekenis op basis van hun overeenkomst of verschil met dit<br />
ideaal: “the system of representation (…) operates by establishing a fixed standard as the norm or<br />
model (Olkowski:1999:2). De kritiek van het differentiedenken is dat binnen het systeem van<br />
representatie het principe van differentie alleen als een negatief verschijnsel geïnterpreteerd kan<br />
worden. Ieder verschijnsel, individu of situatie dat afwijkt van het ideaal is een defect, een<br />
mislukking. Het systeem van representatie dwingt het bestaan hiermee in een structuur die geen<br />
recht doet aan zijn heterogeniteit en complexiteit. Daarnaast is het zeer vatbaar voor<br />
machtsmisbruik en kan het makkelijk ingezet worden als onderdrukkingsmiddel. Door cultureel<br />
bepaalde waarden, normen en betekenissen binnen het systeem van representatie te verheffen tot<br />
ontologische idealen, kan een heersende maatschappelijke klasse zijn eigen positie naturaliseren<br />
en zo minderheden, die niet voldoen aan de heersende norm, buiten spel zetten. Door de werking<br />
van het systeem van representatie bloot te leggen, probeert het differentiedenken de geslotenheid<br />
5