pdf-version - E-thesis
pdf-version - E-thesis
pdf-version - E-thesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De Theatrale Cyborg<br />
to the limit (…) are ‘pure impulses’ released from the deepest level of the unconscious’<br />
(Styan:1981 vol. 2:158). Net als Artaud wil Grotowski de acteur bevrijden van het juk van de<br />
samenleving en het representatieve denken: “if, in close collaboration, we reach the point where<br />
the actor, released from his daily resistance, profoundly reveals himself through a gesture, then I<br />
consider that from a methodical point of view the work has been effective” (Grotowski in<br />
Drain:1995:279). Het uiteindelijke doel was om een rituele ervaring te realiseren waarin zowel<br />
acteurs als toeschouwers hun innerlijke belevingswereld blootgaven. Op deze wijze zou er een<br />
collectief bewustzijn moeten ontstaan. Om dit te kunnen verwerkelijken richtte Grotowski zijn<br />
eigen theaterlaboratorium op waarin hij kleinschalige performances kon opvoeren. Dit resulteerde<br />
uiteindelijk in besloten therapeutische sessies.<br />
Happenings<br />
Begin jaren zestig ontstaan er binnen de beeldende kunst initiatieven om het elitaire karakter van<br />
de kunst te doorbreken. Kunst moet uit de gesloten muren van de musea en het contact aangaan<br />
met het gewone leven en de gewone burger. De performance bleek hiervoor een goed middel. In<br />
de performance kon er een direct contact bestaan tussen kunstenaar en toeschouwer. Het<br />
proceskarakter van de performance bood daarnaast de mogelijkheid om het statische karakter van<br />
de beeldende kunst omver te werpen: “Kaprow (de initiator van de term: Happening) made it<br />
clear that his intention was to close the gap between art and life, keeping time and space ‘variable<br />
and discontinuos’ (Styan:1981 vol. 2:165). In de happenings werd niet geprobeerd een<br />
geloofwaardige fictionele wereld te creëren en was er eerder sprake van presentatie dan van<br />
representatie: “Michael Kirby (…) talked of a happening as a ‘non-matrixed’ performance by<br />
which he meant that the performer ignored the traditional boundaries of time, place and<br />
characterization, and acted without trying to establish a fictional world.’ (idem)<br />
Feministische performance<br />
In hun strijd tegen het patriarchale denken gaan in de jaren zestig steeds meer vrouwen zich<br />
profileren als performance kunstenaar. Deze vrouwen nemen de beslissing om zichzelf als vrouw<br />
te presenteren en verwijzen daarbij naar de representaties die hen in het dagelijks leven<br />
onderdrukken. Het lichaam van de vrouw werd hierbij vaak behandeld als een natuurlijke,<br />
authentieke entiteit en afgezet tegen de culturele waarden en normen zoals die golden binnen de<br />
toenmalige maatschappij: “Cultural feminist performance art in the ‘60s and ‘70s carried a<br />
reverence for the female body and often a nostalgia for a lost matriarchal heritage. This reverence<br />
and nostalgia sometimes took the form of ritual invocations of Gaia, the Goddess, aligned with<br />
Earth, Nature and the Maternal body denigrated by a history and force of language marked as<br />
patriarchal’ (Schneider:1997:131). Het principe van deconstructie en het benadrukken van de<br />
fysieke aanwezigheid van de performer werden door de feministische performance kunstenaars<br />
ingezet om te breken met de patriarchale traditie en om zichzelf als vrouw op de voorgrond te<br />
plaatsen.<br />
In alledrie de voorbeelden wordt het representatieve denken, dus het denken vanuit gefixeerde<br />
vormen en binaire verhoudingen ervaren als beklemmend en onderdrukkend. Het artistieke verzet<br />
tegen de klassieke principes van eenheid en mimesis kent ook een duidelijke maatschappelijke<br />
dimensie. Op dit punt vertoont de performance kunst uit de jaren zestig grote overeenkomst met<br />
Artaud. Ook met betrekking tot de uitwerking van dit verzet is dit het geval, wat betekent dat de<br />
hier besproken performance kunstenaars verstrikt raken in dezelfde paradox zoals die eerder in dit<br />
25